• No results found

Begroting 2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Begroting 2014"

Copied!
129
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Begroting

2014

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 3

Beleidsbegroting... 9

Programmaplan ... 10

1] Bestuur en Dienstverlening... 12

2] Openbare Orde en Veiligheid ... 17

3] Verkeer en Vervoer ... 22

4] Economie en Recreatie... 27

5] Ruimte en Wonen... 34

6] Jeugd en Onderwijs ... 39

7] Sport en Cultuur ... 45

8] Milieu en Reiniging ... 47

9] Maatschappelijke Voorzieningen... 51

10] Financiën... 61

Paragrafen ... 65

1. Lokale heffingen... 66

2. Weerstandsvermogen ... 70

3. Bedrijfsvoering... 79

4. Grondbeleid ... 83

5. Onderhoud kapitaalgoederen ... 87

6. Financiering ... 90

7. Verbonden partijen ... 93

Financiële begroting... 100

Overzicht baten en lasten... 101

Overzicht financiële positie ... 119

Begrippenlijst ... 127

(3)

Inleiding

Hierbij treft u aan de begroting 2014 inclusief meerjarenbegroting 2015-2017.

De begroting 2014 is sluitend maar het meerjarenperspectief laat een forse negatieve ontwikkeling zien.

In 2014 zullen maatregelen genomen worden om het tekort vanaf 2015 om te buigen.

Gedacht kan worden aan het inleveren van bestaand beleid en mogelijke formatiereductie door taakreductie, versobering van het voorzieningenniveau, efficiencyvoordeel uit

samenwerking en mogelijke inkomstenverhogende maatregelen. Concrete voorstellen hiervoor zullen in de begroting 2015 worden verwerkt.

De meerjarenbegroting 2014-2017 (structureel) ziet er als volgt uit:

Meerjarenbegroting 2014-2017

Omschrijving

- = nadeel + = voordeel

2014 2015 2016 2017 Meerjarenbegroting 2014 298.466 -528.582 -860.270 -1.200.072

Materieel begrotingsevenwicht

In de gemeentewet staat dat de begroting in evenwicht moet zijn. Hiervan kan afgeweken worden indien aannemelijk is dat het evenwicht in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht.

Het gemeenschappelijke toezichtkader stelt dat de voorgelegde begroting in principe in evenwicht moet zijn, rekeninghoudend met doorwerking bestaand en nieuw beleid.

De Provincie beoordeelt de stelposten en taakstellingen. Er wordt dan vooral gekeken of de taakstellingen voldoende concreet en reëel onderbouwd zijn en of eerdere

taakstellingen gerealiseerd zijn. Ook wordt de financiële positie van de gemeente in het oordeel meegenomen.

De Reserve Eenmalige Bestedingen (incidenteel) ziet er als volgt uit:

Reserve Eenmalige Bestedingen

Omschrijving

- = nadeel + = voordeel

2014 2015 2016 2017

Saldo Reserve Eenmalige

Bestedingen 329.575 1.552.325 1.255.075 1.138.825

In de stand van de Reserve Eenmalige Bestedingen is al rekening gehouden met het krediet voor herstructurering Molenakkers en ’t Hoogvelt dat nog behandeld moet worden in de raad van 19 november a.s.

(4)

Voorjaarsnota 2013

In de raadsvergadering van 25 juni 2013 heeft de raad wensen en bedenkingen uitgesproken over de voorjaarsnota 2013.

De voorjaarsnota 2013 liet na actualisatie van taakstellingen / ontwikkelingen, nieuwe wensen en extra eisen en bezuinigingsmogelijkheden de volgende meerjarenbegroting 2014-2017 zien:

Meerjarenbegroting 2014-2017 Omschrijving

(-)= nadeel (+)= voordeel

2014 2015 2016 2017

Meerjarenbegroting 2014-2017 25.386 -500.499 -475.663 -589.935

De Reserve Eenmalige Bestedingen liet het volgende beeld zien:

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel Saldo Reserve Eenmalige

Bestedingen 885.265 1.635.115 1.337.865 1.337.865

Reserve Eenmalige Bestedingen

2014 2015 2016 2017

Verschillen voorjaarsnota 2013 en begroting 2014

Alle geactualiseerde taakstellingen / ontwikkelingen, nieuwe wensen en extra eisen en bezuinigingsmogelijkheden zijn verwerkt in de begroting 2014 met uitzondering van de stijging van OZB door daling van de kosten voor afval.

De verhoging van de Reserve Eenmalige Bestedingen met € 1 miljoen in 2015 is niet doorgevoerd. Dit levert een structureel voordeel op van € 37.500,= ten opzichte van de voorjaarsnota 2013.

Voor centrummanagement is in de begroting 2014 een bedrag opgenomen van

€ 31.000,=. In de voorjaarsnota 2013 was rekening gehouden met een bedrag van

€ 40.000,=.

De maatregelen die eerder niet doorgegaan zijn en de overige maatregelen (tabel 11 uit de voorjaarsnota 2013) zijn niet in de begroting 2014 verwerkt.

Ten opzichte van de voorjaarsnota 2013 zijn 3 nieuwe zaken in de begroting 2014 opgenomen:

Krediet herstructurering Molenakkers en ’t Hoogvelt

Krediet aanpassing gemeentewerf

Indexering subsidie museum.

Meerjarenbegroting

Meerjarenbegroting 2014-2017

Omschrijving

- = nadeel + = voordeel

2014 2015 2016 2017 Meerjarenbegroting 2014-2017

voorjaarsnota 2013 25.386 -500.499 -475.663 -589.935 Meerjarenbegroting 2014-2017

begroting 2014 298.466 -528.582 -860.270 -1.200.072 Verschil 273.080 -28.083 -384.607 -610.137

(5)

Hieronder worden de grootste afwijkingen van de begroting 2014 ten opzichte van de voorjaarsnota 2013 toegelicht.

Verschillenverklaring Omschrijving

(-)= nadeel (+)= voordeel

2014 2015 2016 2017 Stijging ozb, met name indexering. 72.807 72.807 72.807 72.807 Minder ozb opbrengst, er heeft zich bij afval

geen daling van kosten voorgedaan zoals verwacht bij voorjaarsnota 2013.

-40.000 -40.000 -40.000 -40.000

Toeristenbelasting, minder overnachtingen. -33.500 -33.500 -33.500 -37.500

Algemene uitkering. 411.427 275.383 105.775 15.733

Taakmutatie Algemene uitkering (verhoging uitgaven combinatiefuncties en

invoeringsbudgetten en bezuiniging bestuurskosten).

-80.772 -95.057 -95.057 -95.057

Stijging salariskosten.

Stijging salariskosten 1%, stijging premies sociale lasten en autonome stijging

salariskosten.

-241.137 -241.137 -241.137 -283.137

Minder kosten voor flexibele pensioenen en uittredingen.

20.000 20.000

Onvoorzien incidenteel. 60.199 60.199 60.199 60.199

Onvoorzien structureel. -40.939

Toerekening apparaatskosten aan grondbedrijf, afval, riool en projecten openbare werken. De afwijking 2016 en 2017 wordt veroorzaakt doordat in de begroting 2013-2016 meer uren zijn

toegerekend aan projecten dan toegestaan.

126.015 1.265 -194.935 -194.935

Verhoging subsidie museum. -23.059 -23.059 -23.059 -23.059 Stelpost verhoging reserve eenmalige

bestedingen.

37.500 37.500 37.500

Areaal uitbreiding wegen. -23.000

Kapitaallasten openbare verlichting. -10.176

Overige verschillen. 21.100 -42.484 -53.200 -68.573

273.080 -28.083 -384.607 -610.137

In de financiële begroting worden de afwijkingen toegelicht ten opzichte van de begroting 2013.

