• No results found

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DREEF 1 TE STERKSEL GEMEENTE HEEZE-LEENDE. Project: Uitvoerder: HEZ.TIM.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK DREEF 1 TE STERKSEL GEMEENTE HEEZE-LEENDE. Project: Uitvoerder: HEZ.TIM."

Copied!
27
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK

DREEF 1 TE STERKSEL

GEMEENTE HEEZE-LEENDE

Uitvoerder: Econsultancy bv Rijksweg Noord 39 6071 KS Swalmen Tel. 0475 - 504961 Fax 0475 - 504958

Mail Swalmen@Econsultancy.nl Opsteller: Drs. bc. A.H. Schutte

Paraaf:

Project: HEZ.TIM.ARC

Rapportnummer: 10061453 Status: Definitief Datum: 4 februari 2011 Opdrachtgever: Dhr. B. Timmermans

Schoolstraat 4 5711 CP Someren

(2)

COLOFON

archeologisch bureauonderzoeken verkennend booronderzoek Dreef 1 te Sterksel in de gemeente Heeze-Leende

Auteur: Drs. bc. A.H. Schutte In opdracht van: Dhr. B. Timmermans Autorisatie: Drs. M. Stiekema

© Econsultancy bv, Swalmen, 4 februari 2011

Foto’s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld

Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, foto- kopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

Administratieve gegevens onderzoeksgebied

Projectcode en nummer 10061453 HEZ.TIM.ARC

Toponiem Dreef 1

Opdrachtgever Dhr. B. Timmermans

Gemeente Heeze-Leende

Plaats Sterksel

Kaartblad 57F (1:25.000)

Coördinaten X: 170.715 / Y: 373.611

X: 170.769 / Y: 373.618 X: 170.769 / Y: 373.594 X: 170.737 / Y: 373.600

Bevoegde overheid Gemeente Heeze-Leende

Deskundige namens de bevoegde overheid SRE

ARCHIS2

Onderzoeksmeldingsnummer (OM-nr.) Vondstmeldingsnummer

Onderzoeksnummer

Bureauonderzoek 42384

n.v.t.

34674

Booronderzoek 42595 n.v.t.

34675

Beheer en plaats documentatie Econsultancy, Swalmen

Uitvoerders Econsultancy, Drs. bc. A.H. Schutte en Drs. M. Stiekema

Datum 8 september 2010

(3)

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING ... 1

2. DOELSTELLING EN METHODIEK ... 1

2.1 Onderzoeksvragen ... 1

2.2 Methoden ... 1

3. RESULTATEN ... 2

3.1 Afbakening van het plangebied ... 2

3.2 Beschrijving van het huidige gebruik ... 2

3.3 Beschrijving van het historische gebruik ... 2

3.4 Aardwetenschappelijke gegevens ... 3

3.5 Archeologische waarden ... 5

3.6 Gespecificeerde archeologische verwachting ... 8

4. CONCLUSIES ... 10

LITERATUUR ... 13

BRONNEN ... 13

BIJLAGE 1: Archeologische en geologische perioden BIJLAGE 2: Boorprofielen

LIJST VAN AFBEELDINGEN

Afbeelding 1 - Locatie van het plangebied binnen Nederland Afbeelding 2 - Detailkaart van het plangebied

Afbeelding 3 - Kadasterkaart 1817-1832 Afbeelding 4 - Geomorfologische kaart Afbeelding 5 - Bodemkaart

Afbeelding 6 - Archeologische Gegevenskaart

Afbeelding 7 - Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Noord-Brabant Afbeelding 8 - Boorpuntenkaart

LIJST VAN TABELLEN

Tabel I. - Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Tabel II. - Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Tabel III. - Grondwatertrappenindeling

Tabel IV. - Archeologische (indicatieve) waarden Tabel V. - Gespecificeerde archeologische verwachting

(4)

1. INLEIDING

Econsultancy heeft in opdracht van de heer Timmermans een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan de Dreef 1 te Sterksel in de gemeente Heeze-Leende.

In het plangebied zal een woning worden gerealiseerd. Het archeologisch onderzoek was noodzake- lijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.

2. DOELSTELLING EN METHODIEK 2.1 Onderzoeksvragen

Het doel van het bureauonderzoek is om inzicht te verkrijgen in de specifieke archeologische waar- den van het plangebied. Hierbij wordt de beschikbare informatie op het vlak van historische geografie, cultuurhistorie, geologie en archeologie bestudeerd. Op basis van deze informatie wordt een gespeci- ficeerde archeologische verwachting van het plangebied opgesteld. Uitgaande van deze gespecifi- ceerde verwachting wordt een advies gegeven welk is afgestemd op de verwachte bodemverstoring.

Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

 Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisa- ties, diepploegen of landinrichting?

 Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oog- punt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of - rug, nabij een veengebied, een beekdal)?

 Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied?

Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 5 augustus 2010 door drs. bc. A.H. Schutte (Senior KNA- Archeoloog). Het verkennend booronderzoek is uitgevoerd op 26 augustus 2010 door drs. bc. A.H.

Schutte en drs. M. Stiekema (senior prospector).

2.2 Methoden

Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.1, augustus 2006), vastgesteld door het Cen- traal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie, ondergebracht bij de SIKB te Gouda. Voor de uitvoering van het bureauonderzoek gelden de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS06.1

Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht:

 afbakening plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01);

 beschrijving van de huidige situatie (LS02);

 beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03);

 beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04);

 opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS05).

1 Beschikbaar via www.sikb.nl

(5)

3. RESULTATEN

3.1 Afbakening van het plangebied

Het plangebied ligt aan de Dreef 1 in het centrum van de plaats Sterksel in de gemeente Heeze- Leende en heeft een oppervlakte van ongeveer 500 m². Het wordt begrensd door de Dreef aan de noordzijde, het Sterkselse kanaal aan de zuid en westzijde en door bebouwing (Dreef nummer 3) aan de oostzijde (zie afbeelding 1 en 2). Volgens het Algemene Hoogtebestand Nederland (AHN), bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa 26,10 m +NAP.2

Het onderzochte gebied bevindt zich binnen een straal van circa 1 kilometer rondom het plangebied.

In het plangebied is de bouw van een woning gepland. Hierbij zal een gebied met een oppervlakte van 500 m2 worden vergraven. De consequentie van de voorgenomen ingreep is dat eventuele waar- devolle archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.

