Sinne- en minnebeelden. Deel 3. Apparaat
Jacob Cats
Editie Hans Luijten
bron
Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden. Deel 3. Apparaat (ed. Hans Luijten). Constantijn Huygens Instituut, Den Haag 1996
Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/cats001sinn03_01/colofon.php
Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn.
1
I Bibliografie
3
Edities van Cats' Sinne- en minnebeelden
Hieronder volgt een overzicht van de verschillende Nederlandstalige edities van Cats' Sinne- en minnebeelden, als afzonderlijke uitgaven en als onderdeel van de verzamelde werken.
De uitgaven uit 1618 en 1627 zijn het meest uitvoerig beschreven; beknopter de edities die tijdens Cats' leven zijn verschenen en summier de tussenliggende en overige stadia in de drukgeschiedenis. Opname van afzonderlijke emblemen in - diverse - bloemlezingen worden buiten beschouwing gelaten. De gegevens zijn ontleend aan het Nederlands openbaar bibliotheek- en archiefbezit, aan de in Nederland beschikbare bibliotheekcatalogi, evenals aan de volgende
(embleem)bibliografieën (chronologisch geordend, voorafgegaan door de gebruikte afkorting):
[MC] W.C.M. de Jonge van Ellemeet, Museum Catsianum 1837-1887. Tweede, vermeerderde uitgave. 's-Gravenhage 1887.
[De Vries] A.G.C. de Vries, De Nederlandse emblemata. Geschiedenis en bibliographie tot de 18e eeuw. Amsterdam 1899.
[CGBNP] Catalogue général des livres imprimés de la Bibliothèque Nationale.
Paris 1905, deel 24, 1206-1214.
[Landwehr 1970] J. Landwehr, Emblem books in the Low Countries 1554-1949.
A bibliography. Utrecht 1970.
[NUC] The National Union Catalog of pre-1956 imprints. Library of Congress.
London etc. 1970, deel 100, 157-164.
[Ten Berge 1979] D. ten Berge, De hooggeleerde en zoetvloeiende dichter Jacob Cats. 's-Gravenhage 1979, 226-262.
[BLGC] The British Library General Catalogue of printed books to 1975. London etc. 1980, deel 56, 314-318. Dit is een uitgebreide versie van de British Museum General Catalogue of printed books. Photolithographic edition to 1955. London 1965, deel 35, 539-547.
[Warncke 1982] C.-P. Warncke, ‘Emblembücher in der Herzog August
Bibliothek. Eine Bestandsverzeichnis.’ In: Wolfenbütteler Barock-Nachrichten 9-Heft 2 (1982), 346-370, i.h.b. 352.
[Heckscher en Sherman 1984] Emblem books in the Princeton University Library. Short title catalogue. Red. W.S. Heckscher en A.B. Sherman. M.m.v.
S. Ferguson. Princeton 1984, 11, nrs. 193-194.
[Landwehr 1988] J. Landwehr, Emblem and fable books printed in the Low Countries 1542-1813. A bibliography. Third edition. Utrecht 1988, 70-90.
[Black en Weston 1988] A short title catalogue of the emblem books and related works in the Stirling Maxwell Collection of Glasgow University Library (1499-1917). Ed. H.M. Black en D. Weston. Glasgow 1988.
4
[IDC] Inter Documentation Company. Emblem books. Ed. W. van Dongen.
Leiden 1990, 3.
[Simoni 1990] A.E.C. Simoni, Catalogue of books from the Low Countries 1601-1621 in the British Library. London 1990, 109-110, nrs.C64-C65.
[STCN] Short-Title Catalogue Netherlands: Online database, raadpleegbaar via Pica. Retrospectieve nationale bibliografie van Nederland tot 1800. Thans zijn de collecties van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag en de
Universiteitsbibliotheken van Amsterdam en Leiden bewerkt; het project is nog niet afgerond.
In de bovenstaande bibliografieën worden drie uitgaven genoemd die elders niet zijn teruggevonden. Het zijn waarschijnlijk onvolledige of foutieve beschrijvingen:
1 NUC(nr. 0232155) vermeldt: Sinne en Minne beelden. Antwerpen 1712.
Collectie: American Antiquarian Society, Worcester (Massachusetts).
2 CGBNP, 1212: Sinne- en minnebeelden. Amsterdam. J.J. Schipper. S.a. In 4o, 120 p. Sign.Yi 351 (1). Vgl. de nrs.B.25 enB.26 hieronder.
3 VolgensBLGC(12305 bb 39) is er een uitgave: Zinne- en minnebeelden;
Self-stryd; Tooneel der mannelyke agtbaarheidt; Galathea, of hardersklagt;
Klagende maegden; en andere mengelrymen... Leiden 1736. 8o. De in Nederland vroegst bekende uitgave die gedrukt is te Leiden dateert uit 1745 (zie nr.B.33).
1 Beschrijving van de edities van Cats' Sinne- en minnebeelden
De volgorde van de (uitgebreide) beschrijvingen is telkens:
1 Titel.
Gehele titel (geen quasi facsimile) a.
b. Drukkersmerk/versiering c. Plaats
d. Boekverkoper, drukker e. Jaartal
f. Opmerkingen
2 Plaatsen waar de exemplaren berusten, met signaturen; de met een asterisk gemerkte exemplaren zijn bekeken. Van het cursief aangegeven exemplaar volgt een beschrijving. Opmerkelijke afwijkingen in verschillende exemplaren van één editie zijn onder punt 11 aangetekend.
3 Afmetingen van het boek, in centimeters (hoogte × breedte).
4 Delen van het boek en de titels van de verschillende delen.
5 Illustraties: aantal; plaats in het werk; afmetingen (hoogte × breedte); en eventuele bijzonderheden.
6 Formaat en collatieformule (indien mogelijk, volgens de beschrijving in de
STCN). Bij een convoluut is alleen de formule van de Sinne- en minnebeelden opgenomen.