(6)

Reserve Eenmalige Bestedingen

Reserve Eenmalige Bestedingen

Omschrijving

- = nadeel + = voordeel

2014 2015 2016 2017

Saldo Reserve Eenmalige

Bestedingen voorjaarsnota 2013 885.265 1.635.115 1.337.865 1.337.865 Saldo Reserve Eenmalige

Bestedingen begroting 2014 329.575 1.552.325 1.255.075 1.138.825

Verschil -555.690 -82.790 -82.790 -199.040

Het verschil op de Reserve Eenmalige Bestedingen wordt vooral veroorzaakt door aanpassingen in de tussentijdse rapportage najaar 2013, het krediet voor

herstructurering Molenakkers en ’t Hoogvelt en incidentele lasten in de begroting 2014 zoals bijvoorbeeld verkiezingen. Hierdoor wordt meer ten laste gebracht van de Reserve Eenmalige Bestedingen dan bij de voorjaarsnota 2013 is opgenomen.

Dit wordt gecompenseerd door een onttrekking voor het project Meijelseweg die in de voorjaarsnota nog opgenomen stond, maar in werkelijkheid al gebeurd was.

Ontwikkelingen

Extra bezuinigingen Rijk

De VNG rekent erop dat het positieve effect van de algemene uitkering zoals geschetst bij de mei-circulaire 2013 in werkelijkheid zal tegenvallen. Daarnaast werd bij de

voorjaarsnota een extra bezuiniging verwacht van het Rijk om te voldoen aan de 3% norm (begrotingstekort). Op basis van eerdere berekeningen (bezuiniging 4,3 miljard) werd het effect voor de gemeente Asten becijferd op € 130.000,=. Dit is niet in de voorjaarsnota 2013 en in de begroting 2014 verwerkt.

Inmiddels is de septembercirculaire 2013 ontvangen waarin de bezuinigingen van het Rijk zijn verwerkt. De eerste grove berekeningen laten zien dat de financiële consequenties hoger zijn dan hierboven is berekend. De nadelen lopen op van ± € 150.000,= nadelig in 2014 tot € 400.000,= nadelig in 2017. De uitkomsten van de septembercirculaire zijn nog niet verwerkt in deze begroting, omdat besluitvorming door het Rijk over deze

bezuinigingen nog niet heeft plaatsgevonden.

Decentralisaties

In het Regeerakkoord is opgenomen dat door middel van de decentralisaties in het sociale domein de gemeenten de eerstverantwoordelijke overheidslaag worden voor de

onderwerpen werk, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. De gemeenten krijgen per 1 januari 2015 op grond van de nieuwe Wmo, Jeugdwet en Participatiewet een brede integrale verantwoordelijkheid voor het sociale domein.

Met de decentralisaties zijn grote bedragen gemoeid. Voor een deel gaat het om nieuw geld voor gemeenten, voor een ander deel zijn het nu nog specifieke uitkeringen. De decentralisaties gaan gepaard met aanzienlijke ombuigingstaakstellingen. Per saldo is op termijn een verdubbeling van het gemeentefonds geen ondenkbare uitkomst.

In de meerjarenbegroting zijn nog geen inkomsten en uitgaven opgenomen. Vooralsnog wordt ervan uit gegaan dat de uitvoering budgettair neutraal zal verlopen.

(7)

Realisatie taakstellingen

Scenario-ontwikkeling

In de begroting 2013 zijn de taakstellingen WMO / Welzijn / subsidies en gebouwenbeheer onderdeel onderhoudsvoorziening (OHV) gemeentegebouwen voor 2014 als stelpost opgenomen. Dit betekent dat de bezuinigingen op dat moment nog niet concreet ingevuld waren.

In de begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2015 -2017 zijn de bezuinigingen concreet doorgevoerd.

De bezuiniging WMO / Welzijn / subsidies wordt gerealiseerd door een besparing op trapliften, sociaal medische advisering, zorgnetwerk zorgmijders, abonnementen, hogere ontvangsten eigen bijdragen en een bezuiniging op het subsidieprogramma Welzijn en Zorg.

In 2014 wordt meer gerealiseerd dan de begrote taakstelling van € 92.000,=.

Voor 2015 resteert na genoemde bezuinigingen nog een taakstelling van € 33.912,=

oplopend naar € 85.652,= in 2017.

De bezuiniging op onderhoudsvoorzieningen (€ 20.000,=) is gerealiseerd door verlaging van de stortingen in de onderhoudsvoorzieningen.

Van de taakstelling Maatschappelijke Voorzieningen en Accommodaties (€ 100.000,=

vanaf 2015) is een deel concreet gemaakt. In 2015 resteert een stelpost van € 90.140,=

aflopend naar € 84.140,= in 2017. De stelpost zal bij de nota Maatschappelijke

Voorzieningen en Accommodaties verder ingevuld worden en concreet worden gemaakt.

Overige taakstellingen

De taakstelling Huisvesting Onderwijs (€ 120.000,= vanaf 2015) zijn nog niet concreet gemaakt en daarom als stelpost opgenomen in de begroting.

Lokale lastendruk

De lokale lastendruk voor 2014 bedraagt € 548,55.

In 2013 was de lastendruk € 525,03.

Dit betekent een stijging van de lokale lastendruk van 4,5%.

Samenwerking

Conform de voorjaarsnota 2013 is de taakstelling Samenwerking afgeraamd met

€ 184.807,=.

Door samenvoeging van de werf wordt wel een bezuiniging gerealiseerd van € 184.193,=.

Met de voordelen van de Peel samenwerking is vooralsnog geen rekening gehouden.

In de begroting 2014 is onder programma 1 een nieuw krediet opgenomen voor een verbouwing van de gemeentewerf van € 305.000,= en € 12.600,= voor inventaris.

De structurele lasten zijn budgettair neutraal verwerkt en worden in de samenvoeging van de werf meegenomen.

(8)
(9)

Beleidsbegroting

(10)

Programmaplan

Het programmaplan van de gemeente Asten bestaat uit 10 programma’s:

1] Bestuur en Dienstverlening 2] Openbare orde en Veiligheid 3] Verkeer en Vervoer

4] Economie en Recreatie 5] Ruimte en Wonen 6] Jeugd en Onderwijs 7] Sport en Cultuur 8] Milieu en Reiniging

9] Maatschappelijke voorzieningen 10] Financiën

Bij ieder programma worden per doelstelling de volgende onderdelen in beeld gebracht:

Wat willen we bereiken?

Hieronder wordt de doelstelling opgenomen.

Wat doen we hiervoor?

Hieronder worden de activiteiten voor 2014 opgenomen.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Hier staat aan welke eisen moet worden voldaan om tot een goed resultaat te komen.

Wanneer zijn we tevreden?

Hieronder worden de prestatie-indicatoren opgenomen. Zodat de prestaties gemeten kunnen worden.

Wie is verantwoordelijk?

Hieronder wordt vermeld wie de bestuurlijke en ambtelijke verantwoordelijken zijn.

Wat mag het kosten?

Hieronder worden de beschikbare budgetten van de doelstelling weergegeven.

Voor een leeswijzer van de tabellen “Wat mag het kosten?” wordt verwezen naar de leeswijzer “Wat mag het kosten” op de volgende pagina.

(11)

Leeswijzer “Wat mag het kosten?”:

1. Lasten worden met een “+” weergegeven en baten met een “-”.

2. In de kolom I / S staat de I voor incidenteel en de S voor structureel budget.

3. In de tabel “Wat mag het kosten” wordt onderscheid gemaakt in regels zonder en met een *.

→ Regels met * zijn kredieten die eenmalig beschikbaar worden gesteld en waarvan de uitgaven over meerdere jaren lopen.

In de kolom jaarrekening 2012 staan de werkelijke uitgaven op het krediet t/m 2012. In de kolom begroting 2013 na wijziging staat het beschikbaar gestelde krediet t/m 2013. In de kolom begroting 2014 is het in 2014 beschikbaar gestelde nieuwe/extra krediet

opgenomen.

Voorbeeld

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

1 t/m 5.

