• No results found

ZANDLOPER. Imago Korfbal. Vrienden voor het leven INFORMATIEBULLETIN VAN, VOOR EN DOOR VRIENDEN DIENSTVAK LO&SPORT JUNI 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ZANDLOPER. Imago Korfbal. Vrienden voor het leven INFORMATIEBULLETIN VAN, VOOR EN DOOR VRIENDEN DIENSTVAK LO&SPORT JUNI 2017"

Copied!
72
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ZAND LO PER

INFORMATIEBULLETIN VAN, VOOR EN DOOR VRIENDEN DIENSTVAK LO&SPORT — JUNI 2017

Vrienden voor het leven

De Promo NMK Triathlon 2017

Imago Korfbal

(2)

Voorwoord C-LO&Sportorganisatie 03

Gebruik van de Foamroller 04

MQ Schooltest innovatief 07

Stipnotering 11

Sporten in Mali 12

Een bijzondere Sportinstructeur Johan Veenstra 15

Vrienden voor het leven 18

Tom Dumoulin 25

Pionieren in Rukla 27

Innovatie bij de KNVB 30

LO&Sport kort 32

De Promo NMK Triathlon 2017 37

Innovatiezoektocht in Doorn 45

Imago Korfbal 47

Dienstvakdag 2017 50

LO&Sport Tourspel 2017 51

Klimmen met Kruizinga 54

Klimmen met de KMS 56

Olympisch Gewichtheffen 59

Interview oud-collega Ab Agterbos 61

Toekomst van de Arena 65

Goed herstel is het halve werk 70

Colofon 72

Inhoudsopgave

(3)

Afgelopen maand heeft de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, Luitenant-Generaal van Griensven, een bezoek gebracht aan de LO&Sportorganisatie. De IGK spreekt tijdens zijn bezoeken altijd met alle lagen van de orga- nisatie om te horen waar men wel of niet te- vreden over is. De IGK adviseert de Minister en kan zijn invloed aanwenden om schijnbaar vastgelopen zaken weer vlot te trekken.

Tijdens zijn bezoek was de IGK onder de indruk van de veranderingen die zich in het kader van het Pro- fessioneel Trainen afspelen binnen de LO&Sportorganisatie. Als deelnemer aan de Pilot Duurzaam en Gezond Inzetbaar op de Kromhoutka- zerne herkent de IGK een aantal zaken en hij is on- der de indruk van de voortvarendheid waarmee de LO&Sportorganisatie zichzelf op dit gebied ontwik- kelt.

Bij de zaken die aandacht behoeven kwamen na- tuurlijk de loopbaanmogelijkheden en de werkdruk naar voren. Vooral de werkdruk is een groot punt van aandacht. Vacatures, irregulier verloop en moei- zame intake van nieuw personeel zorgen dat er ook de komende tijd onderbezetting blijft op de LO&Sportgroepen. Deze onderbezetting heeft gevol- gen voor de beschikbare capaciteit voor de eenhe- den en kwaliteit van de LO-lessen. Als LO&Sportorganisatie maken we ons daar met z’n allen zorgen over.

Afgelopen maand heeft Bgen van Dooren het Com- mando over het OTC overgenomen van Bgen Smits.

In het kennismakingsgesprek zijn deze aandachts- punten uiteraard ook naar voren gekomen. We heb- ben ook aangegeven dat één van de mogelijke op- lossingen, het inhuren van burgerinstructeurs, zeer moeizaam verloopt. Bgen van Dooren heeft aange

Verandering

geven dat wij wat hem betreft voor een langere peri- ode, tot twee jaar, burgerinstructeurs kunnen aan- stellen. Een langere aanstelling maakt het aantrek- kelijker om te solliciteren en bovendien kunnen we zelf kandidaten aandragen ipv via een uitzendbureau aangeleverd krijgen. De CS gaat hiermee aan de slag en als jullie dus geschikte kandidaten weten in je omgeving: geef ze door bij Lkol Maree zodat hij kan kijken of een aanstelling mogelijk is. Ik zie dit als een veranderde werkwijze met kansen!

Tot slot de Dienstvakdag voor al het (oud)personeel van de LO&Sportorganisatie, die op donderdag 14 september gepland staat. Wat daarin niet zal veran- deren is de opening met de traditionele herdenking bij het monument van Arno Budel. Wat wel veran- dert is de afsluitende maaltijd. Deze keer geen Wok- restaurant maar een BBQ op de kazerne. Deze keer ook geen workshops maar een ouderwetse sportdag.

En natuurlijk veel tijd om met elkaar te kletsen.

Maar nu eerst komt het zomerverlof en ik wens iedereen een hele prettige vakantie toe!

(4)

Gebruik van de Foamroller

Door Raimond van der Boom en Rogier Wezeman

De twee instructeurs in Wezep, Raimond van der Boom en Ro- gier Wezeman, zijn begenadigde hardlo- pers maar hebben in die tak van sport na- tuurlijk vaak te kam- pen met spierpijnen of (erger) op de loer lig- gende blessures. De foamroller is voor hen een welkom herstelin- strument. Maar hoe ga je daarmee om?

Het nut & belang van de foamroll

De foamroller is een onderdeel van Self Myofascial Release (SMR) techniek. De foamroll wordt gebruikt voor zelf massage en/of triggerpoint massage. De foamrollen zijn in verschillende hardheden verkrijgbaar en variëren van klein tot groot en van zacht tot hard. Een foamroller creëert (grote) druk op stijve spie- ren en spierknopen (zogenoemde triggerpoints) waardoor de spanning van de spier afneemt. Naast het verwijderen van spier- knopen masseer je ook de spierlaag en het bindweefsel (fascie).

Dit geeft een bevrijdend gevoel en zorgt ervoor dat de spieren wat losser voelen.

1. De invloed van de Foamroller op een triggerpoint Bijna alle (kracht)sporters hebben last van kleine en zeurende pijntjes, die verder (nog) niet ernstig zijn maar die wel het spor- ten beperken. Meestal is er voor deze pijntjes geen oplossing te vinden. Mogelijk zijn dit triggerpoints die zich in de spier bevin- den.

Een triggerpoint kan de spier verkorten en zorgen voor een slechtere doorbloeding. Meestal voel je de pijn op 1 plek en in mindere mate in het gebied daarom heen.

Door SMR-oefeningen in combinatie met de foamroller kun je deze triggerpoints weer laten ontspannen, zodat het gebied rondom de triggerpoint weer beter doorbloed raakt.

Voorbeeld: je hebt triggerpoints in de kuitspieren waardoor de kuitspieren steeds strakker worden. Dit ga je onbe- wust compenseren en hierdoor ontstaan vaak knie-, heup- en/of onderrugklach- ten. De problemen kunnen zelfs hele- maal doorgaan tot aan de schouders.

Door de foamroller te gebruiken voor de kuitspieren kun je deze triggerpoints verwijderen.

2. De werking van de Foamroller.

De foamroller voelt aan als een sport- massage en de druk zorgt ervoor dat zenuwen en spieren ontspannen. Het is een onmisbare schakel om een sterk en uitgebalanceerd lichaam te krijgen. Er ontstaat meer flexibiliteit in de spieren en de doorbloeding wordt verbeterd.

De spieren herstellen sneller van de trainingen en je kunt meer uit de eerst- volgende training halen. Daarnaast kan een foamroller gebruikt worden om be-

(5)

paalde mobiliteit in spieren en gewrichten weer te- rug te krijgen door op juiste plekken in het lichaam SMR technieken te gebruiken.

3. Wanneer niet te gebruiken.

 Als tijdens het rollen je hele lichaam ver- krampt.

 Je niet meer goed kan ademen bij het rollen.

 Bij zenuwpijn.

 Blauwe plekken op de te rollen lichaamsdelen.

 Bij extreme spierpijn na het sporten of tijdens het rollen.

Het eerste gebruik van de roller kan pijnlijk aanvoe- len, maar dit is de gewenning aan de foamroller.

Eenmaal gewend aan de foamroller kan het je veel voordeel opleveren.

Algemene punten:

Do`s:

 Beweeg altijd naar het midden punt van je lichaam.

 Blijf ademen en probeer te blijven ontspan- nen, ondanks dat het rollen gevoelig is.

 Als je een knoop / triggerpoint tegenkomt, beweeg de foamroller met korte beweginge op de bewuste plek. Rond de 20-30sec of totdat de spier vanzelf ontspant. Hierna maak je weer langere bewegingen.

 Blijft de triggerpoint aanwezig dan de boven- genoemde manier herhalen.

 Voer de druk rustig op.

 Wanneer je meer druk nodig hebt, kan het steunende been bovenop het te masseren been geplaatst worden. Ook hoogte verschil toepassen is een manier van verzwaren.

 Bouw de tijd dat je met de foamroller bezig bent op.

Dont`s:

 Bewegen naar de handen en/of voeten.

 Door de pijngrens heen rollen.

 Niet met het volle gewicht op de spier leunen.

 Bij teveel pijn moet je de druk verminderen op de spier, of alleen het gebied rondom het pijnlijke punt behandelen en niet direct op het pijnpunt.

 Bij zware spierpijn de foamroller niet gebrui- ken.

 let goed op met pezen en aanhechtingen. Ge- bruik de foamroller hier alleen als dit goed voelt. Maar wees hier voorzichtig mee.

 Gebruik de foamroller op de individuele spier- groepen.

 Niet direct op het bot of het botvlies rollen.

 Bij een hoge bloeddruk is het onverstandig om de foamroller op de grond te gebruiken.

 Bij spataderen wordt het gebruik van de foam- roller afgeraden.

 Bij perifere neuropathie is het onverstandig om de foamroller te gebruiken.

(6)

Vervolg Gebruik van de Foamroller OEFENINGEN OEFENINGEN OEFENINGEN

Bovenrug massage [Trapezius]

Achterzijde onderbeen [Soleus]

Voorzijde bovenbeen [Quadriceps]

Achterzijde bovenbeen [Hamstring]

Binnenzijde bovenbeen [Adductors]

Zijkant bovenbeen [IT band]

Bilspier [Gluteus maximus]

Lage rug Zijkant onderbeen

(7)

Door Wil Maaswinkel en Jan Kasper

MOTORISCHE VAARDIGHEDEN

Onze correspondent Jan Kasper is nauw betrokken bij vele nieuwe ontwikkelin- gen op sportief vlak.

Vaak in het voetbal, maar ook in andere takken van sport. Eigenlijk alles wat met grondmotorische vaardigheden te ma- ken heeft.

Dus ook met de MQ-Schooltest.

Redacteur Wil Maaswinkel dook er bovenop.

Een motorische test die begint met tijgeren, uit grondvormen van bewegen bestaat maar waarin ook het passen en stoppen van een bal zit. Dat maakt nieuwsgierig. Het gaat om de Motorische Quotiënt (MQ) schooltest. Een test op een Athletic Skills be- wegingsbaan. Een test ontwikkelt om de motorische kwaliteit van kinderen te meten.

Tijgeren, grondvormen van bewegen, passen en stoppen en Athletic Skills: dan kom

je uit bij Jan Kasper. Jan is oud LO&Sportofficier en chef d'équipe van Oranje onder

19 (dat zich eind maart (wel) plaatste voor het Europees kampioenschap!). Jan is

ook de promotor van het Athletic Skills Model en ook nog correspondent van

www.fitforaction.nl. Hij is enthousiast over deze innovatieve motorische test. Reden

om Jan Kasper een aantal vragen te stellen!

(8)

Vervolg MQ Schooltest innovatie

1.Waarom is de MQ Schooltest ontwikkeld. Waaruit bestaat de test? Hoe is die keuze tot stand geko- men? Wat voor informatie levert de test op? Wat kan het kind, de ouders en de school er mee?

De motorische vaardigheid van kinderen gaat decen- nia lang achteruitgaat. Dit is zorgwekkend gezien het verband tussen motorische vaardigheden, een actieve leefstijl en andere gezondheidsindicatoren.

Om zicht te krijgen op de ontwikkeling van de moto- rische vaardigheid van kinderen is er behoefte aan een valide en betrouwbaar meetinstrument dat in de gymles gebruikt kan worden. ASM heeft met de HHS (Haagse HogeSchool) vanaf 2013-2014 samenge- werkt aan de ontwikkeling en evaluatie van een praktisch toepasbare motoriektest: het Athletic Skills (AS)-beweegparcours, ook wel de Motorische Quoti- ënt School Test (MQST) genoemd.

Met MQST kan de motorische vaardigheid van kinde- ren van 4-12 jaar op eenvoudige wijze gemeten worden in de reguliere gymles.

Het parcours is gebaseerd op het gedachtegoed van het Athletic Skills Model.

In 2013 zijn partijen gestart met het AS- beweegparcours-project. Het doel van het project is om het MQST beweegparcours verder door te ont- wikkelen en te valideren en data over de motorische vaardigheid van kinderen te verzamelen.

2.Meestal wordt de beginsituatie vastgesteld door het meten van basis motorische eigenschappen (snelheid, kracht, uithoudingsvermogen, lenigheid en motoriek) waarom is daar niet voor gekozen?

Het project resulteert in een praktisch toepasbaar, valide en betrouwbaar meetinstrument (inclusief protocollen, registratiesysteem, ouderrapportage en handboek). Het wordt door docenten LO ingezet om de motorische vaardigheid van kinderen van 4-12 jaar te monitoren. Snelheid kracht en uithoudings- vermogen voor die leeftijd worden niet separaat ge- meten maar vormen een integraal onderdeel van de score op de test.

3.Waarom is er naast (zuivere) grondvormen van bewegen ook gekozen voor de vaardigheden werpen en vangen en passen en stoppen?

Werpen en vangen behoren in het ASM tot de Basic Movement Skills (BSM), de grondvormen van bewe- gen in het ASM. Het AS-beweegparcours ziet er als volgt uit:

1) tijgeren,

2) wendsprongen,

3) springen met twee voeten naast elkaar, 4) gooien en vangen van een bal,

5) schoppen en stoppen van een bal, 6) rol voorover,

7) rol achterover, 8) slalom lopen,

9) klimmen over de kast, 10) over het touw springen.

(9)

4.De test richt zich op de leeftijden 4 t/m 12 jaar.

Zijn er plannen testen te ontwikkelen voor andere leeftijden? Is er nog overwogen de geboortemaand en het ASM groeimodel te betrekken bij de MQ test?

Aangenomen wordt dat het IQ niet door training ver- anderd. Het MQ verandert wel (neem Ik aan)door training en veel bewegen en als je ouder wordt.

Heeft het onderzoek hierover al informatie opgele- verd?

Met de collega`s van de ALO in Amsterdam is in 2016 de test ontwikkeld als toelatingstest voor de ALO opleiding en blijkt een betrouwbaar meetinstru- ment te zijn.

Er is niet overwogen om het subjectieve geboorte- maand moment te betrekken bij de MQ test omdat die momentopname weinig zegt over het talent en de mogelijkheden in de toekomst. Hier zijn de be- grippen whispering talents en shouting talents van toepassing.

Er is nog geen gevalideerd onderzoek over de moge- lijke verandering van de MQ test gedurende de pu- berteit en de adolescentie. Bij de ALO test is wel ge- bleken dat de aangepaste MQ test op kracht snelheid en uithoudingsvermogen en motoriek wel een goed beeld gaf van de fysieke mogelijkheden van de kan- didaten voor de ALO opleiding.

5.Hoe worden de metingen geregistreerd en geïnter- preteerd? Welke verdere ontwikkelingen kunnen we verwachten? Welke wensen hebben de ontwikkelaars en wanneer zijn ze tevreden?

Voor de verdere onderzoeksfase ligt de hoofdverant- woordelijkheid bij de HHS in samenspraak met de Vrije Universiteit en ASM. Verschillende activiteiten en deelonderzoeken zijn te onderscheiden:

De nadruk zal geleidelijk steeds meer komen te lig- gen op de implementatie van de MQST in de be- roepspraktijk van de lichamelijke opvoeding Protocol MQST.

Registratiesysteem voor docenten LO;

 Geautomatiseerde kind-, ouder-, en school- rapportage;

 Workshops gericht op het trainen van docen- ten LO en andere eindgebruikers;

 Handboek rondom het AS-beweegparcours.

Komen Olympische medaillewinnaars

over vijftien jaar uit Almere?

Gemeente Almere is de eerste gemeente in Ne- derland die groot gaat inzetten op de motori- sche ontwikkeling van kinderen. Vandaag lan- ceert de gemeente Almere samen met 2Basics Breedtesport & Marketing, de MQ SchoolTest.

De wetenschappelijk onderbouwde test voor het meten van de motoriek van kinderen.

Stoppen en passen

(10)

Vervolg MQ Schooltest innovatie

MQ SchoolTest is een innovatieve tool, waarmee vroegtijdig beweegtalenten en beweegachterstanden in kaart worden gebracht en de motorische ontwik- keling van kinderen landelijk kan worden gemoni- tord. MQ SchoolTest is voor basisscholen een hulp- middel om de beweegvaardigheid van leerlingen via een beweegbaan en een eenvoudige app te meten.

De behaalde score geeft ouders, docenten en ge- meenten inzicht in de motorische ontwikkeling van leerlingen ten opzichte van de norm, leeftijdsgeno- ten, andere scholen en regio’s.

Het is een goed uitvoerbaar meetinstrument voor onderbouwing en evaluatie van sportbeleid, voor accenten in de gymlessen en voor doorverwijzing naar talentprogramma’s of specialisten.

In Almere zijn ze al geruime tijd bezig met het me- ten van beweegvaardigheid via de beweegbaan.

Wethouder Peeters gemeente Almere: ‘Ik ben trots dat we in Almere zo vooroplopen als het om sport en bewegen gaat. We zetten in op het ontdekken en ontwikkelen van het talent van ieder kind. Een goe- de beweegvaardigheid is de basis voor talentontwik- keling. Met deze app hebben we een eenvoudig in- strument om de motoriek te meten en te monitoren.

Deze tool bieden we via ons Almere Kenniscentrum Talent aan alle basisscholen in heel Almere en ande- ren gemeenten in Flevoland aan’.

