• No results found

2. Ongelijke verdeling van middelen;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2. Ongelijke verdeling van middelen;"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving bevat normen waaraan goed beleid of goede regelgeving dient te voldoen. Uitgebreide informatie vind je op www.naarhetiak.nl (klik dan op de tekst “Naar het IAK” in de linker kolom).

1. Wat is de aanleiding?

In het Regeerakkoord is de actualisatie van de verdeling van de onderwijsachterstandsmiddelen voor scholen en gemeenten aangekondigd.

2. Wie zijn betrokken?

Betrokken is de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), als vertegenwoordiger van de gemeenten. De VNG heeft geen standpunt uitgesproken aangaande de gewenste wijze van verdeling, wel heeft zij kenbaar gemaakt voorstander te zijn van de nieuwe indicator ten behoeve van de verdeling van de middelen. Deze indicator wordt in gebruik genomen bij de

inwerkingtreding van die besluit.

3. Wat is het probleem?

Door de manier waarop de middelen voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid op grond van het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011-2018 werden verdeeld, bleken niet alle gemeenten in staat om te voldoen aan hun verplichtingen op het gebied van het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid, zoals het realiseren van voldoende aanbod in aantal en spreiding van voorschoolse educatie. Dit werd veroorzaakt door de volgende factoren:

1. Verouderde indicator;

2. Ongelijke verdeling van middelen;

3. Verouderde verdeelsleutel.

Voor een toelichting op deze factoren wordt verwezen naar paragraaf 2.1 van het algemeen deel van de nota van toelichting bij het Besluit specifieke uitkeringen gemeenten.

4. Wat is het doel?

Het doel van het onderwijsachterstandenbeleid is om gemeenten in staat te stellen om

onderwijsachterstanden van kinderen te voorkomen en te bestrijden. Het doel van de actualisatie is om de beschikbare middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid zo te verdelen over gemeenten dat deze terechtkomen op de plekken waar de verwachte onderwijsachterstanden het grootst zijn.

5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?

Zie probleembeschrijving. De actualisatie van de verdeling van de middelen voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid vergt een aanpassing van het Besluit specifieke uitkeringen

gemeenten.

6. Wat is het beste instrument?

Op dit moment worden de middelen voor gemeenten verdeeld op basis van de gewichten- en impulsregeling (artikelen 27 en 28 Besluit bekostiging WPO). Vanuit rechtszekerheid en

rechtsgelijkheid is een wettelijke regeling noodzakelijk voor het verdelen van middelen. Andere instrumenten zoals een convenant zijn hierbij niet mogelijk. Een andere verdeling van middelen kan alleen plaatsvinden door het vast te leggen in een nieuw Besluit specifieke uitkeringen gemeenten.

7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?

- De indicator is genuanceerder: uit het onderzoek van het CBS is gebleken dat naast

opleidingsniveau van de ouders ook het land van herkomst van de ouders, de verblijfsduur in Nederland en de vraag of ouders in de schuldsanering zitten, meespelen in het risico van een kind op een onderwijsachterstand.

- Op basis van deze indicator kunnen de risico’s van peuters en basisschoolleerlingen op een onderwijsachterstand jaarlijks worden berekend. Daardoor kan de verdeling van de middelen

(2)

meebewegen met de ontwikkelingen in de samenleving en doet de verdeling recht aan de actuele omvang van de onderwijsachterstanden in gemeenten.

- De nieuwe verdeelsystematiek brengt voor gemeenten herverdeeleffecten met zich mee. Er wordt een overgangsregeling van drie jaar gehanteerd, zodat gemeenten zich kunnen voorbereiden op de nieuwe situatie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om het onderwijs, de kinderopvang, de peuterspeelzalen en de voor- en vroegschoolse educatie meer op elkaar af te stemmen willen de Branchevereniging Kinderopvang, de

Op donderdag 27 september 2018 is het Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid gepubliceerd en op vrijdag 28 september zijn de voorlopige

Kernvragen voor het implementatieonderzoek zijn: hoe verloopt de implementatie van 960 uur VE voor doelgroeppeuters, op welke manier(en) geven VE-aanbieders vorm aan

Middelen voor gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid zijn gebaseerd op tellingen waarbij deze nieuwe groep peuters niet is meegenomen.. Een deel van de peuters valt nog niet

Voor de evaluatie houden wij bij hoeveel indicaties op latere leeftijd worden gegeven, hoeveel kinderen die op latere leeftijd een indicatie krijgen ook daadwerkelijk gebruik

Daarnaast leert deze crisis ons ook dat we wendbaar en flexibel zijn en dat het werk en het werken anders is, daar wordt de bedrijfsvoering verder op

Daarbij moet vooral gedacht worden aan overlast door water op straat of aan (onacceptabele) vuiluitworp uit het rioolstelsel op oppervlaktewater. De komende jaren vind

Het zich inspannen voor het bereik van alle doelgroepkinderen en zorgen voor een goede toeleiding van kinderen naar voorschoolse educatie;.. Het organiseren van een