Plattelandsontwikkelings- budget*

1.205.358 1.600.000 150.000 116 116 116 I

Totaal 1.205.358 1.600.000 150.000 116 116 116

Na vaststelling van de begroting 2014 bedraagt het totale krediet voor plattelandsontwikkeling € 1.750.000,=.

→ Regels zonder * zijn bedragen die jaarlijks terug komen.

In de kolom jaarrekening 2012 staan de werkelijke uitgaven in 2012. In de kolommen begroting 2013 na wijziging en begroting 2014 staat respectievelijk de beschikbare budgetten voor 2013 en 2014.

Voorbeeld

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

1. Kosten

centrummanagement

31.000 31 31 31 S

1. Reclamebelasting -31.000 -31 -31 -31 S

Totaal 0 0 0 0

In 2014 is € 31.000,= beschikbaar (structureel) voor kosten centrummanagement.

(12)

1] Bestuur en Dienstverlening

Dit programma omvat ondersteuning van het bestuur, dienstverlening, intergemeentelijke samenwerking, bedrijfsvoering, communicatie en burgerparticipatie. Het programma heeft 6 doelstellingen.

Dienstverlening

Wat willen we bereiken?

De gemeente biedt klantgerichte, resultaatgerichte dienstverlening die duidelijk,

betrouwbaar, tijdig, snel en transparant is. Producten en diensten worden afgestemd op de klantvraag en zo snel mogelijk tegen zo laag mogelijke kosten geleverd.

Wat doen we hiervoor?

1. Invoeren zaakgericht werken en bijbehorende ondersteunende systemen. Zaakgericht werken staat voor het procesmatig digitaal afhandelen van vragen of verzoeken.

2. Klanten pro-actief en op eenduidige wijze voortgangsinformatie verstrekken.

3. Vraaggestuurd werken: de klantvraag staat centraal!

4. Processen waar nodig verbeteren.

5. De website goed onderhouden.

6. De rol van het KCC verder invullen en verstevigen. Het KCC voert regie op de externe klantvraag: zet vraag uit, bewaakt voortgang en spreekt behandelaars aan.

7. Monitoren en continu verbeteren van klantgerichtheid binnen de organisatie.

De modernisering van het GBA is een wettelijke verplichting. Gemeentes moeten

aanhaken tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2016. Het streven van de gemeente Asten is om begin 2015 over te stappen.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Benodigde systemen zoals DMS en KCS moeten beschikbaar zijn.

• Iedereen doet mee: digitaal en zaakgericht werken is 80% cultuur en 20%

instrumenten.

• Landelijke standaarden zijn leidend, we richten processen maximaal uniform en generiek in.

• Onze processen moeten afgestemd zijn op de samenwerking met de ketenpartners.

Wanneer zijn we tevreden?

1. In het Klant Tevredenheid Onderzoek (KTO) van 2014 scoren we een 8 op onze dienstverlening. *

2. Op 31 december 2014 is het Klant Contact Systeem (KCS) operationeel, al dan niet als onderdeel van een zaaksysteem.

3. Op 31 december 2014 werken we volledig digitaal en zijn alle processen in DMS opgenomen.

4. KCC heeft de regie op de afhandeling van alle klantvragen en bewaakt de afhandeling van deze vragen.

* In het vorige KTO (2009) was de score 7,7.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: D. van Zwet Wat mag het kosten?

Realisatie binnen bestaande budgetten.

(13)

Communicatie

Wat willen we bereiken?

In 2014 start een nieuw college. De actiepunten uit de Nota Communicatie 2010-2014 zijn uitgevoerd en worden geëvalueerd. Afhankelijk van het nieuwe programma van het

college en de wensen t.a.v. het gevoerde communicatiebeleid, zal in de loop van 2014 een nieuw communicatiebeleidsplan worden opgesteld.

Wat doen we hiervoor?

1. In de voorbereiding naar een nieuw communicatiebeleidsplan 2014 -2018 zullen verkennende gesprekken met bestuur en organisatie plaatsvinden. Daarnaast

betrekken wij ook de gegevens uit het KTO en een eerder onderzoek onder de Astense burgers over de ingezette communicatiemiddelen. Op basis van deze gegevens

formuleert het team communicatie de eerste uitgangspunten welke aan het nieuwe college zullen worden voorgelegd voor een nadere concretisering. Na goedkeuring door het college zal de nieuwe nota communicatie aan de commissie en raad worden

voorgelegd ter goedkeuring.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoende middelen: Als gevolg van de digitale publicatie van bekendmakingen

bezuinigt het team communicatie € 15.000,= op de post advertentiekosten. Dit bedrag kan nog oplopen maar de precieze advertentiekosten zijn nog niet bekend bij het schrijven van de begroting 2014. Een verdere verlaging van de bestaande budgetten is niet wenselijk.

Wanneer zijn we tevreden?

1. De Nota Communicatie 2014 - 2018 is in het vierde kwartaal van 2014 aan de raad ter goedkeuring voorgelegd.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: D. van Zwet Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel is het totale budget voor advertentiekosten opgenomen.

De bezuiniging op advertentiekosten in 2014 bedraagt € 15.000,=.

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

Bezuiniging advertentiekosten 63.575 51.150 36.150 36 36 36 S

Totaal 63.575 51.150 36.150 36 36 36

(14)

ICT (Informatie- en communicatietechnologie)

Wat willen we bereiken?

Dat ICT wordt ingezet om de externe dienstverlening te verbeteren, de interne kwaliteit en efficiency te verbeteren en te voldoen aan (wettelijke) verplichtingen.

De gemeente Asten wil in 2015 haar elektronische dienstverlening conform het landelijk concept Antwoord©, fase 4 hebben ingericht.

Wat doen we hiervoor?

Uitvoering van het realisatieplan EGEM (voorheen onderdeel van het samenwerkingsprogramma Asten-Someren).

Voor 2014 gepland:

1. Vervanging van de ICT infrastructuur.

2. Verdere doorontwikkeling van de midoffice door de implementatie van een zakensysteem.

3. Verdere implementatie van de visie op geografische informatie conform het project Givas.

4. Implementatie van de wettelijk verplichte Basisregistratie Grootschalige Topografie (GBT).

5. Aanschaf en implementatie van een Raads Informatie Systeem (RIS).

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoende personele capaciteit en financiële middelen.

Wanneer zijn we tevreden?

De gemeente Asten heeft in 2015 de elektronische dienstverlening conform het landelijk concept Antwoord©, fase 4 ingericht.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: T. Koolen Wat mag het kosten?

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

Onderhoudsplan ICT 54 54 S

Totaal 54 54

Bedrijfsvoering

Wat willen we bereiken?

Asten heeft een bewezen effectieve en efficiënte dienstverlening en bedrijfsvoering.

Wat doen we hiervoor?

We verwijzen hiervoor naar de paragraaf Bedrijfsvoering.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

We verwijzen hiervoor naar de paragraaf Bedrijfsvoering.

(15)

Wanneer zijn we tevreden?

In 2014 verlopen de jaarplannen volgens planning, in het bijzonder de invoering van de 'themaorganisatie', waaronder de flexibilisering en digitalisering van de organisatie en de samenwerking met De Peel.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: W. Verberkt Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel heeft de efficiency besparing samenwerking Someren betrekking op de bezuiniging door de samenvoeging van de werf.

Per 1 januari 2014 moet de werf aangepast zijn om de teams van de gemeente Asten en Someren te huisvesten. De kosten voor de uitbreiding en inpandige verbouwing bedragen

€ 305.000,=. Daarnaast is voor inventaris een krediet nodig van € 12.600,=. De

structurele kosten worden meegenomen in de samenwerking en doorberekend aan beide partijen. In de voorjaarsnota 2013 was dit krediet niet opgenomen, vanwege de

voortgang van het project wordt het krediet aangevraagd via de begroting.