3.2 Beschrijving van het huidige gebruik

Het plangebied is momenteel gedeeltelijk bebouwd en deels in gebruik als tuin. De bebouwing be- staat uit een houten noodwoning van vlak na de tweede wereldoorlog.

Bodemloket

Met het bodemloket wil de overheid inzicht geven in maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn om de bodemkwaliteit in Nederland in kaart te brengen (bodemonderzoek) of te herstellen (bodemsa- nering). Ook laat het Bodemloket zien waar vroeger (bedrijfs-) activiteiten hebben plaatsgevonden die extra aandacht verdienen.

Het raadplegen van het Bodemloket heeft voor het plangebied geen aanvullende informatie opgele- verd.3

3.3 Beschrijving van het historische gebruik

De historische situatie is op verschillende historische kaarten als volgt:

Tabel I. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal

Bron4 Periode Kaartblad Omschrijving plangebied

Kadasterkaart 1817-1832 Sectie C blad 1 Heidegebied in bezit van de familie Pompen (zie afbeelding 3).

Militaire topografische kaart (veldminuut) 1830 – 1850 57_rd 2 Heidegebied Militaire topografische kaart (veldminuut) 1901 709 Heidegebied

Militaire topografische kaart (veldminuut) 1929 709 Bouwland, langs het plangebied loopt het Sterkelse kanaal.

Topografische kaart 1953 57F Erf/tuin met vlak naast het plangebied bebouwing.

2 www.ahn.nl

3 www.bodemloket.nl

4 http://watwaswaar.nl

(6)

Uit de historische kaarten blijkt dat het plangebied tussen 1901 en 1929 in cultuur is gebracht en in gebruik is genomen als bouwland. Tussen 1929 en 1953 verschijnt er bebouwing met tuin in het plangebied.

In 1172 kwam de abdij van Averbode in het bezit van de vrijheid Sterksel doordat Herbertus, heer van Heeze, deze had verkocht. Naar verluidt zou dit gebeurd zijn toen zijn zoon tot het klooster toetrad.

Het betrof een landgoed van ongeveer 1800 ha. Uit 1653 stamt een nauwkeurige inventaris van het dorp, met een kapel, Huize Sterksel (het vroegere kasteel) en een vijftal boerderijen. De abdij ver- kocht in 1798 Sterksel aan de familie Pompen aangezien het bezit onteigend dreigde te worden als voortvloeisel uit de Franse Revolutie. Zo kon het gebeuren dat in een tijd waarin alle heerlijke rechten werden afgeschaft, de vrijheid Sterksel een familiebezit werd. Deze situatie duurde tot 1914. De Naamloze Vennootschap ´De Heerlijkheid Sterksel´ werd toen opgericht, die het dorp aankocht. Deze maatschappij begon met de ontginning, waarbij tussen 1916 en 1920 het zes kilometer lange Sterk- sels Kanaal werd gegraven, een smalspoorbaan met een eigen station werd aangelegd, en er werden villa´s en een hotel gebouwd. Dit laatste heette: 'Grand Hotel Sterksel'. De ontginningsmaatschappij wilde van Sterksel een tuinstad maken. Het Sterksels Kanaal moest dienen voor de ontwatering van het Peelven en het Turfven, samen 80 ha, die men wilde droogleggen. De bank van deze maat- schappij, de Hanzebank, ging echter in 1924 failliet, en ze trok de succesvolle ontginningsmaat- schappij mee in haar ondergang. De boerderijen werden verkocht aan pioniers uit Limburg, Gelder- land, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland.5

3.4 Aardwetenschappelijke gegevens

De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied:

Tabel II. Aardwetenschappelijke gegevens plangebied

Type gegevens Gegevensomschrijving

Geologie 6 Formatie van Boxtel, Laagpakket van Singraven, beekzand en -leem.

Geomorfologie 7 Op de geomorfologische kaart is het gebied niet gekarteerd. Geëxtrapoleerd uit de omgeving behoren twee vormen van dekzandruggen met of zonder oud bouwlanddek tot de mogelijkheid: welvingen (code: 3L5) en lage ruggen en heuvels (code: 3K14) Bodemkunde 8 Hoge zwarte enkeerdgronden; leemarm en zwak lemig fijn zand (code: zEZ21)

Geologie

In het plangebied ligt beekzand en -leem van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Singraven. De Formatie van Boxtel is een geologische formatie uit het Midden en Laat-Pleistoceen en het Vroeg- Holoceen die in grote delen van Nederland aan het oppervlak ligt. De Formatie van Boxtel wordt on- derverdeeld in negen laagpakketten, die elk op hun eigen wijze ontstaan zijn. Ze hebben gemeen dat ze in koude, periglaciale omstandigheden gevormd zijn door lokale of kleinschalige processen. Het Laagpakket van Singraven bestaat uit afzettingen van beken, voornamelijk uit het Holoceen. Deze afzettingen komen meestal alleen in een zone langs de beek voor.9 De Sterkselse Aa ontstaat uit verschillende beken op de grens van Noord-Brabant en Limburg ten oosten van Maarheeze. Van daar af stroomt het grootste deel van het water door het rond 1900 aangelegde Sterksels Kanaal.

Waar de Aa niet niet door het Sterksels Kanaal loopt volgt de Sterkselse Aa parallel hieraan als een

5 http://nl.wikipedia.org

6 Mulder, de et al. 2003

7 Alterra 2003

8 Stichting voor Bodemkartering 1972.

9 Berendsen, 2004.

(7)

klein meanderend beekje de oude loop. Ten noorden van Sterksel komen de beide wateren tezamen als Sterkselse Aa. Bij het Kasteel Heeze vormt deze samen met de Grote Aa de Kleine Dommel.10

Geomorfologie

Op de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) is het gebied niet gekarteerd (zie afbeelding 4). Geëxtrapoleerd uit de omgeving behoren twee vormen van dekzandruggen met of zonder oud bouwlanddek tot de mogelijkheid: welvingen (code: 3L5) en lage ruggen en heuvels (code: 3K14).

Welvingen zijn zwak welvende terreinen of complexen van kleinschalige dekzandruggen, die in ver- band met de kaartschaal niet afzonderlijk te karteren zijn. Lage ruggen en heuvels hebben een vrij vlak laag gelegen reliëf van 0.5 tot 1.5 meter.

