• No results found

Op een dag riep Jezus de twaalf bij elkaar. Hij gaf hun macht en gezag om boze geesten uit te drijven en ziekten te genezen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Op een dag riep Jezus de twaalf bij elkaar. Hij gaf hun macht en gezag om boze geesten uit te drijven en ziekten te genezen."

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Met het eerste vers van Lucas 9 wordt een situatie ingeleid waarin de 12 leer- lingen weer voltallig aanwezig zijn (in Luc.8:51 was dat niet zo). De tijd is nu rijp dat ook de twaalf leerlingen worden ingeschakeld bij de verkondiging van het Koninkrijk van God. Lucas 9 vers 1:

Op een dag riep Jezus de twaalf bij elkaar. Hij gaf hun macht en gezag om boze geesten uit te drijven en ziekten te genezen.

Met de uitzending van de twaalf loopt Jezus vooruit op de uitzending van de zeventig (Luc.10). Met de macht en het gezag over de boze geesten zullen de leerlingen in staat zijn om het werk van de boze te verbreken. Met name het uitdrijven van boze geesten is een teken van het komen van het Koninkrijk van God (Luc.11:20). Ook genezingen wijzen erop dat de heilstijd van het Konink- rijk van God is aangebroken.

Lucas 9 vers 2 en 3:

Daarna stuurde Hij hen eropuit om iedereen over het Koninkrijk van God te vertellen en zieken te genezen. Maar jullie mogen niets meenemen voor onderweg, zei Hij. Geen wandelstok, geen tas, geen eten, geen geld, zelfs geen extra mantel.

Sommige christenen gebruiken deze tekst als basis voor het geven aan de zending. Zeker, ze bidden veel voor hun zendelingen maar als je het zou me- ten aan de financiële bijdrage die ze leveren dan lijkt het wel of ze bidden:

Here zegen onze zendelingen, wij houden ze wel arm. Maar, de Here gaf deze instructies aan Zijn twaalf leerlingen. Lucas 9 vers 4:

Word je in een huis uitgenodigd, blijf daar dan logeren tot je verder gaat naar de volgende plaats.

Omdat de 12 leerlingen zonder bijzondere voorbereidingen en zo sober moge- lijk op weg moeten gaan, zijn ze voor voedsel en onderdak aangewezen op de hulp en gastvrijheid van anderen. Wanneer hun onderdak wordt aangeboden, dan mogen ze er ook gerust hun intrek nemen. De leerlingen moeten genoe- gen nemen met hetgeen hun wordt aangeboden en hun tijd niet verdoen met het zoeken naar iets beters. Zij moeten zich volledig wijden aan de prediking van het Evangelie.

(2)

Als ze in een stad niets van je willen weten, moet je daar meteen weg- gaan. Schud het stof van je voeten af.

Niet overal waar de leerlingen zullen komen, zal de evangelieprediking met in- stemming worden ontvangen. Lucas 9 vers 6 t/m 9:

De leerlingen gingen de dorpen langs. Ze vertelden overal het goede nieuws en genazen de zieken. Gouverneur Herodes hoorde over de ge- weldige dingen die Jezus deed en hij wist niet wat hij ervan moest den- ken. Sommigen zeiden: Het is Johannes de Doper die weer levend is ge- worden. Anderen zeiden: Het is Elia of in ieder geval één van de oude profeten die is teruggekomen uit de dood. Er deden allerlei geruchten de ronde. Zou het Johannes zijn? vroeg Herodes zich af. Maar die heb ik laten onthoofden. En toch hoor ik steeds verhalen over een man die wonderen doet. Wie zou dat toch zijn? En hij probeerde Jezus te zien te krijgen.

Het bericht over de reactie van Herodes staat ingeklemd tussen de uitzending en de terugkeer van de 12 leerlingen. Ook in het paleis van de viervorst Hero- des Antipas kwamen berichten over de geweldige wonderen binnen. Herodes Antipas was heerser over Galilea, het gebied waar Jezus en Zijn leerlingen het Koninkrijk van God verkondigden en de wonderen gebeurden. Hij raakt verontrust en weet niet wat hij er van moet denken. Is Johannes de Doper uit de doden opgestaan?

Lucas 9 vers 10 en 11:

Na verloop van tijd kwamen de twaalf apostelen bij Jezus terug. Zij ver- telden wat ze allemaal hadden gedaan. Omdat Jezus met hen alleen wil- de zijn, trokken ze zich terug en gingen op weg naar de stad Bethsaïda.