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

Efficiency besparing samenwerking Someren

-125.000 -125.154 -184.193 -184 -184 -184 S

Samenwerking: opvang taken en werkbudget

125.892 150.000 30.000 30 30 I

Bouwkundige aanpassingen werf

305.000 I

Inventaris werf 12.600 I

Totaal 892 24.846 163.407 -154 -154 -184

De structurele lasten voor de verbouwing van de werf bedragen € 19.000,=. Voor

inventaris € 1.500,=. De structurele lasten zijn budgettair neutraal verwerkt en worden in de samenvoeging van de werf meegenomen.

Bedrijfsvoering: Contractbeheersysteem

Wat willen we bereiken?

Een contractbeheersysteem heeft als doel om de interne organisatie geautomatiseerd te voorzien van voldoende inzicht in lopende contracten en de juiste contractuele afspraken en informatie.

Wat doen we hiervoor?

1. Aanschaffen en implementeren contractbeheersysteem.

2. Bestaande en nieuwe contracten registreren en beheren.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Het systeem wordt geïntegreerd in de bestaande applicaties.

(16)

Wanneer zijn we tevreden?

1. Wanneer we in 2014 een contractbeheersysteem hebben geïmplementeerd waarmee we contracten kunnen registreren en beheren.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. van Bussel Ambtelijk: T. Sprangers Wat mag het kosten?

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

1. Aanschaf en implementatie contractbeheersysteem*

25.000 I

Totaal 25.000

Bedrijfsvoering: Lias Enterprise verder ontwikkelen

Wat willen we bereiken?

Optimaal inzetten van Lias Enterprise t.b.v. een efficiënte bedrijfsvoering van de gemeente Asten.

Wat doen we hiervoor?

1. Behoefte onderzoeken van bestuur en management op het gebied van prestatiemanagement, risicomanagement en dashboards.

2. Onderzoeken hoe Lias Enterprise hierin als instrument kan functioneren.

3. Consultant Lias Enterprise inhuren ter ondersteuning bij de implementatie.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Visie op verdere ontwikkeling bestuurs- en managementinformatie.

• Beschikbare financiële middelen.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als er in 2014 duidelijk is welke ontwikkelingen op het gebied van

prestatiemanagement, risicomanagement en dashboards we wanneer op welke manier implementeren in LIAS Enterprise.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. van Bussel Ambtelijk: T. Sprangers Wat mag het kosten?

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

1. Inhuur consultant LIAS Enterprise*

20.000 I

Totaal 20.000

(17)

2] Openbare Orde en Veiligheid

Dit programma omvat integrale veiligheid, brandweer, rampenbestrijding, externe veiligheid en handhaving. Het programma heeft 6 doelstellingen.

Integrale Veiligheid

Wat willen we bereiken?

• Asten streeft naar een goed leef- en woonklimaat in alle buurten en wijken voor alle vertegenwoordigde doelgroepen.

• Asten gaat primair uit van de eigen verantwoordelijkheid van de burgers en de ondernemers.

• Asten streeft ernaar om een multidisciplinaire samenwerking te voeren waarbinnen de gemeente de regierol op zich neemt, de partners enthousiasmeert, signalen oppikt, coördineert, projecten en activiteiten oppakt, monitoren en evaluaties uitvoert.

• Asten streeft ernaar om alle veiligheidsrisico’s en incidenten waar mogelijk, op een systematische wijze aan te pakken en te bestrijden. Een preventieve aanpak geniet hier de voorkeur.

• Asten streeft naar een realistischer beeld bij de burger over de regierol en inzet van de gemeente in relatie tot het goede rapportcijfer voor veiligheid en leefbaarheid.

Wat doen we hiervoor?

1. Maken en coördineren van het actieprogramma Integraal Veiligheidsbeleid (IVB) 2014.

2. Uitvoeren actiepunten uit actieprogramma IVB 2014 waarbij de trekkersrol bij team Veiligheid en Brandweer ligt.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Kadernota IVB 2011-2014 is leidend.

• Samenwerking met interne en externe ketenpartners.

• Bestuurlijk commitment (lokaal en regionaal).

Wanneer zijn we tevreden?

1. Het college heeft een actieprogramma IVB 2014 vastgesteld voor 1 juni 2014.

2. Alle actiepunten uit actieprogramma IVB 2014 zijn gerealiseerd voor 31 december 2014.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: D. van Zwet Wat mag het kosten?

Realisatie binnen bestaande budgetten.

Door Asten wordt tevens het Integrale Veiligheidsbeleid van Someren uitgevoerd.

Daarvoor wordt van Someren een vergoeding ontvangen.

Brandweer

Wat willen we bereiken?

(18)

Wat doen we hiervoor?

1. Uitvoeren actiepunten brandweer uit actieprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2014 (IVB 2014) waarbij de trekkersrol bij team Veiligheid & Brandweer ligt.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Kadernota IVB 2011-2014 is leidend.

• Bestuurlijk commitment (lokaal en regionaal).

• Een goede samenwerking met interne en externe ketenpartners.

• Blijvende verbondenheid van de brandweervrijwilliger zodat er geen tekort ontstaat bij de vrijwillige brandweer.

• Realisatie binnen bestaande budgetten.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Alle actiepunten voor de brandweer in actieprogramma IVB 2014 zijn uiterlijk 31 december 2014 gerealiseerd.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: D. van Zwet Wat mag het kosten?

Realisatie binnen bestaande budgetten. Indien extra budget nodig is wordt een separaat voorstel voorgelegd. De regionalisering van de brandweer is ook opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen van deze begroting bij de geïdentificeerde risico's.

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

Bijdrage veiligheidsregio 222.456 339.433 840.654 829 829 829 S

Totaal 222.456 339.433 840.654 829 829 829

In bovenstaande tabel is de totale bijdrage aan de Veiligheidsregio opgenomen.

Dekking van de bijdrage aan de veiligheidsregio gebeurt door het aframen van bestaande budgetten zoals kapitaallasten en salariskosten / apparaatskosten (budgettair neutraal). Daarnaast wordt (conform raadsvoorstel) in 2014 een incidenteel bedrag van € 55.000,= uit de Reserve Eenmalige Bestedingen onttrokken.

Rampenbestrijding

Wat willen we bereiken?

Mocht de gemeente door een ramp getroffen worden dan kan de burger rekenen op een adequate rampenbestrijding waarin op een gecoördineerde wijze, volgens het Crisisplan Regio Brabant-Zuidoost 2001, wordt samengewerkt tussen politie, brandweer, GHOR (geneeskundige hulpverlening) en gemeente.

Wat doen we hiervoor?

1. Uitvoeren actiepunten rampenbestrijding uit actieprogramma Integraal

Veiligheidsbeleid (IVB) 2014 waarbij de trekkersrol bij team Veiligheid en Brandweer ligt.

(19)

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Kadernota IVB 2011-2014 is leidend.

• Bestuurlijk commitment (lokaal en regionaal).

• Een goede samenwerking met interne en externe ketenpartners.

• Draagvlak en samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Alle actiepunten rampenbestrijding in actieprogramma IVB 2014 zijn gerealiseerd voor 31 december 2014.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: D. van Zwet Wat mag het kosten?

Realisatie binnen bestaande budgetten.

Externe Veiligheid

Wat willen we bereiken?

Het beperken van de risico's, die de burgers in Asten lopen als gevolg van risicovolle activiteiten die voortvloeien uit de opslag, productie, het gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen.

Wat doen we hiervoor?

1. Uitvoeren actiepunten Externe Veiligheid uit actieprogramma Integraal

Veiligheidsbeleid (IVB) 2014 waarbij de trekkersrol bij team Veiligheid en Brandweer ligt.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Kadernota IVB 2011-2014 is leidend.

• Een goede samenwerking met interne en externe ketenpartners.

• Draagvlak en samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Alle actiepunten externe veiligheid in jaarschijf 2014 IVB zijn gerealiseerd voor 31 december 2014.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: A. Buise Wat mag het kosten?