7 De opbouw van de bundel met aanduiding van het begin van nieuwe onderdelen.
8 Signering (volgens de methode Verkruijsse 1983).
9 Paginering (volgens de methode Verkruijsse 1983).
10 Vingerafdruk (toegepast zoals in deSTCN).1 11 Aantekeningen.
12 Verwijzing naar enkele bibliografieën.
Eindnoten:
1 De vingerafdruk kan worden gebruikt voor het onderscheiden van drukken. Hij ‘bestaat uit een signatuur en de tekst die er recht boven staat en die geheel binnen de breedte van de signatuur valt. Letters die er gedeeltelijk binnenvallen, worden genegeerd. Genomen worden de eerste en laatste signatuur van zelfstandig gesigneerd voorwerk, hoofdwerk en nawerk (voor zover aanwezig). De formule bestaat uit jaar en formaat van het boek, een indicator, de signaturen, de tekst erboven en interpunktie tussen deze onderdelen.’ P.C.A. Vriesema, ‘De
STCN-vingerafdruk.’ In: Documentaal 15 (1986), 55-61, citaat 55. Bij het vergelijken van alle signatuurposities in Cats' Proteus (nr.B.9 uit 1627) kwam twee keer een verschuiving binnen één katern aan het licht, waarvan één met opmerkelijke veranderingen.
5
2 Lijst van afkortingen
Zie ook de lijst van afkortingen voorafgaand aan de Geraadpleegde literatuur.
Atheneum Bibliotheek Deventer
ABD
Bibliotheek Albertinum Nijmegen
BAN
British Library London
BLL
Bibliotheek Vakgroep Nederlands (afd.
literatuur) Gent
BNG
Bibliothèque Nationale Paris
BNP
Boston Public Library
BPL
District of Columbia, Library of Congress
DLC
Folger Shakespeare Library Columbia
U.S.A.
FSC
Gemeentearchief Dordrecht
GAD
Gemeentearchief Den Haag
GAH
Gemeentebibliotheek Rotterdam
GBR
Gentse Universiteitsbibliotheek
GUB
Glasgow University Library, Stirling Maxwell Collection
GUL
Herzog August Bibliothek Wolfenbüttel
HAW
Henry E. Huntington Library San Marino
HHS
Harvard University Cambridge
HUC
Koninklijke Bibliotheek Den Haag
KB
Koninklijke Bibliotheek Brussel
KBB
Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg
KUB
Letterenbibliotheek Utrecht
LBU
Library Company of Philadelphia
LCP
Newberry Library Chicago
NLC
Ottema Kingma Bibliotheek Leeuwarden
OKL
Provinciale Bibliotheek Leeuwarden
PBL
Provinciale Bibliotheek Zeeland, Middelburg
PBZ
Prentenkabinet - Kunsthistorisch Instituut Leiden
PKL
Plantin Moretus Antwerpen
PMA
Princeton University Library, Princeton
PRI
Technische Universiteit Delft
TUD
Rijksprentenkabinet Amsterdam, Rijksmuseum
PKA
Rijksprentenkabinet Rotterdam, Museum Boymans van Beuningen
PKR
Stadsbibliotheek Antwerpen
SBA
Streekarchiefdienst Hollands Midden (Goudse Librije), Gouda
SHG
Stadtbibliothek Trier
SBT
Universiteitsbibliotheek Amsterdam
UBA
Universiteitsbibliotheek Groningen
UBG
Universiteitsbibliotheek Leiden
UBL
Universiteitsbibliotheek Nijmegen
UBN
Universiteitsbibliotheek Utrecht
UBU
University of Chicago, Chicago
UCC
BibliotheekUFSIA(Universitaire Faculteit St. Ignatius Antwerpen)
UFA
University of Illinois, Urbana
UIU
University of Minnesota, Minneapolis
UMM
University of North Carolina, Chapel Hill
UNC
Union Library Catalogue of Pennsylvania, Philadelphia
UPP
6
University of Texas, Austin
UTA
Vrije Universiteit Amsterdam
VUA
Yale University New Haven
YUN
3 Beknopt chronologisch overzicht van de verschillende edities
1 1618-1. Ed. princ. Middelburg, H. van der Hellen.
2 1618-2. Nieuwe uitgave, mét proza. Middelburg, H. van der Hellen.
3 1619-1 [1619, 1618]. Heruitgave. Amsterdam, W. Iansz [Blaeu].
4 1619-2 [1619, 1519 [= 1619]]. Heruitgave. Amsterdam, W. Iansz [Blaeu].
5 1620 [1620, 1519 [= 1619]]. Heruitgave. Amsterdam, W. Iansz [Blaeu].
6 1622. Amsterdam, W. Iansz Blaeu.
7 1624. S.l.
8 Tussen 1622 en begin 1625? Amsterdam, W. Iansz Blaeu.
9 1627. Rotterdam, P. van Waesberge.
10 1629. 's-Gravenhage, A. van de Venne en I. Ockerss.
11 In of na 1629. S.l. s.a.
12 Tussen 1624 en 1632? S.l. s.a.
13 Circa 1633-1634. S.l. s.a.
14 Circa 1635. S.l. s.a.
15 Circa 1635. S.l. s.a.
16 Circa 1635? S.l. s.a.
17 Circa 1635? S.l. s.a.
18 Circa 1640. S.l. s.a.
19 Circa 1640-1645. Gouda, P. Rammazeijn. S.a.
20 Circa 1645. Heruitgave. Dordrecht, M. de Bot. S.a.
21 Circa 1644-1645. S.l. s.a.
22 1655.ADW. Amsterdam, J.J. Schipper.
23 1658.ADW. Amsterdam, J.J. Schipper.
24 1659.ADW. Dordrecht, J. Savry.
[1660: Cats sterft]
25 1661.ADW. Heruitgave. Amsterdam, J.J. Schipper.
26 1665.ADW. Amsterdam, J.J. Schipper.
27 1700.ADW. Amsterdam en Utrecht, D. van Dalen, F. Halma, Wed. A. van Someren, J. en W. vande Water.
28 1712.ADW. Amsterdam en 's-Gravenhage, J. van Heekeren, A. Hasebroek, A.
van Damme, Wed. van G. de Groot, J. Ratelband, P. van Thol.
29 1717. Amsterdam, A. Schoonenburg, E. en J. Visscher.
30 1720. Amsterdam, Wed. B. Visscher.
31 1726.ADW. Amsterdam en 's-Gravenhage, J. Ratelband, Wed. J. van Heekeren, H. Uytwerf, I. van der Putte, P. van Thol, P. Husson.
32 1729. Amsterdam, E. Visscher.
33 1745. Leiden, Wed. en zoon van J. van der Deyster.
34 1779. Leiden, H. van der Deyster.
35 1786-1787.ADW. Gent, C.J. Fernand.
36 1790-1799.ADW. Ed. R. Feith. Amsterdam, J. Allart.
37 1828.ADW. Amsterdam, Gebroeders Diederichs.
38 1834.ADW. Ed. R. Feith. Heruitgave. Amsterdam, C. Weddepohl.
7
39 1843-1854.ADW. Deventer, A. ter Gunne.
40 Circa 1861.ADW. Voorrede W.J. Hofdijk. Tiel, s.a. H.C.A. Campagne.
41 1862.ADW. Ed. J. van Vloten. Zwolle, Erven J.J. Tijl.
42 [1870].ADW. Schiedam, s.a. H.A.M. Roelants.
43 [1876].ADW. Schiedam, H.A.M. Roelants.
44 1880.ADW. Ed. W. Wolterink. Dordrecht, J.P. Revers.
45 1905. Ed. E.v.O. Rotterdam, D.A. Daamen.
46 1960. Ed. J. Bosch. Kampen, J.H. KokN.V.
4 De edities Nr. B.1 1618-1
Silenus Alcibiadis, sive Proteus, vitae humanae a
1
ideam, emblemate trifariam variato, oculis subijciens.
Deus nobis haec otia fecit.
Middelburgi, ex officina typographica Iohannis Hellenij. AnnoM.DC.XVIII. Cum privilegio. (Afb.
B.1.1).
Beer met twee ranken (afm. 3,5 × 5,3 cm.).
b
Middelburg c
Hans van der Hellen d
1618 e
Aanhaling op titelpagina ontleend aan Vergilius, f
Eclogae,I, 6: ‘O Meliboee, deus nobis haec otia fecit’
(O Melibeus, god heeft ons de rust daarvoor gegund).
KB144D2*;UBL1018C
1*;GUL386,SM1277*;
2
UBU132B1*;UBA2003E
6*;UBL HOTZ5268*;BLL
831 i 17 [C64].
Afm. 22,1 × 17,1 cm.
3
Drie delen:
Deel 1: titelpagina (zie hierboven); gegraveerde 4
titel: Sinn'- en- minne-beelden.
Emblemata, amores moresque spectantia.
Emblemes, touchants les amours et les moeurs. (Zie afb. 1).
Deel 2: gegraveerde titel:
Sinne-beelden, eertijts minne-beelden, nu gebruijckt tot leere der seden. Emblemata, ante quidem amatoria, nunc vero in moralis doctrinae sensum magis serium translata. Emblemes, traduits des ieux d'amour, au reiglement des moeurs.
(Zie afb. 3); titelpagina:
Sileni Alcibiadis, sive Proteos, pars secunda.
[Versiering: ruit in de vorm van ranken (afm. 5,3 × 5,5 cm.)] Middelburgi, ex officina Iohannis Hellenij.
M.DC.XVIII. Cum privilegio.
(Afb.B.1.2).
Deel 3: gegraveerde titel:
Sinne-beelden, eertyts minne-beelden, nu
ghetoghen tot stichtelijcke bedinckingen. Emblemata, ante quidem amatoria, nunc vero in sacras meditationes transfusa. Emblemes, des vanites amoureuses, traduits aux meditations chretienes (zie afb. 4);
titelpagina: Sileni Alcibiadis, sive Proteos, pars tertia. [Beer met ranken (afm. 4,2 × 8,4 cm).] Middelburgi, ex
officina Iohannis Hellenij,
M.DC.XVIII. Cum privilegio.
(Afb.B.1.3).
Drie titelprenten, voor elk deel, resp. 1: 19,4 × 14,8 5
cm.; 2: 19,1 × 14,5 cm.; 3:
19,2 × 14,7 cm.; 153 embleemprenten, alle op de rechterpagina;21
tussengevoegde
kinderspel-prent (afm. 17,7
× 28,9 cm. De tekst meegerekend is de hoogte:
20,7 cm.), in deel 2 tussen pagina 106 en 107. De prent is aan de onderzijde afgesneden. Enkele details zijn ingekleurd in bruin.
Op de achtergrond de abdij van Middelburg. (Afb.
B.1.4).
8
Bijzonderheden over de drie titelprenten (een beschrijving en toelichting is te vinden in deel 2, hoofdstuk 2.4.1):
Deel 1, tekst behalve de gegraveerde titel ook:
- links op de verhoging: ‘A Venne Inventor. Ano 1618.’
- rechts op de verhoging: ‘Fran. Schillemans sculp.’
- links onder de apothekerspot: ‘Meliora, latent.’
- rechts onder de vijzel: ‘Tundatur, olebit.’
- middenonder, binnen het kader: ‘Lusus Ingeny Juvenilis Lib. 1.’
Deel 2, tekst behalve de gegraveerde titel ook:
- op de briefrol die de bebrilde man (tweede van links) vasthoudt, staat: ‘Imper[.] cesa // flavius [..]
// imperatoriam // maiestatem // non solum // armis decor = // ratam sed et. // legibus opor = // tet esse arm = // atam. Ut // utrumq[ue] // tempu’.3
- links onder de door de zon beschenen druiven, binnen het kader: ‘Suum cuique’.
- rechts onder het waterpas, binnen het kader:
‘Bonus cum Bonis’.
Deel 3, behalve de gegraveerde titel ook:
- links op de verhoging: ‘AV. Venne inve [onderbroken door schoen] 1618.’
- rechts op de verhoging: ‘F. Schillemans sculp.’
- links onder een knielende olifant, buiten het kader:
‘O lumen! O Numen!’
- rechts onder een vuurijzer van een kuiper, buiten het kader: ‘Ne procumbat humi.’
4o* - 4*45* - 6*2A-P4 2A-O4 3A-O4
6
Titelpagina [*1r]
7
Blanco [*1v]
Titelprent deel 1 [*2r]
Blanco [*2v]
Ad lectorum, de fine huius opusculi, praefatio.
