• No results found

1ish rt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1ish rt"

Copied!
60
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ENIGE VOORLOPIGE RESULTATEN VAN HET DEMOGRAFISCH ONDERZOEK

\VESTELIJK NIEUW-GUINEA (IRIAN BARAT) (E.E.G. PROJECT 11.41.002)

RAPPORT IV

DE SCHOUTEN-EILANDEN

Some pre1iminary resu1ts of the Demographic Research Project Western New-Guinea (Irian Barat)

P rt IV

the Schouten-is1ands (with Eng1ish summary)

(2)

INHOUD

I DfLI:IDING

II DE EILANDEN EN HUN BE\'lONERS a) voorbestuurlijke periode b) openleggingsperiode

c) Koréri en oorlog d) periode na de oorlog

111 DE BEVOLKING NAAR GEBOORTEJAAR EN GESLACHT

IV

V

a) nauwkeurigheid b) bevolkingspyramide BURGERLIJKE STAAT a) burgerlijke staat b) huwelijksfrequentie

c) tijdstip eerste huwelijkssluiting der vrouwen

GEBOORTE- EN VRUCHTBhARHEIDSCIJFERS a) bruto geboorteoijfer

b) kind-vrouw ratio

c) gemiddeld aantal ooit geboren kinderen per vrouw

d) totaal vruchtbaarheidscijfer en bruto ver- vangingsfaktor

e) geslachtsverhouding der geborenen f) percentage doodgeborenen

g) zuigelingensterfte

h) moederleeftijd bij geboorte der kinde- ren

i) natuurlijke groei der bevolking VI SAMENVATTING

VII SUMMARY

pag. 3 pag. 5 pag. 5 pag. 8 pag. 10 pag. 11 pag. 18 pag. 18 pag. 21 pag. 33 pag. 33 pag. 34 pag. 34

pag. 39 pag. 39 pag. 40 pag. 41 pag. 41 pag. 43 pag. 50 pag. 52 pag. 53 pag. 53 pag. 55 pag. 56

(3)

- J-

I I::L:8IDIT"G

;'et het veldwerk v',n het ~e:noè-r8fidch OnJerzoek ::ieuw-Guinea , aanvankeli jk Bevolli:ingss tru,c tuuronderzoek ;heuw-Guinea genoemd , is in september 1959 in het dj,strikt Noord-Biak een aanvang gemaakt 1) . De opn3fnewerkzaamheden in de Schouten-eilanden, die hier besproken zullen worden , werden in februari 1961 beëin- digd . Het afsluitingstijdstip werd bepaald op Jl december 1960: de in dit rapport gegeven cijfers geven dan ook de de- mograf:sche situatie aan, zoals dje op dat moment werd aange- troffen. De eerste revisie van het opnamemateriaal werd in

februari 1962 beëindigd: nog in dezelfde maand kon het systeem 'I"'"

bevolkingsregistratie , dat door het project was ingericht, aan de Afdeling Bevolkingsregistratie van het Gouvernement van

Nederlands Nieuw-Guinea worden overgedragen . In verband met de politieke ontwikkelingen in Nieuw-Guinea werd het nuttig geacht het enquêtemateriaal van de Schouten-eilanden n3ar Europa te

zenden: dit bleef daardoor gedurende meer d3n een jaar onbe- reikbaar voor verdere statistische bewerking.

Evenals dit voor de delen I, 11 en 111 van dez8 serie voorlo- pige rapporten het beval is, zijn de cijfermatige resultaten van het onderhavige deel IV door manuale tabellerine verkre- gen; hierbij wordt vooruit gelopen op de resultaten van de mechanische tabu18tie van het opnamemateriaal, welke bewerking momenteel nog in uitvoering is. De algemene opmerkingen ver- meld in de hoofdstukken I, II en de annex van rapport I ,

Beneden-Waropen, gelden - tenzij anders vermeld - ook voor dit rapport betreffende de Schouten-eilanden.

Voor een literatuuroverzicht over dit laat?te gebied zij ver- wezen naar de bibliografie v::m K.W. Galis 2 ). De regionale be- schrijving van deze eiland~~[roep van de hand van de Luit.

W.K.H. Feuilletau de BruynJ ), welke re~ds in 1920 het licht zag, en de dissertatie van F.C. Karnma 4 ) ven 1954 vormen verre- weg de Deest substantiele studies VBn de Schouten-eilanden. Ook de niet-gepubliceerde jaarverslagen van Dr. J.V. de Bruyn 5 ) en de Memorie van Overgave van G.J. van Gendt6) bevatten vele waardevolle gegevens.

1) De leiding lag aanvankelijk in handen van de heer Joh. Gemmink en werd per Jl januari 1961 door de auteurs overge- nOI:len .

2) Dr. K.\'I. Galis: Bibliographie van Nederlands Nieuw-Guinea , Den Haag, 1962.

J) r:eded'elingen Encyclopaedisch Bureau, Schouten- en Padaido- Eilanden, Afl . XXI, Batavia 1920, 19J p.

4) Dr. F.C. Karnma: De Messiaanse Koréri-bewegingen in het Biak- Noemfoorse cultuurgebied. Diss., 1954, 250 p.

5) Jaarverslag 1947 van de onderafdeling Biak (H.P.B. Dr. J .V.

de Bruyn) en Jaarverslag v[Jn de onderafdeling Biak over het jaar 1948 (H.P.B. Dr. J .V. de Bruyn).

6) Memorie van Overgave van de onderafdeling Schouten-eilanden (Controleur I BB G.J. van Gendt).

(4)

-4-

Daar de geografische namen in de loop der tijd nog wel eens gewijzigd zijn en tot verwarring aanleiding hebben gegeven, zullen de geografische benamingen in dit rapport al s vol gt worden gebezigd :

1. Het complex van de in het Geelvinkbaai-gebied noord van Straat Japen gelegen eilanden met inbegrip van het eiland Noemfoor wordt aangegeven met de term "onderafdeling Schou-

ten-eilanden" .

2. Dezelfde eilandengroepen minus het eiland Noemfoor met de term "de Schouten-eilanden" (vide kaart 1) .

3. De naam "Biak" wordt slechts gebruikt voor het grootste eiland (~ 2400 km2 ) van "de Schouten-eilanden", dat in het noordwesten door een smalle zeestraat wordt gescheiden van het eiland "Soepiori" (+ 700 km2 ) en in het zuidwesten van de koraaleilandengroep "Padaido" (~100 km2 ) .

De Schouten-eilanden waren in 1960 verdeeld in vier distrikten, die elk weer waren onderverdeeld in zgn. dorpsgemeenschappen

(16 in totaal) . De grenzen en namen van deze administratieve eenheden zijn eveneens aangegeven op kaart 1.

(5)

-5-

II D': EIM:'<D:SN St; - -_._--_ .. l:lrN 3E'i,·ONERS

a) Voorbe s_~llllrli ,jke peri.2Q.~

Uit de legenden van de bevolking en schriftelijke mededelingen van Europeanen kan een ruw beeld verkregen worden van het

verleden van de bewoners van de Schouten-eilanden;

1 . È_e.~oni~~ troon . Het val t aan te nemen, dat de bevolking in voorgaande eeuwen in grote lijn op dezelfde wijze over de eilandengr oep verspreid was , al s nu nog het geval is

(vide kaart 1). Het zeer sterk)versneden binnenland van Soepi ori en het zgn. "mbroer" 1 gebied van Biak zi jn waar- schijnlijk nimmer bevolkt geweest. Daarentegen werd het licht geaccidenteerde tafelland van Noord-Biak en het bin- nenland van de huidige dorpsgemeenschap ',oniki , waar enige

riviertjes stromen en de bodem minder doorlatend is, dich- ter bevolkt dan nu. De bewoners van deze binnenlanden , Arfakkers of Biaksi genoemd , woonden in zeer kleine gr oep-

jes verspreid op hlli~ ladangs in huizen , die op zeer hoge (soms tot 25 m) palen waren gebouwd.

Behalve genoemde binnenlanden was ook de kust goed bevolkt : hier werden kampongs aangetroffen, welke op het rif in zee of vlak bij het strand waren gebouwd. Elke kampong bestond uit een of meer zeer grote huizen, in elk waarvan een hele clan of subclan verblijf hield . De jongelingen bewoonden

zgn. "r oem s ' rams", die tevens een functie in het gods- dienstig leven hadden,

2. middele~ van besta§~. Aangezien sagobossen slechts beperkt en verspreid over de eilandengroep voorkomen, was de bevol - king voor zijn voedselvoorziening voor een gr oot deel af- hankelijk van de aanleg van t.uinan. Op de veelal slecht s een à twee decimeter dikke verweringsbodem werden in de vorm van ladangbouw knolgewassen, zoals kladi , oebi, bataten , ver- bouwd , aangevuld met vruchten als pisang en papaja . Groen-

ten werden weinig gegeten. De kustbevol king kon het menu bovendien aanvullen door de vangst van vis en schelpdieren; daar slechts de zee zuid van Soepiori en rond de Padaido- eil anden als visrijk wordt aangeduid , nam deze vorm van bijvoeding over het algemeen geen grote omvang aan .

Voor de kampongs Sowek en Korido (Zuid-Soepiori) werd ge-

meld , dat "tuinbouw slechts in geringe mate wordt beoefend,,2)

De bewoners van deze dorpen hadden het meel van de sigaar- vormige vruchten van de vloedbosbomen (ai bon) tot hoofd- voedSel , terwijl zij ook "de uitspruitsels van een zeege- was")) nuttigden.

1) "mbroer" betekent van dorst omkomen: dit gebied , dat geken-

merkt wordt door karstverschijnselen, is zeer waterarm. Het mbroer-gebied bevindt zich zuid van de li jn Korem-Wardo . 2) e.B.H. von Rosenberg: Reistochten naar de Geelvinkbaai op

Nieuw- Guinea in de jaren 1869 en 1870.

) Feuilletau de Bruyn, op.cit .: vide ook H.A.C. Oomen: Voeding en milieu van het Papoea-kind, 1958, p. 58 en )9) .

(6)

-G-

3. zeevaart. De Biakkers en Soepiori-mensen hebben van oudsher eënbiJ"Z-ondere plaats in Nieuw-Guinea ingenomen door hun georienteerd zijn op de zee . Hun kennis van getijden, zee-

stromen en sterrenbeelden en hun vermogen grote vlerkprau- wen, waarin enkele tientallen personen en enige tonnen goe- deren vervoerd konden worden, te bouwen stelden de eiland- bewoners in staat grote afstanden over zee af te leggen . Het moet zeer aannemelijk worden geacht , dat groepen

Biakkers en Soepiori-mensen reeds in de 15e eeuw de Radja- Ampat-eilanden bereikten; tevens vormden zij diaspora op Noemfoor en aan de Dorehbaai . Vanuit deze "bezette gebieden"

werden delen van de locale bevolking in slavernij naar de Schouten-eilanden gezonden teneinde aldaar het potentieel van de verschillende clans te versterken.

De prauwvaart stelde de bevolking van de Sohouten-eilanden tevens in staat het betrekkelijk karige menu, dat door mid- del Vlm ladangbouw en visvangst werd verkregen , aan te vullen. In geval van tekorten in de voeding - Feuilletau

spreekt van chronisch voedselgebrek, vooral voor Noord-Biak - bestond nl . de mogelijkheid goedschiks of kwaadschiks een aanvulling daarvan in Japen, Koeroedoe of 'Naropen te ver- krijgen door middel van handelsreizen of raaktochten. Deze handelsreizen konden vaak enige maanden duren, waarbij men gedroogde vis , vlechtwerk en ijzeren voorwerpen tegen voed- sel en speciaal sago ruilend langs vreemde kusten zwierf. Vooral de inwoners van Sowek en omgeving zwalkten zo een groot deel van het jaar in de Geelvinkbaai en aan de Noord- kust van Nieuw-Guinea rond . De raaktochten , welke vaak wer- den gekombineerd met een handelsreis, nalfien soms een grote omvang aan: in de tweede helft van de 1ge eeuw wordt b.v. een raaktocht van 80 grote oorlogsprauwen, vnl . uit Sowek, naar Koeroedoe beschreven .

4. org§..ni.ê§_!_~~ . De hoogste organisatievorm, welke de bewoners van de Schouten-eilanden kenden, was de clan (k~r~t) . Wel- iswaar geraakte deze eilandengroep - voor een groot deel op instigatie van de V.O.C. - vanaf de tweede helft van de 17e eeuw in de periferie van de machtssfeer van de Sultan van Tidore, die enkele lokale adathoofden van een titel voorzag en een schatplicht van de bevolking door middel van min of meer regelmatig uitgevoerde hongi- tochten afdwong, maar toch bleef de autori tei t van de Sultan over de eilan- dengroep een vrijwel nominatief karakter behouden. Een centraal gezag met uitvoerende macht werd vóór de 20e eeuw nimmer aangesteld.

De clan (k~r~t) vormde dus de kern van het sociale leven. Door deze relatief sterke ontwikkeling van de clanorganisa-

tie namen de bewoners van de Schouten-eilanden een bijzonde- re plaats in Nieuw-Guinea in. Overigens was elke k~r~t uit op eigen belang: er bestond dan ook grote naijver tussen de- ze organisaties, die vaak uitliep in onderlinge ruzies en vechtpartijen . De gemeenschappelijke taal vormde echter een bindend element en in het optreden tegenover de buitenwereld kwam dan ook wel eens een snmenwerking van enkele clans

tot stand .

(7)

-7-

De kèrèt kem worden beschouwd als "een bij voorkeur exogame, patrilineale verwantengroep, waarvan de hoofdkèrèt haar verwantschap traceert van een tradi tionele- eli) de kleine kèrèts (subclans) van een vlerkelijke voorouder lt. BlJ deze organisaties heeft clanexogamie de voorkeur, maar huwelijken tussen kèrètgenoten zijn feitelijk alleen strikt verboden voor personen, die dezelfde grootvader hebben of nog nauwer aan elkaar verwant zijn . Daar de verwanten, waartussen een strikt huwelijksverbod bestaat, gewoonlijk in één huis

(roem) of erf samenwonen en omdat ook cross-cousin huwelij- ken als incest worden beschouwd, spreekt Karnma van een

"bilaterale huis- (of erf- ) exogamie". Hoewel er uitzonde-

ringen bestaan, zoals bij het dienhuwelijk, zijn de huwe- lijken over het algemeen patrilocaal .

Feuilletau de Bruyn 2 ) meldt het voorkomen van kinderhuwelij- ken, die vnl. plaats vonden in tijden van voe.dselschaarste.

Jonge meisjes werden dan uitgehuwelijkt aan meestal veraf wonende kèrèts, die op dat moment niet door voedselgebrek werden gekweld: de bruidschat stelde de oruidgevers in staat de moeilijke periode door te komen. De bruidnemers eisten echter veelal, dat het meisje door hen zelf hon worden opge- voed ("kawin piara "huweli jken) .

Zoals vermeld, is de clanorganisatie sterk patrilineaal van opbouw: toch ontbreken matrilineale elementen niet geheel . Dit bli jkt onder meer uit de positie van moeders broeder in het sociale leven.

Kinderrijkdom werd door de Papoea gewenst 3 ): een groot aantal kinderen versterkte inuners de toekomstige positie ven de kèrèt. Toen werden abortus provocatus en infanticide wel toegepast4J in tijden van voedselgebrek of ingeval een vrouw reeds een groot aantal kinderen had voortgebracht5 ) : toestemming van de echtgenoot voor dergelijke ingrepen was echter in principe adatrechtel ijk wel vereist.

5. bevolkingsdichtheid . Vermoedelijk is de bevolkingsdichtheid in de eilandengroep reeds eeuwenlang voor Nieuw-Guinese be- grippen vrij g5Qot geweest . Daar de malaria er meso- tot hyperendemisch ) was, de bodem dun en onvruchtbaar en de agrarische techniek niet bijzonder ontwikkeld , lijkt dit vreemd.

Het is echter niet uitgesloten, dat de eilandbewoners op het weinig gunstige milieu hebben gereageerd met een zekere ex- pansiedrift en het versterken van hun voor Nieuw-Guinese be- grippen omvangrijke organisaties, de kèrèts; deze maakten

1) Kamma, De ~ffessiaanse Koréri-bewegingen, p . 13. 2) Feuilletau de Bruyn: op. cit . , pag. 52.

3) J .L. van Hasselt (Aantekeningen aangaande de gewoonten der Papoea 's in de Dorehbaai ten opzichte van zwangerschap en ge- boorte, Tijdschr . Ind . T. , L. en V., 1901, p. 566) meldt:

"Bladen en boomschors .. . . .. . die in den roep staan de vrucht- baarheid te bevorderen, zijn in gebruik".

4) Feuilletau de Bruyn, op .cit. p. 53, 63.

5) J.L. van Hasselt, op. cit., pag. 566 en Feuilletau de Bruyn , op.cit. , p. 55 .

6) W.J .O.M. VDn Dijk: Surveillance, measures in the Schouten Islands, Med. D.G. Z. in ~LN.G. , 11 mrt. 1961.

(8)

---=---.. ~--- ...

-8-

het hen mogelijk hun berichtheid op de zee verder te ont- plooien , vFlnuit hun geconcp.ntrperde bewoninG aan de kust de grote zeeprauwen te bemannen en krachtdadig naar buiten op

te treden . Omgekeerd bracht de specialisatie van de kust- bevolking op de prauwvaart de mogelijkheid met zich mee

ófwel in tijden van acute voedselschaarste tijdelijk bij beter voorziene, elders wonende b~ende groepen te gaan logeren (zgn . maniboborelaties), waardoor de overlevingskan- sen van de groep uiteraard sterk stegen, ófwel door middel van gewapende overvallen en ruilhandel de eigen voorraden aan te vullen en daardoor een grotere bevolking te voeden. Natuurlijk bracht de zeevaart ook verlies aan mensen met

zich mee: de gevaren van de zee eisten hun tol en flinke groepen emigreerden tengevolge van grond gebrek of onder- linge ruzies naar de verafgelegen diaspora . Daar tegenover staat, dat groepen slaven werden "geimporteerd" en dat de kontakten met de buitenwereld het aanl eren van nieuwe tech- nieken (b. v. het ijzersmeden ui t de r~olukken) me t zich meebrachten , welke de mogelijkheden van de handel weer ver- ruimden.

Het is voorstelbaar, dat dit complex van faktoren relatief dichte bevolking op de Schouten-eilanden leid . Volgens de Cl ercql) (1887) en Feuilletau de (1916) bedroegen deze dichtheden op basis van ruwe tingen resp. 4 en 8 personen per km2 .

tot een heeft ge- Bruyn 2 ) schat-

Hoewel het vermoeden bestaat , dat de Spanjaard de Menezes reeds in 1527 met zijn schip afdreef naar Biak, moet Jan Willem Schou- ten als de ontdekker van de eilandengroep, di e later naar hem werd genoemd , worden beschouwd . Het duurde echter tot de tweede helft van de 1ge eeuw voordat Europese gezagsdragers en na-

tuurvorsers met enige regelmatigheid de eilanden bezochten; in dezelfde tijd begonnen kleine handelsvaartuigen het gebied aan te doen, waarbij de uitvoerprodukten schildpad , tripang en copal werden geruild tegen Westerse gebruiksgoederen. Direkte Westerse bemoeiïng dateerde echter pas van 1908. In dat jaar vestigde de zending nl. de eerste post op de eilandengroep en ging in verband met de heersende pokken-epidemie over tot

vaccinatie tegen deze gevreesde ziekte J ) . Behalve de zorg voor de volksgezondheid besteedde de zending ook direkt aandacht aan het onderwijs. Reeds in 1908 werden enige dorpsscholen ge- sticht, maar vooral na 1920 had een flinke uitbreiding plaats .

1) F.S.A. de Clerq: Het eiland Wiak of Biak benoorden de Geelvinkbaai. De Indische Gids, 1888, p. JOO.

2) Op. cH .,p. 2l.

J) Volgens Feuilletau de Bruyn (op. cit., p. J5) hadden in 1916 vaccinaties nog niet plaats gehad op de Noordkust van Biak en delen van Soepiori .

(9)

-9-

Nadat sinds 1908 een drietal militaire excursiedetachementen voor korte tijd op de Schouten-eilanden hadden vertoefd , volgde in 1913 de opening van de eerste permanente bestuurs- post in Bosnik. De eigenlijke pacificatie van het gebied werd voltooid door het excursiedetachement onder c0rr~ndo van de reeds vermelde luitenant Feuille-cau de Bruyn, die in de jaren 1915 en 1916 op de eilanden verbleef.

In 1917 werd het volk van de Schouten-eilanden nÇlgmaals door een pokkenepidemie geteisterd, tel~ijl Rumainum1) slachtoffers tengevolge van de griepepidemie van 1918 op Noord-Soepiori meldt.

