• No results found

Bijlage V De aankondigingsbrief voor de interviews

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage V De aankondigingsbrief voor de interviews "

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlagen

Bijlage I Het organogram

Bijlage II Overzicht opnamen en polikliniekbezoeken 2001 en 2002 Bijlage III Onderzoeksmodel arbeidsbelevingsonderzoek

Bijlage IV Het interviewschema

Bijlage V De aankondigingsbrief voor de interviews

Bijlage VI Het resultaat van de clustering en de uitleg van de thema’s Bijlage VII De schriftelijke terugkoppeling ten behoeve van de prioritering Bijlage VIII De leeftijdsopbouw van de medewerkers

Bijlage IX De ‘span of control’ van leidinggevenden

(2)

Bijlage I. Het organogram

cliëntenraad stafbestuur

kernstaf medische staf

klachtencommissie ondernemingsraad

stafdienst managementondersteuning

• financiële administratie

• informatisering & automatisering

• personeel & opleiding

• zorgadministratie MANAGEMENTTEAM

__________________________________________________________________________________________________________________________________________

cluster snijdende specialismen (eenheden)

• chirurgie

• gynaecologie

• kindergeneesku nde

• keel-, neus-, oor- (kno)

• mondheelkunde

• oogheelkunde

• orthopedie

• urologie

cluster interne specialismen (eenheden)

• dermatologie

• diëtetiek

• cardiologie

• geriatrie

• interne geneeskunde maag,darm,leverziekten

• longziekten

• neurologie

• reumatologie

cluster psychosociaal en revalidatie (eenheden)

• fysiotherapie

• activiteitenbegeleiding

• ergotherapie

• geestelijke verzorging

• logopedie

• medisch maats.werk

• ombudsfunctionaris

• patiëntenvoorlichting

• psychiatrie

• psychologie

• revalidatiegeneeskunde

cluster specifieke zorg

(eenheden)

• icc/cc

• mortuarium

• ok

• opname & ontslag

• spoedeisende hulp

• ziekenhuisartsen/ arts ass.

cluster medische ondersteuning (eenheden)

• apotheek

• infectiepreventie

• laboratorium

• röntgen

• streeklab.

cluster facilitair (eenheden)

interne zaken

technische zaken

voedingszaken DIRECTIE

directiesecretariaat

(3)

Bijlage II. Overzicht opnamen en polikliniekbezoeken 2001 en 2002

2001

aantal opnames 1e polikliniekbezoeken totaal polikliniekbezoeken

Interne geneeskunde 988 5.280 12.855

Gastro-enterologie 168 1.104 2.657

Cardiologie 1.483 4.274 10.505

Pulmonologie 550 1.665 4.008

Reumatologie 29 1.212 3.077

Chirurgie 1.866 9.227 23.472

Urologie 408 2.384 7.232

Orthopedische chirurgie 759 3.097 7.836

Gynaecologie 831 3.058 12.265

Kindergeneeskunde 353 1.379 4.164

Neurologie 366 2.778 5.124

Dermatologie 5 4.768 13.804

KNO 207 3.287 7.136

Oogheelkunde 155 7.130 14.803

Mondkaakchirurgie 33 1.400 2.858

Anesthesiologie 6 124 422

Revalidatie - 974 1.526

Totaal 8207 53.141 133.744

2002

aantal opnames 1e polikliniekbezoeken totaal polikliniekbezoeken

Interne geneeskunde 977 5.653 14.216

Gastro-enterologie 126 1.134 2.376

Cardiologie 1.692 4.885 11.769

Pulmonologie 652 2.001 4.217

Reumatologie 12 1.484 3.283

Chirurgie 1.889 9.256 23.736

Urologie 417 2.522 7.253

Orthopedische chirurgie 1.145 5.350 12.172

Gynaecologie 1.721 3.121 12.441

Kindergeneeskunde 1.014 1.856 4.799

Neurologie 508 3.035 5.988

Dermatologie 10 4.962 13.742

KNO 186 2.560 5.990

Oogheelkunde 185 7.736 16.425

Mondkaakchirurgie 39 1.834 3.665

Anesthesiologie 4 154 444

Revalidatie - 1.086 1.920

Totaal 10.577 58.629 144.436

(4)

Werkkenmerken en arbeidsbeleving - Functie-inhoud - Werkorganisatie - Werktijden en roosters - Personeelsbezetting - Arbeidsvoorwaarden - Arbeidsomstandigheden - Persoonlijke ontwikkeling - Communicatie en overleg - Leiderschap

- Personeelsvoorziening

Organisatie en functiekenmerken

- Soort instelling - Omvang instelling - Regio

- Soort functie/beroep

Gevolgen

- Tevredenheid en motivatie - Organisatiebinding

- Vertrekgeneigdheid - Gezondheid - Verzuim

Persoonskenmerken

- Geslacht - Leeftijd

- Opleidingsniveau - Deeltijdfactor

Bijlage III. Het onderzoeksmodel van het arbeidsbelevingsonderzoek

Organisatie en functiekenmerken: Het soort instelling, de omvang van de instelling, de regio waarin de instelling zich bevindt en de functie waarin men werkzaam is kunnen van invloed zijn op de arbeidsbeleving en de gevolgen hiervan.

Persoonskenmerken: Het geslacht, de leeftijd, het opleidingsniveau en de omvang van de aanstelling van de medewerker (voltijd/deeltijd) zijn kenmerken die van invloed zijn op de arbeidsbeleving en de gevolgen hiervan.

Werkkenmerken en arbeidsbeleving: De waardering voor de verschillende werkkenmerken bepaald in hoeverre er bij de medewerkers sprake is van arbeidstevredenheid.

