Max en Tax
S.M. Bouman-van Tertholen
bron
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax. C.A.J. van Dishoeck, Bussum 1930
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/boum029maxe01_01/colofon.php
© 2011 dbnl
[Max en Tax]
Marietje kreeg twee jonge hondjes, Het waren taksjes, glad van vel.
Zij leken sprekend op elkander, Dezelfde kopjes, zie je wel? - Zoo met de hondjes in haar armen, Maar even losjes neergezet, Zal vader een portretje maken:
Marietje heeft de grootste pret.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
3
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
Kijk, hier gaan beide taksjes wand'len.
Nu keffen alle hondjes luid:
‘Waf, waf, waf, waf!, wat malle honden!
Wat zien die er belach'lijk uit!
Wat hebben zij een korte pooten!
Waar komen die opeens vandaan?’
Maar Max' en Taxje wand'len verder En trekken zich er niets van aan.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
5
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
‘Een muis, een muis!’ blaft kleine Maxje, En daad'lijk gaan zij aan het werk:
Ze willen't kleine muisje pakken, Dat zich verstopt' in't bloemenperk.
En kijk nu eens, wat domme honden!
Ze hebben't heele perk vertrapt.
Ze scheurden blaadjes, knakten bloemen, Terwijl het muisje hun ontsnapt.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
7
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
Neen, dat is toch om van te schrikken.
Nu kant'len zij met woesten ruk Marietjes mooien poppenwagen, En trekken't lieve popje stuk.
Foei stouterds, wil je dat wel laten!
Dat is geen speelgoed voor een hond!
Marietje schreide dikke tranen, Toen zij haar lieve popje vond.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
9
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
Nog erger ging het kleine broertje, Die rustig van zijn papje at.
‘Waf, waf!’ blaft Max, ‘geef mij een hapje!’
‘Kom’, blafte Tax, ‘wij nemen wat.’
O wee, o wee!, dat arme ventje, Hij schrikt er van en heeft verdriet.
En Maxje gaat zijn handjes likken, Want kijk, dat wilde hij toch niet.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
11
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
Veel moeten jonge hondjes leeren:
Óók af te blijven van den disch, Wanneer de pas gedekte tafel Zoo keurig net in orde is.
Ach, ach, wat kregen ze een brommen!
Het vrouwtje stuurde tot besluit De beide stouterds, zonder eten, Een dag en nacht de kamer uit.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
13
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
Nu moest de poes het weer ontgelden, Die in de zon te spinnen zat.
Plots'kwamen z'op haar aangesprongen, En Taxje blafte: ‘Weg die kat!’
Toen was't een loopen en een rennen, Doch als hij poesje bijna had, Daar viel dat kleine, domme Taxje Pardoes in't schuimend zeepsopnat.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
15
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
O, o! wat kakelen en rennen, Wat brommen, blaffen en getier!!
Nu jagen ze weer op de kippen, En hebben saam het grootst pleizier.
‘O, o, wat zijn het toch een rakkers!’
Zei vader, en hij keek zoo boos!
Hij riep de beide stoute honden En sloot ze op, een heele poos.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
17
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
Maar nauw'lijks vrij, blaft kleine Maxje:
‘Kom, laat ons naar de bijtjes gaan.’
Dat kwam den beiden dommen dieren Toch dezen keer eens duur te staan.
Want bijtjes laten zich niet plagen, Zij steken daad'lijk met geweld, En Max en Taxje, erg geschrokken, Zijn beiden jankend heengesneld.
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
19
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
Daar liggen zij nu in hun mandje.
Wat zien ze er onoog'lijk uit!
En duizend kleine wondjes branden Op al hun leden en hun snuit.
Marietje heeft ze gauw verbonden, Want ach, ze hadden toch zoo'n pijn.
Zij zegt: ‘Blijf nu maar stil en rustig, Dan zal je spoedig beter zijn.’
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
21
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
‘Hoort, kleine rakkers!’ bromde vader - Nu werden zij toch wel bevreesd, En slopen angstig, bevend nader:
Zoo kwaad was't baasje nooit geweest -
‘Hoort, als je weer wat uit durft halen, Dan ga je buiten in een hok,
En blijf je beiden zoo ondeugend.
Dan krijg je met een dikken stok.’
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
23
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
Daar gaan ze weer, gezond en vroolijk, En maken saam een wandeling.
Marietje zegt: ‘Komt, luistert taksjes, Belooft me beiden nu één ding:
Weest voortaan niet meer zoo ondeugend.’
Doch Maxje blaft en zegt: ‘Wauw, wauw!
Wij willen wel heel zoet zijn, vrouwtje, Maar wij vergeten't weer zoo gauw.’
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax
25
S.M. Bouman-van Tertholen, Max en Tax