Voorwoord
Jezus zei: Laat de kinderen bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.
- Marcus 10:14 (NBV)
In het koninkrijk van God horen kinderen erbij. Jezus riep hen bij zich en omarmde en zegende hen. Kinderen zijn daarom nooit te jong om de bijbelverhalen te horen. In het woord van God kunnen ze ontdekken wie God is en voor hen wil zijn.
In de Peuterbijbel vind je veertig verhalen voor je peuter. Verwon- der je samen met Adam en Eva over de prachtige tuin. Ga met het volk van God op reis. En ontdek wie het kind in de stal is.
Voorlezen is belangrijk voor jonge kinderen. Deze Peuterbijbel maakt voorlezen tot een feest!
Na elk verhaal is er een opdracht op peuterniveau:
schommelen in een boot, regengeluiden nadoen of muziek maken voor God. De sfeervolle illustraties van Marieke ten Berge nodigen je peuter uit om te kijken, alles aan te wijzen en te benoemen.
Ik wens je bij het lezen van deze Peuterbijbel Gods zegen toe!
Willemijn de Weerd
Oude Testament
1. In het begin - Genesis 1 2. Adam en Eva - Genesis 2 3. Uit de tuin - Genesis 3 4. De grote boot - Genesis 6-7 5. De toren van Babel - Genesis 11 6. Op reis - Genesis 12 7. Sterren tellen - Genesis 15, 21 8. Jakob en Esau - Genesis 25
9. Jozef - Genesis 37
10. Mozes - Exodus 3-4
11. Een pad door de zee - Exodus 14, 16, 17 12. Gideon - Rechters 6-8 13. Noömi en Ruth - Ruth 1-4 14. Samuel - 1 Samuel 3 15. David zingt - Psalm 23 16. Reus Goliat - 1 Samuel 17 17. Naäman - 2 Koningen 5 18. Ester - Ester 1-8 19. Daniël - Daniël 6
20. Jona - Jona 1-2
Oude Testament
11 17 23 29 35 41 47 53 59 65 71 77 83 89 95 101 107 113 119 125
Oude Testament
135 141 147 153 159 165 171 177 183 189 195 201 207 213 219 225 231 237 243 249
Nieuwe Testament
21. Zacharias en Elisabet - Lucas 1 22. Engel op bezoek - Lucas 1 23. Jezus is geboren - Lucas 2
24. Herders - Lucas 2
25. De ster - Matteüs 2 26. Waar is Jezus? - Lucas 2 27. Kom met Mij mee! - Matteüs 4 28. De wijn is op - Johannes 2 29. Storm op het meer - Lucas 8 30. Dochtertje van Jaïrus - Lucas 8 31. De goede herder - Johannes 10 32. Kinderen bij Jezus - Marcus 10 33. Zacheüs - Lucas 19 34. Hosanna! - Matteüs 26 35. Vieze voeten - Johannes 13 36. Hij leeft! - Johannes 19-20 37. Terug naar de hemel - Handelingen 1 38. Pinksteren - Handelingen 2 39. Samen delen - Handelingen 2 40. Alles wordt nieuw - Openbaring 21
4. De grote boot
Genesis 6-7
29
Op een dag zegt God tegen Noach:
‘Bouw een boot, want Ik wil de aarde schoonmaken.
Alles komt onder water te staan.’
Noach begint meteen.
Zijn zonen helpen mee.
Wat wordt de boot groot!
Als de boot af is, stuurt God dieren.
Een heleboel!
Ze mogen mee in de boot.
Het begint te regenen.
Eerst zachtjes: tik, tik, tik.
Dan hard: TIK, TIK, TIK.
In de boot zit iedereen droog.
Eindelijk stopt de regen.
Het water gaat weg.
God belooft dat er nooit meer zoveel water komt.
Maak regengeluiden door op de tafel te tikken.
Eerst regende het zachtjes.
(Tik zachtjes op de tafel.) Toen regende het hard.
(Tik hard op de tafel.) Toen werd het stil.
34
32. Kinderen bij Jezus
Marcus 10
201
Er staan een heleboel grote mensen om Jezus heen.
Ze luisteren naar zijn verhalen.
Er komen kinderen naar Jezus toe.
Zij willen ook luisteren naar zijn verhalen.
‘Ho! Stop!’ zeggen de vrienden van Jezus tegen hen.
‘Jezus heeft het druk.’
Maar Jezus zegt:
‘Laat de kinderen bij Mij komen.
Jullie moeten ze niet tegenhouden.’
Nu rennen de kinderen naar Jezus toe.
204
De grote mensen gaan allemaal aan de kant.
Jezus praat met de kinderen en Hij houdt een kleine baby vast.
Wat is het fijn om bij Jezus te zijn!
205
Jij mag ook bij Jezus komen, net als de kinderen uit het verhaal.
Jezus is nu niet meer op de aarde.
Toch kun je met Hem praten, door te bidden.
Wat wil je aan Hem vertellen?
206