Realisatie binnen bestaande budgetten.

(20)

Handhaving

Wat willen we bereiken?

Stringente, integrale en professionele handhaving aan de hand van een eenduidig en vastgesteld handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma.

Wat doen we hiervoor?

1. Uitvoeren van het Integraal Toezicht- en Handhavingsprogramma 2011-2014 en het Uitvoeringsprogramma Handhaving 2014.

2. Het verder versterken van de handhavingscyclus, door de gemeenteraad jaarlijks te informeren over voortgang prioriteiten, grote projecten, uitkomsten van provinciale audits en handhavingsthema’s voor de komende periode.

3. Opstellen jaarverslag 2013.

4. Integraal Toezicht- en Handhavingsprogramma 2015-2018 opstellen.

5. Uitvoeringsprogramma Handhaving 2015 opstellen.

6. Onderzoeken op welke wijze er efficiënter en doelgerichter gehandhaafd kan worden.

De uitkomsten direct toepassen en verwerken in de verschillende beleidsprogramma's.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Duidelijke normen over wat wel of niet is toegestaan.

• Voldoende capaciteit voor handhaving.

• Efficiënte samenwerking tussen afdelingen Publiekszaken, Ruimtelijke Ontwikkeling, Maatschappelijke Ontwikkeling en Openbare Werken.

• Duidelijke werkafspraken met de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Integrale handhaving verloopt goed met niet meer dan 5 incidenten op basis van een beschreven handhavingsproces.

2. 2e kwartaal 2014 is het Jaarverslag 2013 door de raad vastgesteld.

3. 4e kwartaal 2014 is het Integraal Toezicht- en Handhavingsprogramma 2015-2018 door de gemeenteraad vastgesteld.

4. 4e kwartaal 2014 is het Uitvoeringsprogramma 2015 gereed.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: A. Buise Wat mag het kosten?

Realisatie binnen bestaande budgetten.

Parkeertoezicht

Wat willen we bereiken?

Adequate handhaving van de parkeerplaatsen in de blauwe zone in het centrumgebied van Asten.

Wat doen we hiervoor?

1. Stadswachten inhuren bij Stichting Stadswacht Helmond.

2. Parkeertoezicht laten uitvoeren door de toezichthouders van Stichting Stadswacht Helmond.

(21)

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Duidelijke parkeernormen over wat wel en niet mag.

• Voldoende capaciteit voor parkeertoezicht.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Centrumgebied is goed bereikbaar voor winkelend publiek.

2. Parkeeroverlast blijft beperkt.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: A. Buise Wat mag het kosten?

In de begroting 2014 is voor opbrengst parkeerboetes € 15.000,= geraamd (scenario- ontwikkeling). Om deze opbrengst te realiseren is inhuur Stadswacht noodzakelijk. Een gedeelte van deze kosten kan worden gedekt uit verwachte extra opbrengst

parkeerboetes (€ 3.750,=).

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

Extra opbrengst parkeerboetes

-15.000 -18.750 -16 -16 -14 S

Inhuur Stadswacht Helmond 13.750 14 14 14 S

Totaal -15.000 -5.000 -2 -2 0

(22)

3] Verkeer en Vervoer

Dit programma omvat verkeer en vervoer, wegen, straten en pleinen en de openbare verlichting. Het programma heeft 2 doelstellingen.

Verkeer en Vervoer

Wat willen we bereiken?

Een doelmatig, veilig en duurzaam functionerend verkeers- en vervoerssysteem door middel van het uitvoeren van het meerjarenuitvoeringsprogramma van het GVVP.

Wat doen we hiervoor?

Uitvoeringsprojecten:

1. Herinrichting Burgemeester Wijnenstraat 1e fase (vanaf Koningsplein tot en met kruispunt Langstraat). Voorbereiding is gestart in 2013. De uitvoering vindt plaats in 2014. Samengesteld project met herinrichting Langstraat. Voor de binnen dit project uit te voeren rioolwerkzaamheden wordt verwezen naar programma 8 Milieu en Reiniging, doelstelling Riolering en Water.

2. Herinrichting Langstraat (vanaf Burgemeester Wijnenstraat tot Mgr. Den

Dubbeldenstraat). Voorbereiding is gestart in 2013. De uitvoering vindt plaats in 2014.

Samengesteld project met herinrichting Burgemeester Wijnenstraat 1e fase. Voor de binnen dit project uit te voeren rioolwerkzaamheden wordt verwezen naar programma 8 Milieu en Reiniging, doelstelling Riolering en Water.

3. Herinrichting Koningsplein (bocht Kerkstraat - Wilhelminastraat). Voorbereiding 2014 – start uitvoering begin 2015 (indien Burgemeester Wijnenstraat gereed). Voor de binnen dit project uit te voeren rioolwerkzaamheden wordt verwezen naar programma 8 Milieu en Reiniging, doelstelling Riolering en Water.

4. Herinrichting Markt.

Uitvoeringsprojecten in voorbereiding:

5. Herinrichting Burgemeester Wijnenstraat 2e fase. (vanaf Langstraat tot en met Molenstraat). Voorbereiding 2014 - Uitvoering 2015. Voor de binnen dit project uit te voeren rioolwerkzaamheden wordt verwezen naar programma 8 Milieu en Reiniging, doelstelling Riolering en Water.

Beleidprojecten in voorbereiding:

6. Het updaten van het GVVP met bijbehorende meerjarenuitvoeringsplanning.

Voorbereiding 2014 – Vaststelling 2015.

Meerjarenperspectief:

7. Herinrichting Emmastraat/Wolfsberg (vanaf Julianastraat tot rotonde Hemelberg).

Voorbereiding 2015 - Uitvoering 2016. Voor de binnen dit project uit te voeren rioolwerkzaamheden wordt verwezen naar programma 8 Milieu en Reiniging, doelstelling Riolering en Water.

8. Herinrichting Hoogstraat. Voorbereiding 2015 - Uitvoering 2016. Voor de binnen dit project uit te voeren rioolwerkzaamheden wordt verwezen naar programma 8 Milieu en Reiniging, doelstelling Riolering en Water.

9. Parkeren Koningsplein (voor Bartholomeus). Voorbereiding 2015 - Uitvoering 2016.

10. Herinrichting Logtenstraat (vanaf rotonde Tuinstraat tot Asterstraat). Voorbereiding 2016 – Uitvoering 2017. Voor de binnen dit project uit te voeren rioolwerkzaamheden wordt verwezen naar programma 8 Milieu en Reiniging, doelstelling Riolering en Water.

(23)

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Tijdig en voldoende beschikbaar gesteld budget uit de reserve eenmalige bestedingen, reserve centrum visie, reserve onderhoud wegen, budgetten openbare verlichting en reserve riolering;

• Breed draagvlak omwonenden en belanghebbenden;

• Bouw ondergrond De Wit (plan Gitsels) is in 2013 gereed, zodat de uitvoering van de Burgemeester Wijnenstraat kan starten;

• Goede samenwerking met nutsbedrijven, woningbouwcorporaties en externe ontwikkelaars;

• Herinrichting Burgemeester Wijnenstraat is gereed, zodat de herinrichting van de bocht Koningsplein kan starten;

• De eventuele gevolgen van ontwikkeling Bartholomeus op inrichting openbare ruimte zijn bekend, zodat herinrichting parkeren Koningsplein kan starten.

Wanneer zijn we tevreden?

1. De uitvoering van de Herinrichting Burg. Wijnenstraat (vanaf Koningsplein tot en met kruispunt Langstraat) start het 2e kwartaal 2014.

2. De herinrichting Koningsplein (bocht Kerkstraat - Wilhelminastraat) start het 1e kwartaal 2015.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: T. Martens Ambtelijk: R. van Malten Wat mag het kosten?

De projecten verkeer en vervoer zijn tijdens het opstellen van de voorjaarsnota 2013 geherprioriteerd, daardoor hebben er verschuivingen plaatsgevonden.