Maar de mensen begrepen wel waar Hij naar toe ging en liepen achter Hem aan. Jezus bleef vriendelijk en vertelde hun over het Koninkrijk van God en genas degenen die ziek waren.

Wanneer de leerlingen zijn teruggekeerd van hun zending in de dorpen van Galilea, brengen ze Jezus verslag uit van hun bevindingen. Jezus neemt hen nu voor een periode van rust en afzondering mee naar een eenzame plaats in de buurt van de stad Bethsaïda. Bethsaïda lag net buiten het machtsgebied van Herodes.

(3)

Tegen de avond kwamen de twaalf bij Hem staan en zeiden: U moet de mensen nu toch laten gaan! Dan kunnen zij nog eten kopen en onderdak vinden in de dorpen en boerderijen in de omtrek. Want in deze verlaten streek is niets te krijgen. Geven jullie hun te eten, antwoordde Jezus.

Hoe dan? vroegen zij. Wij hebben hier maar vijf broden en twee vissen.

Of moeten wij voor al deze mensen eten gaan kopen?

Aan het einde van de dag, tegen het vallen van de avond (de tijd voor de Joodse hoofdmaaltijd) komen de 12 leerlingen naar Jezus met het verzoek om de mensen weg te sturen, zodat ze nog tijdig onderdak en voedsel kunnen vinden. Lucas 9 vers 14 t/m 17:

Want er waren maar liefst 5000 mannen! Zeg tegen de mensen dat zij op de grond gaan zitten, zei Hij. In groepen van vijftig. De leerlingen deden wat Hij had gezegd. Jezus nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel en dankte God ervoor. Daarna brak Hij er stukken af, gaf die aan Zijn leerlingen en zij brachten ze naar de mensen. Er was genoeg voor iedereen. Er bleven nog heel wat brokken over, wel twaalf manden vol. In gehoorzaamheid aan Jezus’ wonderlijke opdracht brengen Zijn leerlingen alles in gereedheid. Ze laten de mensen in groepen van vijftig zitten en maken alles klaar voor een maaltijd. Uit het feit dat alle aanwezigen eten en verzadigd worden blijkt dat er een wonder heeft plaatsgevonden.

Lucas 9 vers 18 t/m 21:

Jezus was ergens alleen geweest om te bidden. Toen Hij bij Zijn leer- lingen terugkwam, vroeg Hij: Wie ben Ik volgens de mensen? Sommigen zeggen dat U Johannes de Doper bent, antwoordden zij. Anderen Elia of één van de oude profeten die uit de dood is teruggekomen. En jullie?

vroeg Hij. Wie ben Ik volgens jullie? U bent de Christus, Die door God gestuurd is, antwoordde Petrus. Jezus verbood hun daar met iemand anders over te praten.

Volgens Mattheüs en Marcus speelde het gesprek tussen Jezus en Zijn leer- lingen zich onderweg af in de buurt van Caesarea Filippi.

Het mooiste dat Petrus ooit zei was: U bent de Christus, Die door God gestuurd is.

(4)

Hij begon hun te vertellen over de verschrikkelijke dingen die Hij, de Mensenzoon, zou moeten doormaken. Hij zei dat de verantwoordelijke oudsten, priesters en Bijbelgeleerden Hem zouden veroordelen, dat men Hem zelfs zou doden en dat Hij na drie dagen weer levend zou worden.

Daarna zei Hij tegen allen die bij Hem waren: Wie bij Mij wil horen, moet zichzelf niet belangrijk vinden. Hij moet iedere dag zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven vanwege Mij verliest, zal het behouden.

Wat hebt u eraan de hele wereld te winnen en uzelf te verspelen of scha- de toe te brengen? Wanneer Ik, de Mensenzoon, kom in de schitterende majesteit van Mijn Vader, Mijzelf en de heilige engelen, zal Ik Mij scha- men voor ieder mens die zich nu voor Mij en Mijn woorden schaamt.

Jezus richt zich nu tot een bredere groep dan alleen Zijn 12 leerlingen. Ver- schillende keren heeft de Heiland Zijn lijden, sterven en opstanding aange- kondigd. De aankondigingen lezen we ook bij de andere evangelisten. Maar Lucas voegt er nog iets aan toe dat de andere evangelisten niet doorgeven.

Lucas 9 vers 27:

Eén ding is zeker: Sommigen die hier bij Mij staan, zullen niet sterven voordat zij het Koninkrijk van God hebben gezien!

Simon Petrus legt dit vers voor ons uit. Hij zei dat hij het Koninkrijk zag. Waar zag hij het? Hij schrijft in 2 Petrus 1:16 t/m18, Toen wij u vertelden over de machtige komst van onze Here Jezus Christus, was dat geen verzinsel.

Ik heb met eigen ogen Zijn macht en majesteit gezien. Ik was bij Hem op de heilige berg, toen Hij straalde van de heerlijkheid die God, Zijn Vader, Hem had gegeven. Ik hoorde een machtige stem uit de hemel zeggen: Dit is Mijn geliefde Zoon. Hij verheugt Mijn hart. Dit is de verklaring die Simon Petrus geeft: Ik heb met eigen ogen Zijn macht en majesteit gezien. Waar?

Op de heilige berg, toen Hij straalde van de heerlijkheid die God, Zijn Va- der, Hem had gegeven. Daar hebben Petrus, Jacobus en Johannes het ko- ninkrijk van God gezien (Luc.9:28).

Al Gods kinderen zullen op een dag stralen van de heerlijkheid van God, zoals Jezus straalde bij de verheerlijking op de berg!

(5)

Terwijl Hij aan het bidden was, begon Zijn gezicht te glanzen. Zijn kleren werden verblindend wit. Ineens stonden twee mannen met Hem te pra- ten. Het waren Mozes en Elia! Zij waren gekomen in een hemels licht en spraken met Hem over dat Hij Zijn levenseinde te Jeruzalem zou vol- brengen.

Dat juist Mozes en Elia verschijnen heeft vermoedelijk te maken met de rol die hun was toebedacht in het eindtijdgebeuren. Hun verschijning (terugkeer) zou voorafgaan aan het aanbreken van de heilstijd (Mal.4 en Openbaring 11).

Juist aan het begin van de lijdenstijd weet Jezus Zich gesterkt doordat ‘de hemel’ achter Hem staat.

Lucas 9 vers 32 en 33:

Petrus en de anderen die in slaap waren gevallen, schrokken wakker. Ze zagen Jezus in het hemelse licht staan met de twee mannen bij Zich.

Toen Mozes en Elia op het punt stonden te vertrekken, zei Petrus tegen Jezus: Meester, het is maar goed dat wij hier zijn! Wij zullen drie tenten opzetten. Eén voor U, één voor Mozes en één voor Elia!

Hij was zo in de war dat hij niet wist wat hij zei.

Omdat Lucas uitdrukkelijk vermeldt dat Petrus toen niet wist wat hij zei, is het verstandig om niet te speculeren over de betekenis van zijn woorden. Zijn woorden moeten we zien als een poging om de hemelse bezoekers vast te houden door hen een tijdelijk onderkomen voor de nacht te bieden.

Lucas 9 vers 34 t/m 36:

Maar hij was nog niet uitgesproken of er vormde zich een wolk boven hen die hen overschaduwde. Zij werden vreselijk bang toen zij zagen dat de mannen in de wolk werden opgenomen. Er kwam een stem uit de wolk: Dit is Mijn Zoon! Hem heb ik uitgekozen! Luister naar Hem! Ineens was Jezus weer alleen met Zijn leerlingen. Tot lang na die tijd vertelden zij niemand wat ze gezien hadden.

Net zoals de wolkkolom indertijd neerdaalde op de tabernakel en een wolk de berg Sinaï bedekte als bewijs van Gods tegenwoordigheid, zo vormde er zich ook nu een wolk boven de aanwezigen die Gods aanwezigheid duidelijk maakte.

(6)

derde persoon tot de aanwezige leerlingen gericht. Zíj ontvangen nu een be- vestiging van God de Vader Zelf over de persoon van de Here Jezus.

Lucas 9 vers 37 t/m 43:

Terwijl zij de volgende dag van de berg afdaalden, kwam een grote me- nigte mensen hen tegemoet om Jezus te zien. Er was een man bij die luidkeels riep: Meester! Kom toch kijken naar mijn jongen! Het is mijn enig kind. Hij heeft zo’n last van een boze geest. Als die hem de baas wordt, begint hij ineens te krijsen, krijgt hij stuiptrekkingen en staat het schuim hem op de mond. Die geest laat hem bijna niet los en doet hem veel kwaad. Ik heb Uw leerlingen gevraagd die geest weg te jagen. Maar dat konden zij niet. Wat bent u toch harde en ongelovige mensen, zei Jezus. Hoelang moet Ik nog bij u blijven? Breng uw zoon maar bij Mij.

