LITURGIE
voor de dankdienst voor het leven van
Maria Johanna Henriëtte Wulffraat – Graafland
24 april 1929 26 januari 2021
op maandag 1 februari 2021 in de Johanneskerk te Leersum
voorganger: mw. Joke Stahlie – Verheij ouderling van dienst: mw. Geja Smit – Kramer
organist: dhr. Ton Blom
zang: mw. Heidi Kiel
dhr. Dick Schaap
dhr. Epko Smit
Muziek: Liszt, Liebestraum No. 3 in A flat Woord van welkom
Bemoediging:
vg. Onze hulp is in naam van God
allen: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT vg. Die trouw blijft tot in eeuwigheid
allen: EN NOOIT LOSLAAT WAT ZIJN HAND BEGON We steken kaarsen aan.
De zanggroep zingt: Lied 458 b Zuivere vlam verdrijf met je licht de schaduw van de dood.
Lied 601 – Huub Oosterhuis Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan koud, één voor één, en ongeborgen, licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen zo zwaar en droevig als wij zijn niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.
Licht van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.
Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft.
Persoonlijke herinneringen van Annemarie
Lied 992 : 1,2,3,4
Wat vraagt de Heer nog meer van ons dan dat wij recht doen en trouw zijn en wandelen op zijn weg?
Wat vraagt de aarde meer van ons dan dat wij dienen en hoeden als mensen naar Gods beeld?
Wat vragen mensen meer van ons dan dat wij breken en delen als ons is voorgedaan?
Het is de Geest die ons beweegt dat wij Gods wil doen en omzien naar alles wat er leeft.
Persoonlijke herinneringen van Willem
Pianospel Annemarie: Praeludium van Fr. Chopin
Gebed
Schriftlezing: Psalm 16 : 7 – 11
7. Ik prijs de HEER die mij inzicht geeft, zelfs in de nacht spreekt mijn geweten.
8. Steeds houd ik de HEER voor ogen, met hem aan mijn zijde wankel ik niet.
9. Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel, mijn lichaam voelt zich veilig en beschut.
10. U levert mij niet over aan het dodenrijk en laat uw trouwe dienaar het graf niet zien.
11. U wijst mij de weg naar het leven:
overvloedige vreugde in uw nabijheid, voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde.
Lied 91 a : 1,2,3
Wie in de schaduw Gods mag wonen hoeft niet te vrezen voor de dood.
Zoek je bij Hem een onderkomen – dan wordt zijn vrede jou tot brood.
God legt zijn vleugels van genade beschermend om je heen als vriend en Hij bevrijdt je van het kwade, opdat je eens geluk zult zien.
Engelen zendt Hij alle dagen om jou tot vaste gids te zijn.
Zij zullen je op handen dragen door een woestijn van hoop en pijn.
Geen bange nacht zal je doen beven, geen ziekte waar een mens van breekt.
Lengte van leven zal God geven rust aan de oever van een beek.
Geen duister zal je overvallen, er is een licht dat eeuwig brandt.
Duizenden doden kunnen vallen,- jij blijft geschreven in Gods hand.
God is een schild voor zijn getrouwen die leven van geloof alleen.
Hij zal een nieuwe hemel bouwen van liefde om hun tranen heen.
Overdenking Lied 1008 : 1,2,3
Rechter in het licht verheven, koning in uw majesteit, louter ons geringe leven, scheld ons onze schulden kwijt, laat uw vleugelen ons omgeven, troost ons met uw tederheid.
Hoor de bittere gebeden om de vrede die niet daagt.
Zie hoe diep er wordt geleden, hoe het kwaad de ziel belaagt.
Zie uw mensheid hier beneden, wat zij lijdt en duldt en draagt.
Houd wat Gij hebt ondernomen, klief het duister met uw zwaard.
Kroon de menselijke dromen met uw koninkrijk op aard.
Laat de vrede eindelijk komen, die uw hart voor ons bewaart.
Dankgebed en voorbeden Woorden van uitgeleide
Lied 608 : 1,3 Huub Oosterhuis De steppe zal bloeien
de steppe zal lachen en juichen.
De rotsen die staan
vanaf de dagen der schepping staan vol water, maar dicht de rotsen gaan open.
Het water zal stromen
het water zal tintelen, stralen, dorstigen komen en drinken, De steppe zal drinken, de steppe zal bloeien,
de steppe zal lachen en juichen.
De dode zal leven.
De dode zal horen: nu leven.
Ten einde gegaan
en onder stenen bedolven dode, dode, sta op, het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken
een stem zal ons roepen: Ik open hemel en aarde en afgrond.
En wij zullen horen en wij zullen opstaan
en lachen en juichen en leven.
Muziek bij het uitdragen: Comfort Ye My People – Messiah; G.F. Handel
Bij het graf:
Woorden van afscheid Het Onze Vader:
Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd
uw koninkrijk kome
uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden
zoals ook wij vergeven onze schuldenaren.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen Zegenbede
Dankwoord namens de familie