• No results found

Woorden leren omschrijven in een vreemde taal met Smoezen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Woorden leren omschrijven in een vreemde taal met Smoezen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

36

Levende Talen Magazine 2017|5

37

Levende Talen Magazine 2017|5 Iedereen streeft ernaar een hoog ni-

veau te halen in zijn taalbeheersing, maar vroeg of laat komt het moment dat iedere spreker stilvalt en zich af- vraagt: Hoe leg ik dit uit? Hoe leg je een Engelsman uit wat scheefwonen is, of wat een hangplek is? Dat zal niet met één enkel woord uit het geleerde voca- bulaire lukken. Het woord omschrijven is een compensatiestrategie, die ge- leerd kan worden.

Smoezen

De Passie, Utrecht Lunetten, havo 4.

Gewerkt wordt met de versie voor Frans van Smoezen, een online docentge- stuurd leermiddel. De docent heeft in het programma het lesblok klaargezet.

Hij bepaalt het niveau, de duur van de oefening en hij zet de hulp aan of uit.

Nadat ook de klas is ingelogd verschijnt op elk schermpje van smartphone of iPad een Nederlands woord dat om- schreven moet worden in het Frans, met eronder Franse steunwoorden.

Ook de categorie is gegeven (Persoon, Handeling, Voorwerp en dergelijke).

De leerlingen zitten tegenover elkaar en kijken af en toe op hun smartphone.

Ze hebben elk hun eigen woord en zien niet wat op het schermpje van de ander verschijnt (information-gapprincipe).

Als op een steunwoord geklikt wordt,

verschijnt de vertaling. Klikken op de categorie laat een suggestie voor het begin van de omschrijving zien. De steunwoorden zijn onderbouwwoor- den. Het zijn de meest voor de hand liggende woorden die nodig zijn bij de omschrijving.

Terwijl Aline aan het woord is, luistert haar vriendin Chantal aandachtig.

‘C’est une personne qui fait une chose illégale.’

‘Een dief? Een …’

‘Non, attends, il n’a pas beaucoup d’argent. Pas assez pour avoir une mai- son.’

‘Een zwerver, een dakloze?’ Zo pro- beert Chantal te raden welk Nederlands woord Aline probeert te omschrijven.

‘Non, il ne paye pas pour l’appartement ! Mais il est dans la mai- son.’

‘Een kraker!’

De beurt wisselt en Chantal krijgt nu een ander woord aangeboden op haar schermpje. Als de ander het woord raadt, volgt een tevreden lachsalvo. Er is weder- zijdse afhankelijkheid en de beloning op de prestatie volgt direct.

Ze krijgen een teken van de leraar dat ze allebei een korte opname mogen maken van de volgende drie woorden. De opname kan later gebruikt worden voor correctie of voor becijfering.

Omschrijven

Het programma biedt genoeg oefenma- teriaal voor de bovenbouw van havo en vwo (zie <www.smoezen.eu>). Leerlingen zijn gewend te werken met hun smart- phone, die ze altijd binnen handbereik houden. Ze kunnen nu, met de digitale methodes, ook buiten het klaslokaal oe- fenen. Het omschrijven geeft de leerling de vrijheid om zijn eigen formulering te kiezen, met de talige elementen die hij al beheerst. In Smoezen bestaat de stimu- lus voor de spreekopdracht slechts uit één enkel woord. De opdracht luidt: om- schrijf het woord in het Frans, en gebruik zo veel mogelijk de Franse steunwoorden die je onder het Nederlandse woord ziet staan. De tweede leerling luistert en pro- beert het (Nederlandse) woord te raden.

Eventueel kunnen twee leerlingen samen een woord omschrijven om elkaar aan

praktijk

Woorden leren omschrijven in een vreemde taal met Smoezen

te vullen, tegenover één luisteraar. De woorden zijn zo gekozen dat ze een hele wereld oproepen die de leerling prikkelt om zich te uiten. Het spelelement maakt de opdracht aantrekkelijk. Geremde leer- lingen ervaren hun eerste succes op het moment dat de ‘tegenspeler’ begrijpt waarover hij het heeft.

Op het Ulenhofcollege in Doetinchem is rond de eeuwwisseling Smoes ontwik- keld: dozen met gekleurde kaartjes. Op de Passie in Utrecht Lunetten wordt nu gewerkt met een digitale versie. Een keer per week oefenen de leerlingen gedu- rende twintig minuten. Smoezen is niet methodegebonden en kan een aanvul- ling zijn in het curriculum voor de vreem- de talen (er zijn versies voor zes talen).

Volgende les

Einde les. Boven het geroezemoes klinkt de stem van de docent. ‘Afronden jon- gens.’ De docent vat kort samen welke opvallende zaken hij heeft genoteerd. Op het bord komt een lijstje: ‘Voor: let op het verschil tussen pour, devant en avant. Vol- gende keer gaan we proberen dat beter te doen! En dan kom ik weer even langs voor de werkwoordsvormen, afgespro- ken?’ De leerlingen loggen uit en pakken hun hun tas voor de volgende les. ■ Peet Hopmans

Voorbeeld van een digitaal smoeskaartje. De woorden tussen haken verschijnen pas bij klikken Persoon

[C’est une personne]

KWAKZALVER

guerir mentir

[genezen] [liegen]

la maladie tricher

[de ziekte] [bedriegen]

TERUG VOLGENDE KAART

6 sec

1/10

Foto: Peet Hopmans

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat deze syllabus alleen betrekking heeft op leesvaardigheid, wordt voor meer informatie over de andere vaardigheden verwezen naar de 'Handreiking moderne vreemde talen

Zoals eerder in deze paragraaf beschreven is de beschrijving van het ERK-niveau van tekst en opgaven in de centrale examens moderne vreemde talen gebaseerd op het

Met behulp van de uitkomsten van de koppelingsonderzoeken 17 heeft het College voor Toetsen en Examens (CvTE) tot en met het examenjaar 2015 per taal en schooltype de

Bijna ben ik vergeten dat ik niet écht voor een goed gevulde zaal met vriendelijk kijkende toehoorders sta, maar in de app Virtual Speech.. De virtual- realitybril drukt wel

Bij de derde vraag naar opvattingen, waar- bij docenten wordt gevraagd in hoeverre zij het ontwikkelen van bepaalde competenties belangrijk vinden binnen literatuuronder- wijs,

• Hoeveel leertijd hebben leerlingen in de verschillende schooltypes gemid- deld besteed aan de verschillende vreemde talen waar ze examen in doen?. Zijn er verschillen

Spaans wordt in Nederland op meer dan vijftig basis- scholen onderwezen en als je Spaans leert, dan sta je voor de uitdaging iets compleet nieuws te leren.. Do- cent Spaans

Toch zijn er weinig kwalificatiedossiers die voor gesprekken voeren als indicatief niveau B1 noemen, al helemaal niet als het gaat om de ‘tweede moderne vreemde taal’, in de