Wetenschappelijk onderbouwd

MQ SchoolTest is wetenschappelijk onderbouwd en in de praktijk getoetst door Athletic Skills Model, de afdeling bewegingswetenschappen van de Vrije Uni- versiteit Amsterdam en de faculteit Gezondheid, Voeding en Sport van de Haagse Hogeschool.

MQ net zo belangrijk als IQ

Gemeente Almere vindt de ontwikkeling van be- weegvaardigheid (Motorisch Quotiënt) en het plezier in bewegen net zo belangrijk als leren lezen, schrij- ven en rekenen (Intellectueel Quotiënt). De gemeen- te richtte het Almere Kenniscentrum Talent (AKT) op met ondersteuning van de provincie Flevoland. Het AKT is een expertisecentrum op het gebied van ta- lentontwikkeling in de sport, dat succesvol gebleken activiteiten uitrolt in de rest van Flevoland.

Einde persbericht

Voor meer informatie:

2Basics Breedtesport & Marketing

Contactpersoon: Marije Bouwknegt

T: 023 5400200

E: marije@2basics.nl W: www.mqschooltest.nl

(11)

'Het juiste moment om te ontspannen is wanneer je er geen tijd voor hebt'

De vakantie periode staat voor de deur. Soms jaag je maar door. Je moet wel, er moet tenslotte nog zoveel af!

Er ligt werk te wachten, je agenda zit vol afspraken en de appjes blijven maar komen. Je neemt geen moment tijd voor jezelf. Terwijl juist rust en ontspanning je kunnen voorzien van de energie die je nodig hebt om door te gaan.

Ontspanning is een staat van gesteldheid die lichaam en geest nodig hebben om te herstellen. Juist in stressvolle situaties zijn we geneigd ontspanning te ondermijnen. Indien je jezelf langdurig blootstelt aan stress en je geen tijd kunt of wilt nemen voor ontspanning dan kan het schadelijk zijn voor je gezondheid. Je lichaam verkeert con- stant in een verhoogde staat van paraatheid (vecht- en vluchtreactie). Een goede balans vinden tussen inspan- ning en ontspanningen is dan ook van essentieel belang. Als ik dit projecteer op ons werk dan zie ik veel over- eenkomsten. We zitten op diverse contigenten en leveren als LO&Sportorganisatie een professionele bijdrage aan de inzet van de Koninklijke Landmacht. Maar denken we wel voldoende aan ons zelf.

Het beeld wat de buitenwacht van ons heeft is moed, toewijding en veerkracht ten top. Het is een gegeven dat het voor ons ook een keer minder wordt. Dit signaal moeten we herkennen en oppakken. Maar vooral wat mee doen. Deze periode staat nu voor de deur.

Ontspannen: hoe?

Voor de één is ontspanning uitgaan met vrienden, voor de ander is het met een goed boek op de bank zitten. Weer een ander kan niet zonder zijn sport. Ontspanning kun je geestelijk of lichamelijk zoeken. Op een actieve of op een passieve manier. Er is ook niet één ontspanningsoefe- ning die voor iedereen werkt. Het is belangrijk dat je voor uzelf nagaat wat ontspannend voor je is, waar je plezier aan beleeft. Zodat uw hoofd leeg wordt en het lichaam ontspant.

Ik vraag dan ook denk aan jezelf, je omgeving en neem de tijd om je in de komende periode op te laden voor het resterende deel van het jaar.

Het werk wordt niet minder en de vraag wordt alleen maar meer.

Stafadjudant LO&Sport aooi Fred Jansen

Het belang van ontspanning

(12)

Sporten in Mali

Door sgt1 Maurice

Graag wil ik u wat vertellen over mijn ervaring met betrekking tot sporten tijdens mijn uitzending en de meerwaarde hiervan. Ik ben als OO B&B’er van de LO&S uitgezonden in de periode oktober 2016 t/m april 2017 in de functie van sergeant S1 OPZ Minus- ma Mali. In deze functie was ik onder andere verant- woordelijk voor alle vliegbewegingen van de Neder- landse militairen binnen Mali en naar Nederland. Een erg drukke en verantwoordelijke functie, waarbij werkdagen van 10 uur eerder regel dan uitzondering waren.

Acclimatiseren

De eerste keer dat we mochten gaan bewegen, was tijdens het acclimatisatie programma onder leiding van de sportinstructeur. Dit programma was ver- spreid over een aantal dagen en bestond uit Ver- plaatsen Te Voet (VTV) en PT. Tijdens dit program- ma was het niet toegestaan om zelfstandig te gaan sporten, wat natuurlijk her en der wel wat frustratie opleverde. Na een week trouw het programma ge- volgd te hebben, werden we losgelaten en gingen we zoals de meesten het stelden: “aan de ‘kast’ wer- ken”.

Hoe ervaart een klant het sportaanbod op uitzending?

Onze B&B'er sgt1 Maurice is ondanks zijn honderd procent administratieve job een hele sportieve jongen, en past prima op de Staf in Amersfoort. Een uitzending met een parate club (Jistarc) is een heel ander verhaal met werkweken van 70 uur. Maurice is dan ook een perfect voorbeeld van

een klant die onze producten kan beoordelen. Hieronder een marktonderzoek.

(13)

Ik had mijzelf voorgenomen om, als het kon, dagelijks te sporten en zoveel mogelijk georganiseerde sportevenementen mee te doen. Dit om aan de sleur te ontsnappen en om mijn hoofd leeg te maken. Uiteinde- lijk heeft dit ook geresulteerd in mijn deelname aan de onderstaande evenementen.

Dust Masters

De stoffige variant op de Mud Masters. Een parcours van 5 km over Kamp Castor met daarbij tientallen verschillende hindernissen. Klimmen over zeecontainers, touwhindernissen, hesco’s en natuurlijk door het zand verplaatsen. Dit werd in teamverband gedaan, waarbij saamhorig- heid voorop stond.

Speedmars

De totale afstand bedroeg drie kilometer, waarbij het tenue GVT met schermvest en wapen was. Tevens kregen we een ‘cadeautje’ om mee te nemen, een gevulde jerrycan. Deze moest continu door twee man getild worden. Over de route was er een verplicht ‘dribbel’ gedeelte en een verplicht ‘wandel’ gedeelte. De laatste ronde mocht voluit gerend worden, wat ik met mijn team ook gedaan heb. Dit resulteerde in de eindoverwinning! Tot groot ongenoegen van een aantal Nederlandse teams.

Darten

Voor velen onder ons geen echte sport, echter hand-oog-coördinatie is toch zeker een belangrijke factor. Na de poulefase werd er een verlie- zers- en winnaarspoule gevormd. Vooraf had ik het idee van: “meedoen is leuk”, echter na drie verliespotjes was ik er toch redelijk klaar mee.

Uiteindelijk een leuke avond gehad waarbij ik mijn dart skills een beetje op peil heb gebracht.

Beachvolleybal

Een leuke middag volleyballen, waar- bij het vooral ging om de saamhorig- heid. Deze middag heeft wel een kleine smet op de rest van mijn sportactiviteiten opgeleverd, name- lijk een gekneusde duim. Dit had weer gevolgen voor het volgende sportevenement waar ik juist naar uitkeek en hard voor aan het trainen was.

De Gao Challenge a.k.a.

The Murph

The Murph is ooit door de Ameri- kaanse luitenant Murphy (2005 om- gekomen in Afghanistan) in het leven geroepen en bestaat uit 1.6 km (1 mile) hardlopen, 100 pull ups, 200 push ups, 300 squats en vervolgens weer 1.6 km hard lopen. Het tenue hiervoor is sportkleding met scherm- vest. De krachtoefeningen worden in series uitgevoerd, bijvoorbeeld 5 pull ups/10 push ups/20 squats.

Om de Challenge voor eenieder toe- reikend te maken, waren er een 4 tal niveau’s waar je jezelf voor kon op- geven. Waarbij niveau 1 de volledige Murph was, niveau 2 zonder scherm- vest, niveau 3 de halve Murph en niveau 4 een kwart.

Na een keer getest te hebben hoe ver ik kwam, trok ik de conclusie dat niveau 2 voor mij - gezien de trai- ningstijd (2 weken) die ik nog had tot de start - het hoogst haalbare was. Door mijn opgelopen blessure was ik echter genoodzaakt om een week rust te nemen, hierdoor heb ik uiteindelijk flink balend niveau 3 kunnen doen. Ik moet zeggen dat me dit nog behoorlijk tegenviel, met name door de temperatuur en de stoffige omgeving.

(14)

Vervolg Sporten in Mali

Al met al een is het een mooie crossfit training die ik zeker voort ga zetten.

Malithon

Een hardloop evenement met de keuze afstanden 7.5 km, 10 km, 15km & 21 km. Ge- zien het klimaat en de stof vond ik 7.5 km een prima afstand om te rennen.

Naast de bovengenoemde evenementen zijn er ook nog een aantal tafeltennis en - voetbal toernooitjes georga- niseerd. Hier heb ik echter niet aan meegedaan.