*3r
Voor-reden ende verclaringhe over het 2*2r
oogh-merck des schrijvers, in dit werck.
Aen de Zeeusche ionck-vrouwen.
4*1r
Danielis Heynsii in emblemata clariss.
[4*4r]
consultissimique viri D.J.
Catzii J.C.ti. Epigrammation.
Ad ampliss.
ornatissimumque virum D.
[4*4v]
Jacobum Catsium J.C.
Hominem triplici emblemate graphice exprimentem.
[+] Ad eundem.
[Ondertek.] I. Lyraeus.
Ghedicht ter eeren den hoogh-gheleerden D.I. Cats 5*1r
op sijne constrijcke
sinne-beelden. [Ondertek.]
L. Peutemans.
Op de drie boucken der Sinne-dichten ende beelden 5*1v
van den hooghgeleerden heere D. Jacob Cats.
[Ondertek.] I. Hobius.
Tot den leser. [Ondertek.]
J.F.
[+] Errata [zie voor de tekst en de vertaling, hieronder sub. 11].
[5*2v]
Au tres-digne d'honneurs
& bon-heurs, le tres-docte 6*1r
signeur Iaques Cats, I.C.
Sonnet encomiastique; sur ses emblemes tripliques.
[Ondertek.] Iosuah Sylvester.
Aenden hoogh-gheleerden D. Iacob Cats, op het boeck 6*1v
van sijn constrijcke sinne-beelden, (van de welcke sijn gunst mijn een vereert heeft.) [Ondertek.]
Anna Roemers.
9
Gedicht ter eeren van den hoogh-gheleerden heer 6*2r
Iacob Cats I.C. Op sijne const-rijcke sinne-beelden.
[+] Ter eeren van den selven. [Ondertek.] Iac.
Luyt. I.C.
Clinck-dicht op de
drie-sinnighe sinne-beelden 6*2v
van den hoogh-gheleerden ende achtbaren heere D.
Iacob Cats. [Ondertek.] S.
de Swaef.
Blanco [A1r]
51 emblemen (= p. 2-104).
[A1v]-N4v
Orbis Atlas Amor est.
Liefde weerelt-dragher.
O1r
Dient tot uyt-legginghe van het beelt des opschrifts staende hier vooren op het eerste blat (= p. 105).
Cupido wech-gheloopen, ende verloren. Meest uyt
O1v
Moschi Grieksche ghedichten (= p. 106).
Harders-liet (= p. 109).
O3r
Inleydinghe totte leere der seden. Aen alle
[P4r]
roock-eters, taback-blasers, lief-hebbers der ydelheyt (= p. 119).
Desinit in lachrimas.
[+] Au iouvenceau
mange-fumée, c'est a dire, [P4v]
amateur de vanitez (= p.
120).
Titelprent deel 2 [2A1r]
Blanco [2A1v]
Titelpagina [2A2r]
51 emblemen (= p. 4-105).
[2A2v]-2O1r
Kinder-spel (= p. 106;
prent tussen 106 en 107).
2O1v
Blanco [2O4v]
Titelprent deel 3 [3A1r]
Blanco [3A1v]
Titelpagina [3A2r]
51 emblemen (= p. 4-107).
[3A2v]-3O2r
Volghen tot vullinghe vande ledighe plaetse,
3O2v
sommighe stichtelijcke bedenkingen.
Blanco [3O4v]
[$ 4 (- *1,2, - 4*4, - 5*2, -A1, -P4, -2A1,2, -2O4, -
3A,1,2, -3O4 (3A3 gesigneerd alsA5,3B4 alsA4,3M2 als
M3)].
8
192 bladen [40] [1] 2-120 (28 gepagineerd als 25, 77 als 47, 86 als 63, 115 als 113; [3] 4-111 [1] (94 gepagineerd als 64); [3] 4 5 6-107 [4] [1].
9
1 # 161804 a1 *3 M: *a2 4*3 rt$noch$a - *b1A4 pus$:
*b2O2 ach
2 # 161804 b1A3 a$in$ *b2Ot$
3 # 161804 *b1Bel b2O3 on 10
Het betreft hier de ed. princ., de enige uitgave met drie keer eenenvijftig embleemprenten. In deel twee is 11
embleemXIgenummerd alsII; de prent hoort bovendien bij embleemXIII, terwijl die vanXIIIbijXIhoort. Het Leidse exemplaar (UBL1018C1) heeft eveneens de verkeerde nummering, maar de prenten staan hier wel goed, dat wil zeggen: de muis bijXIen de papagaai bij
XIII; dit is ook bij het exemplaar in Amsterdam (UBA
2003E6) en Glasgow (GUL386,SM1277) het geval;
een aanwijzing dat er gecorrigeerd is op de plaatpers.
In deel drie zijn de emblemenIenIIniet genummerd.
Versieringen op: 83, 2*IV, 2*2, 4*, 4*4, 6*, 6*2V, 119;
[niet in dl. 2]; 107, en [108].
10
Cats zegt dat de tekst door correctoren werd nagekeken. Zelf heeft hij hem kennelijk (maar achteraf) nog eens kritisch gelezen, zoals blijkt uit de volgende Errata, afgedrukt op [5*2v]:
Pag. 2. lin. 1. Pro pars sudis igne caret, lege, calet. Graeca omnia vitiosa sunt, cum caret Typographus Graecis typis, remitto igitur Lectorem ad ipsos Autores.
Pag. 20. pro Pryum, lege, Pyrum. Pag.
23. Pro eo quod ibi est, lege, Nisi Cupidum hominem postulat, se in plagas coniicere eos postulat, eos confectatur, subdole blanditur, & c. Pag. 36. lin. 5.
pro terret, lege, torret. Pag. 104. lin. 6.
pro quem, lege, quam. Pag. 88 lin. 6 voor spruyten. leest spruytjen. Pag. 110. lin.
22. voor spruyt, leest spuyt. Ibid. lin. pen.
voor ziltich-zout, leest bitter-zout.
Reliqua per te facile corriges.
Secundae partis Errata. Pag. 21. col. 1.
lin. 4. Pro Lib. 6. lege, Lib. 5. Ibid. col.
