Het veranderend klimaat
adaptatie of mitigatie
spanningsveld tussen beleidsmakers en wetenschappers
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 36
DEEL 2
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 37
Maatregelen tegen klimaat verandering (Mitigation of Climate Change)
• CO2 reductie (ook methaan etc)
- beperking (fossiel energiegebruik)
- emissie beperkingen (afvangst, opslag) - beperking energieverliezen (efficiency)
• ‘Climate engineering’
• Alternatieve energiebronnen
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 38
ENERGIE INTERMEZZO
• energiebronnen (fossiel, alternatief)
• energiedragers (waterstof, accu’s etc)
• energievragers
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 39
Energievraag
• Industrie (bouwactiviteiten)
• Transport (goederen)
• Huishoudens
- verwarming/koeling, verlichting) - mobiliteit
- voedsel
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 40
ENERGIE
inleidende begrippen
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 41
• eenheid in Joule of Cal (4.2 Joule)
• k = kilo (103), m= mega (106), g=giga(109) t = tera (1012)
• gas (1 kg) = 35 mJ (± 1 €)
• olie (1 kg) = 45 mJ (± 1.4 €)
• electra (1kWh) = 3.6 mJ (± 0.2 €)
ENERGIE
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 42
VERMOGEN
Vermogen is de capaciteit om in een bepaalde tijd energie te leveren of op te nemen, eenheid J/s = Watt (W),
1 kWh = 1000 Wh = 1000 x 3600 Ws = 3.6 mJ Voorbeelden
• elektrische centrale ± 800 mW
• kerncentrale ± 500-2500 mW
• windmolen (3mW) ± 0.8 mW
• 1 m2 zonnecel (5kWp) ± 10 W
• wereld energiegebruik ± 107 mW
• auto (100 pk) ± 80 kW
• huishouden ± 400 W
• mens ± 100 W
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 43
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 44
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 45
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 46
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 47
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 48
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 49
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 50
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 51
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 52
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 53
Climate (Geo) engineering
• reflectie zonlicht
• wolkenbeïnvloeding
• albedo veranderingen
• olivijn
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 54
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 55
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 56
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 57
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 58
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 59
Alternatieve energiebronnen
• waterkracht
(stuwmeren, getij, golven)
• bio energie
• geo energie
• windenergie
• zonne energie (zonnecellen, zonnewarmte)
• kernenergie/kernfusie
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 60
VERMOGEN
Vermogen is de capaciteit om in een bepaalde tijd energie te leveren of op te nemen, eenheid J/s = Watt (W),
1 kWh = 1000 Wh = 1000 x 3600 Ws = 3.6 mJ Voorbeelden
• elektrische centrale ± 800 mW
• kerncentrale ± 500-2500 mW
• windmolen (3mW) ± 0.8 mW
• 1 m2 zonnecel (5kWp) ± 10 W
• wereld energiegebruik ± 107 mW
• auto (100 pk) ± 80 kW
• huishouden ± 400 W
• mens ± 100 W
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 61
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 62
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 63
Opgave 1
a. Hoeveel CO2 bevat de atmosfeer?
b. Hoeveel CO2 moet per jaar worden opgeslagen om de jaarlijkse stijging van de CO2 concentratie te compenseren
Antwoord
a. 2 1015 kg = 2 tera ton
(opp aarde = omtrek2/pi =5 1014 m2 , een kolom van 1 m2 = 104 kg, totale massa atmosfeer = 5 1018 kg, fractie CO2 = ~400 ppm (4 10‐4) massa CO2 = 2 1015 kg = 2 tera ton)
b. Stijging = ~ 6ppm/jaar = (6/400) x 2 1015 kg = 3 1013 m3/jaar = 10 x Slochteren/jaar)
CO
2opslag (CCS)
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 64
Opgave 2
Stel: NL wil het pers. autogebruik met 10 % terugdringen (bij gelijkblijvende mobiliteit). Met hoeveel % moet dan de
capaciteit van het openbaar vervoer (ov) stijgen?
Antwoord: 55%
NL persoon reist 28 km/dag (24 auto + 4 ov)
10% reductie = 2.4 km per dag, zodat ov stijgt van 4 naar 6.6)
Efficient Energiegebruik
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 65
Bio energie
Opgave 3
Als in de toekomst het aandeel energie uit biomassa 20% van het totale energiegebruik moet worden, heeft dit dan consequenties voor de wereldvoedselproduktie?
Antwoord: ja
(In 2000 1013 kwh/jaar uit biomassa = 1016/(24x365) = 1012 w = 10 % van het wereld energiegebruik. 20% is dan 2 1012 w
De vermogen dat de mensheid uit biomassa nodig heeft bedraagt 6 109 (wereldpopulatie) x 100 w (menselijk vermogen) = 6 1011 w.
De energieproduktie via landbouw is dan ~ 3 x de voedselproduktie
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 67
12/12/10 HOVO cursus veranderend klimaat
2010 68
Ter overweging:
• (Quasi) duurzaamheid
- wereldbevolking en welvaart(sverdeling)
• Naar een kleinere wereldbevolking
• Fossiele energie langzaam opmaken
• Alternatieve energiebronnen verder ontwikkelen
• Geen dure maatregelen nemen
• Wetenschappelijk onderzoek bevorderen