Adriaen van de Venne, VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Dat hij 's zondags wel in de kerk komt, maar dat hij niet leeft als een christenmens en dat het daar meer op aankomt dan op wat staan lummelen onder het oksaal, iets waar ons Heer
Alles rondom hem, stond wreed ongevoelig, te voldoen zijn eigen lust aan 't leven; al 't groente dronk de kracht uit de lavende lucht, en 't zoop zijn eigen zat aan 't voedsel uit
De tweede nieuwe overtoomsche markt-schipper, of Durkerdammer kramer. Beladen met liederen.. Als toen ging hij haar vader vinden, Die weinig dacht al op zijn jongste kind, Mijnheer!
HEt was een paert dat op een hert zeer nydich was om dattet selue hert | veel scoenre was dan hi Ende dit voerghenoemde paert ouermits groote | [10] nydicheyt ghinck tot enen
mitten bloede onser kinderen ende si sijn beyde doot Als dit die keyserinne hoerde wort si bedruct als van der naturen weghen hoe wel dat si te voren gheseit hadde dat si lieuer
Wij zullen wel blazen, Riepen de hazen, De kikker zal kwaken, Riepen de snaken!. Elise Bake, Het bal
Zeg, ezeltje, het spijt mij wel, En 't klinkt onaangenaam, Maar inderdaad gij staat niet gansch.. Ter goeder naam
Onze vrienden onder de