De periode tot het eind van de dertiger jaren verliep verder zonder grote schokken. In 1927 konstateert het bestuur, dat tengevolge van slechte tapmethoden de copalwinning van het agathiscomplex noordoost van Bosnik, welke een rel atief be- langrijk uitvoerprodukt van de eilanden vertegenwoordigde , gevaar ging lopen . Maatregelen ter verbetering hadden echter weinig resultaat. Daar tegenover stond, dat , sinds het be-

stuur het tappen van sagoeweer ter bestrijding van de kwalijke gevolgen van drankmisbruik had verboden, klapperprodukten voor eigen konsumptie en uitvoer beschikba3r kwamen. Dat de ekono- mische ontwikkeling van Biak en Soepiori voor de tweede wereld- oorlog nog maar nauwelijks van de grond gekomen was, blijkt wel uit het onderstaande uitvoerstaatje uit 1938.

Bosnik Korido

Copal Schelpen Copra

171.000kg f 17.000,- JQOOkg f 300,- 95600 kg f 10.751,- 72000 kg f 4.7ll ,- Juist in die jaren kwamen echter in enkele andere delen van Nieuw-Guinea een aantal projekten in ontwikkeling. Van Dijk2 ) geeft een gedetailleerde lijst van de herkomst van de werklie- den van de plantages te Ransiki en Momi: hieruit blijkt, dat daar op 14 sept. 1939 994 personen uit de Schouten-eilanden op

een kortlopend kontrakt werkzaam waren. Rekent men, dat Biak- ker s en Soepiori-mensen ook werkzaam waren bij de ol ie-explo- ratie en de plantage in het Sarmise, dan wordt duidelijk, dat deze arbeidsmigratie van grote invlo~d is geweest voor de Schouten-eilandengroep in die da gen 3).

1) F.J .S. Rumainum: Guru Petrus Kafiar, Hollandia 1959. Ook het koloniaal verslag over 1918 doet mededeling over een griepepidemie aan de noordkust van Nieuw-Guinea .

2) Ir. J . van Dijk: Boschbedrijf en boschbeheer in de Moluk- ken etc . 1939.

3) Mr. R.E. Filet vermeldt, dat in 1936 1500 van de 5000

werkbare mannen buiten de Schouten-eilanden werkzaam zouden zijn geweest (W.C. Klein: Nieuw-Guinea , deel I , p. 455) .

(10)

-10-

De ekonomische ontwikkeling in de Schouten-eilanden was in de per iode voor de laatste oorl og dus gering. Toch werd het leven van de eilandbewoners ingrijpend gewijzigd. Koppensnellen, slavenjacht, onderlinge bloedveten, heksenmoord , palmwijnmis- bruik werden door het bestuur verboden. De voedselschaarste werd minder akkuut, de gezondheidszorg werd langzaam verbe-

terd . De woonwijze in grote kèrèthuizen werd langzamerhand ge- wijzigd in het samenwonen in kleinere huizen van ouders met hun al of niet getrouwde kinderen. De "roem s 'rams", de jonge- lingenhuizen van de kustkampongs, raakten in verval. De toe- genomen veiligheid maakte , dat de hoge paalwoningen van de binnenlandbewoners werden vervangen door meer normale typen , terwijl ook een groot deel van de bewoners van de binnenland- kampongs zich naar de kust verplaatste. De kerstening tastte voor een deel het gezag van de voorouders en het geestengeloof aan: de oude dansfeesten, zoals de insos- en k 'bor initiatie-

riten werden verboden of verloren hun betekenis. Het verblijf van de goeroes in de dorpen opende voor de bewoners een eerste blik in een andere wereld en tastte, als ongewild bij- effekt, de positie van de clanoudsten aan ten gunste van de jongere, beter opgeleide groepen. Het besef onder het Nederlands be- stuur slechts een afgelegen deel van een groter geheel

inplaats van het centrum van de eigen wereld te zijn heeft on- getwijfeld een domper gezet op he1; sterk ontwikkelde gevoel van eigenwaarde van de Schouten-eilanders.

Al deze , slechts kort aangestipte , punten vormen onderdeel van een proces , dat met de anthropologische term "acculturatie" zou kunnen worden aangeduid . Dit proces verliep echter - hoezeer kontakt met de Westerse kultuurelementen ook gewenst werd - niet zonder aanpassingsproblemen. Deze laatste zijn , mede

omda t zi j een uitweg zochten op een moment , da t het c en traal gezag door de tweede wereldoorlog tijdelijk wegviel , oorzaak geweest van de grote Koréribeweging van 1938-1943.

Zoals door Kamma1 ) uitvoerig wordt beschreven werden dergelijke Koréribewegingen al sinds het midden van de 1ge eeuw voor

meerdere delen van de noordkust van Nieuw-Guinea vermeld . Het waren bewegingen, die geakti veerd werden door zgn. "Konoors"

(zieners, wonderdoeners) en die stoelden op legenden rond de kultuurheros 1funsren MEngoendi . Het volksgeloof wil, dat

Mangoendi eenmaal terug zal keren naar Papoea-land en dat dan een nieuwe tijd zal aanbreken, waarin direkt kontakt met de voorouders wordt hersteld en een eeuwig statische orde ont- staat, waarin nooit meer materieel gebrek zal optreden en de mensen eeuwig leven. In de periode vlak voor de verwachte komst van r~ngoendi werd de adventsgedachte versterkt door grote dansfeesten en het vernielen van de tuinen.

1) Op. ci t .

(11)

-11-

De grote Kor~ri-beweging op de Schouten-eilanden van 1938 tot 1943 draagt volgens Kamma het karakter van geforceerde po- gingen tot acculturatieve "aanpassing en interpretatie met de eigen traditie als uitgangspunt". Terwijl de ene groep Koreri- aanhangers "zich verloor in mystieke beschouwing", leefde de andere in de verwachting van materiele overvloed, terwijl weer een derde stroming politiek-nationalistische doelen voor

ogen had . De bewegingen hebben niet nagelaten het dagelijks leven op de Schouten-eilanden diep te doorwoelen: voor de ja- ren 1941 en 1942 worden grote dansfeesten gemeld, waaraan 6000 personen zouden hebben deelgenomen. Het sagoeweergebruik nam toe; het klapperbestand nam af, terwi ,jl de tuinen onver-

zorgd bleven . Onderlinge ruzies tussen de aanhangers van de verschillende bewegingen laaiden op. Verschillende niet-Papoe- se kooplieden en bestuursambtenaren werden gedood . De pacifi- cerende bestuursvoering, het onderwijs, de medische verzorging kwamen in het gedrang.

De Japanners , die in mei 1942 de Schouten-eilanden binnen-

drongen bemoeiden zich aanvankelijk nauwelijks met het bestuur over het gebied . Eet werd hen echter na verlo'lp van tijd dui- delijk, dat een te grote onrust achter de frontlijn niet geto- lereerd ~on worden: dit leidde er uiteindelijk toe , dat de

Kor~ribeweeing in oktober 1943 bij het gevecht in I\!answam

(Zuid-Biak) , waar volgens toenmalige , vermoedelijk overdreven

schattingen tussen de 600 en 2000 Biakse mannen , vrouwen en kinderen in een handgemeen sneuvelden, in bloed werd gesmoord . Ook door de deporta tie van honderden personen naar Manokwari en de verplichte tewerkstelling van anderen bij defensiewerken gr epen de Japanse autoriteiten diep in de inheemse maatschap- pij in.

Het behoeft geen betoog, dat de ernstige voedselschaarste , de verslechtering van de medische verzorging1), de onrust en de verplaatsingen van grote groepen niet hebben nagelaten de de- mografische situatie van de eilandengroep in de jaren 1941 t ot 1945 ernstig te beïnvloeden.

d) Periode na de oorlQg.

De Amerikanen landden in mei 1944 op de Scllouten-eilanden . Vooral de zuidkust van Biak had van de invasie veel te lijden:

de klappertuinen .verden grotendeels verwoest , de ladangtuinen werden l eeggeroofd door de naar het binnenland gevluchte Ja- panners en de sagoB.-ealen werden uitgeput. Circa 5000 personen, die hun woonplaatsen moesten verlaten werden in kampen onderge- bracht en uit de enorme voorraden, die de Amerikanen aanvoer- den, gevoed . Toen het i~vasieleger in 1946 het eiland voorgoed verliet , ontstond vQor deze bevolking dan ook een moeilijke situatie: de Bruyn 2 ) meldt, dat nog in 1947 een tekort aan

1) Voor verschillende dOl'jJen worden voor de periode 1942-1944 ziekten (o .a . dysenterie) gemeld.

2) Jaarverslag, 1947.

(12)

-12-

plantmateriaal bestond , terwijl de bevolking ook nog slechts ten dele naar de oude ksmpongs was teruggekeerd .

De ontwikkeling in de periode 194G tot 1950 werd voornamelijk gekenmerkt door een herstel van oorlogsschade en langzame

opbouw. Na de souvereiniteitsoverdracht in Indonesië ging er echter in Nieuw-Guinea een andere wind waaien, waarvan ook Biak profiteerde . Bovendien werd Biak- stad in 1953 hoofdplaats van de Afdeling Geelvinkbaai, zodat meer en meer bestuurs- en welvaartsdiensten zich daar vestigden. In 1954 groeide het vliegveld lVIokmer uit tot een internationale luchthaven. Verder werd het stadje steeds belangrijker als b3Sis voor de Koninkl ij- ke f"arine. De groei van de stedeli jke funkties stimuleerde

tevens een grote bouwaktiviteit.

Zo kon het gebeuren, dat het vijftal Europeanen, dat zich voor de laatste oorlog op de Schouten-eilanden bevond, per ultimo

1960 was aangegroeid tot ca 1900 (excluSief militairen in kampementen) personen, die voor vrijwel 10010 in het stedel ijk centrum waren gekoncentreerd . De door deze Europeanen geleide overheidsdiensten en bedrijven en de door Chinezen gedreven firma I s gaven werk aan een paar duizend Papoea IS, waardoor be- volkingsverplaatsingen ontstonden. Doordat nl . de ekonomische ontwikkeling beperkt bleef tot de zuidkust van Biak, groeide er een trek van de bevolking van Soepiori, Noord- en West-Biak naar de omgeving van Biak-stad, die deels de vorm van een per- manente emigratie van vrijgezellen of gezinnen en deels van een tijdelijke arbeidsmigratje van eehuwde of ongehuwde mannen of vrouwen a::mnaTI, terwijl de technische en voortgezette

schoolfaciliteiten in het stedelijk centrum, kinderen in de leeftijd van 11 tot 18 jaar aantrok. Tevens bestond er een vrij aanzienlijke arbeidspendel van de dorpsgemeenschappen Barmani, Sorid 0, Woniki en Sanoemi naar de hoofdplaa ts , terwi jl ook gesteld kan worden, dat vrijwel de gehele mannelijke volwassen Papoea bevolking van de binnen de grenzen van Biak-Kota gele- gen kampongs in loonarbeid werkzaam was. Ook voor vrouwen was er een arbeidsmarkt in het stedelijk centrum, vooral in de funktie van huisbediende .

De bevolking werd meer en meer opgenomen in de geldhuishouding en streefde naar een meer Westers levenspatroon : dat bracht uiteraard de noodzaak tot de verdere aanpassing van de oude gebruiken, b.V. op het gebied van de bruidschatten, met zich mee, terwijl zelfs de overigens nog hechte clanstruktuur niet onaangetast bleef.

De drang tot ekonomische en sociale vooruitgang , die vooral onder de jongeren leefde , kon ook politiek een uitweg vinden. Eerst door het advieslichaam Kankain Kerkar::! Biek, later door de verkozen streekraad er. de ingestelde dorpsgemeenschappen kregen de autochtonen meer zeggenschap in eigen bestuur. Daarnaast -Nerd de volksgezondheid sterk verbeterd: dit werd bereikt door het onderhouden ven poliklinieken op verschillen- de plaatsen in de eilandengroep, door de opleiding van Papoea vrouwen, die op dorpsniveau de zorg voor jon~e moeders en

(13)

;:

-13-

pasgeboren kinderen op zich namen, en vooral door framboesia- , tubercul ose- en malariabestrijdingscampagnes . Deze begonnen rond 1955 en hadden tot resultaat, dat de Schouten-eilanden snel framboesia-vrij en in 1959 ook malaria-vrij genoemd konden worden .

De bewoners van de Schouten-eilanden gaven in de tweede helft van de .~tiger jaren dan ook het beeld van een lichamelijk en geestelijk gezond volk: weliswaar worstelden zij met ern- stige aanpassingsmoeilijkheden, maar van een algehele apathie , zoals door ver schillende andere volken in de Pacific in

acculturatieve situaties aan de dag werd gelegd, was in de ei- landengroep geen sprake. Integendeel zelfs, de bewoners van de Schouten-eilanden namen een leidende positie in Ni euw-Guinea in en gingen de andere bevolkingsgroepen vóór bij het streven naar sociale en ekon,'mische ontwikkeling.

De bovengenoemde ontwikkelingen hebben ongetwijfeld belangrij- ke konsekwenties gehad voor de demografische struktuur van de bevolking. Als gevolg van de onvolledigheid van de ter be- schikking staande gegevens kunnen voorlopig echter in de na- volgende hoofdstukken slechts schetsmatige lijnen dienaangaande worden aangegeven.

(14)

-14-

Tabel I A

iile dejure Papuan pOjCul~tion of the district Soepiori by -oirtl~Jeargroups "md sex, December 31, 1960.

r····_ .... ···· .. " .. ··· .. ·· .. _· .... · ... ,," 1 ... H " . . . • • • • • • • • • • , , · · · . . . " . . " " . . . - •. " • • • _ . . . " . . . 1' ... ' ... _ ... .

i

Birthyear Dejure canvassed

i

Dejure non-canvassed,

!

group

t

l\:

; ' i :';'-"T-r-M-

c F 1 T - T- - - M Total dejure ... ··i

!, ... ... , .. ,., .... ",.", ... ""., ... ,."., .... '! ... H ... . . .. .. . . _ . . . .. f ... -... . ... , .... " ... __ ... " ... "O+ ... no.-........ . T

11956-1960 633 I 586 1219 j 2 4 6 635 590 1225 !

11951-1955 ~ 52 I 384 836 4 5 9 456 389 845 '

I 1946-1950 414' 327 7U 14 7 21 428 334 762

!I' 1941-1945 229 1I

194 423 25 5 30 254 199 453 I

1936-1940 181 I 207 388 16 4 20 197 211 408

!

11931-1935 174 I

I

200 374 6 1 7 180 201 381 !

! 1926-1930 215 1 '3[: 403 2 2 217 188 405

i

I

1921-1925 150 137 287 1 1 2 151 138 289 i

11916-1920 125 I 165 290 2 2 127 165 292 !

! 1911-1915 112 114 226 1 1 2 113 115 228 .

i

1906-1910 103 120 223 1 1 103 l a 224

i

i

1901-1905 66 87 153 66 87 153 !

I

before 1901 64 103 167

I

1 2 3 65 105 170 1

1·~;;~wn·-.Jj2i~:::I~?§i? :. _.:.·~.7.3.?:_.:L.i~t __ L_;.;._ ._ .. ~~~ ~]30 ~~~ ... ? e~ ~ .. "'5é~~ 1

'rabel I B

The dej"vlre Papuan population of the district Noord Biak,

by birth:;earbroups alld 3ex, December 31, 1960.

1956-1960 1951-1955 1946-1950 1941-1945 19311-1940 1931-1935 1926-1930 1921-1925 1916-1920 1911-1915 1906-1910 1901-1905 before 1901 unknown

I

694 440 416 188 177 161 249 173 145 99 93 44 78

." .. " ... "."." ... " ... ... " .. ".

... ~_?~.~.~ __ . _ ... _ ...

J ..

_.?.~.~.7

651 1345 1 1 694 652

398 338 2 2 440 400

392 808 3 1 4 419 393

189 377 8 3 11 196 192

196 373 16 1 17 193 197

200 361 5 1 6 166 201

257 506 1 1 250 257

175 348 1 1 174 175

145 290 145 145

112 211 1 1 99 113

123 216

72 116

100 178

i ! 93 123

! 1 1 2 : 45 73

! - -

l _.;

7 8 100

: 35 23 58: 35 23

···-3-ÓlÖ--- ·--~i967 ... r -. - '1 0 - - ~_ -~)..±

. _ _ _

_~ ~ ~

..

_.1. j 0-2 :(' .. ---3Ö-tÏ 4" --

1346 , 840 812 i 388 390.

367 ' 507 , 349 i

290 ' 212 i

216 ' 118 173 : --..., 58!

6071 i

(15)

:)j.rthyea r

I ... ~~~~p

... .

; i 1956-1960

11951-1955

! 19,16-1950

!

1941-1945-

i

1936-1940

!

1931-1935

! 1926-1930 : 1921-1925

i

1916-1920

i

1911-1915

!I· 1906-1910

,1901-1905

i

before 1901

j.1illknown

i

Total ,

-15-

The dejure Fapuan pOI,ulatiol1 of the district Zuid - Biak, by birthyeareroups and sex, December 31, 1960 .

.. "I

Dejure canvB8scd Dejure non-canvaS8 ad Total dejure

···]···,·1···..

F .... ·· T : .. ~.'r

1777 114°

897 445 655 533 503 373 353 228 160 110 71 725C

1677 107['.

771 388 615 478 499 357 275 198 191 120 138

i

3454 ; 222E:

1668 833 1270 1011 1002 730 633 426 351 230 209

13 18 33 57 44 14 12 3 3 1 1 1

') ,.

! 54

...•...

6785

F

15 11 13 12 2 2 3 1 2 2 4 1

44

... ~ ... 112 _ ... _ .•...

_

...

rabel I D

.. ...

T M .1',,' F ! T ...

23 1790 1692 , 3482

29 1166 1089 2255

46

,

930 784.

I

1714

i

69 46 16 15 4 5

; 502 400 902

!

1)99 547 617 480

I

1316 1027

, I

515 502 10171 376 353 734 I 361 277 6381

3 229 200 4291

5 2 2

..9$

368

161 195 356 ' 111 121 2321 73 138 211 I

.... 1 ... . 54. ... . ... . . 4L .... . ... ~.~.l

I

7514. 6897 14411 I

... _ ... l... . ... , ... ,J

The dejure Papuan populatien of the district Oost- Biak, bJ birthyeargroups anu sex, December 31, 1960.

rB-i·~ti~.v~~-~---

-.. --.--

TI .~·j;;:~~·~·~l;;,;~~~~d··-· -·r-ii-;;j;;::~-;;;;=;;;;;;;:;-~;;;~d -

..

-·----T;t~i-·d~-j~~·~

.. --·--· ·l

.. ·j ... · .. · .. · .... · .. ····_·T···· .. ·-·· .. __ ·---·- _ ... -.... ···-·· .. · .. •··· .. ··· .. ···_ .. ···-... · ..

··r

group

r ,'

FT'~;'

1 .. ... ... . ., ... - .... , ... -... -

F

... ...

T

... ... ...

t'T

... ... .

F

....

I

. ... :r '1

I

: 1956-1960 856 813 1669 <; 5 10 861 013 1679 i

: 1951-1955 567 536 1103 6 6 12 573 542 1115 i

; 1946-1950 522 442 964 20 10 30 542 152 994

I

!

1941-1945 244 258 502 28 3 31 272 261 533!

i

1936-1940 272 235 557 27 2 29 299 287 536/

i

1931-1935 258 273 531 11 1 12 269 274 543

11926-1930 250 258 508 1 1 2 251 259 510

i

1921-1925 221 243 464 3 3 221 246 467

: 1916-1920 173 206 379 2 3 5 175 209 384 I

i

1911-1915 129 148 277, 4 1 5 133 149 232

i

: 1906-1910 106 136 242! 1 2 3 107 135 2451

!

1?~t~_

~~~~~;OlT

l .

3~

..

!

_

-3i~~-.t l_.7:::-:-i-

_ . __ ...

~.! -

j'

io_-~ ~ J~_}i~_,~~)

__ _

(16)

-16-

Tabel I E

The dejure non-Fapuan population of the Schouten-eilanden , by birthyear groups and sex, December 31, 1960.

-·---T= ~~~~==-=i~~~~~;,;-~~~--~=~-==~-~]-==:~~~~:~~~:S_~~~~~7El;~==_~~~:==I=~=:=~:- ·-Ë~~~~;~ ~~L-=~~~~===-~--:

: Birthyear : caIiva ssed hon- ca::va:::sed[ canva sseéi hon-canva ssedl canVD ssed !non-canve ssed

11951--1955 1 33 33 66[ - 1 1 : 37: 30 , 67; - 1 1 1

!

155 167 322; - 1 1

i

1946-1950 14 21 35i 1 1 23 19 1 42: 3 3 ' Cl 88 169 , 2

i

2

! 1941-1945 11 7 18i 2 2 4 19 6 25[ 3 - I 3 14 16 30 i - , 11936-1940 17 11 28! 1 1 27 30) 57i - ! - 30 41 71 1

!

1931-1935 13 12 25! 171 142 1 311 , ; 104 93 197 i

i

1926-1930 16 22 3D! i 20 182)1

38:

1

I

1

i

154 110 264!

! 1921-1925 11 21 32i - : 11 ' 7 18i -- ; 115 91 206 1

11916-1920 12 16 281 ; 10 4

Hi

97 46 143!

11911-1915 3 11

H l - i

4 2 61 1 1 ~9 17 66

i

'11906-1910 7 4 11! -- i 4 2

61 -

1 - , ,;: 3 8 31

! - : - .

,1901-1905 ! 4 4 8, - - ! 3 1 3 6, - ! 5 8 13 i - I - ,

!

before 1901

i

4 9 13!

--!

9 2 11i - I' - - j 7 6 13

i i

i unknown I 1 11 3 3 : 1 1 2! 10 2 12 ! 23 23 46 I 9 3 i 12 :

t~?~~_~::-:··· L~~~ ... ??7

3921

7 :: ~ :~

..

~oJ? ~} ..

190 ...

~. 3}!

..

~8J 4221i~1?

... 892

Ü02I:i~-5Iii:-]

1) Military personnel on ships and in barracEs exclt:.sive 2) One non-Ohinese , Asiatic feffiale inclusive .

Tabel I F

The dejure rapuan and non-Papuan population of the Schouten-eilanden, by birthyeargroups and sex, Dece~ber 31 , 1960.

1"'.---•...•...• - ... ----.. -.. -.. -... --- ... ~_. ___ ... _... . ... _ .. _ ... M._._ ... _ .... _ ... _._ .... ____ .. ____ ... . .... _.H ... _., , ... _ ... _ ... _ .. _._ ... _._ ...... __ "_. __ .. ,_ ... -... _.H .. _ .... _._ ... _ ... _.. ._ ... _-_ ... _ ... _._-... _-_... . .. ·H··· ___ ·•··· ..•...•.•....•. _ ....•.. _ ... -... __ ... -... _-_.-H" - - - "

i ;

Pnpuans non Papuans1) Total ;

!

Birthyear

i I group ; r.~ F T H F I T

I · --

~

.

.

. - -

I .

- r .

I

'.'

.,

11956-1960 3960 3727 7687 20 2511 45 2511 265

i

516:: - I 1 1 i 4211 1 3992 8203 20

i

1951·-1955 2607 23% 5003 28 24 52 2251 2301 455;-1

1

? 2: 2832 2626 5458 28

i

1946-1950 2249 1 1932 4181 70 31[101 lUl 1281 246: 4 _ 2 6: 2367 2060 4421 74 11941-1945 1106

i

10291 2135 118 23

1

141 , 441 29 731. 51 2 7! 1150 1058 220& 123

: 1936-1940 1285 13031 2583 103 9 11'2; 74 82- 156 1 1

i

1359 1385 27<14' 104 - - _. .

I ;

1931-1935 1126 11511 ':'277 36 51 H 134 U9 253, -- ' -1 1260 1270 253Cl 36 5 41 I 1296 1275 2571i

1926-1930 1217 1202'1' 2419 16 41 20 l SO 150 340i 1 1 1

i

1407 1352 2759 17 4 21 1 1424 1356 2780,

! 1921-1925 917 912 lG29 5 5 10; 137 1

119 256[ - , - ' 1054 1031 208';\ 5 5 10! 1059 1036 2095:

!1916-1920 301 1 7S1 1592 7 51 12: 119 66 135; - ; -- - i 920 857 1777: 7 5 12! 927 862 1789,

!

1911-1915 568 5721 1140 6 5i 11: 56[ 30 86: 1 1 624 602 122(1 7 5 12

i

63~ 607 123~

i

1906-1910 : 462 1 570 1032 :2 71 '): 34 14 43' 4~6 584 108d 2 7 9! 49 591 1089i 11901-1905 1 276 I 3551 631 2 41 :5 - 12 15 27 ; 208 370 658 2 4 6 I 290 374 6641

! before 1901! 2521 415 667 4 41 20 17 37'

- -I - i

272 432 704i 4 4 8 I 2761 436 7121

t~~-r~-. --: :J~~~~?~:tX6'35~ 3

3i

8~ ~-~-: ~t -~ ~ ~

1

:~ ~~

14

~~ _ ~ _

2

~~ 1_?7~jJ~~I:~ ;L~;j ~

82;1 1 76:

~ 3 _~_~~~- ~ -~~~~~; -C~ ~Ii~à~ 1ü~~~ _?~-~_ ~_~l

1) :Ci1i táry personEel on ships and i:l t8rracks exclusive .

(17)

-17-

Tabel I ~

The dejure canvassed and dejure Papuan population of the Schouten-

eilanden, by birthyeargroup and sex, in percentages, December 31, 1960.

Bi

rth~:: r~ -[---=-~, -_:~~'~',~ -", .~- __ =~~~,~=~"_ i~j;Ï~~,c~,~ _~~ ~ ~ ;~~_=i~~~~~~~_~~_, ___ ,~=~=:=~~~~_::_~~~-'==_~=~=_~,:-==--:'~~'~~~ - ~e - jur:--··- I

group : District Soepiorii District N. Biak

!

District Z. Biak

i

District 0. Biak !Schouten-eilanden : Schouten-eil anden

i

. 1

"~ I· r ' ; :. ~~ ~... i

t

~ ·j· tf'î~'- l =': r~ ~ i'3 I'~~:.~:E·.~;~~~_i~. !i:.=r:~t7'~:E~·,~.~-==~~~ ti=~:I ::ii:::]

rîii;~fiii - --ii:î ~~~~ - r: : iT fl~~- f~ T~r~i:~1~~:-l-f;Tfl:3 i! : j ii : ~ l il: ~ ii : ~I iU! g : 1 iU I ii : l i

11946-1950 14 ,2 11,6 12,91 14,1113,0 13,51 12,4 11 ,4 11 ,9!, 14,1 11 ,8 13 ,0., 13,4 11,81 12 ,6' 13 ,3 11,8 12,61 j1941=1945 7,8 6,9 7,4: 6,4 6,3 6,3: ~,1 5,7 5,9[ 6,6 6,9 6,7: 6,6 [ 6,3 6,4 7,0 6,3 6,7 : ,19361940 6,2 7,4 6,8, 6,0 6,5 6,3, _,0 9,1 9,0, 7,4 7,6 7,5 . 7,6 8,0 7,8 8,0 7,9 7,9, 11931-1935 6,0 7,1 6,51 5,4 6,6 6,01 7,3 7,0 7,21 7,0 7,3 7,lj 6,7 7,0 6,9 6,7 7,0, 6,81

!19 26-1 93 0 7,4 6,7 7,Oi 8,4 8,5 8,51 6,9 7,4 7,11 6,8 6,9 6,-31 7,2 7,3 7,3 7,1 7,31 7,21 ,1921-1925 5,1 4,9 5,0, 5,8 5,8 5,8, 5,1 5,3 5,2, 6,0 6,5 6,2, 5,4 5,61 5,5 5,3 5,5 · 5,4, :191 6=1920 4,3 5,9 5,11 4,9 4,8 4,91 4,9 4,1 1 4,51 4,7 5,5 5,1 \ 4,8, 4,8 4,B 4,6 4,8 1 4,7 i

i

1911 _1915 3 ,8 4 ,1 3 ,9

i

3,3 3 ,7 3 ,5; 3 ,1 2 ,9 3 , ° i, 3 ,5 3 ,9 3,7 : 3 ,4 3 ,5

1 3,4 3 ,3 3,5 1 3,4 :

,19061910 3,5 A,3 3,9, 3,1 4,1 3,6, 2,2 2,8 2,5. 2,9 3,5 3,3 · 2,7 3,5 3,1, 2,7 3,5 3,1 :

11901-1905 j 2,3 3,1 2,71 1,5 1 2,4 1,9! 1 ,5 1,8 1 ,§, 1 ,5 2,0 1,8, 1,6

1 2,2 1,9: 1 ,61 2,2 ! 1,9'1

,before 1901: 2,2 3,7 2,9: 2,6, 3,3 3,01 1 ,0 2,0 1 ,::>; 1,1 2,0 1,5, 1,5 1 2,5 2,0: 1 ,5 2,5 2,0

! unknown , - , - - - , - - . - - - - .

°

9

°

7

°

81

l .~:~~~~~,~::~. ·.t~?? ; :=~?o. ~ =L~??!=t •. Y~? '!-=J~ ?·? ... .... ... ??~=t·· i °

Ö;':' ••

·i??' ;= j~'9_?;,':=t··~??;= ' ~'?? ;·.=- 1~??';:-:J ... ~?9. ,= If§?;=~o.o.., = L: ~o6-; ::·1~:~Ö-:::··~o.?·;.=]

Tabel 11

Preferences for unit digi ts in the birthyears of male and female dejure canvassed Papuans , covering 4 decades of birthyears with starting birthyears 1950 and 1940,

Schouten-eilanden , December 31, 1960 .

••• M ... M.· _,",M'M""M",M", •• _ •••• _ ••••• _. :- _ •• _ _ ._ •• _~ ••• ~_ •••••••• ---~.~ •• _ •••••• _~~... ..~~ •••••••••••••• _ •.• -. _ ... ~ ••• ---~-•• --.-.-~ ••••• ~. • ... -•• _ ... - _ ••• -.. • ••••• - ... _~ ... _ .. • •• ··_·· _ _ _ ... _ •• _ •• _ ••• _.h ... _ ... ... ••• .. •• - - - -... - .... - . - - -... - .... - - . - -••••• - - - . - . . . -... - ... -... -... • ... . . ··_-··-···_ .. ····-·· _ - · .. • .. _····~--_·_· .. ··--- -.. ·1

: !

~~~~~y ~!r 1"· Di·~t;i~s~ e pi~~i ·l-· Di·~t-;i~'t;--iT ~ --B~!~'~ "Ilf(i· ~·"~i :'~~: ~{§ '~' ~!?~~~~,e.~i IJ,O~~~~'!~~:.-o=~'-- Bi~k:'::·:· sc ~:~~t~~~~~~~~~~~·=- :I

lti~= ~C~[I]-= ~~=lf]L :L i ~~~ i -_= ,~J~~~~~ ;f]~"i=_:E ~-;; ~;=-=;J-~~

° ' 9,94 11 ,19 1 10,57! 10,80 ' 12,18 11,51 1 11,69 12,43 12,04 1 12 ,81 13,43 13 ,13 1 11,49 12,40 11,94 1 9 11 ,22 9,79 ' 10,50: 10,94 10,76 10,85 , 11 ,36 10,70 11 ,05! 9,39 8,13 8,74 ! 10,83 9,94 10,391 8 10,73 11,22 1 10,98i 11,95 12,58 12 ,28 1 10,98 11,46 11,211 11,48 10,70 11 ,08! 11,22 11,45 11,33 7 11 ,25 11,08

1 11,17 . 11,15 9,98 10,54 ; 10,23 11,22 10,7° 1 10,70 10,00 10 ,34 i 10 ,67 10,67 10,671 6 10 ,20 10,981 10,59 , 11 ,35 9,80 10,55 , 11,15 10,08 10,64

i

8,72 10,12 9,45

i

10 ,48 10,20 10,341

5 10,08 9,40 9,74 . 9,42 9,28 9,35 , 9,19 8,22 8,73 i 9,94 9,29 9,60 i 9,55 8,88 9,211 4 9,40 I ~ ,17 1 9,28 . 8,64 I 7,3~ 7,991 8,94 8,33 8,65! 8,52 10,48 9,53 i 8,88 8,81 8,84, 3 8,53 o,791 8,66 ! 8,90! 9,581 9,25 : 8,99 8,38 8,70

I

9'401 8,51 8,94

i

8,99 8,71 8,851 2 , 9,71 9,36 9,53 ; 9 ,~7 , 1;,01

1 10'2e 9,60 1~ ,04 9,81

i

10,76 10,96 10,86 : 9,79 10,32 10,05,

1

i

8,93 9 ,04 , 8,9 C

7"6~_

. ' ! 4

Y ....

7

~ J l:

. 7 ,85 ... _-,

,~3 --.~. !.~7-+--~~~ --r' _,_,~,}~

__ .. 8!

~~.

;"" __

'~ _' .~? ... _ .. ~'-?}

..

_ ._~..!.n,t

Total ' 100,00 00,00 100,00 100,00 100,00 100,00: 100,00 100,00 100,00 1100 ,00 100,00 100 ,00 j 100,00 100,00 100,001

": ~ -r:~':'~ . ... "·"·-1,-. ..•••• ) '.' , 49' ..•••• ·.·4=,~4 6:.

3 .' ..

8_~

..

~"~:6.7~.~: '., ._~ :.~.~~1:,.: .. ·.~.:.~~ __ : ... _~,j .. , ~2-· --~:~~~4' ·~ .. , •.• ··5 . , ~~J·~ ... ··.~ •. ;i~':~':~~~:~ ~ ~:~~ -~:~ ~ . j :~ :~. = 4,~~.~._:~ .?~~?._~ m==4~~!Ij

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

7KHGDWD ZHUHFROOHFWHGIRU WKH WZRJHDU VHWV*HDUDQG*HDUXVLQJ WKHVDPHJHDUER[FDVH *HDU DQG*HDU ZHUH LQGXFHG ZLWKDQG WRRWK EUHDNDJH $VWKHUH

Het percentage onderzochte soorten van de VHR dat naar verwachting duurzaam in stand kan worden gehouden voor verschillende beleidsscenario’s voor de provincie Gelderland..

Van belang is evenwel dat een ontbinding wegens een wei- gering van de werknemer om zich in te spannen voor zijn re-integratie dient te worden gegrond op de ontslaggrond

Archive for Contemporary Affairs University of the Free State

Zo behandelt Vincent Sagaert uitvoerig wat het lot is van de zakelijke en persoon- lijke gebruiks- en genotsrechten in geval van onteigening, meer bepaald of, en zo ja wanneer,

‘Als je in staat bent de burger aan je werk te binden, heb je de ultieme manier om de burger aan je te binden - dat is een rijkdom als dat je lukt - in capaciteit, maar ook

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

The goal of this chapter is to broaden the discussion about the links be- tween marriage systems and economic development by 1) Redefining the EMP in ethnographic terms as a