Buiten de evenementen om was er ook een uitgebreide mogelijkheid om aan sport- lessen mee te doen. Deze werden door de sportinstruc- teur, dan wel door andere personen die hier ervaring in hadden, gegeven. HIITT, crossfit, spinning, yoga &

MZV waren zoal de lessen die je kon volgen. Ook was er de mogelijkheid om de DCP af te laten nemen.

Mijn dank gaat zeker uit naar onze sportinstructeur ter plekke sgt1 Tommie. Door zijn inzet bij de organisatie van evenementen en sport- lessen konden militairen, on- geacht of ze het nu druk had- den of juist minder druk, hun gedachten verzetten. Dit heeft uiteindelijk geleid tot hogere werkprestaties en een goede sfeer binnen de missie.

(15)

Door Paul Lindeboom

Op donderdag 11 mei heeft de LO&Sportorganisatie formeel afscheid van Johan Veenstra, die na zeven jaar als hoofdin- structeur op de LO&Sportschool (LOSS) in Ha- velte is gestart.

Als je zeven jaar op de LO&Sportschool hebt ge- werkt, heb je misschien wel de meeste sportcollega- s opgeleid tot nieuwe LO&Sportinstructeur of C- LO&Sportgroep, of bijgeschoold in MZV,(Militaire Zelfverdediging) Johan's specialisatie. Lees hieron- der voor een terugblik op een bijzondere functieter- mijn.

Waren er in je eerste jaar aanloop ‘problemen’

of zaken waaraan je heel erg moest wennen?

Zo ja, waar lag dat aan en hoe werden de pro- blemen opgelost?

Johan: Problemen heb ik niet gehad. Echter, de tijd van 6 maanden die gesteld wordt om PG te worden heb ik niet gehaald. Dit proces heeft bij mij onge- veer 18 maanden geduurd voordat ik vol zelfvertrou- wen, met name bij de VTO’n, voor een groep stond.

Dat ik alle vragen kon beantwoorden. Over de juiste kennis en vaardigheden beschikte. Mogelijk heeft dit iets te maken met mijn leervermogen of cognitief vermogen…

Het werken op de LOSS is complex. Je gaat daar van kennis naar inzicht en samenhang. Om alle lijntjes te begrijpen kost tijd. Vervolgens moet dit nog vertaald worden naar daadwerkelijk doen; toepassen. Waar- bij je niet zelf gaat toepassen maar in de rol van train de trainer kruipt. Waarbij niet ik maar de colle- ga centraal staat. Ik heb in het begin menig maal met zwetende oksels en ‘buikpijn’ voor de klas ge- staan. Door veel feedback te vragen en reflectie toe te passen werden die momenten minder.

JOHAN VEENSTRA

Johan Veenstra heeft (voor militaire begrip- pen) een erg lange tijd op de LOSS doorge- bracht als hoofdinstructeur, wat een bijzonder lange tijd is. Een periode waarin hij zich ont- wikkelde tot een zeer vakkundige docent en aantoonde over meer dan gemiddelde kwalitei- ten te bezitten. Daarnaast bleek hij in de om- gang een bijzonder fijne collega te zijn, die door iedereen, ook door de leerlingen, bijzon- der gewaardeerd werd. Wat automatisch leidde tot een bijzonder interview.

Hoe was in jouw tijd als ‘gewone’ (hfd) instructeur je algemene beeld van het werken op de LOSS. M.a.w., had je gedacht dat jij ooit in gebouw Y zou willen werken?

Johan: Ik had wel gedacht om ooit op de LOSS te komen werken. In het verre verleden heb ik enkele malen steun mogen leveren aan WOH opleidingen van de LOSS. Daar werd ik al gevraagd door de toenmalige Smi René Dekkers om op de LOSS te komen werken. Dit vond ik echter te vroeg. Kon ook niet want ik was nog Sgt1.

Tijdens mijn periode als HI op de JWF was ik op zoek naar meer. Ik wilde tools om de instructeurs in mijn cluster beter te begeleiden. Ik wilde weten hoe de aspirant LO&S-instructeur opgeleid werd? Wat ik van hen mocht verwachten? Ik kreeg de tijd en ruimte van Kap Michel Ham om te gaan steunen tijdens de VTO 2010-02. Vervolgens ben ik daar blijven plak- ken.

Het werken op de LOSS is complex:

een van Johan's befaamde bordtekeningen...

(16)

Vervolg Een bijzondere sportinstructeur

meer maatwerk bij onvoldoende niveau geleverd, waar het eerder einde oplei- ding was.

Ik vind het lastig om daarin specifiek mijn bijdrage te benoemen want je doet het met een team. Het begint met een idee of een brainstormsessie naar een volledig uitgewerkt plan, LSP, in samen- werking met het EC en /of BOTO. En dan vergeet ik vast nog het een en an- der aan veranderingen.

Op welk facet of werkgebied heb jij jezelf het meest zien veranderen of competenties beter ontwikkeld?

Dit is een hele waslijst. Er zijn twee punten die ik eruit wil lichten. Ik heb mezelf zien veranderen als LO&Sport- instructeur doordat ik anders tegen de organisatie ben gaan aankijken. Het werken op de LOSS heeft inzicht gege- ven in processen die op de LO&Sport- groep niet zichtbaar zijn maar die daar wel een grote invloed hebben. Denk hier bijvoorbeeld aan ondersteunende docu- mentatie voor het Strenght & Conditio- nings model. Er wordt hard aan gewerkt door het EC, echter is dit voor de LO&Sportgroepen nog niet zichtbaar.

Van welke cursusleider of C-LOSS heb je het meest ge- leerd?

Johan: Dit is een lastige…. Je leert van iedereen! Ook van de mensen waarvan je denkt; ‘zo ga ik het nooit doen’. Toch iets geleerd!! Maar zonder andere collega’s te kort te doen, zijn mijn leermeesters Hans van Batavia, William Frieling en met name Arno Heg en Jeroen Kuiper geweest. Heel inspirerend en leer- zaam om met hen te mogen hebben samengewerkt.

Wat was je mooiste ervaring of opleiding die je hebt opge- daan bij de LOSS?

Johan: Alle bestaande opleidingen van de LOSS, m.u.v. van sneeuw, heb ik mogen ondersteunen. Van AKI naar TWOH, van VTO-01 tot en met VTO Officier, van Basisinstructeur naar Kern- instructeur MZV. De mooiste ervaring is dat collega’s je na afloop van een cursus / opleiding een hand geven en je bedanken. Wil- liam Frieling zei altijd: “je bent slechts een passant in de carrière van collega’s”. Wanneer het mij als ‘passant’ dan gelukt is om de collegae te beïnvloeden en een stapje verder te helpen opdat ze succesvol worden, als LO&Sportinstructeur maar ook als individu, is dat het mooiste dat je kunt bereiken in mijn optiek.

Je hebt een behoorlijk lange periode op de LOSS doorge- bracht. Heb je bepaalde processen op opleidingen zien veranderen? Wat is daarin jouw bijdrage geweest?

Johan: Ik heb een hoop processen zien veranderen. Wanneer het gaat over richten van opleidingen: ‘waar moet het toe leiden?’

“Wat moet een functionaris beheersen?” Voorbeelden hiervan waren de IWOH en TWOH. Implementatie van de Systematiek LO&Sport, implementatie van het FMOTP. Eigenlijk te veel om op te noemen. KP’n werden steeds meer richtinggevend voor met name de loopbaanopleidingen. Ook de inrichting werd anders. Er wordt uitgegaan van de gehele taakbenadering ipv deelfacetten.

Het werken vanuit een FMOTP tijdens de VTO LO&Sport is hier een voorbeeld van. Ook het duaal inrichten van een opleiding zoals de FO SMI (voorheen de VTO-03) en de Instructeur MZV begon.

Daarop volgend is ook de verrichting veranderd. Samenwerkend leren, eigenaarschappen ‘just in time, just enough’ zijn kreten die goed bij de verrichting passen. Van docentgestuurd naar leerlinggestuurd. Thematisch, probleemgestuurd, actionlearning.

Het is nu ook veel meer samen met de LO&Sportgroepen. In heb al enkele malen LO&Sportgroepen mogen bezoeken die vragen hadden. De LOSS is gelukkig toegankelijker geworden. Het gat tussen de LOSS en ‘de praktijk’ is verkleind. Steeds meer LO&Sportgroepen weten de LOSS te vinden. Ook wordt er steeds

(17)

Ik weet niet of ik voorbestemd was maar het gaat mij ook om de functie en niet om de rang. Maar wat mij iedere dag weer moti- veert is het werken met een cluster. Ik vind het onwijs leuk om collega’s verder te helpen in hun ontwikkeling. Op de LO&Sportgroep heb ik meer tijd dan de cursusduur van een op- leiding (de langste VTO is vijftien weken) om de collega’s, daar waar ze dat zelf willen, te helpen. Wanneer ze daar succesvol mee worden, binnen of buiten de LO&Sportorganisatie, ben ik weer die ene passant geweest die ze een klein beetje verder heeft geholpen. Echter, ook dat doe ik niet alleen maar samen met het team van HI’s aangestuurd door de Aooi O&T.