Nog voordat de jongen bij hem was, sloeg de boze geest hem tegen de grond. Hij bleef hevig stuiptrekkend liggen. Jezus joeg de boze geest uit de jongen weg, genas hem en gaf hem aan zijn vader terug.

Bij het zien van de macht van God werden de mensen met ontzag ver- vuld.

Nadat de 3 discipelen tijdelijk een glimp hebben mogen opvangen van de he- melse heerlijkheid, keren zij samen met Jezus weer terug naar de harde wer- kelijkheid, waarin ze geconfronteerd worden met demonische machten en menselijk ongeloof: een verschil van hemel en aarde!

Jezus doelt met wat bent u toch harde en ongelovige mensen niet alleen op de vader (die de schuld van het falen op Zijn leerlingen wil afschuiven) of op de leerlingen (wie het aan geloof had ontbroken), maar op alle omstan- ders. Zo tekent Jezus in de meest scherpe bewoordingen het contrast tussen de hemel (waar Hij vandaan komt) en de van God vervreemde wereld. De jongen wordt genezen en Jezus gaf de jongen aan zijn vader terug.

Terwijl iedereen nog één en al verbazing was over alles wat Hij deed, zei Jezus tegen zijn leerlingen:

Onthoud dit goed: binnenkort zal Ik, de Mensenzoon, verraden worden en in handen van de mensen vallen. Maar de leerlingen begrepen niet wat hij ermee bedoelde. Het was hun een raadsel. Toch durfden zij Hem er niet naar te vragen. Lukas 9:43 t/m 45

(7)

vs.22) in herinnering. Maar zij begrepen het niet, dat blijkt ook uit wat er nu gebeurt. Lucas 9 vers 46:

Zij begonnen zich af te vragen wie van hen de belangrijkste was.

Ze dachten mogelijk aan een kroon maar niet aan een kruis. Paulus schrijft aan de gemeente in Galatië: Laten wij niet hoog over onszelf opgeven, want daarmee lokken wij alleen maar rivaliteit en jaloezie uit (Gal.5:26).

Lucas 9 vers 47 en 48:

Jezus wist wel wat er in hen omging en liet een kind bij Zich komen.

Luister, zei Hij. Wie zo’n kind namens Mij met open armen ontvangt, ont- vangt Mij. En wie Mij ontvangt, ontvangt God Die Mij gestuurd heeft.

Want wie het meest nederig is, is pas werkelijk groot.

Zo komt het dienen van God en de naaste op de voorgrond te staan. De disci- pelen moeten niet onderling wedijveren om de belangrijkste plaats, maar ieder voor zich moet zich beijveren om de minste te zijn.

De verzen 49 en 50 zijn een overgang van het optreden van de Here Jezus als de Mensenzoon naar een gedeelte dat doorloopt tot Luc.19:27 en handelt over de groeiende tegenstand tegen de Menszoon: Jezus Christus.

In Lucas 9 vers 51 t/m 56 lezen we over Samaritanen die Jezus de toegang tot hun dorp weigeren: Maar de mensen daar wilden niets te maken heb- ben met iemand die naar Jeruzalem ging (Luc.9:53).

In de verzen 57 t/m 62 wordt Lucas 9 afgesloten met onderwijs over het vol- gen van de Here Jezus. Het kost wat om Jezus te volgen. Lucas 9 vers 62:

Jezus antwoordde: Wie gaat ploegen en steeds achterom kijkt, is niet geschikt voor het Koninkrijk van God.

De drie in de verzen 57 t/m 62 genoemde situaties hebben met elkaar ge- meen dat in alle drie de gevallen wel een woord van Jezus wordt vermeld, maar de reactie van de betreffende persoon niet. Hebben zij gehoor gegeven aan de woorden van Jezus of zijn ze teruggeschrokken voor de consequenties van het volgen van Jezus? Door die vraag onbeantwoord te laten creëert Lucas een ‘open einde’ waardoor alle nadruk komt te liggen op wat Jezus zegt en de lezers die vraag voor zichzelf moeten beantwoorden.

(8)

het Hem navolgen) een groep van nog eens zeventig leerlingen aan die Hem met de twaalf, zullen assisteren in de verkondiging van het Koninkrijk.