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

01. Herinrichting Burg.

Wijnenstraat (1e fase)*

635.000 I

02. Herinrichting Langstraat* 167.000 I

03. Herinrichting Koningsplein*

380.000 I

04. Herinrichting Markt* 87.227 815.000 180.000 I

05. Herinrichting Burg.

Wijnenstraat (2e fase)*

730.000 I

06. Updaten GVVP* 25.000 I

07. Herinrichting Emmastraat/Wolfsberg*

150.000 1.120 I

08. Herinrichting Hoogstraat* 485 I

09. Parkeren Koningsplein* 52 I

10. Herinrichting Logtenstraat*

335 I

Infrastructurele projecten verkeersveiligheid*

94.512 175.000 25.000 25 25 I

Totaal 181.739 1.775.000 1.507.000 1.682 360

(24)

Uitvoeringsprojecten:

1. Herinrichting Burg. Wijnenstraat 1e fase. Het project is in 2013 gestart, waarvoor ook al budget beschikbaar is gesteld. Het totale krediet 2013 en 2014 is

€ 635.000,=. Dekking: € 25.000,= reserve centrumvisie, € 95.000,= onderhoud wegen, € 15.000,= openbare verlichting en € 500.000,= riolering.

2. Herinrichting Langstraat € 167.000,=. Betreft een noodzaak tot het vergroten van het bestaande riool (GRP). Dekking: € 45.000,= onderhoud wegen, € 5.000,=

openbare verlichting en € 117.000,= riolering.

3. Herinrichting Koningsplein € 380.000,=. Krediet is bijgesteld van € 125.000,= naar

€ 380.000,=. Dekking: € 131.000,= reserve centrumvisie, € 19.000,= GVVP budget, € 5.000,= openbare verlichting en € 225.000,= riolering.

4. Herinrichting Markt extra krediet van € 180.000,=. Dekking: € 85.000,= reserve centrumvisie, € 60.000,= openbare verlichting en € 35.000,= riolering.

Uitvoeringsprojecten in voorbereiding:

5. Herinrichting Burg. Wijnenstraat 2e fase. Krediet is bijgesteld van € 520.000,= naar

€ 730.000,=. Dekking: € 15.000,= onderhoud wegen, € 15.000,= openbare verlichting, € 645.000,= riolering en € 55.000,= reserve eenmalige bestedingen.

Beleidprojecten in voorbereiding:

6. Update GVVP wordt gedekt uit het bestaande GVVP budget.

Meerjarenperspectief:

7. Herinrichting Emmastraat/Wolfsberg. Krediet bijgesteld van € 1.100.000,= naar

€ 1.270.000,=. Dekking: € 40.000,= onderhoud wegen, € 25.000,= openbare verlichting, € 1.100.000,= riolering en € 105.000,= reserve eenmalige bestedingen.

8. Herinrichting Hoogstraat, krediet € 485.000,= nieuwe wens. Dekking: € 15.000,=

onderhoud wegen, € 15.000,= openbare verlichting, € 335.000,= riolering en

€ 120.000,= reserve eenmalige bestedingen.

9. Parkeren Koningsplein. Krediet bijgesteld van € 16.000,= naar € 52.000,=. Dekking uit reserve centrumvisie.

10. Herinrichting Logtenstraat. Krediet bijgesteld van € 390.000,= naar € 335.000,=.

Dekking: € 100.000,= reserve centrumvisie, € 25.000,= onderhoud wegen,

€ 10.000,= openbare verlichting, € 200.000,= riolering.

De consequenties van de aangepaste kredieten en de dekking zijn verwerkt in de stand van de reserve centrumvisie en de reserve eenmalige bestedingen.

(25)

ACTUALISATIE RESERVE CENTRUMVISIE

De reserve centrumvisie is ter realisatie van de projecten Midasterrein, uitvoering Centrumvisie en GVVP maatregelen in het centrum.

Op basis van de huidige grondexploitatie Midas en de geraamde kredieten ten laste van de reserve centrumvisie kan de volgende prognose van de reserve centrumvisie gegeven worden.

Prognose reserve centrumvisie

Stand reserve c entrumvisie -1.686.072

Nog te maken kosten ten laste van c entrumvisie:

- Midas 55.840

- Communic atie adviseur gemeente Asten 3.960

4. Herinric hting Markt 28.982

4. Herinric hting Centrum 664.099

- Opknappen Ploegmakerspark 3.000

- Motiveringsdoc ument Koningsplein 16 5.000

Tussenstand -925.192

Projec ten opgenomen in begroting 2014:

1. Herinric hting Burg. Wijnenstraat 1e fase 25.000

3. Herinric hting Koningsplein 131.000

4. Herinric hting Markt 85.000

9. Parkeren Koningsplein 52.000

10. Herinrichting Logtenstraat 100.000

- Overige investeringen uitvoering c entrumvisie p.m.

Prognose centrumvisie -532.192

Wegen, Straten en Pleinen

Wat willen we bereiken?

Een goede, veilige inrichting van de openbare ruimte.

Wat doen we hiervoor?

Uitvoeringsprojecten:

1. Onderhoud Heesakkerweg (Voorste Heusden – N279). Voorbereiding en uitvoering in 2014.

Uitvoeringsprojecten in voorbereiding:

2. Onderhoud Schoolstraat-Heerbaan-Beatrixlaan (tot Rootweg). Voorbereiding 2014 – uitvoering 2015. Ook opgenomen bij programma 8 Milieu en Reiniging, doelstelling Riolering en Water.

Meerjarenperspectief

3. DgDialog stelt een basisplanning op met een indicatieve onderhoudsmaatregel en een planjaar. Deze basisplanning vormt samen met de visuele inspecties de basis voor het tweejaarlijks onderhoudsplan. De visuele inspecties worden in het najaar van 2013

(26)

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Tijdig en voldoende beschikbaar gesteld budget uit de reserve eenmalige bestedingen, reserve onderhoud wegen, budgetten openbare verlichting en reserve riolering.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Het onderhoud aan de Heesakkerweg is eind 3e kwartaal 2014 uitgevoerd.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: T. Martens Ambtelijk: R. van Malten Wat mag het kosten?

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

1. Onderhoud Heesakkerweg* 470.000 I

2. Onderhoud Schoolstraat- Heerbaan-Beatrixlaan*

1.340.000 415.000 I

Totaal 1.340.000 885.000

De storting in de reserve onderhoud wegen wordt verhoogd met € 165.000,= vanaf 2016.

Dit om minimaal kwaliteitsniveau C te kunnen garanderen.

In afwijking van de voorjaarsnota 2013 is de dekking van de kredieten niet opgenomen in bovenstaand overzicht. Volstaan wordt met totale kredieten per project. De dekking van de kredieten wordt hieronder toegelicht.

1. Onderhoud Heesakkerweg. Betreft een nieuwe wens die door middel van de voorjaarsnota 2013 is ingebracht. Dekking uit reserve eenmalige bestedingen

€ 470.000,=.

2. Het totale krediet voor onderhoud Schoolstraat – Heerbaan – Beatrixlaan is

€ 1.755.000,=. Dekking: € 60.000,= onderhoud wegen, € 40.000,= openbare verlichting, € 615.000,= en € 1.040.000,= reserve eenmalige bestedingen.

(27)

4] Economie en Recreatie

Dit programma omvat economische zaken, de vrijetijdssector, regionale bereikbaarheid en groenbeheer- en onderhoud.

Het programma bevat 7 doelstellingen, te weten voor detailhandel en horeca, voor industrie, handel en dienstverlening en voor toeristische en recreatieve bedrijven.

Daarnaast is er een doelstelling om via verbeterde bereikbaarheid de economie in Brainport-Oost verder te versterken en bevat het programma 3 groendoelstellingen.

Detailhandel en Horeca

Wat willen we bereiken?