2. lin. 1. pro Magis quam gladiis consternunt, leg. Magis quam gladius, consternant. Pag. 32, lin. 1. pro leeu, lege, luy. Pag. 104. lin. derniere, pour, & grand honneur, lisez, en grand honneur.
Litteras Maiusculas quae incuria
Correctorum ubique fere remanserunt &
alia leviscula Errata aequus Lector facile corriget.
In vertaling: ‘Lijst van verbeteringen.
Pagina 2, regel 1. Lees voor “pars sudis igne caret”, “calet”. Alle Griekse citaten zitten vol fouten, omdat de drukker geen [lees: niet alle] Griekse lettertekens heeft, ik verwijs daarom de lezer naar de schrijvers zelf. Pagina 20 voor “Pryum”
lees “Pyrum”. Pagina 23, lees in plaats van wat daar staat: “Nisi Cupidum hominem postulat, se in plagas coniicere eos postulat, eos confectatur, subdole blanditur,” enz. Pagina 36, regel 5 “terret”
moet zijn “torret”. Pagina 104, regel 6 voor “quem” lees “quam”. Pagina 88,
regel 6 voor “spruyten” lees “spruytjen”.
Pag. 110, regel 22 voor “spruyt” lees
“spuyt”. Op dezelfde bladzijde, de één na laatste regel, voor “ziltich-zout” lees
“bitter-zout”. De rest zult u gemakkelijk zelf kunnen verbeteren.
Errata van de tweede afdeling. Pagina 21, kolom 1, regel 4, voor “Lib. 6” lees
“Lib. 5”. Op dezelfde bladzijde, kolom 2, regel 1, lees voor “Magis quam gladijs consternunt”: “Magis quam gladius, consternant”. Pagina 32, regel 1 [= motto]
voor “leeu” lees “luy”. Pagina 104, laatste regel, voor “& grand honneur” lees “en grand honneur”.
De hoofdletters die door onachtzaamheid van de correctoren bijna overal zijn nagelaten en andere minder belangrijke fouten zal de welwillende lezer
gemakkelijk kunnen verbeteren.’
De correcties die Cats hier voorstelde zijn in latere uitgaven op één na doorgevoerd:
coniicere eos postulat (in het
Plautus-citaat op p. 23) bleef in de editie 1627 (XII.A.4.b) coniicere eos cupit; zo staat het overigens ook bij Plautus.
ExemplaarGUL386,SM1277 heeft een afwijking in de signering ten opzichte van
KB144D2 dat hierboven beschreven is:
daarin is namelijk niet3A3 gesigneerd alsA5, en3B4 alsA4, wat wijst op een perscorrectie. Verder heeft exemplaarUBL HOTZ5268 in deel 1 geen titelpagina.
MC, 27 (geen correcte beschrijving); De Vries, 78; Landwehr 1970, 80; Ten Berge 12
1979, 227-228, nr. 1A; Landwehr 1988, 104-105.
Nr. B.2 1618-2
Als nr.B.1 (1618-1).
1
KB477C37*;GUL387,SM293*;GUL
387,SM293A*;PBZ1110B12*;NUC
2
0232148:YUN;NUC0232148:FSC;NUC
0232148:PRI N7710.C31;NUC0232148:
NLC;NUC
11
0232148:HHS;BNP Yi 375-378 [misschien nr.B.1, ed.
1618-1];IDC LO-193*;VUA XH00091*;GUB ACC
38445*;GAH Cd 89 1.
KB477C37: 22,4 × 17,6 cm.;GUL387,SM293: 21,1 × 17 cm.;GUL387,SM293A: 21,4 × 16,4 cm.;PBZ1110
B12: 21,1 × 16,3 cm.;VUA XH00091: 22,0 × 17,2 cm.
3
Als nr.B.1 (1618-1).
4
De titelprent van deel 1 vooraan, de titelprenten van 2 en 3 vóór de titelpagina's; de 51 embleemprenten: alle 5
op de rechterpagina (vgl. voor de afm. van de embleemprenten: noot 2 bij nr.B.1); de prent van de spelende kinderen (afm. 18,1 × 29,4 cm., inclusief bovenschrift: 20,8 cm. hoog) in deel 2 tussen de pagina's 106 en 107.
De drie titelprenten: de prent vóór deel 1 is dezelfde als die in nr.B.1 (1618-1). In deel 2, behalve de
gegraveerde titel extra tekst ten opzichte van de editie 1618-1, namelijk onder het zwartkader, binnen de plaatafdruk: ‘Seneca Desine eadem velle senex, que voluisti puer’.4In deel 3 extra tekst onder het
zwartkader, binnen de plaatafdruk: ‘1 Corinth. 13.11 Cum puer essem, loquebar, sapiebam cogitabam ut puer;
At, vir cum factus sim, puerile omne deposui’.5
4o*4A-P4 2A-2O4 3A-3O4
6
Titelprent [*1r]
7
Blanco [*1v]
Aen de Zeeusche Ionck-vrouwen.
*2r
Danielis Heijnsii. In Emblemata clariss.
*4v
consultissimique viri D.J.
Catsii J.Cti. Epigrammation.
Blanco [A1r]
51 emblemen (=p. 2-104).
[A1v]-N4v
Orbis Atlas Amor est.
Liefde weerelt-dragher.
O1r
Dient tot uyt-legginghe van het beelt des opschrifts staende hier vooren op het eerste blat (= p. 105).
Cupido wech-gheloopen, ende verloren. Meest uyt
O1v
Moschi Grieksche ghedichten (=p. 106).
Harders-liet (=p. 109).
O3r
Blanco [P4v]
Titelprent deel 2 [2A1r]
Ad lectorem. [Zie voor de tekst en vertaling,
hieronder sub 11].
[2A1v]
Titelpagina [2A2r]
Emblemen, nu zonder prenten (=p. 4-105).
[2A2v]-2O1r
Kinder-spel gheduyt tot sinne-beelden ende leere
2O1v
der zeden (=p. 106; prent tussen 106 en 107).
Blanco [2O4v]
Titelprent deel 3 [3A1r]
Blanco [3A1v]
Titelpagina [3A2r]
Emblemen, nu zonder prenten (=p. 4-107).
[3A2v]-3O2r
Volghen tot vullinghe vande ledighe plaetse,
3O2v
sommighe stichtelijcke bedenkingen.
Monendus es, Benevole Lector. [Zie voor de tekst, hieronder sub 11].
[3O4v]
[$ 4 (- *1, -A1, -P4, -2A1,2, -2O4, -3A1,2, -3O4 (3B4 gesigneerd als3A4 en3M2 als3M3)].
8
12
176 bladen [8] [1] 2-119 [1] (28 is gepagineerd als 25, 77 als 47, 86 als 63, 9
115 als 113); [3] 4-14 15 16-111 [1] (94 is gepagineerd als 64); [3] 4-107 [4] [1].
1 # 161804 a1 *3 e$fe : a2 *4 s$d - *b1
A4 pus$ : *b2O2 ach
2 # 161804 b1A3 a$in$ : *b2Ots 3 # 161804 *b1Bel: b2O3 on 10
In deze editie is bovendien een (vooral boekhistorisch) belangwekkend ‘Ad lectorem’ opgenomen [2A1v]:
11
[1]AD LECTOREM. Cum statim post editionem huius opusculi, Benevole Lector, bibliopo-
[2] lae apud me conquererentur expensas librorum, ob icones in triplici opere ter repetitas,
[3] plus aequo augeri, sumptuque superfluo emptorem gravari: adeoque imagines toties
[4] visas vix gratas, imo taediosas videri: ideoque operis formam paulisper mutandam, ad
[5] sublevandum emptorem, contenderent; Alii vero, aliis rationum momentis, contrarium
[6] censerent. Ego, ut utrisque satis fieret, nec minus de aliorum iudicio constaret, exem-
[7] plaria aliquot, quibus imagines impressae nondum forent, paulatim immutare, ac in
[8] aliam faciem redigere operae pretium putavi. Eamque ob rem, in secunda & tertia [9] operis parte, eo ipso loco, qui iconibus vacabat, brevia Monita, tum meis tum aliorum
[10] verbis & sententiis, pro re nata, substitui; contentus Typos Emblematum in prima [11] parte semel lectori exhibuisse; eas tamen si aliquis, ad meliorem Emblematis captum,
[12] in lectione secundae ac tertiae partis fortasse desideret, ad primam partem recurrere,
[13] ibique sub eodem numero Emblematis iconem consulere ne gravetur; vel si cui id
[14] molestum videbitur, poterit prioris editionis Exemplaria triplici imagine illustrata pre-
[15] tio aliquanto maiori, si commodum videbitur, sibi comparare. Vale, mi Lector,
& labo-
[16] rem tui sublevandi gratia susceptum, boni consule.
In vertaling: ‘TOT DE LEZER. Meteen na de uitgave van dit werkje, welwillende lezer, kwamen de boekhandelaren bij mij
klagen dat de kosten van de boeken door het driemaal afdrukken van de
afbeeldingen in de drie afdelingen, buiten proportie stegen en dat de kopers de onnodig hoge prijs bezwaarlijk vonden;
ze verzekerden dat de afbeeldingen nadat ze zo vaak gezien waren nauwelijks aangenaam, ja zelfs vervelend leken en dat daarom de opzet van het werk enigszins veranderd moest worden om de koper te ontlasten. Maar anderen, die andere redenen meer gewicht gaven, oordeelden tegenovergesteld. Daarom heb ik het, om beide partijen tevreden te stellen en niet minder om bij andermans oordeel aan te sluiten, de moeite waard geacht enkele exemplaren waarbij de afbeeldingen nog niet gedrukt waren, lichtelijk te veranderen en een ander aanzien te geven. Daarom heb ik in de tweede en derde afdeling van het werk juist op de lege plek die open was gelaten voor de afbeeldingen naar behoefte korte raadgevingen met woorden en uitspraken van mezelf en van anderen toegevoegd en er genoegen mee genomen de platen van de emblemen in het eerste gedeelte eenmaal aan de lezer te tonen; maar als iemand die, tot een beter begrip van een embleem, bij het lezen van de tweede en derde afdeling misschien erbij zou willen hebben, laat hij het dan niet bezwaarlijk vinden naar het eerste deel terug te gaan en daar onder hetzelfde nummer de embleemprent te raadplegen; of als hem dit lastig lijkt, kan hij exemplaren van de eerste uitgave die met de drievoudige afbeeldingen geïllustreerd zijn, voor een iets hogere prijs aanschaffen, als hem dat goed dunkt. Vaarwel, beste lezer en neem de inspanning die u moet doen om u financieel te ontzien, voor lief.’
Na te hebben geconstateerd dat er twee prozacommentaren werden verwisseld, voegde Cats op [3O4v] bovendien de volgende correctie toe:
13
[1] Monendus es, Benevole Lector, Typographum, in dispositione Monitorum 43.
& 45.,
[2] nescio quo errore, lapsum esse & praepostero ordine alterum in locum alterius collo-
[3] casse: Tu, nisi grave sit id ipsum loco, quo dixi, margini ascribe. Et Vale.
[4] Ick hebbe U.E. gunstighe Leser, te waerschouwen dat in het drucken van dese hier-
[5] by-ghevoughde Bedenckinghen, den Drucker (ick en weet niet door wat mis-slagh) in
[6] het Tweede deel der selver, deXLIII. Bedenckinghe verkeerdelijck heeft gevougt by
[7] hetXLV. Sinne-beelt, ende in teghen-deel, deXLV. Bedenckinghe by hetXLIII. Sinne-
[8] beelt. Weest sulcx int lesen ghedachtich, ofte soo u goet dunckt teyckent de voorz [9] [= voorzeide] plaetse op de kant. Ende Vaert wel.
Op de titelpagina van exemplaarVUA XH
00091 staat een afwijkend
(drukkers?)merk: hier niet de beer met ranken zoals op de overige exemplaren, maar opkrullende ranken met boven in het midden een pot met bloemen (3,5 × 4,2 cm.; afb.B.2). De exemplarenKB477
C37 enGUL387,SM293Amissen de titelpagina van deel 1; de juiste titel (overigens gelijk aan nr.B.1, 1618-1) is gebaseerd op die in de exemplarenGUL
387,SM293 enPBZ1110B12. Exemplaar
PBZ1110B12 mist de eerste titelprent (*2r-v ontbreekt); dit exemplaar heeft, evenalsVUA XH00091, verder hetzelfde voorwerk (tot [A1r]) als de editie 1618-1.
ExemplaarGUB ACC38445 is een onvolwaardig boek: het is incompleet en zeer beschadigd (het opent met embleem
IV).
MC, niet; De Vries, 79; Landwehr 1970, 81; Landwehr 1988, 106.
12
Nr. B.3
1619-1 [1619, 1618]
Iacobi Catzii I.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus, humanae vitae ideam, emblemate a
1
trifariam variato, oculis subjiciens.
Iconibus artificiose in aes incisis, ac trium linguarum explicatione eleganter
elustratus. Editio altera ac auctior. Deus nobis haec otia fecit. Amsterodami, ex officina typographica Guiljelmi Ianssonij.
Anno 1619. Cum privilegio. (Afb.B.3).
Drukkersmerk: een hand uit de lucht met een weegschaal waarop twee globes b
liggen (afm. 3,3 × 2,8 cm.). Eronder in de banderol van de cartouche: ‘Praestat’
(Deze [hij] weegt het zwaarst). In de onderhoeken festoenen, bovenin twee vogels.
Amsterdam c
Willem Jansz [Blaeu]
d
1619 e
UBL1019C23*;BLL1485 r 19 (2) [C65].
2
Afm. 20,9 × 16,5 cm.
3
Als nr.B.2.
4-5
4o£2*4,A-P4;2A-2O4;3A-3O4
6
Gegraveerde titel [£1r]
7
Blanco [£1v]
Titelpagina [*1r]
Extract uyt de privilegie.
[*1v]
Vanaf *2r ‘Aen de Zeeusche ionck-vrouwen’ tot en met [3O4v]
‘Monendus es’ gelijk aan nr.B.2 (1618-2).
14
Gelijk aan nr.B.2, met uitzondering van 3B4 dat nu gecorrigeerd is.
8
177 bladen [10] [1] 2-119 [1] (28 is gepagineerd als 25, 77 als 47, 86 als 63, 9
115 als 113); [3] 4-111 [1] (94 is gepagineerd als 64); [3] 4-107 [4] [1].
Gelijk aan nr.B.2.
10
De enige afwijking van deze uitgave ten opzichte van 1618-2 betreft de titelpagina 11
van deel 1: zij vermeldt de drukkerij van de Amsterdamse drukker Willem Jansz [Blaeu]; de andere twee delen zijn nog steeds die van Van der Hellen in
Middelburg. Er is hier dus sprake van een nieuwe titeluitgave. Blijkbaar heeft Jansz de magazijnvoorraden van Van der Hellen overgenomen. (Zie § 2 van het hoofdstuk ‘De preliminaria’ voor het privilegie waarin Van der Hellen het copyright overdoet aan Jansz).
Bijgebonden is Maechden-plicht.
Middelburg 1618. In het Leidse exemplaar ontbreekt de prent van het kinderspel; misschien zit de prent wel in het Londense exemplaar (BLL1485 r 19 (2)), dat overigens een incompleet voorwerk heeft (Simoni 1990, 110, nr.
C65).
MC, 28; De Vries, 80; Landwehr 1970, 82; Landwehr 1988, 107.
12
Nr. B.4
1619-2 [1619, 1519 [=1619]]
Als nr.B.3, 1619 (zie afb.B.3).
1
KB477C39*;KB477C38*;GUL388,SM1279 (1)*;
GAD394*;NUC0232149:PRI N7710.C32;NUC
2
0232152:UIU;NUC0232152:UPP;NUC0232152:LCP;
NUC0232152:NLC;BNP ZPayen 850 [de laatste zes
exemplaren zijn mogelijk deel 2 en 3 van nr.B.5 uit 1620].
Afm. deel 1: 22,7 × 17,4 cm.; de delen 2 en 3: 21,1 × 17,4 cm.
3
Drie delen:
4
- Deel 1: titelpagina zie hierboven; de gegraveerde titel als 1618-1;
- Deel 2: gegraveerde titel: als 1618-1; titelpagina:
Iacobi Catzii I.C. Sileni Alcibiadis, sive Proteos, pars secunda. [Drukkersmerk als op deel 1 met nu, boven in de cartouche, vrouwenbustes met vleugels; afm. 6,2 × 5,1 cm.]. Amsterodami, ex officina typographica Guilielmi Ianssonij. Anno 1519 [sic]. (Afb.B.4.1).
- Deel 3: gegraveerde titel: als 1618-1; titelpagina:
Iacobi Catzii I.C. Sileni Alcibiadis, sive Proteos, pars tertia. [Drukkersmerk als op deel 2].
Amsterodami, ex officina typographica Guiljelmi Ianssonij. Anno 1519 [sic]. (Afb.B.4.2).
Als nr.B.2. Ten opzichte van de vorige uitgaven verschillen de doorsneden van de prenten soms 5
millimeters; dit kan veroorzaakt zijn door de
papiersoort, het inkten of de wijze waarop de pers werd gehanteerd.
4o£1 *4A- 2v4 6
Titelpagina [£1r]
7
Extract uyt de privilegie.
[£1v]
[*1r] Titelprent deel 1 - [P4v] Blanco is gelijk aan nr.
B.2.
Titelprent deel 2 [Q1r]
Ad lectorem.
[Q1v]
Titelpagina deel 2 [Q2r]
15
Tekst (= p. 4-105).
[Q2v]-2F1r
Kinder-spel gheduyt tot sinne-beelden, ende leere der zeden (= p. 106).
2F1v
Blanco [2F4v]
Titelprent deel 3 [2G1r]
Blanco [2G1v]
Titelpagina deel 3 [2G2r]
Tekst (=p. 4-107).
[2G2v]-2V2r
Volghen tot vullinghe vande ledighe plaetse, 2V2v
sommighe stichtelijcke bedenkingen.
Blanco [2V4v]
Zie hieronder.
8
177 bladen [10] [1] 2-119 [1] (28 gepagineerd als 25, 77 als 47, 86 als 63, 115 als 113); [3] 4-111 [1]; [3]
4-107 [4] [1] (36 gepagineerd als 39, 43 als 41).
9
161904 *a1 *3 e$fe: a2 *4 s$d - *b1A4 pus$ b2 2v3 ons$
[* Wil zeggen: gebaseerd op de 1620-uitgave].
10
[£1v] bevat het ‘Extract uyt de Privilegie’, gedateerd 21 augustus 1619, waarin Van der Hellen het recht 11
overdraagt aan Jansz. Ervoor een afschrift van het octrooi, toegekend op 17 april 1618 aan Van der Hellen, ondertekend door C. Aerssens.
Het exemplaarKB477C38 (afm. 21,4 × 17,4 cm.) heeft een afwijkende opbouw in het voorwerk (en mist de gegraveerde titel van deel 1). Het ziet ernaar uit dat het voorwerk van dit exemplaar, gecombineerd met dat van
KB477C39 het oorspronkelijke, volledige, voorwerk omvat, overeenkomstig ook de nieuwe titeluitgave uit 1620 (= nr.B.5). Hier:
[$ 3 (-Q1,2, - 2G1,2 (2P3 gesigneerd als 2P2) [A-O4:
$ 4 (-P4)].
8
185 bladen [26] [1] etc. Voor het overige gelijk.
9
161904 1a1 [niet]: 1a2 2†3 soo$ - *2a1 *3 e$fe : 2a2 2*3 H - *b1A4 pus$ b2 2v3 ons$ [* Wil zeggen:
gebaseerd op de 1620-uitgave].
10
DeSTCNheeft hierbij als aantekening dat het een heruitgave betreft van de 1618-druk bij H. van der 11
Hellen, Middelburg. Dit geldt echter niet voor de uitgave 1618-1 (vgl.KB144D2) dat op het blad3P4r-v de tekst ‘Roock-eters...’ en ‘Desinit in lachrimas...’
heeft. De aantekening heeft dus betrekking op de uitgave 1618-2. Bovendien dragen de delen 2 en 3 een andere signering (dezelfde als in nr.B.5).
Het werk onder het signatuur 2374E20 in deUBAbevat alleen deel 2 en deel 3 van Silenus, met beide
titelpagina's en titelprenten. Dit betekent dat de
embleemprenten er niet in voorkomen. De titelpagina's dragen het jaartal 1519. In het exemplaarGUL388,SM
1279 (1) vermelden de drie titelpagina's resp. het jaartal 1619, 1618 en 1519. Verder hier van p. [*1r]
(titelpagina) - [A1r] (Blanco) gelijk aan 1618-1.
Aantekening op het schutblad: ‘When Sir Josuah Reynolds was a boy he studied the prints in this book with great care. See his Life by Malone.’ Op de titelpagina: ‘Mr. Samuel Shipton. Dec. 4MDCCV’.
MC, niet; De Vries, niet; Landwehr 1970, niet; Landwehr 1988, 108-109*. [* De tweeKB-exemplaren zijn 12
identiek aan de beschrijving bij nr. 109, maar Landwehr zet ze onder nr. 108].
16
Nr. B.5
1620 [1620, 1519 [= 1619]]
Iacobi Catzii I.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus, humanae vitae ideam, emblemate a
1
trifariam variato, oculis subjiciens.
Iconibus artificiose in aes incisis, ac trium linguarum explicatione eleganter
elustratus. Editio altera ac auctior. Deus nobis haec otia fecit. Amsterodami, ex officina typographica Guiljelmi Ianssonij.
Anno 1620. Cum privilegio. (Afb.B.5).
Drukkersmerk: een hand uit de lucht met een weegschaal waarop twee globes b
liggen (afm. 3,3 × 2,8 cm.). Eronder in de banderol van de cartouche: Praestat.
In de onderhoeken festoenen, bovenin twee vogels.
Amsterdam c
Willem Jansz [Blaeu].
d
1620 e
KB758B2*;UBG EEe 205*;UBL1018E
25*;UBA696E37*;UBA073-109*;UBU
132B2*;VUA XH00093*.
2
Afm. 21,7 × 16,6 cm.
3
Drie delen: deel 1: titelpagina (zie hierboven); gegraveerde titels van deel 4
1-3: als 1618-2; de titelpagina's van deel 2-3 gelijk aan nr.B.4 (zie afb.B.4.1 en
B.4.2).
Als nr.B.4.
5
4o£2 2£1 † - 2†4 *4 (-*1) - 2*4A- 2v4 6
Titelpagina [£1r]
7
Blanco [£1v]
Titelprent [£2r]
Blanco [£2v]
Extract uyt de privilegie.
[2£1r]
Blanco [2£1v]
Ad lectorem de fine huius opusculi praefatio.
†1r
Voor-reden ende verclaringhe over [†4r]
het oogh-merck des schryvers in dit werck.
Aen de Zeeusche ionck-vrouwen.
*2r
Danielis Heijnsii. In emblemata clariss.
*4v
consultissimique viri D.J. Catsii J.Cti. Epigrammation.
Ad ampliss.
ornatissimumque 2*1r
virum D. Iacobum Catsium I.C.
Hominem triplici emblemate graphice exprimentem.
[+] Ad eundem.
[Ondertek.] I.
Liraeus.
Ghedicht ter eeren den
2*1v
hoogh-gheleerden D.I. Cats op sijne constrijcke sinne-beelden.
[Ondertek.] L.
Peutemans.
Op de drie boucken der sinne-dichten 2*2r
ende beelden van den hooghgeleerden heere D. Jacob Cats.
[Ondertek.] I.
Hobius.
Tot den leser.
[Ondertek.] J.F.
2*2v
Au tres-digne d'honneurs &
2*3r
bon-heurs le tres-docte seigneur Iaques Cats, I.C.
Sonnet
encomiastique; sur ses emblemes tripliques.
[Ondertek.] Iosuah Sylvester.
Aenden
hoogh-gheleerden 2*3v
D. Iacob Cats, op het boeck van sijn constrijcke
sinne-beelden, (van de welcke sijn gunst mijn een vereert heeft.) [Ondertek.]
Anna Roemers.