Zij zullen afreizen naar de steden en dorpen van Galilea om Zijn komst voor te bereiden en de oogst van mensen binnen te halen. Lucas 10 vers 1 en 2:

Jezus wees nog zeventig andere leerlingen aan. Hij stuurde hen twee aan twee vooruit naar de dorpen en steden waar Hij langs zou komen. Hij zei tegen hen: Vraag God meer arbeiders te sturen om de oogst binnen te halen. Want er moet veel geoogst worden, maar er zijn te weinig arbei- ders.

Alleen Lukas vertelt van de zeventig andere leerlingen. De opdracht was voor een beperkte tijd, en hun taak was tijdelijk omdat Jezus naar Jeruzalem reisde. De verzen 3 t/m 9 kunnen we samenvatten in

Breng vrede in elk huis dat je binnengaat (vers 5). En zeg tegen de men- sen dat het Koninkrijk van God heel dichtbij is gekomen (vers 9).

In de verzen 10 t/m 12 geeft de Here instructies over hoe te handelen als de mensen de boodschap afwijzen. Verzen die werkers aan het front in Gods Koninkrijk mogen bemoedigen. Want werken in Gods Koninkrijk is nooit tever- geefs. Het is of tot eeuwig heil (voor hen die gehoor geven aan de bood- schap) of tot een eeuwig oordeel (het zal tegen mensen getuigen). De ver- kondiger staat profetisch in zijn bediening: wie niet gelooft, is al veroordeeld omdat hij geen vertrouwen heeft gehad in de naam van Gods enige Zoon (Joh.3:18). Het is waar, ik kan u het geloof in Christus niet geven maar denk niet dat een mens vrijblijvend naar het evangelie van Jezus Christus kan luis- teren. Lieve, bovenste beste luisteraar: Laat u met God verzoenen!

En anders? Dat kunt u lezen in Lucas 10:10 t/m 16. In vers 16 zegt Jezus te- gen Zijn leerlingen: Wie naar jullie luistert, hoort Mij. Wie jullie negeert, negeert Mij. En wie Mij negeert, negeert God Die Mij heeft gestuurd.

Als de leerlingen terugkomen van hun zendingstocht doen ze verslag bij Jezus (Lucas 10:17 t/m 20). Jezus zegt: Waar jullie vooral blij om moeten zijn, is dat jullie namen in de hemel geregistreerd staan.

(9)

in Jezus teweeg bracht. In het slot van vers 21 zegt Jezus: Dank U, Vader. Zo hebt U het gewild. Lucas 10 vers 23 en 24:

Daarna keek Hij Zijn leerlingen aan en zei: Het is een enorm voorrecht dat jullie dit allemaal mogen zien. Vele profeten en koningen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien, en te horen wat jullie horen.

Maar zij konden het niet.

Luisteraar, is het voor u een voorrecht om de blijde boodschap van Jezus Christus te horen?

De stilte kan weldadig zijn Dan hoor je pas Gods stem, Want in de stilte die Hij schenkt Komt heel je hart tot Hem

(Koffeman-Zijl / Gods Handschrift / De Stilte / couplet 4)

In de volgende uitzending gaan we verder met Lucas 10:25 t/m 42.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Jezus zei: Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.. - Marcus

We zijn door samen het brood te eten verbonden met Hem, met Gods liefde en trouw voor ons?. Er brandde altijd licht als symbool van Gods

Je laat de kinderen iets zien wat jij wel kunt, maar zij niet.. Vertel erbij dat het er vandaag over gaat dat God allerlei dingen kan die wij

“Heb uw vijanden lief.” De mensen hadden Gods hulp nodig om te leven zoals Jezus

Hij laat zien dat het gezag van Jezus uitkomt in Zijn onderwijs en in Zijn macht over de boze geesten.. Jezus en Zijn metgezellen kwamen in

Wanneer Jezus alleen voor zichzelf verrezen was, wanneer God Christus alleen uit de dood had opgewekt voor Christus’ eigen nieuwe lichaam, voor diens eigen eeuwig leven, voor

Veel joden droomde ervan om ooit naar un land Israël te kunnen terugkeren... Wat zie je op

Het slot van het aardse leven hoeft niet de dood te zijn, maar is het leven voor altijd.. Als bewijs dat Jezus het leven is en kan geven, mag Lazarus uit het graf komen en