Wat wil je verder nog kwijt?

Het werken op de LOSS is echt een mooie functie. Je leert de organisatie van een andere kant kennen maar je leert ook jezelf nog beter kennen. Je gaat daar met natte oksels en het zweet druppend van je voorhoofd voor de klas staan. Je gaat daar buik- pijn krijgen van de vraag: ‘Hoe ga ik dat voor elkaar krijgen?’

terwijl je weet dat er een klas vol vakidioten naar je kijkt. Je gaat daar veel reflecteren: “Heb ik de juiste snaar wel weten te raken?” Maar ondanks al die uitdagingen heb ik er echt een mooie periode gehad waar ik een hele hoop geleerd heb. Het is voor mij dan ook verbazingwekkend dat er zo weinig animo is voor het werken op de LOSS. Ja, je moet investeren in jezelf;

nieuwe kennis opdoen, nieuwe vaardigheden aanleren. Jezelf kwetsbaar durven opstellen maar ook investeren in tijd. Ik daag jullie dan uit om ook de uitdaging met jezelf aan te gaan en voor een functietermijn op de LOSS te kiezen!

Achter de schermen wordt echt hard gewerkt voor de LO&Sportgroepen.

Daar moeten we als organisatie echt vertrouwen in hebben. Dit is iets waar we met z’n allen nog wel meer van kun- nen gebruiken; vertrouwen en geduld.

Heb vertrouwen in de organisatie!

Het gaat misschien niet zo snel als je zou willen maar het komt er. Ik heb er vertrouwen in dat onze organisatie de organisatie kan zijn die we in onze mis- sie en visie zeggen te willen zijn.

Ik ben ook anders gaan denken. Voor mij staat nu het Gereedstellingsproces centraal. De juiste activiteiten op het juiste moment. Daarnaast uit kunnen leggen ‘wat’ je doet, ‘hoe’ je de doel- stelling haalt (efficiënt en effectief) maar zeer zeker ‘waarom’ je de dingen doet die je op dat moment doet.

Daarnaast heb ik ook geleerd naar me- zelf te kijken i.p.v. een externe attribu- tie te hanteren. We kennen allemaal wel een collega die lastig te volgen is. Hij springt van de hak op de tak. Verbale communicatie is niet zijn sterkste kant.

In het begin lag het aan die collega;

rare vent… Nu kijk ik naar mezelf. Het lukt mij niet om hem te begrijpen. Wat moet ik anders doen om hem te begrij- pen?

Zijn stiekem toch drie punten geworden in plaats van twee…

Jij was voorbestemd om nu al de rangversierselen van adjudant op de schouders te dragen, in meerde- re verschillende functies, maar dat is telkens door de omstandigheden teniet gedaan. Hoe krijg jij het voor elkaar om zo sterk gemotiveerd toch weer een ‘gewone’ HI-functie

te gaan vervullen? Johan (zittend) met zijn LOSS-collega's en de 'leerlingen' van de laatste Functionele Opleiding Sergeant1

(18)

Vrienden voor het leven

Door Theo Vonk

Was de DF 79 iets normaals of iets bijzonders?

Een verhaal van vriendschap van een zestal Nederlandse jongens ontstaan binnen onze LO&Sportorganisatie.

Tiny van Kuijk, Theo Vonk, Rob Jansen, Jan Hermans, Sjors Röttger en Leo Sannen.

Om te beginnen eerst een kleine uitleg waar DF 79 voor staat:

De D staat voor een opleiding tot LO&Sportinstructeur voor militairen die al tot instructeur KL waren opgeleid en de rang van sgt1/wmr1 hadden bereikt.

De F staat voor dezelfde opleiding. voor gasten (KMAR–Klu-Politie en Douane) die ook al enkele jaren parate ervaring mee brachtten.

De 79 staat gewoon voor het jaar waarin de opleiding startte.

Wat was dat eigenlijk voor een DF-groep:

Hieronder zal ik proberen een beeld te schetsen hoe zo iets tot stand kon komen, kon groeien en nu nog steeds in leven wordt gehouden.

DF '79 KLAS

Een van de mooie bijkomstigheden van werken is het opdoen van functionele rela- ties, collegiale banden, positieve en minder positieve ervaringen delen. Die collegiale banden kunnen uitmonden in meer dan een gewone sterke band, het kan vriend- schap worden. In het geval van de DF79 klas zelfs een hele sterke vriendschap, mis- schien wel voor het leven. Een bijzondere klas, een bijzonder verhaal van Theo Vonk over zes bijzondere LO&Sportinstructeurs.

(19)

Het verhaal start natuurlijk op de KMS in Weert in 1972 Alle zes hadden we onze eigen redenen om hier naar toe te gaan. Na de prachtige KMS basisopleiding ging eenieder zijns weegs om geschoold te gaan worden in de voor ieders nieuwe idealistische en/of specialistische functie.

Sjors en Leo vonden het geweldig om met een rugzak om schut- tersputjes te graven, te camoufleren om daarna uren ergens te gaan liggen en wachten op een vijand die, naar later bleek, toch nooit kwam. Maar zeker weten dat hun schootsvelden goed wa- ren aangegeven. Dit vrije ruimtelijke gevoel wilden zij dan ook dolgraag als Infanterie instructeur aan de dienstplichten over dragen. Op deze opleiding in Harderwijk leerden zij ook Tiny van Kuijk kennen.

Jan Hermans was van een heel ander kaliber. Jan hield van schoonheid, strakke pakjes, glimmende emblemen, klikkers on- der de DT-schoenen, mooie paarden en tanks. Dus Jan ging naar het Cavalerie opleidingscentrum te Amersfoort en specialiseerde zich in het schieten met middelgroot kaliber op doelen van dicht- bij. Ook ik was voorbestemd om in de voeten te treden van vele illustere infanteristen die de KL en de LO&Sportorganisatie rijk was maar daar had ik nu mooi geen zin in.

Ik voetbalde toen bij een 1e klasser en wilde gewoon dichtbij huis gelegerd worden. Ik wilde naar Schaarsbergen en omdat ik dan bij de Artillerie de meeste kans had, moest dat mijn dienstvak worden. Maar zo eenvoudig was dat niet. Ik dreigde - ja, ik zat inmiddels al wat langer op de KMS - dat ik anders de dienst zou gaan verlaten. Dat wilden ze daar natuurlijk niet (oei,oei) en kwam ik uiteindelijk bij de Artillerie terecht. Na mijn opleiding in Breda (wat een stad als je pas 20 jaar bent) was mijn plaatsing dicht bij huis bij 11 Afdra op de Oranjekazerne.

In die tijd kon je nog solliciteren voor een opleiding voor de func- tie LO&Sportinstructeur direct na de KMS opleiding. Maar toe wij dus onze meesterstukken opvoerden op de Boshover heide en in Munster-Süd werd deze mogelijkheid gewijzigd en werd er een parate ervaring van 2 jaar verlangd. Kort daarna werd dit nog- maals gewijzigd in een minimale eis van sgt1/wmr 1e klasse.

Nou, dit was wel een vervelende mededeling maar gewoon lekker doorgaan.

Sjors en ik werden na de KMS geplaatst in Schaarsbergen, Leo in Suriname, Tiny lag in Assen en Jan in ’t Harde. Leo ontmoette Rob Jansen als ps verkenningpeloton van 11 Painfbat en later in Suriname. Alleen tijdens bepaalde sportevenementen zag ik Jan of Tiny nog weleens. Leo en Sjors kwam ik wel tegen tijdens de kazerne sportdagen en in de Mess.

(20)

Maar hoe zit het dan met de DF 79 zul je je afvragen?

Nu, deze tijd, de tijd dat iedereen zich bij zijn onderdeel heeft geïn- stalleerd en een plaatsje heeft verworven, heel langzaam begint er bij velen van ons een vraag te rijzen: “Heb ik wel de juiste keuze gemaakt? Moet ik dat geknal nog jaren aanhoren of dat slapen op de grond, ook bij minus 10, hoe lang houd ik dat nog vol, of hoe vaak moet ik in mijn verdere carrière die loop nog schoonmaken?”

Je kijkt nog eens om je heen en je ziet dan dat die lui in dat groene trainingspakje, die hebben het eigenlijk ook niet zo slecht. Een beetje voetballen, volleyballen, tennissen en af en toe een duurloop- je, dat wil eigenlijk iedereen wel. Ik had allang gezien dat dat wel te pruimen was en dat was wat ik me ook steeds had voor gehouden.

Maar de vragen hierboven houden bij Tiny, Sjors, Leo en Jan op als eind 1978 een mededeling van Personele aard bij de Sectie 1 binnen komt. Militairen in de rang van sgt1/wmr 1 kunnen zich aanmelden voor een opleiding tot LO&Sportinstructeur bij de KL. Start septem- ber 1979.

In het voorjaar van 1979 werd er een 3 x 3- daagse selectie gehou- den te Ossendrecht. Te samen met nog een 30-tal oud medeleerlin- gen werden we daar sportief doorgelicht. Je moest wel aan de bak want uiteindelijk waren er maar 5 opleidingsplaatsen te verdelen.

Op deze dagen kwamen wij elkaar weer tegen. Tiny, Sjors, Leo, Jan en ik. Alleen Rob Jansen was er niet bij. Na de eerste selectie-dag vierden Tiny en ik ons weerzien en evalueerden we die dag op een van de vele terrasjes in Antwerpen. Rob was al een jaar eerder be- vorderd en had een jaar eerder al deel genomen aan de selectieda- gen. Rob was aangenomen op basis van zijn natuurlijke kwaliteiten maar zijn toenmalige CC (eigenbelang van zo’n CC, want een goede kracht missen is niet leuk) lukte het om Rob vast te houden. Rob kreeg wel zwart op wit dat hij het jaar daarop alsnog zou mogen instromen in deze opleiding.

En zo geschiedde het dat op het OCLO te Ossendrecht op 17 sep- tember 1979 de D 79 klas geboren werd. Ook de F groepering start- te die dag samen met ons de opleiding. Nieuwsgierig, een beetje terughoudend maar met een enorme zin om hier aan te beginnen waren deze 6 KL mannen met een diversiteit aan achtergrond, met uiteraard grote kwaliteiten en interesses maar allen gekomen met 1 doel: Sportinstructeur worden bij de Koninklijke Landmacht.

Buiten het feit dat eenieder van ons zijn eigen half gevulde rugzak meebracht (altijd ruimte houden voor aanvullingen) hadden Tiny en Sjors er op sportief gebied nog wat extra’s in. Tiny had veel ervaring als Militair Vijfkamper opgedaan wat geresulteerd had in een 2e plaats op een WK en Sjors was speler van het Militair handbalteam.

Daar zaten we dan met z’n allen trots te wezen.

Vervolg Vrienden voor het leven

(21)

De eerste dag zat erop, tijd voor een pintje, de basis was gelegd. Zo doorliepen wij net als alle andere DF’ers voor ons deze opleiding. Van vele Kapiteins en Luitenants die op het OCLO doceerden, hebben wij alles wat we nog niet wisten van hun geleerd.

Rob Zimmermann (ik geloof zijn 1e optreden op het OCLO) gaf vele onderwerpen en kon de bewegingen die door ons gemaakt moesten worden, geweldig goed droog uitvoeren. Meestal lukte het wel, maar om mensen van rond de 25 – 26 jaar nog turnen te leren was voor velen van ons iets te veel gevraagd.

Dan hadden we nog onze klassenleraar, de basket- baller Rob van Meurs, wedstrijdorganisaties van Ol- denburg, Hans Vogelaar, Herman Woesthuis, Hfd Opl Wil Maaswinkel, Bert Wammes en niet te vergeten de gastdocenten Gerard van Dongen en het slangen- mens … De wekelijkse zwemuurtjes in Roosendaal, kou lijden achter in de taxi van het OCLO, een half open vrachtauto een YA328. Tiny liep liever of de gehele weg terug of liet zich halverwege (15 km) na een dag van sporten, opgeleid te zijn en zwemmen, eruit gooien om even de gedachten te verzetten en het snot voor de ogen te lopen. Al met al geen kat- tenpis.

We maakten die eerste dag kennis met alle mede- leerlingen, de instructeurs en daarna nog een rond- leiding(!!) door het gebouw. Nou, wij hadden alle- maal al vele jaren zo’n legeringsgebouw van binnen gezien maar deze rondleiding zal dan wel voor de gast-leerlingen bedoeld zijn geweest, dacht ik.

Tijdens de bezichtiging kwamen we ook bij de lera- renkamer, een gewone omgebouwde legeringskamer maar toch (bij ons op de kazerne was het gewoon het hok van de instructeurs), was dit iets bijzonders, iets geheims, iets onaantastbaars. Wel werd er di- rect bij gezegd dat het niet de bedoeling was dat wij daar kwamen! Oeps!

De KL mannen keken elkaar eens aan en ik had het gevoel dat iedereen dacht, dat is dan mooi meege- nomen. Ik geloof niet dat 1 van ons in die 6 maan- den daar binnen is geweest.

De KL mannen sliepen in de kopkamers van het ge- bouw te samen met ’n politieman, douanier of ie- mand van de Klu. De mannen van de KMAR deelden samen beneden 1 legeringskamer. De scheiding was nu al een feit.

(22)

Maar al met al mensen, wat een mooie tijd. Wat te denken van de on- derlinge wedstrijdjes tussen de KL mannen en de KMAR. Inclusief zie- kenhuis opnames omdat elke strijd gewonnen moest worden. Lekker softballen in België tegen een gemengd team.

De spelregels dachten we te kennen maar toen Sjors bij zijn eerste slag al met een sliding een dame van haar plaat afgleed, moest er toch het eea aan ons worden uitgelegd. De 3e helft bij de softballers kan ook heel erg lang duren trouwens. ‘s Avonds werd er af en toe nog wat ge- traind, ingeslepen zoals Rob Z. dat zo mooi kon zeggen, maar vaker ook gewoon een beetje lullen en een biertje (colaatje voor Sjors) drin- ken. Ik heb het geloof ik nooit uitgesproken, dus doe ik het nu maar:

OCLO nog bedankt!

Het is moeilijk uit te leggen waarom dingen in het leven lopen. Op het OCLO liepen wij (sgt1/wmr’s 1) tegen regels aan waarvan wij echt dachten: dit is van ver voor de oorlog. Maar ook zulke zaken sterkte ons saamhorigheidsgevoel en de avonden voor een tentamen of exa- men waren die avonden waarop wij bij elkaar zaten en de tactiek voor de volgende bespraken. Welke tactiek wij ook bedacht hadden: de winst was er altijd.

Dit waren de momenten waarop het DF 79 gevoel bij ons allen is be- gonnen te groeien. Dit is ook iets wat niemand van ons kan afpakken, dit is iets waarop we trots zijn en waarop we hopen dat dit nog lang mag blijven, ondanks dat we dat toen nog niet wisten.

Hoe groeit zoiets verder en waarom houdt dit al zo lang stand?

De laatste weken op het OCLO stonden natuurlijk in het teken van de examens, het mondelinge eindgesprek maar ook zeker de plaatsingen.

Ik ga hier niet verder over uitwijdden maar de DF 79 kreeg een dipje te verduren maar het goede gevoel bleef toch nog ergens hangen.

In de jaren daarna kwamen we elkaar nu steeds meer tegen. Iedereen had wel een of meerdere coachfuncties, men trof elkaar op wedstrijd- dagen of tijdens een rayon- of regio activiteit. Ook de bijscholingen waren een leuk weerzien en niet te vergeten de cursus S4 toegevoegd te Bussum.

Na de HOOS mochten we ons weer gaan melden op het OCLO voor een 4 maandelijkse vervolgopleiding om SM/OWI te kunnen worden in de LO&Sportorganisatie. Hier werd de DF 79 samen met andere lichtingen eventjes geformeerd tot G-klas 1985 (snel vergeten, niet belangrijk).

In deze klas kwamen Rob Hellendoorn, Richard Doeve, Kees Tielemans, Kootje de Griek en Hupke Pluijmen samen met ons bijeen.

Op het OCLO was veel veranderd. Niet de lerarenkamer, die was er nog en nu werden we wel uitgenodigd om daar regelmatig koffie te drinken.

Vervolg Vrienden voor het leven

(23)

De CC was nieuw, de Cdt was nieuw en vele oude gezichten waren verdwenen. Rob Z. werd onze klas- senleraar en Herman Woesthuis onze klassementor.

De DF mannen sliepen nu bij elkaar en Tiny en ik deelden voor 4 maand een kamer.

Alles ging van een leien dakje, de discussies werden mede namens Rob Z. en Rob Hellendoorn heftiger.

Diverse malen hebben we samen gezeten om onvol- komenheden uit te praten. Maar hier merkte je al:

dit was een groep mannen die iets anders wilden. Ze waren enthousiast, nieuwsgierig met een drive om dingen te veranderen en te verbeteren. Het waren geen theoretische maar praktisch ingesteld mannen die het onderste uit de kan wilden. Ze geloofden niet direct wat er verteld en gezegd werd, maar dit moest bewezen worden.

Maar ook hier een geweldige tijd met Rugby’en en zuipen in Roosendaal met de KCT’ers. Voetballen ‘s avonds tegen een team van Rob Hellendoorn waar hij trainer van was, waarbij de mannen van Rob he- lemaal zoek gespeeld werden. Wielrennen en leren waaieren in Zeeland olv Herman Woesthuis (ook leerde ik die dag dat voeding een heel belangrijk item is bij fietsen). De surfcursus in Zeeland olv Ol- denburg met als sluitstuk een triathlon met een cross over een naaktstrand. Dat hier even gerust moest worden moge u duidelijk zijn. Ook nu waren de toetsen en met name die van Rob Zimmerman niet mals. Maar ook toen losten we die “problemen”

gezamenlijk op. Steeds vaker gingen we samen een biertje drinken, een hapje eten of een avondje stap- pen in Antwerpen.

Verdere doorgroei

Een nieuwe ronde en dus nieuwe plaatsingen waren weer aan de beurt. Na wat heen en weer geschuif, gemopper en blijdschap had eenieder toch weer min of meer een leuk plekje gevonden.

De DF 79 mannen werden SM/OWI, werden plv Hfd Sport, werden Hfd Sport, werden Aooi en Elnt en kwamen erachter dat er op vele plaatsen anders ge- werkt werd. Niet beter of slechter maar gewoon an- ders. Ook tijdens Regiovergaderingen en bijscholin- gen bleek dat we allen uit hetzelfde hout waren ge-

sneden. Dezelfde ideeën, dezelfde positieve instel- ling naar veranderingen toe en diverse van ons za- ten regelmatig in werkgroepen. Ook het gevoel wat voor de collega’s te willen en kunnen doen, bleek wel uit het feit dat Sjors en ik tezamen wel een 10 jaar voorzitter van het OOO zijn geweest.

Aangezien onze nieuwsgierigheid naar of het ook anders kon bleef, hadden we nu de mogelijkheid om eens bij elkaar in de keuken te kijken. Hoe doe jij het, hoe heb jij eea ingericht, welke formulieren worden er bij jou gebruikt, hoe ga jij om met pro- bleem a of b? Links en rechts werden er formulieren gekopieerd maar ook kritiek geuit indien iemand be- paalde zaken iets teveel anders aanpakte.

We kregen toestemming om deze sessies regelmatig op onze eigen locaties te houden. Rob Z was ervan overtuigd dat wij er niet op uit waren om er een leuk dagje van te maken maar er iets goeds uit te halen voor de organisatie en stimuleerde deze acties. Hij was tenslotte ook diegene die onze groep het beste kende. (Officieel zou je dit kwaliteitskring kunnen noemen.)

Zo waren we in de tijd van zeg maar 2003 tot 2009 in Münster bij Jan, bij Rob in Schaarsbergen, bij Tiny in Nieuw- Milligen, bij Leo in Vught en bij mij in See- dorf. De Staf van de LO&Sportorg waar Sjors werk- te, was geloof ik niet zo in trek en daarom zijn we daar ook nooit geweest.

Maar we vonden dit niet genoeg. We begonnen ook na de dienst samen te komen en wel in een soort volgorde. Ik was inmiddels in 2004 naar Duitsland verhuisd en dat was een zeer goede eerste stap om met z’n zessen iets extra’s te ondernemen. Rob had nog een afspraak met de S3 van 42 BLJ en kon dit op deze manier goed combineren. Een paar geweldi- ge dagen gehad samen. Vanaf dit moment ontstaan er meer “samenkomsten” en groeien we samen naar het eind. De laatste jaren vliegt de tijd voorbij.

Voor de oudste van ons, Tiny, staat als eerste het FLO voor de deur.

Direct worden er spijkers met koppen geslagen. Na- tuurlijk komen we die dag bij elkaar, hoe vullen we die dag in en wat kopen we met welke intentie?

(24)

Vanaf nu komen we niet meer samen met het doel om ons op LO&Sportgebied te verrijken, we komen nu samen om ons DF 79 gevoel te versterken. Een poloshirt wordt ontwikkeld die eenieder zal ontvan- gen op zijn tijd en een dagindeling wordt gemaakt met een lokale activiteit. De volgorde wie bij wie de speech verzorgt wordt vast gelegd.

Tiny was de eerste en zal waarschijnlijk ook de enige blijven die op zijn eigen afscheid zijn muzikaal

“talent” aan zijn genodigden ten gehore gebracht heeft.

Nadat allen de dienst verlaten hadden, hield het niet op. We spraken regelmatig af om in Arnhem, Den Bosch of Breda samen te komen, te eten en drinken en te lullen. Maar de behoefte werd groter. Een avond bleek gewoon te kort te zijn en we spraken af om er een hele dag van te maken en 1x een avond.

De invulling geschiedde geheel door diegene die de dag mocht organiseren.

Beekse Bergen, rondleiding met historisch besef in Nijmegen, rondleiding Sittard met het huis van Toon Hermans, Muzium in Nijmegen, de rondvaart door de Dieze in Den Bosch, nogmaals Duitsland en ga zo maar door.

Dan vraag je je af: waar praten zij over?

Ik denk: alles en niets. Spraken we de eerste ont- moetingen nog over de LO&Sportorganisatie met zijn personeelswisselingen en bevorderingen, meer en meer kwamen en zijn het de prachtige evaluaties van de DF- en de G-opleiding die de avonden en da- gen vulden. Goed dat er mensen zijn die een heel goed geheugen hebben.

Maar al met al toch genieten dat je elkaar zo lang kent. Meer dan 45 jaar een bekende, meer dan 38 jaar een team.

De volgende trip staat al weer gepland en dan gaan we medio mei naar Tiny in Zwitserland.

Vervolg Vrienden voor het leven

VRIENDEN

VOOR

HET

LEVEN

(25)

Door Indy van de Poll

Na de Vuelta van 2015 vind ik het niet zo’n hele gro- te verrassing meer. Ik had er eigenlijk gewoon een bak met geld op moeten zetten. Vijfhonderd euro dat Tom Dumoulin minimaal twee minuten pakt op die kleine Quintana in de lange tijdrit naar Montefal- co. En dat hij een keer aankomst bergop wint. Maar dat heb ik toch maar niet gedaan.

In de Ronde van Spanje kon ik het nog niet geloven.

Waar hij het toen vandaan haalde, weet ik echt niet.

Wat hij daar allemaal deed in Spanje, weet ik eigen- lijk ook niet meer. En wat hij de jaren daarna voor ons nog in petto had en heeft, wilde en wil ik nog steeds eigenlijk niet eens weten.

Ik was met stomheid geslagen. Toen hij in 2015 in etappe twee Quintana loste en bijna beslag wist te leggen op de etappeoverwinning, stond ik al perplex.

Toen hij de rode leiderstrui veroverde, stond mijn mond ook al open. Maar toen hij op de vier kilome- ter lange slotbeklimming in de negende etappe nog steeds met de beste mee omhoog kon, geloofde ik mijn ogen niet! Hij reed weg van Froome, van Quin- tana en van Valverde. En het is dat Vincenzo Nibali dat jaar iets te lang aan de ploegleidersauto was gaan hangen, maar die had hij er sowieso ook afge- reden. Zoals hij dat dit jaar in de Ronde van Italië ook weer aan het doen is.

Toen hij in die negende etappe echter eenmaal inge- rekend werd en mijn moeder de opmerking maakte die alleen onwetende moeders die met het wielren- nen meekijken kunnen maken, dat hij de etappe toch nog wel kon winnen, verklaarden mijn vader en ik haar voor gek. ‘Nee mam,’ zeiden we allebei een klein beetje geïrriteerd. ‘Dat kan niet! Hij heeft net zijn longen uit zijn lijf gereden en hij wordt nu inge- rekend. Rodriguez zit nog best wel fris, dus die zal wel winnen.'

Het eerstvolgende dat gebeurde, was een lossende Rodriguez. ‘O,’ zei ik een beetje verbaasd. ‘Ja dan wint Froome. Duidelijk!’

Het daaropvolgende moment sprong Froome inder- daad weg van Dumoulin en zei ik: ‘Kijk! Zie je nou.’

TURBO TOM DOET

WIELERHARTEN SNELLER KLOPPEN

Maandag 22 mei. Rustdag in de Giro. Vooral voor de toeschou- wers, die de bloeddruk van de stress en de hartslag van de spanning van de afgelopen berg- etappes moeten zien te dalen naar normale waarden.

Wat lastig zal zijn met de komen- de vijf bergetappes in het ver- schiet.

Een bijna onmogelijke taak met de column van Indy van de Poll.

TOM DUMOULIN

(26)

Vervolg Met de Pollepel geschreven

Maar wat er toen gebeurde, snap ik tot op de dag van vandaag nog steeds niet. Dumoulin liep terug in op Froome, terwijl dat eigenlijk helemaal niet kon!

Maar Christopher kwam niet meer uit het zadel en Tom deed dat juist wel. Uit zenuwen, ongeloof en waarschijnlijk nog heel veel meer, begon ik opeens een klein beetje te lachen. Hij was namelijk dood en begraven, maar op wonderbaarlijke wijze toch weer opgestaan.

Froome zou dansen op zijn graf en de etappewinst op Alto de Puig Llorenca aan zijn indrukwekkende erelijst gaan toevoegen. Maar Dumoulin stak zijn arm door de grond, hij pakte de geboren Keniaan bij zijn slanke enkels en hij haalde hem neer. Turbo Tom herrees op zondag 30 augustus uit de dood en mijn moeder had gelijk…

Iedereen weet natuurlijk wat er daarna gebeurde.

Hij pakte het rood, hij sloopte iedereen in de tijdrit in Burgos, maar toen hij Madrid al bijna aan kon ra- ken, ging het licht opeens uit. En dan nu. We gaan

zo de derde week in met etappes zo zwaar, dat is eigenlijk niet normaal. En Dumoulin heeft nog steeds zijn mooie roze trui aan, die hij na die geweldige tijdrit – hij heeft Matteo Pelucchi zelfs buiten tijd gereden – van twee Italiaanse rondenmissen omge- hangen kreeg.