Bodemkunde

Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) liggen in het plangebied hoge zwarte enkeerd- gronden; leemarm en zwak lemig fijn zand (code: zEZ21). Bij de Nederlandse bodemclassificatie worden de gronden met een humushoudend dek van meer dan 50 cm enkeerdgronden genoemd. Is de deklaag dunner, dan worden ze veelal aangeduid naar de aard van het onderliggend bodempro- fiel. De hoge zwarte enkeerdgronden liggen op de relatief hooggelegen gebieden binnen het dek- zandgebied, vooral in de nabijheid van de oude bewoningskernen. Enkeerdgronden zijn oude bouw- landen, die vanaf de late Middeleeuwen op de pleistocene zandgronden zijn ontstaan door het op- brengen van mest vanuit potstallen vermengd met plaggen, die gestoken werden op de woeste gron- den, zoals heide, bossen en beekdalen. Dergelijke gronden zijn eerst ontstaan op de hogere gedeel- ten en hebben zich later uitgebreid tot de lagere gedeelten. Ze bestaan uit dikke lagen leemarme en humusrijke gronden. Hun voorkomen valt veelal samen met de zogenaamde esdekken.

Actueel Hoogtebestand Nederland

Op het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is weinig reliëf zichtbaar binnen het plangebied en de directe omgeving, alleen het lager gelegen Sterkselse kanaal is duidelijk zichtbaar.11

Grondwatertrap

Grondwatertrappen zijn een indicatie voor de diepte van de grondwaterstand en de seizoensfluctuatie daarvan. Grondwatertrappen zijn een combinatie van de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) en gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG). De GHG betreft de wintergrondwaterstanden, de GLG is een maat voor de grondwaterstand in de zomer. Aangezien in stedelijk gebied geen grondwater- trappen worden bepaald, zijn dit ‘witte vlekken’ op de kaart.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de klassengrenzen die wordt aangehouden bij de inde- ling van de grondwatertrappen. De trappen worden vastgesteld op een schaal van I tot VIII (van res- pectievelijk extreem nat tot extreem droog). Bij sommige grondwatertrappen is een * weergegeven:

het gaat hier om tussenliggende grondwatertrappen die een drogere variant vertegenwoordigen.

Tabel III: Grondwatertrappenindeling Grondwatertrap:

I II II* III III* IV V V* VI VII VII* VIII

GHG (cm –mv) 20 10 25 15 30 50 25 35 60 100 160 140

GLG (cm –mv) 45 70 75 105 110 140 140 150 170 200 260 160

Gebiedsdelen met een goede ontwatering (Grondwatertrap VI en VII) zijn zeer geschikt voor land- bouw en vormden, met name in het verleden, een aantrekkelijk vestigingsgebied. Het plangebied heeft Grondwatertrap VII. Vanwege deze diepe grondwaterstand is niet te verwachten dat de toekom- stige bebouwing het grondwaterpeil zal beïnvloeden.

10 http://nl.wikipedia.org

11 www.ahn.nl

(8)

3.5 Archeologische waarden

In Tabel IV zijn de archeologische (indicatieve) waarden die bekend zijn voor het plangebied en de directe omgeving weergegeven.

Tabel IV. Archeologische (indicatieve) waarden

Type gegevens Gegevensomschrijving

Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) Hoge indicatieve archeologische waarde

Cultuurhistorische waardenkaart provincie Noord- Brabant

Hoog of middelhoog

Archeologische verwachtings- en advieskaart van de gemeente Heeze-Leende

Hoge archeologische verwachting

Archeologische Monumenten Kaart (AMK) Er liggen geen AMK-terreinen binnen een straal van 1 kilometer rondom het plange- bied.

waarnemingen ARCHISII (Archeologisch Informatie Systeem)

Er liggen vijf waarnemingen in een straal van 1 kilometer rondom het plangebied, waarnemingen: 60.194, 32.329, 30.577, 401.188 en 30.589

vondstmeldingen ARCHISII Er liggen drie vondstmeldingen in een straal van 1 kilometer rondom het plangebied, vondstmeldingen: 402.243, 404.949 en 414.013.

onderzoeksmeldingen ARCHISII Er liggen 22 onderzoeksmeldingen in een straal van 1 kilometer rondom het plange- bied, onderzoeksmeldingen: 25.820, 26. 419, 28.867, 28.886, 30.089, 25.989, 29.321, 15.583, 28.671, 22.540,14.881, 19.786, 23.757, 26.420, 14.137, 15.876, 18.097, 14.843, 17.454, 22.059, 28.359 en 39.552

De ligging van de waarden is weergegeven in afbeelding 6.

Indicatieve archeologische waarde

Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van Nederland (1:50.000) en de Ar- cheologische verwachtings- en advieskaart van de gemeente Heeze-Leende bevindt het plangebied zich in een gebied met een hoge indicatieve archeologische waarde. De Cultuurhistorische waarden- kaart van de provincie Noord-Brabant geeft het gebied een hoge of middelhoge waarde (zie afbeel- ding 7).

Monumenten rondom het plangebied

Er liggen geen AMK-terreinen binnen een straal van 1 kilometer rondom het plangebied

Waarnemingen rondom het plangebied

Er liggen vijf waarnemingen in een straal van 1 kilometer rondom het plangebied. Waarneming 60.194 ligt 75 meter ten zuidoosten van het plangebied en betreft de middeleeuwse omgrachte kern van Sterksel. Waarneming 32.329 ligt 220 meter ten zuiden van het plangebied en is de waarneming van de fundering van een kapel, ooit toebehorende aan de abdij Averbode. Waarneming 30.577 ligt 120 meter ten westen van het plangebied en handelt over de vondst van een vuurstenen mes uit het Midden-Neolithicum A, 4200 – 3400 voor Christus. Het betreft hier waarschijnlijk een administratief geplaatste vondst. Waarneming 401.188 ligt 180 meter ten westen van het plangebied en betreft de vondst van een fragment indetermineerbaar aardewerk aangetroffen in (relatief recent) aangevoerde grond. In het onderliggende esdek werden geen vondsten aangetroffen. Waarneming 30.589 ligt 950 meter ten zuidwesten van het plangebied en handelt over de vondst van een vuurstenen bijl en een kling uit het Neolithicum.

