1
zondag 21 februari 2021
296 Die de morgen ontbood
refrein: 1. voorzang; 2. allen:
Die de morgen ontbood en het licht hebt geroepen, zegen ons ook met uw licht!
mannen:
Ondoofbaar vuur, over ons opgegaan als een zon, vat ons samen in uw stralen,
doe ons gedijen in uw ogen!
allen: refrein
vrouwen:
die de weerstand van de nacht wilt breken, onze toekomst aan het donker afdwingt,
allen: refrein
91 Heil hem wien God een plaats bereidt Psalm 91
1. Heil hem wien God een plaats bereidt in zijn verheven woning:
hij overnacht in veiligheid
bij een almachtig koning.
Ik zeg tot God: Gij zijt mijn schild, mijn toevlucht en mijn veste, op U vertrouw ik, Heer, Gij wilt voor mij altijd het beste.
2
2. God redt uw ziel van nood en dood, Hij heeft u aangenomen:
een vogel, die ternauwernood is aan de strik ontkomen.
De Heer zal over uw bestaan zijn sterke vleugels breiden.
Hij is, in trouw u aangedaan, uw schild en pantser beide.
3. Wees niet bevreesd, al wil de nacht zich tegen u verheffen;
al stelt de dag zijn overmacht,
zijn pijl zal u niet treffen.
’t Verderf dat in de duisternis
zoekt naar uw legerstede, de vloek die van de middag is, -
God bant ze van uw leden.
221 Zo vriendelijk en veilig als het licht Vriendelijk licht
1. Zo vriendelijk en veilig als het licht, zo als een mantel om mij heen geslagen, zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.
3. Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft, dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft, wil alle liefde aan uw mens besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft – Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
3
536 Alles wat over ons geschreven is Van de opgang
1. Alles wat over ons geschreven is gaat Gij volbrengen in de veertig dagen;
de tien geboden en de veertig slagen, dit hele leven dat geen leven is.
2. De schepping die voor ons gesloten was
ontsluit Gij weer, Gij opent onze ogen.
O zoon van David, wees met ons bewogen, het vuur van bloed en ziel brandde tot as.
3. Maar, Heer, de haard van uw aanwezigheid zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken;
Gij waart met ons, Gij zult ons niet ontbreken, Gij hogepriester in der eeuwigheid.
4. Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan.
Aan U, Heer, ontleent het brood zijn leven.
Ons is een loflied in de mond gegeven, sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan.
533 Daar komt een man uit Nazaret
1. Daar komt een man uit Nazaret.
Zijn naam is: Hij die mensen redt, en met de minsten wil Hij zich verbinden;
zijn naam is bij vergetenen te vinden.
refrein:
In Galilea zien we Hem, de Heer die in Jeruzalem
bespot wordt en geslagen, in Galilea moet je naar Hem vragen.
4
3. In het verborgen trekt Hij rond.
Verhalen gaan van mond tot mond, in Galilea gaan geheimen open,
de hopelozen durven weer te hopen.
refrein
5. Jeruzalem, de koningsstad
heeft Hij zo vurig lief gehad;
daar moet de koning wel tevoorschijn treden, daar was Hij thuis en daar heeft Hij geleden.
refrein
6. Er komt een man uit Nazaret.
Zijn naam is: Hij, die mensen redt, en bij de doden is Hij niet te vinden, Hij wil zich met de levenden verbinden.
refrein:
In Galilea overal klinkt het verhaal van Jezus al.
Het zal niet meer verdwijnen, en midden onder ons zal Hij verschijnen.
911 Rots waaruit het leven welt
1. Rots waaruit het leven welt,
berg mij voor het wreed geweld;
laat het water met het bloed dat Gij stort in overvloed als een bron van Sion zijn, die ontspringt in de woestijn.
5
2. Niet de arbeid die ik lijd, niet mijn ijver en mijn strijd, niet mijn have en mijn goed komt uw eisen tegemoet,
ook mijn tranen en verdriet zijn voor niets, redt Gij mij niet.
3. Ja, Gij zijt het die mij redt van uw eigen strenge wet, van mijn eigen dwaze schuld die Gij delgt in uw geduld, God die al mijn kwaad verdroeg, uw genade is genoeg.
4. Wat ik in mijn handen houd is uw kruis tot mijn behoud.
Gij die naakten overkleedt, die tot redding zijt gereed,
die melaatsen rein doet zijn, kleed mij, red mij, maak mij rein.
5. Als ik eens het leven laat en de adem mij ontgaat, als mijn oog gebroken is, als mijn ziel gedoken is
in de dorre doodsvallei, o Gij rots, wees daar nabij!
6
425 Vervuld van uw zegen
Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen
van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord, in Christus verbonden, tezamen gezonden
op weg in een wereld die wacht op uw woord.
Om daar in genade uw woorden als zaden te zaaien tot diep in het donkerste dal, door liefde gedreven, om wie met ons leven uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.