Gevolgen: De arbeidsbeleving van de verschillende werkkenmerken is van invloed op de

tevredenheid met het werk. De andere gevolgen worden op hun beurt beïnvloed door zowel de

verschillende werkkenmerken als deze mate van tevredenheid.

(5)

Bijlage IV. Het interviewschema

opening: -voorstellen -doel interview

-zowel open als gesloten vragen -taperecorder

Algemeen

1. Kunt u in het kort iets vertellen over uw functie?

2. Hoe lang bent u al werkzaam in deze functie?

Vragen voor de directie en enkele MT-leden

1. Zijn er ontwikkelingen in de externe omgeving die voor de organisatie van belang zijn om rekening mee te houden? (PEST, kansen en bedreigingen)

2. Op welke thema’s zou het personeelsbeleid van het WZA volgens u gericht moeten zijn, rekening houdend met deze ontwikkelingen in de omgeving?

3. Waar zou het personeelsbeleid van het WZA volgens u op gericht moeten zijn, rekening houdend met de strategische doelstellingen van de organisatie?

de geïnterviewde moet de strategische doelstellingen benoemen

4. Welk thema moet er volgens u in ieder geval naar voren komen in het personeelsbeleid?

Waarom?

5. Zijn er nog meer thema’s die volgens u voor het personeelsbeleid van het WZA van belang zijn? En waarom?

Bij elk thema:

Wat zijn de verantwoordelijkheden van het management volgens u bij dit thema?

Welke verantwoordelijkheden hebben de leidinggevenden volgens u ten aanzien van dit thema?

Welke verantwoordelijkheden hebben de medewerkers volgens u ten aanzien van dit thema?

Vragen voor de clustermanagers

1. Zijn er ontwikkelingen in de externe omgeving die voor uw cluster van belang zijn om rekening mee te houden?

2. Welke aandachtsgebieden voor het personeelsbeleid komen volgens u voort uit deze ontwikkelingen in de omgeving? M.a.w. op welke thema’s moet het personeelsbeleid volgens u gericht zijn, rekeninghoudend met deze ontwikkelingen?

3. Gelet op de doelstellingen van de organisatie en de doelstellingen die daaruit voortvloeien voor uw cluster; welke thema’s zouden nu beslist in het personeelsbeleid behandeld moeten worden? En waarom?

4. Zijn er nog meer thema’s die volgens u voor het personeelsbeleid van het WZA van belang zijn? En waarom?

Bij elk thema:

Wat zijn de verantwoordelijkheden van het management volgens u bij dit thema?

Welke verantwoordelijkheden hebben de leidinggevenden volgens u ten aanzien van dit thema?

Welke verantwoordelijkheden hebben de medewerkers volgens u ten aanzien van dit thema?

Vragen voor de leden van de Ondernemingsraad

1. Zijn er ontwikkelingen in de externe omgeving die voor de organisatie van belang zijn om rekening mee te houden? (PEST, kansen en bedreigingen)

2. Welke aandachtsgebieden voor het personeelsbeleid komen volgens u voort uit deze ontwikkelingen in de omgeving? M.a.w. op welke thema’s moet het personeelsbeleid volgens u gericht zijn?

3. Specifiek gelet op uw functie binnen de organisatie; welke thema’s zullen dan volgens u in ieder geval naar voren moeten komen in het personeelsbeleid? Waarom?

4. Zijn er nog meer thema’s die volgens u voor het personeelsbeleid van het WZA van belang

zijn? En waarom?

(6)

Bij elk thema:

Wat zijn de verantwoordelijkheden van het management volgens u bij dit thema?

Welke verantwoordelijkheden hebben de leidinggevenden volgens u ten aanzien van dit thema?

Welke verantwoordelijkheden hebben de medewerkers volgens u ten aanzien van dit thema?

Vragen voor de medewerkers van de afdeling P&O

1. Zijn er ontwikkelingen in de externe omgeving die voor uw afdeling van belang zijn om rekening mee te houden?

2. Welke aandachtsgebieden voor het personeelsbeleid komen volgens u voort uit deze ontwikkelingen in de omgeving? M.a.w. op welke thema’s moet het personeelsbeleid volgens u gericht zijn, rekeninghoudend met deze ontwikkelingen?

3. Gelet op de doelstellingen van de organisatie en de doelstellingen die daaruit voortvloeien voor uw afdeling; welke thema’s zouden nu beslist in het personeelsbeleid behandeld moeten worden? En waarom?

4. Zijn er nog meer thema’s die volgens u voor het personeelsbeleid van het WZA van belang zijn? En waarom?

5. Gelet op deze thema’s; welke personeelsinstrumenten zullen er ingezet moeten worden om deze thema’s te ondersteunen?

Bij elk thema:

Wat zijn de verantwoordelijkheden van het management volgens u bij dit thema?

Welke verantwoordelijkheden hebben de leidinggevenden volgens u ten aanzien van dit thema?

Welke verantwoordelijkheden hebben de medewerkers volgens u ten aanzien van dit thema?

Interne analyse

NB! De geïnterviewde moet telkens uitgaan van de “IST-situatie” bij het beantwoorden van de vragen.

Deze vragen zijn aan alle geïnterviewden gesteld.

Structuur

Formalisatie

Wordt er binnen de organisatie veel met regels en procedures gewerkt?

Specialisatie

In welke mate zijn de taken die in de organisatie uitgevoerd worden opgesplitst (in kleinere deeltaken)?

Standaardisatie

In welke mate wordt de inhoud en de manier waarop het werk wordt uitgevoerd van tevoren vastgelegd en beschreven?

Centralisatie

Worden de meeste beslissingen in de top van de organisatie genomen of worden de beslissingen ook lager in de organisatie genomen?

Systemen

Welke manieren worden in de organisatie gebruikt om contacten tussen individuen te stimuleren en daarmee de communicatie te bevorderen?

Welke communicatiemiddelen worden binnen de organisatie gebruikt? Hoe vaak wordt er gebruik gemaakt van deze middelen en bij wat voor gelegenheden?

Uit de werkwijzer van het WZA (van 1998-2001) valt op te maken dat een zwakke plek van de organisatie de interne communicatie is. Wat is volgens u de oorzaak van het feit dat de interne communicatie niet goed verloopt?

Stijl

Zou u de organisatie typeren als procesgericht of als resultaatgericht?

Is het WZA vooral mensgericht of meer werkgericht?

Zijn de medewerkers in de organisatie vooral gebonden aan de organisatie of juist meer aan

het beroep dat ze uitoefenen?

(7)

Is het WZA te typeren als een open systeem of als een gesloten systeem?

Is er sprake van een strakke of een losse controle binnen de organisatie?

Is de organisatie pragmatisch of normatief ingesteld?

*** inclusief bijlage met operationalisatie van de begrippen

*** de kenmerken worden beschreven als een continuüm

Sleutelvaardigheden

Is leren binnen de organisatie over het algemeen gericht op verbeteren, oftewel het veranderen van regels (enkelslag)?

Is leren binnen de organisatie over het algemeen gericht op vernieuwing, oftewel het veranderen van de inzichten (dubbelslag)?

Is leren binnen de organisatie over het algemeen gericht op ontwikkeling, oftewel de essentiële principes waarop de organisatie gebaseerd is komen ter discussie te staan (drieslag)?

Op welke manier worden binnen de organisatie volgens u de activiteiten opleiden en leren ingezet:

A. een instrument dat werknemers in kunnen zetten om individuele problemen te reduceren en hun ambities te realiseren

B. een strategisch instrument voor het management dat ingezet kan worden om de bedrijfsdoelstellingen te ondersteunen

C. een instrument om het belang van de medewerker en de organisatie op elkaar af te stemmen

afronding: -opmerkingen?

-eventuele vervolg bespreken

-bedanken

(8)

Communicatiemogelijkheden

direct contact tussen managers

liaisonpositie

Wanneer er veel contact nodig is tussen twee afdelingen wordt één persoon aangesteld die voor rechtstreekse communicatie zorgt. De persoon op deze liaisonpositie heeft geen formeel gezag

taakgroepen/projectgroepen

Groepen die gevormd worden om speciale taken uit te voeren. Deze taak valt buiten het reguliere werk

vaste commissies

Groepen van permanente aard, die regelmatig bijeenkomen om gemeenschappelijke zaken te bespreken

teams

Groepen die verschillende taken binnen het reguliere werk uitvoeren

integratiefunctie

Hetzelfde als liaisonpositie alleen nu heeft de persoon wel formeel gezag

Anders?

Communicatiemiddelen

mededelingenbord

rapporten en memo’s

vergaderingen

werkoverleg

overleg op de gang

informatiedesk

informatiebijeenkomsten

krant

e-mail

intranet

Anders?

(9)

Beschrijving van de cultuur

Procesgericht

- inspanningen vermijden - risico’s vermijden - routinematig

Resultaatgericht - maximale inspanning - nemen van risico’s

- aanpakken van uitdagingen

Mensgericht

- rekening houden met persoonlijke problemen - rekening houden met welzijn van medewerkers - beslissingen worden in groepen genomen

Werkgericht

- mensen ervaren een hoge werkdruk - alleen interesse in het werk

- beslissingen worden individueel genomen

Organisatiegebonden

- medewerkers identificeren zich met de organisatie

Professioneel

- medewerkers identificeren zich met hun werk of beroep

Open systeem

- men staat open voor nieuwkomers en buitenstaanders

- nieuwe medewerkers voelen zich snel thuis

Gesloten systeem - geheimzinnigheid - geslotenheid

- nieuwe medewerkers voelen zich niet snel thuis

Losse controle

- men maakt zich weinig druk over regels - men is zich weinig bewust van kosten

Strakke controle

- er gelden stipte regels (bijv. tijdstip van aanvang vergaderingen)

- men is kostenbewust

Pragmatisch

- tegemoet komen aan wensen van de klant staat voorop

- resultaten belangrijker dan procedures - ethiek minder belangrijk

- nauwelijks nuttige bijdrage aan samenleving

Normatief

- correct toepassen van procedures is het belangrijkst

- procedures belangrijker dan resultaten - hoge normen inzake ethiek

- nuttige bijdrage aan samenleving

(10)

Bijlage V. De aankondigingsbrief voor de interviews Maandag 23 juni 2003, Assen

Betreft: Benoeming hoofdthema’s personeelsbeleid Geachte heer/mevrouw,

Graag vraag ik uw aandacht voor het volgende: in het kader van mijn afstudeeropdracht voor de studie Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen doe ik onderzoek bij het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA). Het hoofd P&O dhr. Gert Godlieb heeft mij de opdracht gegeven aanbevelingen te doen over de na te streven hoofddoelen (thema’s) van het nog te ontwikkelen personeelsbeleid. Sinds 1 april jongstleden ben ik intern op de afdeling P&O bezig met dit onderzoek.

Uw mening en kennis zijn nodig om de hoofdthema’s van het nieuw te ontwikkelen personeelsbeleid te kunnen benoemen. Op welke thema’s moet het personeelsbeleid volgens u gericht zijn, rekeninghoudend met ontwikkelingen in de omgeving en de strategische doelstellingen van het WZA?

Daarnaast is het van belang om de verantwoordelijkheden van het management, de leidinggevenden en de medewerkers bij deze thema’s te specificeren.

Door middel van individuele interviews, met de leden van het managementteam (MT), de ondernemingsraad en de medewerkers van afdeling P&O, wil ik een aantal mogelijke thema’s achterhalen. Vervolgens zal ik de resultaten van deze interviews naar alle geïnterviewden via de e- mail terugkoppelen met de vraag om prioriteiten aan te geven binnen deze thema’s.

De individuele interviews zullen in de periode van ± 1 juli tot ± 15 augustus gehouden worden. De schriftelijke terugkoppeling zal in de periode vanaf ± 15 augustus tot ± 10 september plaatsvinden.

Het is van belang dat u uw medewerking verleent aan dit onderzoek. Binnenkort neem ik contact met u op om een afspraak te maken.

Met vriendelijke groet, Martine Vis

E-mail: M.Vis@WZA.nl

(11)

Bijlage VI. Resultaat clustering en nadere uitleg thema’s

In dit document worden de 18 hoofdthema’s nader gedefinieerd. Alle genoemde thema’s zijn verwerkt binnen deze hoofdthema’s. Thema 18: Gevarieerd beloningsbeleid m.b.t. primaire arbeidsvoorwaarden is niet geplaatst onder de drie hoofdcategorieën en moet daarom als een losstaand thema worden beschouwd.

Hoofdcategorie 1. Goed werkgeverschap 1. Ontwikkelen sociaal beleid

In het WZA moet een sociaal beleid ontwikkeld worden. Met het sociaal beleid moet de organisatie kunnen legitimeren waarom ze op een bepaalde manier handelt.

Aandachtspunten voor dit beleid zijn:

De normen en waarden van de organisatie moeten in kaart gebracht worden (hoe gaan we met elkaar om? Hoe is onze werkopvatting? Hoe gaan we met klanten om?

etc.)

Belonen op basis van een gelijke beloningsstructuur

Beschrijven van wijze van handelen in tijden dat het minder goed gaat met de organisatie (bijv. bij reorganisaties)

Beschrijven van wijze van communiceren met medewerkers

Opvattingen over allochtone werknemers

Uitgangspunt: Medewerkers zijn waardevol voor de organisatie 2. Continue aandacht voor arbeidsomstandigheden

De bewaking van de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden is van belang om de continuïteit van de inzet en de mogelijkheden van de medewerkers te waarborgen.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

De organisatie moet aandacht hebben voor het reïntegratiebeleid.

Het WZA moet aandacht hebben voor het verzuimbeleid

In het algemeen moet de organisatie aandacht hebben voor het welzijn van de medewerkers.

Enkele specifieke punten bij het thema continue aandacht voor arbeidsomstandigheden zijn:

Een goed tilbeleid

Aandacht voor de veiligheid van de medewerkers

Het werk moet aantrekkelijk blijven

Er moet een goede werksfeer zijn 3. Volwassen arbeidsverhoudingen

Organisatie en medewerker gaan op een correcte manier met elkaar om, waarbij de organisatie verantwoordelijkheden heeft naar de medewerker toe, maar de medewerker heeft ook verantwoordelijkheden naar de organisatie toe.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

Aan de basis van volwassen arbeidsverhoudingen staat een duurzame relatie tussen medewerker en organisatie.

Er moet goed leiderschap zijn

Medewerkers moeten meer inspraak krijgen bij de besluitvorming

Een open cultuur moet bevorderd worden 4. Loopbaanmanagement

Continue, planmatige, systematische en optimale afstemming van de behoeften en mogelijkheden van de organisatie en de wensen en mogelijkheden van de medewerkers, resulterend in individuele loopbaanplannen en loopbaanbegeleiding in alle loopbaanfasen en de daaruit voortvloeiende activiteiten, met als doel een continue en adequate bezetting van functies te waarborgen en ontwikkelingsmogelijkheden te scheppen voor de medewerkers.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

Meer aandacht voor een opleidingsbeleid

Werken met persoonlijke ontwikkelingsplannen

Het opzetten van een formeel begeleidingsprogramma voor jonge mensen die net in

het arbeidsproces komen.

(12)

Investeren in medewerkers door hen de mogelijkheid te bieden zich verder te ontwikkelen (d.m.v. bijv. opleidingen) teneinde de kwaliteit, continuïteit, tevredenheid en binding met de organisatie te waarborgen.

Het bevorderen van de interne mobiliteit met als doel de kwaliteit en de inzetbaarheid van de medewerker te vergroten.

Het voeren van functioneringsgesprekken

Het voeren van jaargesprekken

5. Goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden

Een passend salaris bij de functie die uitgeoefend wordt en bij de prestaties die door de medewerkers geleverd worden en voldoende keuzemogelijkheden in de secundaire arbeidsvoorwaarden teneinde op dit gebied een goede werkgever te kunnen zijn.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

Om beter tegemoet te komen aan de wensen van de individuele medewerker moet er een gevarieerd beloningsbeleid m.b.t. secundaire arbeidsvoorwaarden komen. Er moeten voldoende keuzemogelijkheden zijn, zodat zoveel mogelijk aan de behoeften van de individuele medewerker kan worden voldaan.

De organisatie moet mogelijkheden bieden tot kinderopvang

Er moet een duidelijk parttimebeleid zijn.

Om de wensen met betrekking tot de secundaire arbeidsvoorwaarden te inventariseren moeten leidinggevenden jaargesprekken voeren met de medewerkers.

6. Leeftijdsbewust personeelsbeleid

Een personeelsbeleid dat gericht is op verschillen tussen medewerkers (ouderen, jonge moeders, schoolverlaters etc.) Deze verschillen kunnen op diverse gebieden liggen en zijn niet voor iedere medewerker gelijk. Verschillen kunnen zijn: verschillen in loopbaanfase, verschillen in ambitie, verschillen in lichamelijke conditie, verschillen in verhouding werk en privé. Met een leeftijdsbewust personeelsbeleid probeert men zo goed mogelijk te anticiperen op de mogelijkheden en wensen van deze verschillende groepen medewerkers.

Hoofdcategorie 2. In de kwantitatieve zin het medewerkersbestand op peil houden 7. Personeelsplanning op langere termijn

Het vormgeven van beleid rond de instroom, doorstroom en uitstroom van medewerkers, zodat een doeltreffende en doelmatige allocatie van arbeid tot stand wordt gebracht. De organisatie moet goed kunnen anticiperen op tekorten en overschotten op de arbeidsmarkt.

Arbeidsmarktontwikkelingen moeten goed in de gaten gehouden worden.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

De organisatie moet proberen een zo evenwichtig mogelijk personeelsbestand te realiseren. Er moet een evenwicht zijn in het aantal fulltimers en het aantal parttimers, er moet een evenwicht zijn in de leeftijdsopbouw van medewerkers en er moet een goede mix zijn van Hbo’ers en Mbo’ers.

De organisatie moet ten behoeve van de personeelsplanning een beschrijving maken van de instroom, doorstroom en uitstroom van medewerkers.

De organisatie moet exitanalyses uitvoeren. Hierdoor komt de organisatie achter de beweegredenen van de medewerker om uit de organisatie te vertrekken. De organisatie kan hierdoor conclusies trekken die van belang zijn om het ongewenste verloop aan te kunnen pakken.

8. Binden van het personeel

Het binden van de medewerkers is o.a. van belang in verband met de tekorten aan diverse categorieën personeel. In een krimpende markt moet de organisatie zich onderscheiden van andere organisaties. Instroom van medewerkers moet bevorderd worden en daarnaast moet men huidige medewerkers behouden. Het binden van personeel moet wel op basis van een gezonde relatie tussen werkgever en werknemer gebeuren.

Aandachtspunten bij het thema binden van het personeel zijn:

Er moet meer gedaan worden aan het imago van het WZA. Dit is van belang, zodat

de wervingskracht van de organisatie vergroot kan worden. Met name bij het werven

van personeel dat schaars is kan dit voordelen opleveren.

(13)

Er moet continue aandacht zijn voor de waardering van functies. De waardering van functies moet telkens geactualiseerd worden om met de betrekking tot de hoogte van de salarissen te kunnen blijven concurreren met ziekenhuizen in de regio. Wanneer de organisatie dit niet doet schuilt het gevaar dat werknemers naar een andere organisatie vertrekken.

In verband met de schaarste en tekorten van een aantal categorieën personeel moet de organisatie deze groepen binnen de instelling zelf opleiden. Op deze manier heeft de organisatie op het moment dat er een tekort is wel de beschikking over deze categorieën personeel.

De organisatie moet investeren in het opleiden van specialistische verpleegkundigen.

Hiermee kan de organisatie inspelen op de verwachte of reeds aanwezige schaarste.

Doordat deze groep verpleegkundigen op dit moment een opleiding krijgt kan dat in de toekomst bijdragen aan een mindere schaarste.

Salariëringbeleid voor beroepsgroepen die schaars zijn

Meer stageplaatsen bieden

9. Flexibiliteit van de medewerker en de organisatie

Zowel de organisatie als de medewerkers moeten flexibel zijn om de continuïteit van de zorg en de organisatie te kunnen waarborgen.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

Flexibiliteit van de organisatie m.b.t. arbeidsvoorwaarden, arbeidstijden etc.

Flexibiliteit van de medewerkers m.b.t. werktijden, het aantal verschillende taken dat een medewerker uit kan voeren etc.

Bredere inzetbaarheid medewerkers: medewerkers kunnen een diversiteit aan taken adequaat vervullen en kunnen zich aanpassen aan een veranderende omgeving.

Taakroulatie: de organisatie moet medewerkers wisselende taken uit laten voeren en op verschillende afdelingen laten werken teneinde de inzetbaarheid te vergroten.

10. Functiedifferentiatie

Functiedifferentiatie is o.a. nodig om in te spelen op de afnemende instroom (door ontgroening). Met functiedifferentiatie heeft de organisatie niet alleen Hbo’ers nodig, maar ook Mbo’ers en Lbo’ers, hierdoor heeft de organisatie de mogelijkheid om meer personeel aan te trekken. Er moet ingespeeld worden op de Mbo’ers en Lbo’ers die van de arbeidsmarkt komen.

Daarnaast komt het zonder functiedifferentiatie nog te vaak voor dat een Hbo’er dezelfde taken verricht als een Mbo’er. Dit maakt het werk minder uitdagend voor de Hbo’er. Door middel van functiedifferentiatie kan dit probleem verholpen worden. Daarnaast zijn er met functiedifferentiatie meer mogelijkheden voor de medewerkers om naar een ander niveau door te stromen.

Functiedifferentiatie kan met betrekking tot kostenbeheersing van belang zijn. De financiële druk zal de komende jaren sterk aanwezig zijn.

11. Multicultureel personeelsbeleid

De instroom van allochtonen zal in de toekomst steeds meer gaan stijgen. Het WZA zal maatschappelijk verantwoord moeten handelen en zal dus ook allochtonen in dienst moeten nemen. Daarnaast moet er aandacht besteed worden aan de verschillende culturen bijv. door cursussen of informatiebijeenkomsten te geven.

Hoofdcategorie 3. In de kwalitatieve zin het medewerkersbestand op peil houden (het ontwikkelen van een lerende organisatie)

12. Deskundigheidsbevordering en ontwikkeling van vaardigheden van medewerkers Teneinde de kwaliteit van de medewerkers te bevorderen en daarmee de kwaliteit van de zorg te waarborgen en te verbeteren.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

Onderhandelingvaardigheden leidinggevenden ontwikkelen

Scholing van communicatievaardigheden bij alle medewerkers, ten behoeve van de interne communicatie en de klantvriendelijkheid

Ondernemersvaardigheden ontwikkelen bij hoger management

(14)

Vaardigheden voor de secretariële en administratieve functies ten behoeve van de procesgerichtheid en een betere samenwerking met andere afdelingen

Meer aandacht voor introductie van nieuwe medewerkers

Learning on the job

Het opzetten van een formeel begeleidingsprogramma voor jonge mensen die net in het arbeidsproces komen.

13. Competentiemanagement

Het continu afstemmen van strategische doelen vertaald naar competenties met talenten van medewerkers.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

De organisatie moet voor alle functies in de organisatie competentieprofielen opstellen, zodat duidelijk wordt welke competenties medewerkers nodig hebben en welke eisen aan hen gesteld worden om de functie goed uit te kunnen oefenen.

Daarnaast moeten de benodigde competenties ontwikkeld worden bij de medewerkers, met als doel voor elke functie een voldoende gekwalificeerde medewerker te hebben.

14. Management Development

De managers en leidinggevenden moeten voorbereid worden op hun nieuwe taak: de integraal manager. Deze mensen moeten de juiste competenties ontwikkelen om de functie van integraal manager goed te kunnen vervullen. Door middel van management development zullen deze managers de juiste kennis en vaardigheden moeten ontwikkelen. De managers en leidinggevenden zullen begeleiding en coaching moeten krijgen tijdens dit leerproces.

15. Tevredenheid medewerkers bevorderen

Tevredenheid van de medewerkers over de organisatie en het werk kan ten goede komen aan de prestaties van deze medewerkers.

Aandachtspunten bij dit thema zijn:

Motivatie personeel behouden/vergroten

Meer aandacht voor sociale aspecten en teambuilding

Interne communicatie verbeteren en toegankelijkheid informatie vergroten.

16. Duidelijk beleid voor werving en selectie

De vormgeving van het werving- en selectiebeleid moet goed beschreven en georganiseerd zijn. De benodigde competenties voor een functie moeten helder zijn voordat de werving en selectie plaatsvindt. Hierdoor is de kans groter dat de juiste persoon op de juiste plaats in de organisatie komt. Daarnaast is het werving- en selectiebeleid het visitekaartje van het WZA.

Op dit beleid vormt de potentiële nieuwe medewerker zijn eerste indruk van de organisatie.

17. Werken met zelforganiserende teams

Medewerkers moeten de mogelijkheid krijgen om het werk zelf te organiseren. Er moeten zo weinig mogelijk tussenschakels zijn, tussenschakels vereisen namelijk coördinatie.

Coördinatie kost veel geld. Daarnaast zijn deze teams van belang, omdat dan op de lagere niveaus in de organisatie beslissingen worden genomen. Hierdoor kan de organisatie sneller anticiperen op ontwikkelingen.

Losstaand thema

18. Gevarieerd beloningsbeleid m.b.t. primaire arbeidsvoorwaarden

Hiermee wordt een soort van prestatiebeloning bedoeld. Een medewerker die meer en beter

presteert moet meer krijgen dan een medewerker die in vergelijking minder presteert. Het

invoeren van junior en senior functies is een voorbeeld waarmee een gevarieerdere beloning

tot stand kan komen. Dit beloningsbeleid mag niet tot grote verschillen in salaris leiden.

(15)

Bijlage VII. De schriftelijke terugkoppeling ten behoeve van de prioritering Vrijdag 22 augustus 2003, Assen

Betreft: Prioritering thema’s personeelsbeleid Beste ……,

Onlangs heb ik, Martine Vis, mijn laatste interviews, met betrekking tot thema’s voor het personeelsbeleid van het WZA, gehouden. In totaal heb ik 25 personen geïnterviewd. Onder deze personen waren de leden van het managementteam, de medewerkers van de afdeling P&O en acht mensen van de Ondernemingsraad.

In totaal zijn er door de geïnterviewden ongeveer 75 verschillende thema’s genoemd. Zoals u begrijpt zijn dit er te veel om prioriteiten in aan te kunnen geven. Om deze reden heb ik samen met enkele personeels- en opleidingsadviseurs getracht deze thema’s te clusteren naar enkele hoofdthema’s.

Deze 19 hoofdthema’s zijn weer onderverdeeld in drie hoofdcategorieën, te weten:

Goed werkgeverschap

In de kwantitatieve zin het personeelsbestand op peil houden

In de kwalitatieve zin het personeelsbestand op peil houden

Doordat de clustering met enkele P&O-adviseurs heeft plaatsgevonden wordt er van uitgegaan dat de in dit onderzoek gebruikte clustering de meest passende is. Uiteraard realiseer ik me dat ook voor andere alternatieven gekozen had kunnen worden.

Graag vraag ik uw medewerking voor het volgende:

Het is de bedoeling dat u in de onderstaande tabel 1. binnen deze 19 hoofdthema’s maximaal 5 prioriteiten aangeeft. Het is dus NIET de bedoeling alle 19 hoofdthema's een prioriteit te geven.

U zet achter het thema dat u het belangrijkst vindt voor de komende jaren een 1, het op één na belangrijkste thema krijgt een 2 en dit gaat zo verder tot u vijf prioriteiten heeft aangegeven. Het is van belang te vermelden dat u dus niet voor de drie bovengenoemde hoofdcategorieën kunt kiezen. Een uitleg van de 19 geclusterde thema’s vindt u in het attachment van deze mail. Om misverstanden te voorkomen over de betekenis van een thema is het noodzakelijk deze bijlage goed te lezen voordat u prioriteiten aan gaat geven. De betekenis is namelijk ontleend aan wat de geïnterviewden er mee hebben bedoeld. Soms wijkt dat af van hetgeen er in de vakliteratuur onder wordt verstaan Alle genoemde thema's zijn onderverdeeld onder de 19 hoofdthema's. Deze thema's zijn dan ook in de bijlage terug te vinden.

Nadere uitleg definitieve them...

Voorbeeld

In het voorbeeld krijgen de thema's B, C, D, F en S prioriteiten aangewezen. Het thema F heeft de hoogste prioriteit gekregen. Thema B hoort wel bij de vijf belangrijkste thema’s maar krijgt de laagste prioriteit, namelijk 5. O.a. de thema's A en E worden niet als belangrijk ervaren en krijgen daarom geen prioriteit toegewezen. Dus nog even voor de duidelijkheid: van 1= de hoogste prioriteit naar 5= de laagste prioriteit (van de vijf volgens u belangrijkste thema's). In totaal mag u maximaal 5 prioriteiten aangeven.

thema A -

thema B 5

thema C 4

thema D 2

thema E -

thema F 1

…….. -

thema S 3

(16)

Tabel 1. Thema’s voor het personeelsbeleid

Goed werkgeverschap XXXXXXXX 1. Ontwikkelen Sociaal beleid

2. Continue aandacht voor arbeidsomstandigheden 3. Volwassen arbeidsverhoudingen

4. Loopbaanmanagement

5. Goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden 6. Leeftijdsbewust personeelsbeleid

In de kwantitatieve zin het medewerkersbestand op peil houden XXXXXXXX 7. Personeelsplanning op langere termijn

8. Binden van het personeel

9. Flexibiliteit van de medewerker en de organisatie 10. Functiedifferentiatie

11. Multicultureel personeelsbeleid

In de kwalitatieve zin het medewerkersbestand op peil houden XXXXXXXX 12. Deskundigheidsbevordering en ontwikkeling van vaardigheden van medewerkers

13. Competentiemanagement 14. Management Development

15. Tevredenheid medewerkers bevorderen 16. Duidelijk beleid voor werving en selectie 17. Werken met zelforganiserende teams

XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXX

18. Gevarieerd beloningsbeleid m.b.t. primaire arbeidsvoorwaarden

Daarnaast zijn er tijdens de interviews 37 verschillende belangrijke ontwikkelingen voor de organisatie genoemd. Om de overzichtelijkheid enigszins te kunnen bewaren worden alleen de ontwikkelingen die meer dan eenmaal zijn genoemd meegenomen in het onderzoek. Het is nu van belang dat u aangeeft welke 5 ontwikkelingen het meeste invloed zullen hebben op het personeelsbeleid en waar binnen dit personeelsbeleid dan ook rekening mee zal moeten worden gehouden. U hoeft in tegenstelling tot bij de hoofdthema’s binnen deze 5 ontwikkelingen niet een volgorde van prioriteit aan te geven.

U kunt daarom volstaan met het in de tweede kolom van tabel 2. aankruisen van de voor u vijf belangrijkste ontwikkelingen.

Tabel 2. Ontwikkelingen

1. De bezuinigingen en wet- en regelgeving van de overheid

2. De opkomst van functiedifferentiatie bij verschillende organisaties 3. De schaarste van specialistische verpleegkundigen

4. Het mondiger worden van de patiënt en de medewerker 5. De economische recessie

6. De invoering van integraal management bij het WZA 7. De CAO-afspraken

8. De toename van het aantal specialistische functies 9. De vergrijzing van de medewerkers en de patiënten

10.

De steeds kortere ligduur van patiënten en de stijging van het aantal poliklinische behandelingen

11. De toename van het aantal allochtonen (als patiënt en als medewerker) 12. De opkomst van nieuwe techniek en de verdergaande automatisering 13. De individualiseringstrend

14. De bouwplannen van het WZA: het masterplan

15. De groei van de gemeente Assen en de daarmee stijgende zorgvraag 16. De groeiende behoefte aan deeltijdarbeid

17. De financiële problemen van het Hoogeveense ziekenhuis Bethesda

Het is voor het verloop van het onderzoek van belang dat u uw prioritering voor vrijdag 5 september

weer naar mij terugzend (email: m.vis@wza.nl). Nadat ik van alle geïnterviewden de prioritering heb

ontvangen ga ik bekijken of er een aantal thema's zijn die door alle geïnterviewden als een prioriteit

worden gezien. Deze thema's zal ik verder uitdiepen en op basis daarvan zal ik mijn afstudeerverslag

(17)

schrijven. Mocht u nog vragen en/of opmerkingen hebben dan kunt u mij bellen op het interne nummer 5476 of langskomen op de afdeling P&O.

Ik wil u hierbij bedanken voor uw hulp bij dit onderzoek. Te zijner tijd nodig ik u graag uit voor de presentatie van mijn onderzoek.

Met vriendelijke groet,

Martine Vis

(18)

Bijlage VIII Leeftijdsopbouw medewerkers WZA

Leeftijd Aantal mannen Aantal vrouwen totaal totaal in %

17 1 1 2 0,17

18 2 4 6 0,50

19 2 2 4 0,33

20 8 7 15 1,25 21 7 18 25 2,08 22 7 28 35 2,91 23 7 21 28 2,33 24 1 12 13 1,08 25 7 21 28 2,33 26 2 18 20 1,66 27 3 20 23 1,91 28 3 15 18 1,50 29 3 28 31 2,58 30 7 25 32 2,66 31 6 19 25 2,08 32 6 26 32 2,66 33 3 25 28 2,33 34 5 27 32 2,66 35 7 33 40 3,33 36 4 35 39 3,24 37 7 43 50 4,16 38 6 30 36 2,99 39 6 27 33 2,74 40 6 31 37 3,08 41 13 32 45 3,74 42 4 31 35 2,91 43 9 34 43 3,57 44 10 38 48 3,99 45 8 32 40 3,33 46 9 38 47 3,91 47 12 19 31 2,58 48 3 31 34 2,83 49 9 26 35 2,91 50 5 26 31 2,58 51 5 25 30 2,49 52 8 12 20 1,66 53 5 20 25 2,08 54 4 11 15 1,25 55 3 12 15 1,25 56 2 16 18 1,50 57 3 14 17 1,41 58 6 14 20 1,66 59 4 11 15 1,25

60 1 3 4 0,33

61 0 2 2 0,17

63 1 0 1 0,08

Totaal 240 963 1203 100%

(19)

Bijlage IX. Span of control leidinggevenden

Afdeling aantal leidinggevenden aantal medewerkers

Activiteitenbegeleiding - 1

Amb. zorg SE Cardio 1 14

Amb. zorg SE Interne 3 26

Amb. zorg SE Neurologie 2 9

Amb. zorg SE Pulmonologie 1 10

Anesthesiologen - 5

Apotheek 5 51

Centrale- en afwaskeuken 1 33

Cluster Facilitair algemeen 1 4

Cluster I.S. algemeen 1 2

Cluster M.O. algemeen 1 -

Cluster P.S.R. algemeen 1 -

Cluster S.Z. algemeen 1 -

Cluster Sn.Sp. algemeen 1 4

Clustersecr. Prim. zorg - 3

Communicatie 1 14

Csa/logistiek 2 14

Dietetiek - 6

Directie en Secr. 1 3

Ergotherapie - 3

Financiële administratie 1 16

Fysiotherapie 1 18

Informatie & Automatisering 1 13

Infectie preventie - 3

KAM-beleid - 2

Kinderartsen - 5

Kl. Chem. Laboratorium 4 53

Kostenplaats 1302 - 2

Krant en Jaarbericht - 1

Logistiek en Linnenkamer 1 26

Maatschappelijk werk - 6

Mortuarium - 1

Neurologen - 5

OK Chir. Anaest. 2 48

Onderst. Med. Staf - 1

Ondersteuning OR - 1

Opname 1 9

Pa-lab Cyt - 1

Pat.Transp/Beddencentrale - 15

Patiënten begeleiding - 3

Personeel B.D. 1 -

P&O 1 8

Poli Anaesth. - 1

Poli Apotheek 1 7

Poli Chirurgie 1 16

Poli Dermatologie 1 5

Poli Geriatrie - 1

Poli Gynaecologie 1 8

Poli Kindergeneeskunde - 6

Poli Mond/kaakchirurg 1 8

Poli Oogheelkunde 1 11

Poli Orthopedie 1 9

Poli Psychologie - 5

Poli Reumatologie - 3

Poli Revalidatie - 10

(20)

Poli Urologie 1 6

Psychiatrie - 1

Reorganisatie - 3

Restauratieve verz. 1 10

Röntgen afdeling 1 46

Schoonhoudafdeling 2 49

SMO-algemeen 1 2

Spoedeisende Hulp 1 22

Technische zaken 1 11

Verpleegafdeling A-0 1 42

Verpleegafdeling A-1 1 52

Verpleegafdeling A-2 1 57

Verpleegafdeling B-1 1 54

Verpleegafdeling B-2 1 53

Verpleegafdeling C-0 1 54

Verpleegafdeling DWO 1 28

Verpleegafdeling IC/CU 1 44

WAO/WW 1 12

Winkel/koffieshop - 8

Ziekenhuisartsen/Arts ass. 1 14

Zorgadministratie 3 24

Eindtotaal 64 1121

(21)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in welke leiderschapspraktijken schoolleiders inzetten om te bevorderen dat geconstrueerde kennis door docentgroepen

De facto betekent dit dat een EU-burger op dezelfde dag waarop hij, al dan niet met de hulp van de sterke arm, het grondgebied heeft verlatenweer terug kan keren en daar op grond

De percelen die in aanmerking komen voor de ontwikkeling van waardevol grasland liggen hoofdzakelijk in de Gaverbeekdepressie (kaart 3) ten oosten, westen en

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

In de arbeidsprestaties tussen de waarnemingen van nat- en droogschonen (4+5+6) blijken geen aanmerkelijke ver- schillen op te treden. Ook het droogschonen met een peller

Prevalente patiënten lijken niet te zijn meegenomen in de berekeningen, terwijl deze wel voor deze behandeling in aanmerking zullen komen als het middel voor vergoeding in

Controle inkoopfacturen controle alle inkoopfacturen door hoofd inkoop controle door hoofden van de afdeling in ieder geval ook controle hoofd inkoop controle totaalbedrag nog

7 die niet de betreffende opleiding heeft gevolgd) Neem aan dat 50 de gemiddelde productiviteit is van een werknemer op uw afdeling en 0 is absoluut geen productiviteit: ……. Kunt u