RAADSVOORSTEL
BIJ ZAAKNUMMER: 2017004676
Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering
van: Agenda-
nummer: p.h.:
Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied
Asten 2016 -6- 18 april 2017 17.04.07 ThM
de raad
van de gemeente Asten
Samenvatting
Voorliggend bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 vervangt het geldende
bestemmingsplan Buitengebied Asten 2008. Een nieuw bestemmingsplan was nodig om de provinciale Verordening ruimte 2014 in het bestemmingsplan te vertalen. Daarnaast zijn afgeronde bestemmingsplanprocedures in het nieuwe bestemmingsplan verwerkt en zijn bestaande regelingen op grond van nieuwe inzichten bijgesteld. Deze bijgestelde regelingen hebben met name invloed op de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen, maar ook de regels voor wonen, niet-agrarische bedrijvigheid en recreatie zijn mede naar aanleiding van ingediende zienswijzen geactualiseerd.
Uw raad wordt gevraagd in te stemmen met de voorgestelde wijzingen en het bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 (gewijzigd) vast te stellen.
Beslispunten
1. Instemmen met de voorgestelde beantwoording van de zienswijze en de (ambtshalve) wijzigingen in het bestemmingsplan;
2. Het analoge en digitale bestemmingsplan ‘Buitengebied Asten 2016’ met
planidentificatienummer NL.IMRO.0743.BP02016002-VS01 gewijzigd vaststellen.
Inleiding
De gemeente Asten heeft behoefte aan een nieuw bestemmingsplan buitengebied dat het geldende bestemmingsplan uit 2009 vervangt. Al in 2015 is begonnen met het project voor herziening van het bestemmingsplan. Op 19 mei 2015 is de Nota van Uitgangspunten (NvU) aan uw commissie Ruimte voorgelegd. Deze NvU en de wensen en bedenkingen van uw commissie vormden de basis voor het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan. Dit voorontwerpbestemmingsplan is op 14 januari 2016 voor wensen en bedenkingen aan uw commissie voorgelegd. Vervolgens is dit plan op 28 januari 2016 gepubliceerd voor inspraak.
De beantwoording van de inspraakreacties is op 14 juni 2016 aan uw commissie voorgelegd.
De voorgestelde wijzigingen zijn betrokken in het ontwerpbestemmingsplan dat van 21 oktober t/m 1 december 2016 ter inzage heeft gelegen. Gedurende deze termijn zijn 93 ontvankelijke zienswijzen ingediend. Alle zienswijzen zijn samengevat en (in concept) beantwoord (zie bijlage). De zienswijzen geven aanleiding het bestemmingsplan voor
vaststelling op onderdelen te wijzigen. Daarnaast worden een aantal ambtshalve wijzigingen voorgesteld (zie bijlage). Hierna wordt ingegaan op de belangrijkste wijzigingen.
2/5 Endotoxinen-norm
Het streven naar een goed woon- en leefklimaat vormt één van de belangrijkste
uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. Om dit te bereiken en nieuwe knelpunten t.a.v. veehouderijen en omwonenden te voorkomen dienen in het bestemmingsplan aanvullende regels opgenomen te worden. Aan uw commissie zijn eerder verschillende maatregelen voorgelegd. In de vergadering 14 juni 2016 heeft uw commissie zich hierover uitgesproken. Vervolgens zijn in juni en juli van 2016 twee belangrijke
wetenschappelijke onderzoeken gepubliceerd:
1. Emissies van endotoxinen uit de veehouderij: emissiemetingen en verspreidingsmodellering
(WUR-rapport 959, Wageningen UR Livestock Research, juni 2016)
2. Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (RIVM, 5 juli 2016, kenmerk 2015-0058) De resultaten van beide onderzoeken en de wensen en bedenkingen van uw commissie vormden voor burgemeester en wethouders aanleiding om in het ontwerpbestemmingsplan de ontwikkelingsmogelijkheden van pluimveehouderijen, en in het bijzonder
vleeskuikenhouderijen, te beperken, ofwel aan nadere voorwaarden te verbinden. Deze voorwaarde betrof dat een uitbreiding van een pluimveehouderij getoetst diende te worden aan een norm voor endotoxinen van 30 EU/M³. Deze norm is ontleend aan een advies van de Gezondheidsraad uit 2012 (zie Gezondheidsrisico’s rond veehouderijen). Het college heeft zodoende geprobeerd het actuele gezondheidsvraagstuk rond veehouderijen een plek in het bestemmingsplan te geven.
Tegen de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen endotoxinen-norm zijn verschillende zienswijzen ingediend. Belangrijkste argument tegen de endotoxinen-norm is dat de
wetenschappelijke en juridische basis ontbreekt. Er is immers (nog) geen wetgeving voorhanden m.b.t. endotoxinen en de hierboven genoemde onderzoeksrapporten bevelen nader onderzoek aan. Andere bezwaren richten zich tegen het ontbreken van een
toetsingskader voor endotoxinen en een foutieve formulering van de voorwaarde in het ontwerpbestemmingsplan.
De ingediende zienswijzen waren voor het college aanleiding om haar eerdere standpunt te heroverwegen. Te meer omdat de voorgestelde bestemmingsplanregels t.a.v. endotoxinen mogelijk (grote) juridische en ook financiële risico’s met zich meebrengen (zie onder
Risico’s). Kennisgenomen hebbende van het advies van onze huisadvocaat Hekkelman en de Odzob houdt het college vast aan het opnemen van een endotoxinen-norm in het
bestemmingsplan. Wel acht het college het noodzakelijk om de regeling in het
bestemmingsplan aan te passen. Ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan worden de volgende wijzigingen voorgesteld:
1. In plaats van de emissie (uitstoot) uit de stal, wordt getoetst aan de immissie (concentratie) op gevoelige objecten in de omgeving.
2. Toetsing aan de endotoxinen-norm wordt beperkt tot het ‘urgentiegebied’ rond Heusden.
3. De endotoxinen-norm geldt niet enkel voor pluimveebedrijven, maar ook voor varkenshouderijen. (N.B in de praktijk zullen varkensbedrijven minder problemen hebben om aan de norm te kunnen voldoen.)
Paragraaf 4.4 van de toelichting van het bestemmingsplan bevat een motivering van de voorgestelde regeling.
Recreatie
Recreatie is een belangrijke functie in het buitengebied. In antwoord op zienswijzen van lokale recreatieondernemers en de VVV worden de volgende wijzigingen voorgesteld:
1. Bij minicampings zijn naast reguliere kampeerplaatsen maximaal 5 trekkershutten toegestaan. Dit zijn kleine verblijfseenheden van maximaal 20 m² zonder sanitaire voorzieningen. Om tegemoet te komen aan de behoeften van de vergrijzende recreant wordt voorgesteld om bij minicampings in het aangewezen recreatief
ontwikkelingsgebied i.p.v. 5 trekkershutten maximaal 5 verhuuraccommodaties (chalet, blokhut, stacaravan) van maximaal 50 m² toe te staan.
2. De bestaande recreatiebedrijven in het buitengebied kunnen alleen uitbreiden middels een herziening van het bestemmingsplan. Voorgesteld wordt om een
wijzigingsbevoegdheid op te nemen op grond waarvan b&w kunnen meewerken aan
een redelijke uitbreiding (max. 15%) van een bestaande recreatiebedrijf (zie art.
7.7.3).
3. Bij recreatiebedrijven in het buitengebied is uitsluitend ondersteunende horeca
toegestaan. Dit betekent dat de horecavoorziening uitsluitend bedoeld is voor de eigen gasten van het recreatiebedrijf. De recreatiesector heeft de wens dit beleid te
verruimen. Hierover hebben gesprekken plaatsgevonden tussen lokale
recreatieondernemers, de VVV, Horeca Asten en de gemeente. Op 14 januari 2016 heeft de commissie Ruimte haar wensen en bedenkingen gegeven over het
onderwerp. Hieruit bleek dat draagvlak is voor het toestaan van ‘routegebonden horeca’. Dit is kleinschalige horeca, die wordt aangeboden als nevenfunctie bij een recreatieve hoofdfunctie, waar aan passanten vanuit de bestaande bebouwing dranken en versnaperingen worden verstrekt. De regels voor routegebonden horeca zijn nader uitgewerkt in bijgevoegde notitie (zie bijlage). Wij adviseren uw raad deze notitie te verwerken in het bestemmingsplan buitengebied.
Antoniusstraat
Om te komen tot een definitieve oplossing voor het knelpunt Antoniussrtaat 45 willen b&w voor de locatie een nieuw bestemmingsplan in procedure brengen dat de vestiging van een veehouderij uitsluit. Uw raad heeft hiervoor middelen beschikbaar gesteld. Naast de gronden aan Antoniusstraat 45 zullen ook de omliggende percelen aan de Antoniusstraat, die nu nog onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan buitengebied, in dit nieuwe bestemmingsplan betrokken worden. De begrenzing van het nieuwe bestemmingsplan voor de Antoniusstraat is afgestemd op de bestaande begrenzing van de bebouwingsconcentratie Antoniusstraat.
Betreffende gronden worden buiten het bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 gelaten.
N.B. ook andere locaties waarvoor een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is (o.a.
Prinsenmeer, golfbaan Heusden, Veegplan 2017-1) worden buiten het plangebied gelaten.
Mestbewerking
Conform het vigerende bestemmingsplan bood ook het nieuwe ontwerpbestemmingsplan buitengebied aan veehouderijen de mogelijkheid om naast eigen mest ook mest van derden te bewerken. Dit is in lijn met de Verordening ruimte 2014 die bepaalt dat op geschikte locaties mestbewerking aan derden kan worden toegestaan. Op 23 november 2015 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant echter besloten dat mestbewerking aan derden niet langer wordt toegestaan. GS overweegt hierbij dat binnen de provincie reeds voldoende mestbewerkingscapaciteit aanwezig is. Gezien dit besluit van GS stelt de provincie in haar zienswijze dat de in artikel 4.5.2 opgenomen afwijkingsbevoegdheid ten behoeve van mestbewerking van derden in strijd is met het provinciaal beleid. Geadviseerd wordt tegemoet te komen aan deze zienswijze en de afwijkingsbevoegdheid die mestbewerking voor derden mogelijk maakt uit het bestemmingsplan te schrappen.
N.B. voor zover veehouderijen uitsluitend hun eigen mest bewerken blijft dit toegestaan. De bestaande (vergunde) locaties waar mestbewerking voor derden plaatsvindt zijn in het bestemmingsplan positief bestemd.
Omvang burgerwoningen
Mede naar aanleiding van zienswijzen wordt voorgesteld om de toegestane woninginhoud binnen de bestemming ‘Wonen’ te vergroten van 600 m³ tot 750 m³. Hiermee wordt de maximale woninginhoud van burgerwoningen gelijkgesteld met de maximale woninginhoud van (agrarische) bedrijfswoningen in het buitengebied. De grotere woninginhoud sluit bovendien aan bij de maximale woninginhoud die de ons omliggende gemeenten hanteren voor burgerwoningen in het buitengebied. Tevens wordt voorgesteld de maximale
oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen bij burgerwoningen te verruimen van 80 m² tot 125 m².
Alle genoemde wijzigen zijn verwerkt in het door uw raad vast te stellen bestemmingsplan dat raadpleegbaar is via de volgende link:
http://tonnaer.tercera-ro.nl/MapViewer/Default.aspx?id=NLIMRO0743BP02016002-VS01
4/5 Wat willen we bereiken
Een actueel bestemmingsplan buitengebied dat ruimte biedt aan ontwikkelingen die bijdragen aan het verbeteren van het woon- en leefklimaat.
Wat gaan we daarvoor doen
Wij vragen uw raad het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.
Bij gewijzigde vaststelling kan het bestemmingsplan niet direct gepubliceerd worden. Het raadsbesluit dient eerst naar Gedeputeerde Staten verzonden te worden. GS dienen vervolgens binnen 6 weken te laten weten of zij een (reactieve) aanwijzing geven op het plan. Pas hierna kan het vastgestelde plan gepubliceerd worden en start de beroepstermijn (6 weken). Indien gedurende de beroepstermijn geen verzoek om voorlopige voorziening wordt gedaan bij de Raad van State treedt het bestemmingsplan daags na het einde van de
beroepstermijn in werking.
Mogelijke alternatieven N.v.t.
Risico’s
Het college van burgemeester en wethouders adviseert uw raad om in het bestemmingsplan regels op te nemen om de gezondheidsrisico’s die veehouderijen voor omwonenden
veroorzaken te beperken (zie hiervoor). Indien uw raad dit advies niet overneemt zal dit mogelijk met name van invloed zijn op de gezondheid van kwetsbare groepen (COPD-, astmapatiënten). Het wel opnemen van de voorgestelde regels brengt echter wel juridische en financiële risico’s met zich mee. Wij verwijzen hiervoor naar bijgevoegde memo (zie bijlage).
Communicatie
Nadat het vastgestelde bestemmingsplan aan de GS is voorgelegd kan het worden
gepubliceerd. Tegelijkertijd worden de indieners van een zienswijze op de hoogte gebracht van de beantwoording van hun zienswijze. Aan hen staat de mogelijkheid tot beroep bij de Raad van State open.
Wat mag het kosten
De kosten voor de actualisatie van het bestemmingsplan buitengebied worden gedekt uit het krediet Actualisatie bp buitengebied (96081010051).
Voor zover in het bestemmingsplan nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn betrokken, zijn de plankosten (o.a. ambtelijke uren) op grond van een anterieure overeenkomst op de
initiatiefnemer verhaald.
Commissie Ruimte d.d. 28 maart 2017
Bij de behandeling van dit voorstel in de commissie Ruimte is toegezegd de openstaande vragen mbt kaartmateriaal, veeg- en beplantingsplannen te beantwoorden. Deze informatie is opgenomen in bijgevoegd Memo aanvullende wijzigingen.
Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)
- Het complete vast te stellen bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 is digitaal te raadplegen via de volgende link:
http://tonnaer.tercera-ro.nl/MapViewer/Default.aspx?id=NLIMRO0743BP02016002-VS01 - Nota zienswijzen (2017005111)
- Overzicht ambtshalve wijzigingen (2017005113) - Notitie routegebonden horeca (2017003655)
- Memo: Risico’s bestemmingsplan buitengebied (2017005110) VERTROUWELIJK - Memo: Aanvullende wijzigingen vast te stellen bestemmingsplan (2017008400)
s.olschewsky@asten.nl, griffier@asten.nl
RAADSBESLUIT
Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:
Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Asten 2016 18 april 2017 17.04.07
De raad van de gemeente Asten;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 maart 2017 met zaaknummer;
gehoord het advies van de commissie Ruimte van 28 maart 2017;
besluit:
1. in te stemmen met de voorgestelde beantwoording van de zienswijze en de (ambtshalve) wijzigingen in het bestemmingsplan;
2. het analoge en digitale bestemmingsplan ‘Buitengebied Asten 2016’ met
planidentificatienummer NL.IMRO.0743.BP02016002-VS01 gewijzigd vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 18 april 2017.
De raad voornoemd,
griffier, voorzitter,
mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos
