^ ^
! ! . . t =
,'
^^ ^ - I^I ^ ^
;^
#
.^ ^ \ ^
Hele tekst
,'
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Mijn kind, uw stem is zoo dof en mat, of uw hart zijn schoonst geheim vergat, 't geheim van het leven, waar altijd weer in opborrelt een bron, zich in vormt een meer, in openspringt
Ze was overdag veel kalmer dan vroeger, ze peinsde en sufte niet meer zoo dikwijls, en toen de meid d'r eenmaal was, had ze niet meer noodig zich erg in te spannen, en werd van
Zocht Romer of Barbaer den roem of roof der aerde (1) , Stond een oneerlyk vorst naer 't regt van Land of Stad (2) , Of stortte Godsdiensthaet op 't menschdom dat ontaerde (3) , Of
Daarna heb ik gezworven - o mijn hart - Door verre vlakten en naar 't lage land, Alleen - alleen - een koning die voor kroon Zijn sluike haar droeg en voor mantel rag, En niet
Ik dacht Donderdag naar Jacques te gaan, maar mijn moeder is weer erg benauwd en zoo - en de huisploert hier is halfgaar, wat niet bepaald zenuwstillend is, en voor mijn moeder
Ge zoudt het niet zeggen hé, maar voor iemand die zijn oogen den kost wil geven, is er geen beter plaats in geheel de stad Gent dan daar op den hoek van de Vlaanderenstraat. En
Scheen het haar te behagen, Wist niet of 't moest zoo zijn, Maar zij hoort eens verhalen, Van deez' twee gasten dat, Zij hadden haar gestolen, Te Weenen in de stad.. Toen ging zij
Neen, 't belge u niet, indien, voor eigen zangen, Ik thands mijn' toon door beter doe vervangen, En voor een stem die hart noch ooren terg', Een luttel gunst, een luttel