(9)

Vondstmeldingen rondom het plangebied

Er liggen drie vondstmeldingen in een straal van 1 kilometer rondom het plangebied. Vondstmelding 402.243 ligt 80 meter ten zuidoosten van het plangebied en zijn bij een proefsleuvenonderzoek een groot aantal vondsten en sporen blootgelegd van een nederzetting die grotendeels dateren uit de Nieuwe tijd. Vondstmelding 404.949 ligt 475 meter ten zuidwesten van het plangebied en betreft de vondst van sporen en vondsten uit de late Middeleeuwen. Vondstmelding 414.013 ligt 455 meter ten zuidwesten van het plangebied. Bij een archeologische opgraving zijn verschillende sporen en struc- turen aangetroffen. De vroegste sporen kunnen gedateerd worden in de IJzertijd. In deze periode kunnen 6 huisplattegronden, 35 spiekers, 1 kuil, één vierkante (graf)structuur en een palencluster geplaatst worden. Na een terugval van bewoning in de Romeinse tijd, is het plangebied wederom bewoond in de Middeleeuwen. De locatie van de middeleeuwse erven ten opzichte van de ijzertijd- bewoning is lager gelegen in het landschap. Er zijn twee erven uit de Vroege Middeleeuwen ontdekt en één erf uit de Volle Middeleeuwen. Tot het erf behoorden een woonstalhuis, een bijgebouw of schuur en een waterput. Bij één vroegmiddeleeuws erf ontbreekt een waterput. In de omgeving van de erven zijn nog verschillende spiekers en kuilen opgegraven. Op de Weiakkers zijn verschillende sporen aangetroffen die jonger zijn dan de erven uit de IJzertijd, Vroege en Volle Middeleeuwen. De ligging van een aantal greppels en karrensporen komt bovendien overeen met zandwegen en per- ceelsscheidingen zoals die zichtbaar zijn op de kadasterkaart van 1832 en de nog oudere kaart van Averbode. Zowel de vindplaats uit de IJzertijd als deze uit de Middeleeuwen beperkt zich echter niet tot het plangebied. De kans is groot dat zich nog meer structuren (erven, grafveld) bevinden in de aanpalende terreinen en dan met name ten zuiden en ten westen van het plangebied. In het zuiden wordt een grafveld verwacht en mogelijk nog meer sporen en structuren uit de IJzertijd. Tijdens het huidige onderzoek is vastgesteld dat er zich ten westen van de onderzochte middeleeuwse erven nog meer sporen en structuren uit die periode bevinden. Wat de precieze omvang van beide vindplaatsen is, is onbekend.

In het verleden uitgevoerde archeologische onderzoeken rondom het plangebied

Er liggen 22 onderzoeksmeldingen in een straal van 1 kilometer rondom het plangebied. Onder- zoeksmelding 25.820 ligt 275 meter ten noordoosten van het plangebied. Het betreft een booronder- zoek van Archeopro waarvan de conclusie is dat de resultaten van het onderzoek geen aanleiding geven om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeo- logische resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van de ge- plande werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden.

Onderzoeksmelding 26.419 ligt 705 meter ten noordoosten van het plangebied. RAAP heeft hier een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek naar aanleiding van sloop en nieuwbouw uitge- voerd. Het gebied ligt in een dekzandlandschap met stuifduinen en vennen. Voor de hogere gronden geldt op basis van de verwachtingskaart van de gemeente Heeze-Leende een middelhoge archeolo- gische verwachting voor vindplaatsen van landbouwers en voor de randen van de vennen een hoge verwachting voor vindplaatsen van jager-verzamelaars. Uit het veldonderzoek zijn geen archeologi- sche indicatoren naar voren gekomen. Wel komen plaatselijk zones met een intact podzolprofiel voor.

Eventuele kleine vuursteenvindplaatsen kunnen hier intact bewaard zijn gebleven. Geadviseerd wordt om nader karterend booronderzoek uit te voeren in de zones met een hoge verwachting voor vind- plaatsen van jager-verzamelaars in combinatie met een (relatief) intacte podzolgrond. Verder exten- sieve begeleiding van de werken met het oog op eventueel voorkomen van grafheuvels. Onder- zoeksmelding 28.867 ligt 830 meter ten noordoosten van het plangebied. Uit het karterende booron- derzoek van RAAP kwam het selectieadvies dat geen vervolgonderzoek nodig was. Onderzoeksmel- ding 28.866 ligt 930 meter ten noordoosten van het plangebied. Uit het karterende booronderzoek van RAAP kwam het selectieadvies dat geen vervolgonderzoek nodig was.

(10)

Onderzoeksmelding 30.089 ligt 145 meter ten oosten van het plangebied. Op basis van het bureau- onderzoek was de kans gering dat archeologische resten in het gebied aanwezig zouden zijn. Het karterend booronderzoek heeft ook geen aanwijzing opgeleverd voor de aanwezigheid van een ar- cheologische vindplaats ter plaatse. Bovendien blijkt het oorspronkelijke bodemprofiel (veldpodzol) grotendeels verdwenen te zijn (opgenomen in bouwvoor en/of vergraven). Intacte archeologische vindplaatsen worden niet meer verwacht. Geadviseerd is het gebied vrij te geven voor verdere ont- wikkelingen.

Onderzoeksmeldingen 25.989 en 29.321 liggen 65 meter ten zuidoosten van het plangebied. Onder- zoeksmelding 25.989 betreft een bureauonderzoek door Geo-logical, het resultaat staat niet vermeld in ARCHIS. Onderzoeksmelding 29.321 betreft een bureauonderzoek door RAAP van hetzelfde ge- bied, zij adviseren proefsleuven in noordelijke en zuidelijke deel van het gebied.

Onderzoeksmeldingen 15.583 en 28.671 liggen 20 meter ten zuidoosten van het plangebied. Onder- zoeksmelding 15.583 betreft een proefsleuvenonderzoek door RAAP (resultaten zie vondstmelding 402.243). Naar aanleiding van het onderzoek wordt bescherming als selectieadvies gegeven. Onder- zoeksmelding 28.671 betreft de aansluitende opgraving door RAAP (resultaten zie waarneming 60.194).

Onderzoeksmelding 22.540 ligt 10 meter ten zuidoosten van het plangebied. RAAP heeft hier een opgraving uitgevoerd, resultaten onbekend.

Onderzoeksmelding 14.881 ligt aansluitend ten zuiden van het plangebied. RAAP heeft hier een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Wat er is aangetroffen is onbekend. Het selectieadvies is om ar- cheologische resten op bepaalde plaatsen te behouden in situ en in andere delen definitief op te gra- ven of tijdens een archeologische begeleiding te laten onderzoeken. Onderzoeksmelding 19.786 ligt 75 meter ten zuiden van het plangebied. Het betreft de aansluitende begeleiding door RAAP, resulta- ten staan niet vermeld in ARCHIS.

Onderzoeksmelding 23.757 ligt 500 meter ten zuidoosten van het plangebied. Synthegra heeft hier een booronderzoek uitgevoerd. Het selectieadvies is om proefsleuvenonderzoek uit te voeren in het noordelijke deel van het plangebied omwille van de deels intacte bodem. Hier kunnen nog vindplaat- sen van jager-verzamelaars voorkomen. Het zuidelijke deel vertoonde een verstoord bodemprofiel.

Tijdens het onderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.

Onderzoeksmelding 26.420 ligt 40 meter ten zuidwesten van het plangebied. RAAP heeft hier een bureauonderzoek en karterend booronderzoek uitgevoerd. Vanwege de verwachte lage ensemble- waarde, de lage gaafheid in het oostelijke deel van het plangebied en aangezien verwacht

wordt dat de oude gracht grotendeels onder het wegdek ligt, wordt verwacht dat er geen behoudens- waardige archeologische resten aanwezig zijn.

Onderzoeksmelding 14.137 ligt 90 meter ten zuidwesten van het plangebied. Op basis van het bu- reauonderzoek en inventariserend veldonderzoek van Oranjewoud is geadviseerd dat verder archeo- logisch onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.

Onderzoeksmeldingen 15.876 en 18.097 liggen 215 meter ten zuidwesten van het plangebied. On- derzoeksmelding 15.876 betreft een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door Oranjewoud. Op basis van het onderzoek is geadviseerd voorafgaande aan het bouwrijp maken van het terrein en vooruitlopend op de bovengrondse sloop van de huidige bebouwing, twee proefsleuven aan te leggen. Onderzoeksmelding 18.097 betreft het aansluitende proefsleuvenonderzoek door Oranjewoud. Na afronding van het onderzoek geven ze de volgende voorlopige resultaten: In de proefsleuven zijn op enkele locaties een oude akkerlaag aangetroffen. Op basis van enkele vondsten

(11)

uit deze akkerlaag moet deze voorlopig in de Late Middeleeuwen worden gedateerd. Op basis van het uitgevoerde proefsleuvenonderzoek is geadviseerd dat een archeologisch vervolgonderzoek als niet zinvol moet worden gezien. De uitgevoerde waarding conform de normen van de KNA maken dat er voor het gebied een lage score is behaald.

Onderzoeksmelding 14.843 ligt 330 meter ten zuidwesten van het plangebied. Het betreft een boor- onderzoek door Archeopro. De oorspronkelijke bodemopbouw binnen het plangebied is door veen- winning vrijwel volledig verloren gegaan. De aanwezigheid van veen op het onderzoeksgebied als- mede het ontbreken van podzolbodems, geven aan dat hier gedurende het Holoceen geen goede woonomstandigheden hebben geheerst. In geen van de 12 op het onderzoeksterrein gezette borin- gen zijn dan ook archeologische resten aangetroffen. Op basis van het verrichte onderzoek moet derhalve geconcludeerd worden dat geen aanleiding bestaat voor verder archeologisch onderzoek op het onderzoeksterrein. Evenmin hoeft hier tijdens de uitvoering van de voorgenomen inrichtingswerk- zaamheden rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van archeologische waarden.

Onderzoeksmeldingen 17.454, 22.059 en 28.359 liggen 430 meter ten zuidwesten van het plange- bied. Onderzoeksmelding 17.454 betreft een bureau- en booronderzoek uitgevoerd door Grontmij.

Het selectieadvies van dit onderzoek was een archeologische begeleiding bij aanleg ontsluitingsweg, mogelijk gevolgd door het uitvoeren van een proefsleuvenonderzoek in het wijdere gebied. Onder- zoeksmelding 22.059 betreft het aansluitende proefsleuvenonderzoek door Grontmij (voor resultaten zie vondstmelding 404.949). Het advies was om een vervolgonderzoek uit te voeren. Onderzoeks- melding 28.359 is de opgraving die volgde op het proefsleuvenonderzoek en die is uitgevoerd door ADC Archeoprojecten (voor resultaten zie vondstmelding 414.013).

Onderzoeksmelding 39.552 ligt 480 meter ten noordwesten van het plangebied. Ten behoeve van de nieuwbouw van een woning is door Synthegra een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd bestaan- de uit een bureau- en verkennend booronderzoek. Resultaten van dit onderzoek staan niet vermeld in ARCHIS.

Archeologische verwachtings- en advieskaart van de gemeente Heeze-Leende

Het plangebied heeft een hoge archeologische verwachting. Het advies is dat behoud in de huidige staat gewenst is, bodemingrepen dieper dan 30 – 40 centimeter onder maaiveld moet men trachten te vermijden en men dient te streven naar extensieve vorm van grondgebruik. Indien behoud niet moge- lijk is dient een inventariserend archeologisch onderzoek in een vroege fase van de planvorming te worden uitgevoerd.

3.6 Gespecificeerde archeologische verwachting

Op grond van de verzamelde archeologische en aardwetenschappelijke informatie is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld:

Uit de landschappelijke ligging, dekzandruggen met een beekloop in de buurt blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers-verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. Uit de archeologische gegevens die verzamelt zijn blijkt dat er in de omgeving van het plangebied sporen van menselijke activiteit zijn waar genomen uit het Neolithicum (vuursteenvond- sten), IJzertijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd (nederzettingsresten).

Tabel V. Gespecificeerde archeologische verwachting Archeologische periode Gespecificeerde

verwachting

Te verwachten resten en/of sporen Relatieve diepte t.o.v. het maaiveld

(Laat) Paleolithicum middelhoog vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiks- voorwerpen

Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen

(12)

Mesolithicum middelhoog vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiks- voorwerpen

Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen

Neolithicum middelhoog akkerlaag en/of nederzettingssporen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuur- steenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoor- werpen, houtskool en gebruiksvoorwerpen

Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen

Bronstijd middelhoog akkerlaag en/of nederzettingssporen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuur- steenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoor- werpen, metaalresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen

Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen

IJzertijd middelhoog akkerlaag en/of nederzettingssporen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaal- resten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen

Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen

Romeinse tijd middelhoog akkerlaag en/of nederzettingssporen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaal- resten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen

Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen

Middeleeuwen Hoog akkerlaag en/of nederzettingssporen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, metaal- resten, glasresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen

Onder het esdek en in de top van de dekzandafzettingen

Nieuwe tijd Hoog bewoningssporen van een boerenerf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasres- ten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen

Onder de bouwvoor, in en onder het esdek en in de top van de dekzandafzet- tingen

In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten uit het (Laat) Paleolithicum – Romeinse tijd is middelhoog, voor de Middeleeuwen en Nieuwe tijd is deze hoog. Dit is gebaseerd op de landschappelijke situatie van het plangebied en de archeologische informatie uit het onderzoeksgebied. De landschappelijke situa- tie is gunstig voor bewoning wat een hoge verwachtingswaarde zou geven maar de sumiere archeo- logische waarden die in de directe omgeving van het plangebied zijn gevonden, ondanks het grote aantal onderzoeken, verlaagd de verwachtingswaarde voor een aantal perioden. Door de ligging in de buurt van de oude kern Sterksel heeft het plangebied voor de periode Middeleeuwen – Nieuwe tijd een hoge verwachting.12 De archeologische resten worden verwacht onder het esdek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont. De vondstenlaag is opgenomen onderin het esdek; hier wordt ook wel van ‘cultuurlaag’ gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het esdek en de ongeroerde onder- grond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen en houtskool. Archeologische spo- ren worden verwacht tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens.

Aan en direct onder het maaiveld worden archeologische resten verwacht uit de Nieuwe Tijd. De kans op het voorkomen van de resten is middelhoog. De vondstenlaag van deze resten zal zich niet dieper bevinden dan ca. 30 cm beneden het maaiveld. Organische resten en bot zullen door de boven het hoogste grondwaterpeil (1 m -mv) heersende relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Andere type indicatoren (aardwerk) zijn waarschijnlijk matig goed geconserveerd. Het complextype en de omvang van eventuele archeologische resten kunnen niet nader worden gespeci- ficeerd door de beperkte gegevens.

12 De adviseur van het bevoegd gezag, mevr. drs. R. Berkvens, geeft aan dat er een grote kans is dat de flank van de oude gracht rondom Sterksel door het plangebied loopt.

(13)

4. CONCLUSIES

Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld:

 Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisa- ties, diepploegen of landinrichting?

Uit de historische gegevens blijkt dat het plangebied in de eerste helft van de 20e eeuw ont- gonnen is. Of hierbij ook diepgaande verstoringen hebben plaatsgevonden is niet bekend.

 Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oog- punt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of – rug, nabij een veengebied, een beekdal)?

Het plangebied ligt op een dekzandrug, een gunstige locatie voor bewoning in alle perioden.

 Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied?

De gespecificeerde archeologische verwachting voor alle perioden is middelhoog.

5. INVENTARISEREND VELDONDERZOEK 5.1 Doel- en vraagstelling

Om het in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerd archeologische verwachtingsmodel te toetsen, is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Het booronderzoek is er op gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige situatie in het plangebied. Tevens is gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot op grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk zijn verdwenen.

Het verkennend veldonderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen:

 Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied?

 Zijn delen van het bodemprofiel in het plangebied verstoord, en zo ja tot hoe diep gaat deze verstoring?

 Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel op de gespecifi- ceerde archeologische verwachtingswaarde van het plangebied.

Op basis van de resultaten van het verkennend booronderzoek wordt een advies uitgebracht over de mogelijke vervolgstappen binnen het plangebied.

5.2 Werkwijze

Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd als een verkennend booronderzoek conform de ei- sen van de KNA VS03. (KNA versie 3.1). Het veldwerk is uitgevoerd op 26 augustus 2010 door drs.

bc. A.H. Schutte (senior KNA-archeoloog) en drs. M. Stiekema (senior-prospector).

Er is geboord tot maximaal 1.55 m -mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. In totaal zijn 5 boringen gezet (zie afbeelding 8). De boringen zijn verspreid over het plangebied gezet waarbij rekening is gehouden met de aanwezige bebouwing en bomen. De boringen zijn lithologisch conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode13 beschreven. De NAP-hoogte van de bo- ringen is afgeleid van het Algemene Hoogtebestand Nederland (AHN). De exacte locatie van de bo- ringen (x- en y-waarden) is ingemeten met behulp van meetlinten.

13 Bosch, 2005

(14)

Het opgeboorde materiaal is in het veld geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indica- toren, zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrand leem en bot. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemver- kleuringen.

5.3 Resultaten verkennend booronderzoek

Geologie en bodem

De ligging van de boringen zijn weergegeven in afbeelding 8, de resultaten van de boringen zijn in bijlage 2 in de vorm van boorprofielen weergegeven.

De top van het bodemprofiel bestond bij alle boringen uit een zwak humeuze bouwvoor, bestaande uit zeer fijn, zwak siltig zand. De bouwvoor heeft een dikte die varieert van 15 cm bij boringen 1, 2 en 4 tot 40 cm bij boring 5. Direct onder de bouwvoor is bij alle boringen een verstoorde enkeerdgrond aangetroffen, variërend in dikte van 55 cm in boring 1 tot 105 centimeter in boring 4. Het verstoorde pakket bestond uit bruin gevlekt zeer fijn zand met bovenin een verploegde bouwvoor en onderin verploegd dekzand. Onder de verstoorde enkeerdgrond zat, op een diepte van 70 cm onder het maaiveld bij boring 1 tot 120 cm onder het maaiveld bij boring 4, een onverstoorde C-horizont, be- staande uit matig siltig, licht bruin zeer fijn zand. De overgang tussen de verstoorde laag en de C- horizont was scherp. In de C-horizont zijn sporen van gley vastgesteld.

Het aangetroffen bodemprofiel komt qua geologie overeen met de aardwetenschappelijke gegevens zoals dit in het bureauonderzoek wordt weergegeven. De aangetroffen zeer fijne, matig siltige zan- den in de bodemprofielen zijn afzettingen van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Singraven. Uit het booronderzoek blijkt dat er in het plangebied een dekzandrug ligt met een oud landbouwdek. De hoge zwarte enkeerdgrond die zich bovenop het dekzand ontwikkeld zou hebben is bij het booron- derzoek verstoord aangetroffen.

Archeologie

In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren waargenomen. Het gaat hier echter om een verkennend bodemonderzoek, dat zich richt op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden en niet zo zeer op het onderzoeken op de aan- wezigheid van archeologische vondsten en/of sporen.

5.4 Conclusies verkennend booronderzoek

Voor het veldonderzoek zijn een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het veldonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd.

 Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied?

Door het sterk verstoorde karakter van de bodem in het plangebied valt over de bodemop- bouw binnen het plangebied niets te zeggen. Alleen het zand van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Singraven is aangetroffen.

 Zijn delen van het bodemprofiel in het plangebied verstoord, en zo ja tot hoe diep gaat deze verstoring?

Uit de vijf uitgevoerde boringen bleek dat het plangebied verstoord was, tot een diepte van 70 tot 120 centimeter onder maaiveld.

 Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel op de gespecifi- ceerde archeologische verwachtingswaarde van het plangebied.

Omdat het bodemprofiel in het gehele plangebied tot grote diepte verstoord is, kan de gespe- cificeerde verwachtingswaarde voor archeologische resten uit het (Laat) Paleolithicum en Mesolithicum worden bijgesteld naar laag, voor de periode Neolithicum tot en met Nieuwe tijd

(15)

blijft deze, wordt bijgesteld naar Middelhoog. Gezien de ligging direct naast (of deels in) de oude gracht rond Sterksel, kunnen archeologische vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen tot en met Nieuwe tijd aanwezig zijn, maar is de kans hierop erg klein.14

6. ADVIES

Op grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden en vanwege de beperkte omvang van de verstoring (bouw van één huis) wordt geen archeologisch ver- volgonderzoek geadviseerd aangezien dit niet de gewenste inhoudelijke meerwaarde hebben. Dit leidt ons tot de conclusie de vindplaats niet als behoudenswaardig is aan te merken.

Bovenstaand advies is mede opgesteld door de adviseur van het bevoegd gezag (mevr. drs. R. berk- vens. Het bevoegd gezag (gemeente Heeze-Leende) heeft dit advies overgenomen in hun concept- selectiebesluit.

Er is geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onder- zoeksmethoden. De aanwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig worden uitgesloten. Econsultancy wil de opdrachtgever er daarom op wijzen, dat mochten tijdens de geplande werkzaamheden toch archeologische waarden worden aangetroffen er dan con- form artikel 53 van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 een meldingsplicht geldt bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (via de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed:

ARCHISmeldpunt, telefoon 033-4227682), bij de gemeente Heeze-Leende of bij de provincie Noord- Brabant.

14 Opmerking van drs. R. Berkvens, adviseur bevoegd gezag, op het conceptrapport.

(16)

LITERATUUR

Alterra, 2003: Digitale Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:25.000

Berendsen, H.J.A. 2004: Fysische Geografie van Nederland, deel 1: De vorming van het land. Inlei- ding in de geologie en de geomorfologie. Van Gorcum, Assen.

Mulder, E.F.J. de, Geluk, M.C., Ritsema, I.L., Westerhoff, W.E., Wong, T.E. 2004: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen.

Stichting voor Bodemkartering, 1972: Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 57 Oost/Valkenswaard.

BRONNEN

AHN, internetsite, augustus 2010.

http://www.ahn.nl

Archeologisch informatiesysteem Archis2, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort, internetsite, augustus 2010.

http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html

Bodemloket, internetsite, februari 2011.

www.bodemloket.nl

Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant; internetsite, augustus 2010.

http://www.brabant.nl/kaarten.aspx

SIKB; internetsite, augustus 2010.

http://www.sikb.nl

Wat Was Waar; internetsite, augustus 2010.

http://www.watwaswaar.nl

Wikipedia: internetsite, augustus 2010.

www.wikipedia.org

(17)

Afbeelding 1

Nederweert Nederweert NederweertNederweertNederweertNederweertNederweertNederweertNederweert

Hey thuy sen Hey thuy sen Hey thuy senHey thuy senHey thuy senHey thuy senHey thuy senHey thuy senHey thuy sen

Roermond Roermond RoermondRoermondRoermondRoermondRoermondRoermondRoermond Aalst

Aalst AalstAalstAalstAalstAalstAalstAalst

Aarle Aarle AarleAarleAarleAarleAarleAarleAarle

Asten Asten AstenAstenAstenAstenAstenAstenAsten Bakel Bakel BakelBakelBakelBakelBakelBakelBakel Beek en Donk

Beek en Donk Beek en DonkBeek en DonkBeek en DonkBeek en DonkBeek en DonkBeek en DonkBeek en Donk

Bergey k Bergey k Bergey kBergey kBergey kBergey kBergey kBergey kBergey k

BestBest BestBestBestBestBestBestBest

Breugel Breugel BreugelBreugelBreugelBreugelBreugelBreugelBreugel

Budel Budel BudelBudelBudelBudelBudelBudelBudel

Deurne Deurne DeurneDeurneDeurneDeurneDeurneDeurneDeurne

Dommelen Dommelen DommelenDommelenDommelenDommelenDommelenDommelenDommelen Eersel

Eersel EerselEerselEerselEerselEerselEerselEersel

Eindhov en Eindhov en Eindhov enEindhov enEindhov enEindhov enEindhov enEindhov enEindhov en

Geldrop Geldrop GeldropGeldropGeldropGeldropGeldropGeldropGeldrop

Gemert Gemert GemertGemertGemertGemertGemertGemertGemert

Haelen Haelen HaelenHaelenHaelenHaelenHaelenHaelenHaelen

HeelHeel HeelHeelHeelHeelHeelHeelHeel Heeze

Heeze HeezeHeezeHeezeHeezeHeezeHeezeHeeze

Helden Helden HeldenHeldenHeldenHeldenHeldenHeldenHelden Helmond

Helmond HelmondHelmondHelmondHelmondHelmondHelmondHelmond

Leende Leende LeendeLeendeLeendeLeendeLeendeLeendeLeende

Maarheze Maarheze MaarhezeMaarhezeMaarhezeMaarhezeMaarhezeMaarhezeMaarheze

Maasbracht Maasbracht MaasbrachtMaasbrachtMaasbrachtMaasbrachtMaasbrachtMaasbrachtMaasbracht

Meije Meije MeijeMeijeMeijeMeijeMeijeMeijeMeije

Melick Melick MelickMelickMelickMelickMelickMelickMelick Mierlo

Mierlo MierloMierloMierloMierloMierloMierloMierlo Nuenen

Nuenen NuenenNuenenNuenenNuenenNuenenNuenenNuenen Oirschot

Oirschot OirschotOirschotOirschotOirschotOirschotOirschotOirschot

Ospel Ospel OspelOspelOspelOspelOspelOspelOspel Someren Someren SomerenSomerenSomerenSomerenSomerenSomerenSomeren