En na de inzinking in de Vuelta van 2015 en zijn ka- potte pols in Rio de Janeiro afgelopen zomer, houd ik mijn mond maar even dicht.

Hoewel ik super veel vertrouwen in hem heb na zijn fantastische etappewinst op Oropa, durf ik het niet meer te zeggen: of hij gaat kraken, het toch haalt of zichzelf (net zoals Steven Kruijswijk vorig jaar) uit stress een sneeuwmuur inrijdt. Ik hoor iedereen om mij heen zeggen dat het dit jaar echt gaat lukken.

Vanwege die tweede tijdrit op de laatste dag.

Ik vroeg het gisteren ook nog aan mijn moeder en zij heeft er gelukkig vertrouwen in. Dus misschien kan het dit jaar dan echt bijna niet meer misgaan…!

(27)

Door sgt1 Martijn

Het lijkt nog maar kort gele- den dat Bart Steenge vanuit het Expertisecentrum naar Litouwen vertrok voor een eerste verkenning.

En nu zit de eerste rotatie van 44 Painfbat er al weer bijna op, met onze Martijn aan het sportroer.

Lees hieronder een verslag van de eerste hobbels gladstrijken:

pionieren

(28)

Zoals jullie ongetwijfeld weten, zitten er op dit moment ongeveer 250 Nederlandse militairen in Litouwen (Rukla). Samen met de andere NA- VO landen Duitsland, België en Noorwegen vor- men wij een multinationale battlegroup Enhan- ced Forward Presence (eFP1), versterkte mili- taire aanwezigheid. De NAVO onderstreept hiermee zijn solidariteit met de Baltische sta- ten en Polen.

Afgelopen oktober, toen bekend werd dat 44e Pan- terinfanteriebataljon als eerste naar Litouwen zou vertrekken, heb ik thuis het eerste waarschuwings- schot gelost. Al vrij snel werd duidelijk dat de A- compagnie van het 44e als eerste het gebied inging, en aangezien ik de eenheidsinstructeur van de A-cie ben, was het 1 + 1…

Er waren nog veel onduidelijkheden over hoe men dit zou moeten aanlo- pen: missie, uit- zending of oefe- ning. Uiteindelijk hebben wij het aangelopen als uitzending, met alle verplichte nummers die daar bij horen.

Op 1 maart ben ik vertrokken, samen met een gedeelte van de Cie staf.

Met de AMAROK hebben wij er 2

dagen over gedaan, ach wat is nou 2 dagen op 4,5 maand? Het voordeel was dat wij alles bij ons had- den en wij in Rukla voorbereidingen konden treffen voordat de hoofmacht kwam. Het laatste half jaar heb ik nog nooit zo vaak het woord ‘pionieren’ ge- hoord. Pionieren is volgens de Nederlandse encyclo- pedie; mogelijkheden uitproberen, onderzoeken en nieuwe wegen openen. Hoe gaaf is dat om als sport- instructeur als eerste een gebied in te gaan met maar een klein beetje informatie en ‘vrij’ bent om

alles na je eigen hand te zetten. Ik kan nu zeggen dat het echt gaaf is maar in het begin ook zeker spannend!

Waar ik vooraf voor gewaarschuwd ben en zelf ook al had ingecalculeerd, is dat wij als sportinstructeurs te graag willen, meters willen maken maar dit niet altijd kan. Dit werkt frustrerend maar is dan ook de charme van het pionieren….

Net zoals in Nederland krijgen de jongens van de A- cie verschillende sportlessen, het FMOTP kan hier gewoon verder gaan. Vlak voordat wij weggingen naar Litouwen, hebben wij de AMF test gedaan. Met deze resultaten kan ik nog gerichter met ze trainen.

Ik merk wel, maar dat is op alle uitzendingen zo, dat je ze hier eerder moet remmen dan aanmoedigen.

De andere eenheden weten mij ook goed te vinden, in overleg met het kader verzorg ik sportlessen op maat.

In de avonduren en in de weeken- den verzorg ik ATB tours en geef ik verschillende circuittrainingen aan de eFP. Drie keer in de week is er voor de andere nationaliteiten de mogelijkheid om een MLV speld te halen, dit blijkt voor hen toch niet zo gemakkelijk te zijn. Een keer in de week geef ik sportles aan het Litouwse schoolbataljon.

Een keer in de twee weken verzorg ik op zaterdag- avond voor ons legeringsgebouw een ludieke activi- teit: bingo, quizavonden, etc. Erg leuk en goed be- zocht. En dan zijn er ook nog een eFP voetbal team en een eFP basketbal team die wedstrijden gaan spelen. Alles in het kader van multinationaal samen- werken.

Vervolg Pionieren in Rukla

(29)

Wij als LO&Sportorganisatie zijn echt uniek en daar moeten wij trots op zijn!

De afgelopen periode ben ik druk geweest om het voor mijzelf, maar zeker ook voor mijn opvolgers, beter te ma- ken. Een eigen sporttent gecreëerd (Crossfit) om de bestaande fitness te ontlasten (erg druk). Heb nu een eigen werkcontainer naast de fitness van waaruit ik mijn werk ontplooi. En heb nieuw fitness materiaal (boulevard) aangevraagd via DOPS.

In de grote sporttent wordt er door de Genie een kantoor gemaakt (voor in de winterperiodes). Er komt een offi- cieel document waarin staat dat de Nederlandse sportinstructeur de ‘baas’ is over de sportaccommodatie.

Al met al aardig wat werk verricht en zeg het niet vaak, maar ben daar best trots op!

Ik vermaak mij nog prima, voel mij zeker nuttig en nu langzaam beginnen met aftellen want Home sweet Home.

(30)

Innovatie bij de KNVB

Door Wil Maaswinkel

Militaire afwijking

Ik ben er. Rechtsaf een tunneltje door, daar is de grote parkeerplaats van de KNVB. Jan Kasper, mijn HBS-, SMLO- en LO&Sportmaatje gaat me rondlei- den! We zijn beiden vroeg. Zelfde afwijking: “beter te vroeg dan te laat”. We kennen elkaar al zo lang dat het onmiddellijk dikke pret is. We lopen naar het hoofdgebouw. Wat hebben ze het Bondsbureau fraai verbonden met een nieuw ontvangstgebouw.

Ze werken overal

Toeval? We treffen een oud LO&Sportinstructeur.

Jelle Goes, begin jaren negentig LO&Sportinstructeur op de Bernhardkazerne. Jan Harting en Sjors Röttger waren zijn commandanten. Jelle heeft na zijn jaren als LO&Sportintructeur gewerkt als voetbaltrainer in Estland en Rusland. In 2013 is hij als Technisch Ma-

Wat is ze mooi!

De LO&Sportorganisatie staat niet alleen. Ook de KNVB moet

innoveren, wil het de aansluiting met de internationale voetbaltop behouden.

Namens de redactie van FFA bezocht Wil Maaswinkel het KNVB Sportcentrum in Zeist, uiteraard vergezeld door zijn vaste buddy

Jan Kasper. Lees het verslag van Wil.

Wat is ze mooi

Daar ligt ze in de ochtendzon. De dauw

druipt van haar schoonheid, het voor-

jaars groen ontluikt. De Utrechtse Heu-

velrug toont zich op haar mooist. Ik

ben op weg naar de KNVB sportcampus

op het landgoed Woudschoten. Het be-

zoekje vanochtend is een warming up

voor een bezoek vanmiddag aan het

Landgoed Aerdenburg in Doorn. Daar

op het Militair Revalidatie Centrum

(MRC) zal André Wijnberger onze gast-

heer zijn. Daarover later.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het doel van de stichting is om extra's in de zorg mogelijk te maken voor, met name, ouderen in Leeuwarden en omstreken en specifiek ten behoeve van de locaties Abbingahiem

Bij zijn afscheid is een afvaardiging van het bestuur aanwezig geweest en heeft met groot genoegen gezien en gehoord hoe Wim van een “gewoon” Muziekgebouw een “Muziekcentrum”

en zullen de velden geen voedsel voortbrengen, - misschien was hij wel een boer want hij moest toch ook leven, hij kon ook niet de hele dag op de muur zitten wachten en waarnemen -

De conclusies naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek zijn: klanten voelen zich niet speciaal, basiselementen en ondersteunende diensten zijn niet op het gewenste

De stichting heeft ten doel: het bevorderen van het welzijn van hen die begrepen zijn onder de doelstelling van de sitchting: Stichting Zorggroep Noordwest-Veluwe of

En wij zijn met vele vrienden in het park aan de slag: de werkgroep heemtuin is wekelijks aan het tuinieren, rondwandelingen worden gegeven, een groep vrienden heeft het

25 maart was het eerste Pure Markt evenement in Park Frankendael, waar de vrienden weer een kraam mochten bezetten!. We hadden een nieuwe ‘speurkaart’ gemaakt, die vindt u ook

Als u niet meer naar huis kunt is het mogelijk dat onze maatschappelijk werker een indicatie voor langdurige zorg en behandeling (Wlz) voor u aanvraagt. verhuist dan naar een