Een attractief, 'schoon, heel en veilig' centrum waar zowel bewoners, ondernemers, gebruikers en de gemeente in samenwerking de aantrekkingskracht van het centrum versterken. Daarnaast dienen evenementen als de kermis een aanzuigende werking te hebben voor het centrum. Centrummanagement Asten speelt daarin een belangrijke rol.

Centrummanagement verbindt deze partijen en levert een grote bijdrage aan deze doelstelling door onder meer de gemeenschappelijke deelname aan het Keurmerk Veilig Ondernemen traject, de coördinatie van koopzondagen en andere evenementen en de uitgave van een zomergids voor toeristen en inwoners uit Asten om ze de weg naar het centrum te wijzen.

Wat doen we hiervoor?

1. Het instellen van een ondernemersfonds ten behoeve van de financiering van activiteiten van Centrummanagement Asten op basis van een reclameheffing onder ondernemers in het centrum van Asten.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoende draagvlak (bij meerderheid van stemmen middels een draagvlakmeting) bij centrumondernemers in Asten om reclamebelasting te betalen dat wordt gebruikt ter voeding van een ondernemersfonds ter financiering van de activiteiten van

Centrummanagement Asten.

• Met de opbrengsten uit de reclamebelasting wordt het ondernemersfonds van Centrummanagement Asten gevoed. Deze belastingheffing dekt de nieuwe uitgave.

• Een uitvoeringsovereenkomst tussen Centrummanagement Asten en de gemeente Asten waarin de afspraken worden vastgelegd en waarin is vastgelegd dat het Ondernemersfonds als subsidie aan Centrummanagement Asten wordt uitgekeerd.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als op 1 januari 2014 wordt gestart met de invoering van de reclameheffing en Centrummanagement Asten een aanvang kan maken met uitvoering van haar beleidsplan: Beleid-/activiteitenplan Centrummanagement Asten 2014 e.v.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. van Bussel Ambtelijk: A. Buise

(28)

Wat mag het kosten?

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

1. Kosten

Centrummanagement*

24.000 I

1. Kosten

centrummanagement

31.000 31 31 31 S

1. Reclamebelasting -31.000 -31 -31 -31 S

Totaal 24.000 0 0 0 0

Industrie, Handel en Dienstverlening

Wat willen we bereiken?

Een bedrijventerreinenaanbod van een hoge kwaliteit met een modern, dynamisch en duurzaam imago. Bedrijventerreinen met voldoende ruimte en een gevarieerd aanbod van geschikte vestigingsmogelijkheden voor bedrijven in diverse ontwikkelingsstadia.

Wat doen we hiervoor?

1. Afronding herstructurering bedrijventerreinen Molenakkers en ’t Hoogvelt.

2. In gesprek met ondernemers op Molenakkers en ‘t Hoogvelt om parallel aan de herstructurering van de openbare ruimte ook verbeteringen aan te brengen aan de private kavels.

3. Afronding planologische procedure en verwerving en bouwrijp maken van het gebied boven De Stegen waarna tot gefaseerde uitgifte van bedrijfsgrond wordt overgegaan.

4. Meewerken aan het door de ondernemers van de Kanaalweg op te stellen masterplan voor bedrijfsuitbreiding waarin de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de uitbreiding van het bedrijventerrein wordt aangetoond.

5. Meewerken aan - en actief stimuleren van - ruimtelijke plannen van ondernemers die bijdragen aan de herstructurering van kavels op de bestaande bedrijventerreinen.

6. Nieuw uitgiftebeleid en uitgifteprotocol vaststellen.

7. Parkmanagementconstructies onderzoeken voor bedrijventerrein De Stegen, mogelijk in combinatie met de bestaande terreinen.

8. Programmamanagement bedrijventerreinen Asten en Someren voeren met stuurgroep en klankbordgroepen en samen verder uitvoering geven aan de Bedrijventerreinenvisie Asten Someren 2009 - 2023.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Uitvoering conform de Visie Bedrijventerreinen, de Structuurvisie Bedrijventerreinen en de nieuwe bestemmingsplannen voor bestaande bedrijventerreinen.

• Voldoende ambtelijke capaciteit.

• Voldoende draagvlak bij ondernemers.

• Het al dan niet opstellen van het masterplan is afhankelijk van toekenning van provinciale subsidie. Het masterplan Kanaalweg moet een voor de gemeente aanvaardbare ruimtelijke onderbouwing kennen.

• Er ligt een relatie tussen het opstarten van potentiële herstructureringsprojecten en de planvorming van nieuwe bedrijventerreinen. Uitgifte van nieuwe bedrijfsgrond dient ook als doel om herstructureringskansen op de achterblijvende kavels te vergroten.

(29)

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als in het tweede kwartaal van 2014 de herstructureringswerkzaamheden van de openbare ruimte op de bedrijventerreinen Molenakkers en ’t Hoogvelt zijn afgerond.

2. Als ondernemers en grondeigenaren in 2014 zichtbaar aan de slag zijn gegaan met de kwaliteitsverbetering en uitstraling van hun kavels op de bedrijventerreinen

Molenakkers en ‘t Hoogvelt.

3. Als in 2014 dankzij gezamenlijke inspanningen van gemeente en het (georganiseerde) bedrijfsleven er bouwvergunningen op de bestaande bedrijventerreinen zijn

aangevraagd door ondernemers die de herstructurering van de bedrijventerreinen ten goede komen.

4. Als de uitgifte van bedrijfskavels aan Astense en Somerense bedrijven in het gebied boven De Stegen is gestart.

5. Als er een voor ondernemers op de Kanaalweg, gemeente en provincie ruimtelijk en financieel aanvaardbaar plan ligt om het bedrijventerrein opnieuw in te richten en waar mogelijk uit te breiden.

6. Als het gemeentelijke uitgiftebeleid en het uitgifteprotocol is vastgesteld.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. van Bussel Ambtelijk: A. Buise Wat mag het kosten?

Realisatie binnen bestaande budgetten.

Brainport-Oost / Noordoostcorridor

Wat willen we bereiken?

De provincie Noord-Brabant wil samen met de gemeenten in de regio Brainport-Oost de regio verder economisch ontwikkelen. Een goede bereikbaarheid door de aanleg van de Noordoostcorridor is daar een belangrijk middel toe.

De gemeente Asten wil daarbij de leefbaarheid van Ommel waarborgen.

Wat doen we hiervoor?

1. Participeren in projectgroep en stuurgroep voor de planvorming van de brainportregio en de Noordoostcorridor.

2. Afhankelijk van middelen uit het fonds ruimtelijke kwaliteit bijdragen aan en

stimuleren van projecten die een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van leefomgeving in het gebied Brainport-Oost.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoende financiële middelen voor het realiseren van een acceptabele oplossing voor de aanleg van de Noordoostcorridor.

• Voldoende aandacht voor mitigerende en compenserende maatregelen op het grondgebied van Asten en leefbaarheid in Ommel.

• Een bijdrage leveren aan projecten op het eigen grondgebied die bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van leefomgeving in het gebied Brainport-Oost.

• Een verkeerskundige acceptabele oplossing voor de aansluiting bij (het Ei van) Ommel.

Wanneer zijn we tevreden?

(30)

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: T. Martens Ambtelijk: A. Buise Wat mag het kosten?

Een bijdrage uit het fonds ruimtelijke kwaliteit leveren aan projecten op het eigen

grondgebied die bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving in het gebied Brainport Oost.

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

1. Bijdrage Noordoostcorridor*

0 0 0 p.m. I

Totaal 0 0 0 p.m.

Vrijetijdssector

Wat willen we bereiken?

De vrijetijdssector (toerisme en recreatie) is een belangrijke economische pijler van Asten.

Het stimuleren van de sector moet zorgen voor een economische impuls door onder meer een verbreding van het aanbod en door de verbetering van de synergie binnen de sector.

Wat doen we hiervoor?

1. Subsidieverlening aan VVV Asten en Klok & Peel Museum Asten waarbij actief wordt gestuurd op vastgelegde doelstellingen.

2. In overleg met de andere Peelgemeenten in het SRE-gebied onderzoeken hoe, of en door welke organisaties de afbouw van toeristische taken van het SRE opnieuw ingevuld kan worden.

3. Samen met andere partijen in de Peel formuleren van een gemeenschappelijke Peelidentiteit waar o.a. gemeenten, Peelnetwerk, de VVV's en instellingen als het museum hun agenda en marketing op kunnen afstemmen.

4. Op basis van de geformuleerde Peelidentiteit met de vrijetijdssector in Asten een toeristisch-recreatief uitvoeringsprogramma opstellen en starten met de uitvoering.

5. Het bestemmingsplan Prinsenmeer opstellen en vaststellen.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Het huidige Beleidsplan Recreatie en Toerisme gemeente Asten is de basis voor alle activiteiten. Het nieuwe nog vast te stellen Uitvoeringsprogramma zal daar bij komen.

• Goede samenwerking met Peelgemeenten.

• Bereidheid van gemeenten en de vrijetijdssector in De Peel om de beoogde samenwerking daadwerkelijk invulling te willen geven.

• Goede samenwerking met het Klok & Peel Museum, VVV Asten en ondernemers in de vrijetijdssector.

• Met de Oostappen Groep een anterieure overeenkomst afsluiten als opmaat tot het opstellen van het bestemmingsplan Prinsenmeer.

(31)

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als in 2014 samen met Peelgemeenten en organisaties actief in de vrijetijdssector een Peelidentiteit is opgesteld.

2. Als in 2014 i.s.m. VVV Asten een uitvoeringsprogramma voor de periode 2014 - 2017 is vastgesteld en een start met de uitvoering daarvan is gemaakt. Het

uitvoeringsprogramma benoemt en geeft uitvoering aan de doelen die de vrijetijdssector en de gemeente gezamenlijk gaan oppakken.

3. Als er vanwege het transformatieproces bij het SRE in SRE- of Peelverband nieuwe afspraken zijn gemaakt over samenwerking op toeristisch-recreatief gebied.

4. Als het bestemmingsplan Prinsenmeer uiterlijk 1 maart 2014 door de raad is vastgesteld.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. van Bussel Ambtelijk: A. Buise Wat mag het kosten?

Realisatie binnen bestaande budgetten.

Uitvoeren boombeheerplan

Wat willen we bereiken?

Per 1 januari 2017 een aantoonbaar veilig bomenbestand binnen de kommen en langs belangrijke wegen buiten de kommen.

Behoud van de huidige snoeifrequentie voor de bomen buiten de kommen.

Wat doen we hiervoor?

1. Volgens vastgestelde boombeheerplan systematisch keuren van de bomen binnen de kom;

2. Uitvoeren van de maatregelen die volgen uit de keuringen;

3. Volgens het boombeheerplan jaarlijks een deel van de bomen in het buitengebied keuren en snoeien.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Verhoging van het jaarlijkse budget voor boomonderhoud met € 28.000,=.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als we aan het eind van ieder jaar de jaarlijkse werkzaamheden uit het boombeheerplan hebben uitgevoerd;

2. Als op 1 januari 2017 het bomenbestand binnen de kommen en langs belangrijke wegen buiten de kommen volledig op veiligheid is gecontroleerd en alle uit de controles voortvloeiende benodigde maatregelen zijn uitgevoerd (de bomen zijn dan aantoonbaar veilig).

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: T. Martens Ambtelijk: R. van Malten

(32)

Wat mag het kosten?

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

1. Uitvoering boombeheerplan 28.000 28 28 28 S

Totaal 28.000 28 28 28

Uitvoeren flora- en faunawet

Wat willen we bereiken?

Voldoen aan de flora- en faunawet bij het uitvoeren van het groenbeheer en beschikken over actuele flora en faunagegevens zodat we bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen direct kansen en risico’s kunnen inschatten:

a) besparen op kosten voor flora- en faunaonderzoeken

b) snel en goed advies kunnen geven over de haalbaarheid van een initiatief c) het risico op kostbare juridische procedures en vertragingen verkleinen.

Wat doen we hiervoor?

1. Aanschaffen licentie Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) om flora- en faunagegevens in te verwerken;

2. Inventariseren beschermde flora en fauna;

3. Werken volgens de gedragscode Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorzieningen;

4. Standaard check flora- en fauna bij initiatieven voor ruimtelijke ontwikkelingen.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Tijdig en voldoende budget voor aanschaffen licentie Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF);

• Medewerking van vrijwilligers (IVN) voor de inventarisatie van beschermde flora en fauna.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als we op 1 januari 2015 onze beschermde flora en fauna in kaart hebben gebracht;

2. Als we vanaf 1 januari 2015 het beheer van het groen aantoonbaar hebben afgestemd op de aanwezigheid van deze soorten zoals opgenomen in de gedragscode.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: T. Martens Ambtelijk: R. van Malten Wat mag het kosten?

2015 2016 2017 jaarreke-

ning 2012

begroting 2013 na wijz.

begroting 2014

(x 1.000)

I/S

Aanschaf licentie Nationale Databank Flora en Fauna

3.000 3 3 3 S

Totaal 3.000 3 3 3

(33)

Burgerparticipatie bij onderhoud openbare ruimte

Wat willen we bereiken?

Structureel bezuinigen op het onderhoud van de openbare ruimte (met name groen) binnen de kom.

Wat doen we hiervoor?

1. Evalueren van de in 2013 opgestarte proeven met groenonderhoud en opruimen zwerfvuil door burgers.

2. Uitbreiden van de kansrijke proeven.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Proeven die ten minste deels succesvol zijn geweest en -zo nodig met aanpassingen- verlengd kunnen worden.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Wanneer de kosten voor het jaarlijks onderhoud van de openbare ruimte binnen de bezuinigingsdoelstellingen zijn gebleven.

2. Wanneer de burgers en het bestuur tevreden zijn over het resultaat en de werkwijze en deze willen voortzetten.

3. Wanneer eventueel benodigde aanpassingen aan de werkwijze mogelijk zijn binnen de bezuinigingsdoelstelling.

4. Wanneer de werkwijze opgenomen kan worden als onderdeel van het reguliere onderhoud van de openbare ruimte.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: T. Martens Ambtelijk: R. van Malten Wat mag het kosten?

Het budget voor het project is opgenomen in de begroting 2013. Een deel van dit budget wordt in 2014 ingezet.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Soms doen er zich situaties voor waarbij door een ernstige tekortkoming van het CAK of één van zijn ketenpartners geen gegevens worden uitgewisseld waardoor, buiten de schuld van

opleidingstraject voor alle nieuwe gidsen (de “K-ambassadeurs”) consequent blijven uitvoeren; het blijven voorzien van logistieke en financiële ondersteuning aan

Laatste dagboeknrs: Exploitatie: 8766 Investering: 373 Financiering: 57 OCMW KOKSIJDE (NIS 38014). Ter Duinenlaan(Kok) 34 -

• Indien een verhoging van het budget noodzakelijk is, dient de compensatie in eerste instantie gezocht te worden binnen het eigen (afdelings)budget. • Uitgegaan wordt

2.Onverminderd artikel 8.1.1, tweede en vierde lid van de Jeugdwet en artikel 2.3.6, tweede en vijfde lid, van deWMO 2015 verstrekt het college geen pgb voor zover de

De tweede vraag die met dit onderzoek moet worden beantwoord is dus of die verschillen in prijs het gevolg zijn van beleid en uitvoering of van objectieve kenmerken waarmee in

Aldus besloten door de raad van de gemeente Bergen in de openbare raadsvergadering van 13 april 2017. Veeger

Er zijn berichten dat de gemeenten in 2014 € 45 miljoen extra middelen in het gemeentefonds krijgen om de doelgroepen voor het wegvallen van deze regelingen te kunnen