Stramprooij Stramprooij StramprooijStramprooijStramprooijStramprooijStramprooijStramprooijStramprooij Veldhov en

Veldhov en Veldhov enVeldhov enVeldhov enVeldhov enVeldhov enVeldhov enVeldhov en

Venray Venray VenrayVenrayVenrayVenrayVenrayVenrayVenray

Weert Weert WeertWeertWeertWeertWeertWeertWeert

Sterksel - Dreef 1

Locatie van het plangebied

bron: Geodan

A

NN NNNNNNN

25000m 0

150000 160000 170000 180000 190000

360000370000380000390000

NN NNNNNNN

(18)

Afbeelding 2

Sterksel - Dreef 1 Detail plangebied Legenda

Plangebied N

NNNNNNNN N NNNNNNNN N NNNNNNNN N NNNNNNNN N NNNNNNNN

170600 170700 170800

373500373600373700

N NNNNNNNN

(19)

Afbeelding 3

Sterksel - Dreef 1

Kadasterkaart 1817-1832. Bron: watwaswaar.nl Legenda

Plangebied

(20)

Afbeelding 4

(21)

Afbeelding 5

(22)

Afbeelding 6

(23)

Afbeelding 7

Sterksel - Dreef 1

Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant (CHW) Legenda

Plangebied

(24)

Afbeelding 8

4 5

3

1 2

Sterksel - Dreef 1 Boorpuntenkaart Legenda

Plangebied NN

NNNNNNN NN NNNNNNN NN NNNNNNN NN NNNNNNN NN NNNNNNN

170600 170700 170800

373500373600373700

NN NNNNNNN

Boorpunt met nummer

(25)

Bijlage 1 Archeologische en geologische perioden

(26)

Bijlage 2 Boorprofielen

Boring: 1

X: 170745

Y: 373601

m +NAP 26,1 0

50

100

braak 0

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, zw ak humeus, Donker Grijs, bouw voor 15

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Grijs gevlekt, enkeerdgrond, verstoord

40

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Licht Bruin gevlekt, enkeerdgrond, verstoord

70

Zand, zeer fijn, matig siltig, zw ak gleyhoudend, Licht Bruin, C-Horizont, scherpe overgang

120

Boring: 2

X: 170742 Y: 373612

m +NAP 26,1 0

50

100

braak 0

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, zw ak humeus, Donker Grijs, bouw voor 15

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Grijs gevlekt, enkeerdgrond, verstoord

60

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Licht Bruin gevlekt, enkeerdgrond, verstoord

90

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, zw ak gleyhoudend, Licht Bruin, C-Horizont, scherpe overgang 120

Boring: 3

X: 170736

Y: 373608

m +NAP 26,1 0

50

100

braak 0

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, zw ak humeus, Donker Grijs, bouw voor

30

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Grijs gevlekt met roestvlekken, enkeerdgrond, verstoord 60

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Licht Bruin gevlekt enkeerdgrond, verstoord

80

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, matig gleyhoudend, Licht Bruin, C-Horizont, verommelde overgang 120

Boring: 4

X: 170729 Y: 373605

m +NAP 26,1 0

50

100

150

braak 0

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, zw ak humeus, Donker Grijs, bouw voor 15

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Licht Grijs gevlekt, enkeerdgrond, verstoord

60

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Licht Grijs gevlekt met Wit bouw zand, enkeerdgrond, verstoord 90

Zand, zeer fijn, matig siltig, Bruin Grijs gevlekt, enkeerdgrond, verstoord

120

Zand, zeer fijn, matig siltig, zw ak gleyhoudend, Geel bruin, C-Horizont, scherpe overgang 150

Boring: 5

X: 170728

Y: 373612

m +NAP 26,1 0

50

100

braak 0

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, zw ak humeus, Donker Grijs, bouw voor

40

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Licht Grijs gevlekt, enkeerdgrond, verstoord

70

Zand, zeer fijn, zw ak siltig, Bruin Licht Bruin gevlekt, enkeerdgrond, verstoord

105

Zand, zeer fijn, matig siltig, zw ak gleyhoudend, Licht Bruin, C-Horizont

140

(27)

Legenda (conform NEN 5104) grind

Grind, siltig

Grind, zwak zandig

Grind, matig zandig

Grind, sterk zandig

Grind, uiterst zandig

zand

Zand, kleiïg

Zand, zwak siltig

Zand, matig siltig

Zand, sterk siltig

Zand, uiterst siltig

veen

Veen, mineraalarm

Veen, zwak kleiïg

Veen, sterk kleiïg

Veen, zwak zandig

Veen, sterk zandig

klei

Klei, zwak siltig

Klei, matig siltig

Klei, sterk siltig

Klei, uiterst siltig

Klei, zwak zandig

Klei, matig zandig

Klei, sterk zandig

leem

Leem, zwak zandig

Leem, sterk zandig

overige toevoegingen zwak humeus

matig humeus

sterk humeus

zwak grindig

matig grindig

sterk grindig

geur

geen geur zwakke geur matige geur sterke geur uiterste geur

olie

geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie uiterste olie-water reactie

p.i.d.-waarde

>0

>1

>10

>100

>1000

>10000

monsters

geroerd monster

ongeroerd monster

overig

bijzonder bestanddeel

Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand

Gemiddeld laagste grondwaterstand

slib

water

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De resultaten van dit onderzoek zullen namelijk eerst moeten worden beoordeeld door het bevoegd gezag, de Gemeente Heemskerk (mevr. Bot-Oostendorp) en diens

Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Venlo ligt het plangebied binnen een ge- bied met een hoge archeologische verwachting/heeft het plangebied

Met de resultaten van het archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of

Omdat de beoogde plannen binnen het projectgebied (Beukenlaan 26 te Sterksel) slechts toezien op een vormverandering van een agrarisch bouwvlak en de beoogde bouw van een

Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze

Strandwalafzettingen voorkomen. Deze worden van elkaar gescheiden door een circa 20 cm dikke veenlaag. In de top van de Oude Duinafzettingen heeft zich een bodem ontwikkeld. De Oude

15 Beoordeling door dhr. Vermunt, archeologisch adviseur van gemeente Steenbergen.. Het betreft een poldervaaggrond. In het onderliggende kleipakket is nauwelijks sprake van

Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of er archeologische waarden aanwezig zijn binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen