• No results found

Bijlage 1 Front-end, de productie van een IC

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1 Front-end, de productie van een IC "

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Exposure, taking risks or calculating options?

Bijlagen

Emiel Harink

Faculteit Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen Januari 2005

(2)

Bijlage 1 Front-end, de productie van een IC Bijlage 2 Back-end, verpakken van een IC Bijlage 3 ERP: Baan IV

Bijlage 4 Maandelijkse exposurerapportage Bijlage 5 Operationaliseren van begrippen

Bijlage 6 Vijf categorieën in de make or buy decision Bijlage 7 Exposure model sheet Bom Data (exp.pro.) Bijlage 8 Exposure model sheet Inkoopadviezen Bijlage 9 Exposure model sheet Productieadviezen Bijlage 10 Exposure model sheet Gr data (abs) adv.

Bijlage 11 Exposure model sheet Gr data (abs) ano.

Bijlage 12 Exposure model sheet Gr data (abs) afname Bijlage 13 Exposure model sheet Gr data (abs) TOTAAL Bijlage 14 Exposure model sheet Gr data (rel) TOTAAL Bijlage 15 Exposure model sheet Grafiek (rel)

Bijlage 16 Exacte data scenario’s

Bijlage 17 Handleiding voor het exposure model Bijlage 18 Beschrijving van het begrip steady state

Bijlage 19 Beschrijving en handleiding voor het continue model Bijlage 20 Onderbouwing eerste formule

Bijlage 21 Voorbeeldberekening

Bijlage 22 Onderbouwing en handleiding voor het batch effect model Bijlage 23 Bewijsvoering voor volledigheid van factoren

Bijlage 24 Bewijsvoering voor een constant LCZ percentage Bijlage 25 Onderhoudsdocumentatie

(3)

Bijlage 1 Front-end, de productie van een IC

Stap 1 Productie van silicium wafer

¾ Functie: Fabricage van de silicium waferplak.

¾ Methode: Zuiver zand smelten (op 1600 oC), puur silicium kristal in het bad plaatsen en langzaam al roterend uit bad trekken, kristal groeit aan tot monokristallijne silicium staaf (de ingot), daarna slijpen op de gewenste diameter en met diamantzaag in dunne plakken zagen.

Door middel van polijsten wordt de wafer tenslotte superglad gemaakt en op de juiste dikte gebracht.

¾ Eindproduct: Silicium uitgangswafer.

Stap 2 Oxidatie

¾ Functie: Silicium dioxide laag laten aangroeien op het waferoppervlak.

¾ Methode: In een oven wordt op zeer hoge temperatuur (1300 oC) pure zuurstof of stoom langs de wafers geleid waardoor deze oxideren.

¾ Eindproduct: Wafer met SiO2 laag (beschermende isolerende laag).

Stap 3 Lithografie

¾ Functie: Projecteren van het circuit patroon op de fotogevoelige laag.

¾ Methode: Het patroon van het masker (origineel) via een serie optische lenzen op de wafer geprojecteerd. Het masker kan hierbij aanzienlijk groter zijn dan de wafer en door optische en mechanische manipulatie (stepping) kan een hogere resolutie worden bereikt.

¾ Eindproduct: Wafer met belichte fotogevoelige laag.

Stap 4 Diffusie

¾ Functie: Implanteren van ionen op de heetste plekken.

¾ Methode: In een oven worden de wafers onderworpen aan een gasstroom (geen zuurstof) met ionen. Op de heetste plekken worden de gewenste verontreinigingen (dopants o.a.

borium, arsenicum, forfor) geïmplanteerd, die daar de electrische eigenschappen van de wafer veranderen.

¾ Eindproduct: Wafer met ionen op de heetste plekken.

Stap 5 Ionen implantatie

¾ Functie: zie Diffusie.

¾ Methode: Bij dit alternatief voor diffusie wordt een enkele wafer in een zuurstof atmosfeer beschoten met dopant ionen.

¾ Eindproduct: zie Diffusie.

(4)

Bijlage 2 Back-end, verpakken van een IC

Stap 1 Scheiden

¾ Functie: Wafer opdelen in losse chips (dies).

¾ Methode: De wafer, die met plakstrips op zijn plaats gehouden wordt, wordt door een diamantzaag of een laser nauwkeurig in stukken gezaagd.

¾ Eindproduct: Losse chips.

Stap 2 Chip plaatsing

¾ Functie: Chip op leadframe (LF) plaatsen.

¾ Methode: Op het leadframe, dat vanaf een haspel wordt aangevoerd, wordt pasta

aangebracht. Een die wordt met een vacuum pipet opgepakt en uitgelijnd ten opzichte van het leadframe. Daarna wordt de die stevig op de pasta gedrukt, waarna het geheel verwarmd wordt om de verbinding permanent te maken.

¾ Eindproduct: Leadframe met chips erop.

Stap 3 Draadverbinding plaatsen

¾ Functie: Draadverbindingen leggen tussen chip en Leadframe.

¾ Methode: Een capillair positioneert een gouddraad exact boven een bonding pad van de die.

De gouden bal aan het eind van de draad wordt met druk en warmte (Ultrasonic) aan de bonding pad bevestigd. Daarna wordt de draad aan een leadframe vinger bevestigd en wordt de gouddraad afgeknipt.

¾ Eindproduct: Leadframe met verbonden chips erop.

Stap 4 Omsmelten

¾ Functie: Chip inkapselen met thermohardende kunststof.

¾ Methode: Het leadframe met de gebonden dies erop wordt intermitterend of als losse strips tussen 2 mallen gevoerd. De mallen sluiten met grote kracht (100 ton) het leadframe op, waarna er een thermohardende kunststof om de die gespoten wordt, die na uitharding de zwarte behuizing van het IC vormt.

¾ Eindproduct: Leadframe met ingekapselde chips.

Stap 5 Knippen en vormen

¾ Functie: Aansluitpootjes van IC knippen en buigen.

¾ Methode: Het leadframe met de ingekapselde chips wordt in de trim & form machine gevoerd, waar de uiteinden van de leadframe vingers losgeknipt worden van de omtrek van het leadframe. Hierna worden deze pootjes gebogen.

¾ Eindproduct: Losse IC’s met gebogen pootjes.

(5)

Figuur B.1: Overview BaaN

Bijlage 3 ERP: Baan IV (1/2)

Alle primaire processen van ETG Almelo worden ondersteund door het softwarepakket BaaN IV. Baan IV is een ERP-pakket, wat staat voor Enterprise Resource Planning. Een ERP-pakket zorgt voor de aansturing of planning van alle resources (geld, middelen en mensen) binnen een onderneming (enterprise).

Veruit het grootste voordeel van een ERP-pakket is het integrale karakter. Dit wil zeggen dat vanuit één systeem de gehele onderneming wordt aangestuurd en dat alle bedrijfsprocessen (zowel logistiek als financieel) binnen de onderneming worden beheerd. In figuur B.1 is dit schematisch weergegeven.

Een onderneming zonder ERP-systeem heeft vaak een groot aantal verschillende systemen in gebruik. Vaak worden een aantal van die systemen uitsluitend binnen één bepaalde afdeling gebruikt of ondersteunt een systeem slechts één van de bedrijfsprocessen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een apart systeem voor functies zoals inkoop, productie, verkoop en financiën.

Een ERP-pakket zorgt voor een bepaalde mate van standaardisatie van de IT binnen een onderneming. Hierdoor wordt er door iedereen op dezelfde manier gewerkt, wat de eenheid in het bedrijf ten goede komt. Tevens vereenvoudigt een ERP-pakket de communicatie tussen de verschillende bedrijfsonderdelen aanzienlijk. Daar waar bij organisaties met verschillende systemen met veel moeite gegevens overgedragen kunnen worden is dat met ERP eenvoudiger. Bovendien leidt het gebruik van verschillende systemen tot hoge exploitatiekosten en een geringe flexibiliteit.

Ook is het een voordeel dat gegevens centraal worden opgeslagen. Iedereen binnen de organisatie maakt dus gebruik van dezelfde gegevens. Tenslotte is een ERP-systeem beter in staat om management-informatie te genereren. Managers hebben snel beschikking over een veelheid aan informatie. Ze zijn hierdoor instaat om beter onderbouwde beslissingen te menen.

Artikelbestanden

Binnen Baan wordt onderscheid gemaakt tussen een drietal soorten artikelbestanden, namelijk:

1. Constructie artikelen Æ EDM-artikelbestand 2. Standaard artikelen Æ ITM-artikelbestand 3. Klantspecifieke artikelen Æ PCS-artikelbestand

Alle artikelen worden binnen BaaN aangeduid met een uniek 12 NC (twaalfcijferige numerieke code).

De artikelbestanden worden aan de hand van de belangrijkste kenmerken per bestand hier verder toegelicht.

Constructie artikelen

Constructie artikelen zijn artikelen in ontwikkeling en worden in Baan beheerd in het EDM- artikelbestand. De constructiegegevens worden door onze klanten aangeleverd in de vorm van de documenten en tekeningen (TPD-pakket). De door de klant aangeleverde artikelen worden ingebracht in Baan met de artikelcodering van de betreffende klant. Bij het invoeren wordt direct aangegeven of Philips ETG Almelo het onderdeel zelf gaat maken (maakdelen) of gaat inkopen (inkoopdelen).

In het EDM-artikelbestand wordt ook de revisiestand van de artikelen bijgehouden. Door het kopiëren van constructie-artikelen ontstaan standaard artikelen. Het constructie artikelbestand bevat dus de gegevens die het uitgangspunt vormen voor het standaard artikelbestand.

(6)

Bijlage 3 ERP: Baan IV (2/2)

Standaard artikelen

Standaard artikelen worden in Baan beheerd in het ITM-artikelbestand. ITM vervult één van de spilfuncties binnen Baan. In dit bestand worden namelijk een veelvoud van artikelgegevens vastgelegd.

De klantstuklijst wordt aangepast naar een productiestuklijst. Tevens worden de uitgangsmaterialen van artikelen en benodigde gereedschappen bij de productie van deze artikelen vastgelegd. Waarna aan de maakdelen een productieroute (routing) wordt gehangen.

Indien verkooporders binnenkomen wordt de productiestuklijst met uitgangsmaterialen uit het standaard artikelbestand (ITM) gekopieerd naar het klantspecifieke artikelbestand (PCS). Het standaard artikelbestand bevat dus de gegevens die het uitgangspunt vormen voor de uiteindelijke projecten waarop geproduceerd gaat worden.

Klantspecifieke artikelen

Klantspecifieke artikelen worden in Baan beheerd in het PCS-artikelbestand. In PCS worden daadwerkelijke artikelen geproduceerd. Het belangrijkste kenmerk van het klantspecifieke artikelbestand is dat alle gegevens in dit bestand zijn gerelateerd aan een klantenorder. Per verkooporder(regel) wordt namelijk een project aangemaakt. Alle kosten die gemaakt worden voordat het artikel daadwerkelijk wordt geleverd worden op dit project geboekt.

Het kan ook voorkomen dat eenmalige projectspecifieke delen en / of overige eenmalige projectgerichte wijzigingen worden doorgevoerd. Dit alles naar wens van de klant. Deze eenmalige delen of eenmalige wijzigingen worden dus in PCS ingevoerd. Een overzicht van de artikelbestanden is schematisch weergegeven in figuur B.2.

Figuur B.2 De verschillende artikelbestanden in BaaN

(7)

Bijlage 4 Maandelijkse exposurerapportage

(8)

Bijlage 5 Operationaliseren van begrippen

De definities van commitment en exposure worden in deze bijlage geoperationaliseerd zodat misverstanden voorkomen worden. Hieronder wordt er per definitie een nadere beschouwing gegeven waarna ze visueel met elkaar in verband worden gebracht.

Exposure: De financiële verplichtingen die ontstaan door activiteiten te ondernemen met als doel het realiseren van het door de klant gevraagde product.

Exposure ( financieel verplichtingen) ontstaat door activiteiten te ondernemen om aan de klantvraag te kunnen voldoen. Deze activiteiten zijn onder te verdelen in externe activiteiten en interne activiteiten.

¾ Externe activiteiten zijn de activiteiten die bij leveranciers worden geïnitieerd en ontstaan wanneer er een inkooporder wordt geplaatst bij een leverancier. Deze inkooporder wordt in twee situaties worden geïnitieerd:

o Een order-to-order situatie: ETG Almelo plaats een bestelling voor een aantal producten, diensten of uitgangsmaterialen.

o Een rolling forecast situatie: ETG Almelo geeft op basis van de vraagvoorspelling van de klant een vraagvoorspelling aan haar leveranciers. Deze produceert op basis hiervan producten, diensten of ruwe materialen.

¾ Interne activiteiten zijn de activiteiten die binnen de muren van ETG Almelo worden geïnitieerd en ontstaan wanneer er een productieorder wordt geplaatst bij één van de afdelingen. Een productieorder leidt ertoe dat er waarde, in de vorm man manuren, wordt toegevoegd aan uitgangsmaterialen materialen of ingekochte onderdelen.

Commitment: Door de klant geaccepteerde financiële verplichting voor de door hem bestelde producten.

Commitment is in deze definitie tweeledig. Enerzijds heeft zij betrekking op het commitment dat ETG Almelo van haar klanten krijgt voor de door hem bestelde producten of diensten.

Anderzijds kan het ook gehanteerd voor de financiële verplichtingen die ETG Almelo accepteert in de relatie met haar leveranciers. In deze relatie is ETG Almelo de klant en creëert zij dus exposure door commitment te geven. Dit commitment komt voort uit de geïnitieerde externe activiteiten (zie exposure). In figuur B.3 zijn de begrippen aan elkaar gerelateerd.

Figuur B.3: Visualisatie van begrippen

(9)

Bijlage 6 Vijf categorieën in de make or buy decision

In figuur B.4 is een schematisch overzicht gegeven van de vijf categorieën waarin alle artikelen van ETG Almelo zijn ingedeeld. Categorieën één delen zijn delen die om strategische redenen nooit zullen worden uitbesteed. In de productie van deze delen is ETG Almelo gespecialiseerd en deze zullen altijd in eigen beheer worden geproduceerd.

Figuur B.4: Vijf categorien in de make or buy decision

Aan het andere einde van het spectrum zitten de artikelen uit categorie vijf. Deze artikelen worden altijd door derden geproduceerd omdat ETG Almelo hier niet de kennis en/of de technische mogelijkheden voor heeft. Categorie vier omvat delen die wel door ETG gemaakt zouden kunnen worden maar die bij derden altijd goedkoper kunnen worden ingekocht.

Afhankelijk van de orderportefeuille zal ETG Almelo besluiten de productie uit te besteden om een interne capaciteitstekort te voorkomen. Dit zal gedaan worden door delen van categorie twee, delen die intern worden gemaakt maar zonder al te veel strategisch en/of financieel crisis door derden kunne worden geproduceerd, uit te besteden. Hierdoor gaan deze delen van categorie twee naar categorie drie. Bij een dalende markt en dus een daling in de orderportefeuille zal dit besluit weer worden teruggedraaid.

(10)

Bijlage 7 Exposure model sheet Bom Data (exp.pro.) Bijlage 8 Exposure model sheet Inkoopadviezen Bijlage 9 Exposure model sheet Productieadviezen Bijlage 10 Exposure model sheet Gr data (abs) adv.

Bijlage 11 Exposure model sheet Gr data (abs) ano.

Bijlage 12 Exposure model sheet Gr data (abs) afname

Bijlage 13 Exposure model sheet Gr data (abs) TOTAAL

Bijlage 14 Exposure model sheet Gr data (rel) TOTAAL

Bijlage 15 Exposure model sheet Grafiek (rel)

(11)

Bijlage 16 Exacte data scenario’s

In tabel B.1 is per scenario aangegeven welke leverdata zijn ingevoerd in BaaN, alsmede het weeknummer dat bij deze leverdata horen.

Tabel B.1: Leverdata per scenario

(12)

Bijlage 17 Handleiding voor het exposure model (1/4)

Inleiding

In deze handleiding wordt op chronologische wijze uiteengezet hoe het exposure model moet worden gevormd. In deel I wordt toegelicht hoe de inputvariabelen voor het model kunnen worden opgesteld en hoe deze in het model dienen te worden ingevoerd. Per inputvariabele zijn de stappen gedefinieerd alsmede het doel van deze stappen. Daarbij vindt u puntsgewijs de handelingen die u moet verrichten. Deel II licht toe welke stappen er in het model dienen te worden ondernomen om te komen tot de exposure modellering.

Er wordt hier verondersteld dat de gebruiker de kennis en bevoegdheid heeft om met BaaN te werken. Ook dient het project reeds in BaaN te zijn ingevoerd en dient de PRP-run te zijn uitgevoerd.

Indien dit niet zo is dan kan er voor eventuele vragen contact worden opgenomen met dhr. Snellink van ERP-support.

Deel I: Inputvariabele, exposure profiel

Doel: Data uit het exposure profiel bewerken zodat deze in het exposure model kan worden ingevoerd.

Stappen:

1. Kopieer het volledige Microsoft Excel bestand en open deze, zodat het origineel behouden blijft.

2. Om de huidige terminologie te hanteren dienen een aantal categorieën te worden vervangen.

a. Ga op het eerste sheet (BOM Data) van het exposure profiel staan en vervang de term Parts/sh.met.pro door Parts manufactu.

i. Ga naar Edit ii. Ga naar Replace

iii. Find what: Parts/sh.met.pro iv. Replace with: Parts manufactu.

b. Vervang de term Assembly door System integrat.

i. Ga naar Edit ii. Ga naar Replace iii. Find what: Assembly

iv. Replace with: System integrat.

3. Omdat deze dat als referentietabel zal gaan fungeren dient de data gerangschikt te worden op basis van de twaalfcijferige numerieke code.

a. Selecteer de cel B9 (dit is de twaalfcijferige numerieke code van het eerste artikel) en toets op de AZ knop( ).

4. Kopieer deze bewerkte data naar het exposure model.

a. Selecteer de kolommen A tot en met W vanaf rij 9 tot en met de laatste rij waarin data is weergegeven en kopieer deze.

b. Open de template van het exposure model zoals deze u door de beheerder beschikbaar is besteld.

i. Op de vraag of u de gewijzigde macro’s wilt activeren toets u JA.

ii. Indien er wordt gevraagd of u de template wilt updaten doordat er een verwijzing is naar een ander werkboek toets u NEE.

c. Ga naar het eerste sheet van het exposure model (Bom Data exp.pro.), selecteer de cel A2 en plak de reeds gekopieerde data hierin.

(13)

Bijlage 17 Handleiding voor het exposure model (2/4)

Deel I: Inputvariabele, inkoopadviezen

Doel: De inkoopadviezen zoals ze door BaaN zijn gegenereerd in Microsoft Excel aanpassen zodat deze in het exposure model kunnen worden ingevoerd.

Stappen:

1. Exporteer de inkoopadviezen van BaaN naar Microsoft Excel.

a. Open BaaN.

b. Open PRP-inkoopadviezen verwerken.

c. Open PRP-inkoopadviezen printen.

d. Voer het projectnummer in van het project dat gemodelleerd dient te worden.

e. Zet de geplande orderdatum op een ruime horizon.

(advies: startdatum= -5000, einddatum= +5000) f. Toets op doorvoeren.

g. Kies voor het report Geplande PRP-inkooporders.

h. Kies in het veld Device voor Excel

i. Toets op doorvoeren (Microsoft Excel zal zich nu vanzelf openen).

2. De inkoopadviezen in Microsoft Excel de juiste opmaak geven zodat het in het exposure model kan worden ingevoerd.

a. Verwijderen de rijen 1 tot en met 10, rij 12 tot en met 14.

b. Controleer of er geen andere rijen zijn waarin geen data is weergeven. Dit kan worden gedaan door in een willekeurige cel te gaan staan en de control toets + ↓ in te toetsen. Mochten er onderbrekingen worden getoond dan dienen deze rijen te worden verwijderd.

c. Nu dient de data in kolommen te worden geplaatst.

i. Selecteer één willekeurige kolom.

i. Ga naar Data.

ii. Ga naar Text tot columns.

iii. Kies voor Delimited.

iv. Toets in het veld Other | in (toets shift + \ ).

v. Toets op finish.

d. Omdat de inkoopadviezen worden vergeleken met de twaalfcijferige numerieke code uit het exposure profiel moet de toevoeging die bij de dimensiematerialen is

gegenereerd worden verwijderd (voor nadere informatie zie paragraaf 6.6.4 van de scriptie: Exposure, taking risks or calculation opitons?).

i. Selecteer rij 1.

ii. Ga naar Data.

iii. Ga naar Filter.

iv. Ga naar Autofilter.

v. Nu kunnen de rijen worden geselecteerd waarin aan de twaalfcijferige numerieke code twee karakters zijn toegevoegd.

vi. Vervang deze twee karakters door twee spaties. Doet dit alleen indien er voor deze twee karakters een letter of een cijfer staat. Staat er een hekje (#) voor deze twee karakters wijzig dan niets.

3. Kopiëren van deze bewerkte data naar het exposure model.

a. Selecteer de kolommen A tot en met L vanaf rij 2 tot en met de laatste rij waarin data is weergegeven en kopieer deze.

b. Ga naar de reeds geopende template van het exposure model zoals deze u door de beheerder beschikbaar is besteld.

c. Ga naar het tweede sheet van het exposure model (Inkoopadviezen), selecteer de cel A2 en plak de data die reeds geselecteerd hierin.

(14)

Bijlage 17 Handleiding voor het exposure model (3/4)

Deel I: Inputvariabele, productieadviezen

Doel: De productieadviezen zoals ze door BaaN zijn gegenereerd in Microsoft Excel aanpassen zodat deze in het exposure model kunnen worden ingevoerd.

Stappen:

1. Exporteer de produktieadviezen van BaaN naar Microsoft Excel.

a. Open BaaN.

b. Open PRP-produktieadviezen verwerken.

c. Open PRP-produktieadviezen printen.

d. Voer het projectnummer in van het project dat gemodelleerd dient te worden.

e. Zet de geplande orderdatum op een ruime horizon.

(advies: startdatum= -5000, einddatum= +5000) f. Toets op doorvoeren.

g. Kies voor het report Geplande PRP-produktieorders.

h. Kies in het veld Device voor Excel

i. Toets op doorvoeren (Microsoft Excel zal zich nu vanzelf openen).

2. De produktieadviezen in Microsoft Excel de juiste opmaak geven zodat het in het exposure model kan worden ingevoerd.

a. Verwijderen de rijen 1 tot en met 10, rij 12 en rij 13.

b. Controleer of er geen andere rijen zijn waarin geen data is weergeven. Dit kan worden gedaan door in een willekeurige cel te gaan staan en de control toets + ↓ in te toetsen. Mochten er onderbrekingen worden getoond dan dienen deze rijen te worden verwijderd.

c. Nu dient de data in kolommen te worden geplaatst.

i. Selecteer één willekeurige kolom.

ii. Ga naar Data.

ii. Ga naar Text tot columns.

iii. Kies voor Delimited.

iv. Toets in het veld Other | in (toets shift + \ ).

v. Toets op finish.

3. Kopiëren van deze bewerkte data naar het exposure model.

d. Selecteer de kolommen A tot en met L vanaf rij 2 tot en met de laatste rij waarin data is weergegeven en kopieer deze.

e. Ga naar de reeds geopende template van het exposure model zoals deze u door de beheerder beschikbaar is besteld.

f. Ga naar het derde sheet van het exposure model (Produktieadviezen), selecteer de cel A2 en plak de data die reeds geselecteerd hierin.

Deel II: Overige stappen in het exposure model.

Doel: De exposure correct modelleren door handmatig een tweetal stappen uit te voeren die niet te automatiseren zijn.

Stappen:

1. Inkoop- en productieadviezen samenvoegen in één tabel.

a. Ga naar het vierde sheet van het exposure model (GR data (abs) adv.).

(15)

Bijlage 17 Handleiding voor het exposure model (4/4)

b. Vernieuw de eerste draaitabel (INKOOP).

i. Selecteer de cel A2 (Sum of WAARDE).

ii. Ga naar Data.

iii. Kies voor Refresh data.

c. Vernieuw de tweede draaitabel (PRODUKTIE).

i. Selecteer de cel A10 (Sum of WAARDE).

ii. Ga naar Data.

iii. Kies voor Refresh data.

d. Handmatig volledig maken van de samengevoegde tabel

i. Controleer of de weeknummers van de samengevoegde tabel (rij 18) minimaal doorloopt tot en met het laatste weeknummer van de draaitabel PRODUKTIE (rij 11).

ii. Indien dit niet zo is dient deze rij (rij 18) handmatig te worden aangevuld met een zelfde soort notatie.

2. Anonieme delen in de tijd faseren

a. Ga naar het vijfde sheet van het exposure model (GR data (abs) ano.).

b. Vernieuw de draaitabel.

i. Selecteer de cel A3 (Sum of Toeg.wrd/rgl).

ii. Ga naar Data.

iii. Kies voor Refresh data.

c. Breng éénmalig de juiste koppeling aan tussen de cellen waarin de leveringen van het aantal modules per week is weergegeven ( rij 14) en de cellen daaronder waarin de de waarde van de aangewende anonieme per week worden gefaseerd. Hiervoor moet gebruik worden gemaakt van rij 14.

i. Stel dat de eerste waarde in rij 14 in de cel X14 staat en uit de draaitabel is te herleiden dat de eerste anonieme delen ( cel C3) nodig zijn in week 13 voor levering. Dan moet er een formule worden gedefinieerd in cel K15 waarin cel C4 (de waarde van de anonieme delen) worden vermenigvuldigen met het aantal modules dat geleverd wordt in cel X14.

ii. Indien deze koppeling voor één type module is gemaakt kan dit exposure model worden opgeslagen als template voor één specifieke module.

De exposure modellering is nu gereed en wordt weergegeven op de laatste sheet Grafiek (rel)

(16)

Bijlage 18 Beschrijving van het begrip steady state

Steady state betekent letterlijk vertaald stabiele toestand. Het begrip wordt in vele vakgebieden gebruikt doelt op de situatie waarin de output van een systeem, bij een bepaalde input niet structureel meer wijzigt. Voor het exposure model is de steady state de situatie waarin de werkelijke exposure niet meer structureel daalt of stijgt maar zich begeeft rond een gemiddelde. In het exposure model is te zien dat de exposure eerst toeneemt. In deze fase worden inkoop en productie activiteiten opgevolgd, maar vinden er nog geen leveringen plaats. Deze fase wordt vaak aangeduid als de warm- up fase, de opwarm fase. Op het moment dat men start met de leveringen neemt de exposure enerzijds af door deze leveringen, maar anderzijds blijft de exposure toenemen door inkoop en productie activiteiten. In deze situatie ontstaat dan ook de steady state, de exposure schommelt rond een bepaalde waarde. De warm-up fase en de steady state zijn in figuur B.5 weergegeven.

Figuur B.5

Warm-up

Steady state

(17)

Bijlage 19 Beschrijving en handleiding voor het continue model

Beschrijving van het continue model

Teneinde de steady state kunnen benadering is dit model opgesteld. Het model bestaat uit twee sheets in de eerste sheet Input, dienen de inputvariabelen te worden gekopieerd. Sheet twee, Exposure-continu, toont de exposure en maakt daarbij onderscheid tussen de projecten. Hiermee vormt het een aanvulling op het exposure model.

Handleiding voor het opstellen van het continue model

In deze handleiding wordt op chronologische wijze uiteengezet hoe het continue model moet worden gevormd. Er wordt toegelicht hoe de inputvariabelen voor het model kunnen worden opgesteld en hoe deze in het model dienen te worden ingevoerd. Daarbij vindt u puntsgewijs de handelingen die u moet verrichten.

Inputvariabelen: sheet Gr data (rel) TOTAAL van het exposure model

Doel: Data uit het exposure model bewerken zodat deze de exposure voor gedurende de steady state toont.

Stappen:

1. Kopiëren van dat uit het exposure model

a. Open het volledig ingevulde exposure model van het project dat als input moet fungeren voor de continue modellering.

b. Ga naar de sheet GR data (rel) TOTAAL

c. Selecteer en kopieer de data uit de rijen 1 tot en met 7 voor de kolommen B tot en met de laatste kolom waarin data is vermeld.

2. Data uit het exposure model invoeren in het continue model

a. Open de template voor de continue modellering zoals u deze van de beheerder heeft gekregen.

b. Invoeren van de exposure van het eerste project.

i. Ga in cel B1 van de eerste sheet (Input) staan.

ii. Ga naar Edit.

iii. Ga naar Paste special.

iv. Kies bij Paste voor Values.

c. Invoeren van de exposure data van het tweede project. Belangrijk is hier dat de data van het tweede project wordt gekopieerd in de rijen 9 tot en met 14 en wel zo dat de laatste levering van het eerste project precies aansluit op de eerste levering van het tweede project.

i. Ga naar sheet GR data (abs) afname van het exposure model.

ii. Tel het aantal weken van het eerste getal in rij 2 tot en met het laatste getal in deze rij dit is het aantal kolommen waarover de data voor project twee verschoven dit te worden.

iii. Ga vanuit cel B9 het in de vorige stap bepaalde aantal kolommen naar rechts en selecteerd deze cel.

iv. Ga naar Edit.

v. Ga naar Paste special.

vi. Kies bij Paste voor Values

d. Indien er ook een derde project moet worden gemodelleerd dienen stap 2ciii tot en met 2cvi ook voor het derde project te worden herhaalt.

i. Ga vanuit cel B16 het in de vorige stap bepaalde aantal kolommen naar rechts en selecteer deze cel.

ii. Ga naar Edit.

iii. Ga naar Paste special. Kies bij Paste voor Values

De continue modellering is nu gereed en wordt weergegeven op de laatste sheet Exposure-continu

(18)

Bijlage 20 Onderbouwing eerste formule

In de eerste berekening is de aanname gedaan dat de module in vier weken wordt gebouwd, doorlooptijd, dlt = 4. Daarnaast ontwikkelt zich de waarde lineair tot een kostprijs van de module, Kpmodule = 4. Dit leidt in de situatie van een constante vraag van 1 module per week, zoals in figuur B.5 is weergeven, tot een maximale exposure van 10.

dlt Kpmodule

4 4

Week 1 2 3 4 5 6 7 8

module 1 1,00 2,00 3,00 4,00 module 2 1,00 2,00 3,00 4,00 module 3 1,00 2,00 3,00 4,00 module 4 1,00 2,00 3,00 4,00 module 5 1,00 2,00 3,00 4,00 TOTAAL 1,00 3,00 6,00 10,00 10,00 9,00 7,00 4,00 Figuur B.5: Berekening 1

In de tweede berekening, zoals deze is weergegeven voor in figuur B.6, is de doorlooptijd verdubbeld (dlt is acht weken). Dit leidt in de situatie van een constante vraag van 1 module per week tot een maximale exposure van 18.

ICT Kpmodule

8 4

Week 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

module 1 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 module 2 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 module 3 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 module 4 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 module 5 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 module 6 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 module 7 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 module 8 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 module 9 0,50 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 TOTAAL 0,50 1,50 3,00 5,00 7,50 10,50 14,00 18,00 18,00 17,50 16,50 15,00 13,00 10,50 7,50 4,00 Figuur B.6: Berekening 2

Bij een constante vraag van 1 per week is de maximale exposure gelijk aan de som van de exposure waarde per week van 1 module. Immers, in berekening 1 en 2 kan ook de maximale exposure worden bepaald door de waardes per week van 1 module bij elkaar op te tellen. Voor een module met een kostprijs van 4, een constante vraag van 1 per week en een doorlooptijd van 12 weken kan worden berekend dat de maximale exposure 26 is. Dit is tabel B.2 weergegeven.

Tabel B.2: Berekening 3

Indien de waardeontwikkeling van een module per week bekend is, de vraag continue 1 per week bedraagt en alle activiteiten, zowel inkoop- als productieactiviteiten per module worden ondernomen.

Maximale exposure

⎜ ⎞

= n

i

i

1

_ week _ exposure

Waarbij n = doorlooptijd van de module

exposure_week_i = de cumulatieve exposure in week i.

week 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Totaal

Waarde 0,33 0,67 1,00 1,33 1,67 2,00 2,33 2,67 3,00 3,33 3,67 4,00 26,00

(19)

Bijlage 21 Voorbeeldberekening

Voor deze berekening is de cumulatieve relatieve exposure uit het exposure per week gekopieerd.

Deze is weergegeven in tabel B.3.

DLTweek 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1

Raw materials 1028 1028 1032 1038 1183 1183 1229 1249 1501 1537 1589 1593 1593 1593 1593 1593 1593 Parts manufacturing 0 5234 5234 5411 5497 5648 5648 5648 5648 6277 7139 7629 7629 7629 7632 7632 7632 Outsourcing 0 1223 1251 13958 17578 18768 36396 38796 39352 42466 43308 45044 45115 45159 45227 45227 45227 Purchasing 438 438 700 3177 4054 5699 12701 13861 14590 16306 16692 17121 17288 17305 17330 17330 17330

Anon.parts/mat 0 0 0 0 0 0 0 0 9 9 158 180 185 195 335 1108 1108

System integration 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1313 2542 12839 12839 Grand Total 1467 7923 8216 23584 28313 31299 55974 59554 61100 66595 68887 71567 71810 73195 74659 85729 85729 Cum. exposure (%) 2% 8% 9% 27% 34% 37% 67% 71% 73% 77% 80% 83% 84% 86% 87% 100% 100%

Tabel B.3: Cumulatieve relatieve exposure uit het exposure profiel Aannames:

-Steady state, in de huidige week worden continu 2 modules geleverd en tevens iedere week wordt er gestart met de productie van 2 modules.

-Move rate is 2 per week

-integrale doorlooptijd is 17 weken.

Totale exposure:

rate move i

n

i

_ _

week _ exposure

1

⎟•

⎜ ⎞

=

exposure_week_i = de cumulatieve exposure in week i.

move_rate = aantal modules dat per week wordt geleverd.

Uitwerking:

⎟⎠

⎜ ⎞

= n

i

i

1

_ week _

exposure =

( 2% + 8% + 9% + 27% + 34% + 37% + 67% + 71% + 73% + 77% + 80% + 83% + 84% + 86% + 87% + 100% + 100%) = 1026%

move_rate = 2 1026 • 2 = 2052%

(20)

Bijlage 22 Onderbouwing en handleiding voor het batch effect

model (1/2)

Onderbouwing

Het batch effect is gedefinieerd als het ontstaan van voorraad door toedoen van de bestelmethode

‘optimale seriegrootte’. Er ontstaat voorraad doordat een activiteit voor meerdere modules in één keer is uitgevoerd. Het batch effect betekent in BaaN dat er activiteiten worden ondernomen die leiden tot de levering van artikelen of de productie ervan in een aantal dat groter is dan de behoefte die er tegenover staat. Voor de xxxxx is door de onderzoeker gewerkt met projectgrootte twintig. Op basis hiervan zijn er door BaaN inkoop- en productieadviezen gegenereerd. Bij een move rate van één is het batch effect dus te herkennen indien per twaalfcijferige numerieke code minder dan twintig adviezen worden gegenereerd. Voor de twaalfcijferige numerieke code waar het batch effect betrekking op heeft wordt de hoogste waarde van de bijbehorende adviezen geselecteerd.

Handleiding voor het opstellen van batch effect model

In deze handleiding wordt op chronologische wijze uiteengezet hoe het model voor het bepalen voor het batch effect moet worden opgesteld. Het model bestaat uit drie sheets waarvan er data dient te worden ingevoerd op de eerste en tweede sheet.

Er wordt toegelicht hoe de inputvariabelen voor het model kunnen worden opgesteld en hoe deze in het model dienen te worden ingevoerd. Daarbij vindt u puntsgewijs de handelingen die u moet verrichten.

Inputvariabelen: sheet Inkoopadviezen

Doel: Relevante informatie van de inkoopadviezen uit het exposure model kopiëren naar het batch effect model.

Stappen:

1. Kopiëren van data betreffende inkoopadviezen uit het exposure model naar het batch effect model.

a. Open het volledig ingevulde exposure model van het project dat als input moet fungeren voor batch effect model.

b. Ga naar de sheet Inkoopadviezen.

c. Kopieer kolom B.

d. Open de template voor de batch effect model.

e. Ga naar de sheet Batch inkoopadviezen.

f. Plak de gekopieerde data in kolom A.

g. Open wederom de sheet inkoopadviezen van het exposure model en kopieer kolom U.

h. Ga naar de sheet Batch inkoopadviezen.

i. Plak de gekopieerde data in kolom B.

j. Vernieuw de tweede draaitabel.

i. Selecteer de cel E4 (Count of Klantspec. art.).

ii. Ga naar Data.

iii. Kies voor Refresh data

(21)

Bijlage 22 Onderbouwing en handleiding voor het batch effect

model (2/2)

Inputvariabelen: sheet Produktieadviezen

Doel: Relevante informatie van de productieadviezen uit het exposure model kopiëren naar het batch effect model.

Stappen:

1. Kopiëren van data betreffende productieadviezen uit het exposure model naar het batch effect model

a. Open het volledig ingevulde exposure model van het project dat als input moet fungeren voor batch effect model.

b. Ga naar de sheet Produktieadviezen.

c. Kopieer kolom B.

d. Open de template voor de batch effect model.

e. Ga naar de sheet Batch productieadviezen.

f. Plak de gekopieerde data in kolom A.

g. Open wederom de sheet inkoopadviezen van het exposure model en kopieer kolom P.

h. Ga naar de sheet Batch productieadviezen.

i. Plak de gekopieerde data in kolom B.

j. Vernieuw de tweede draaitabel.

iii. Selecteer de cel E4 (Count of Klantspec. art.).

iv. Ga naar Data.

v. Kies voor Refresh data

De waarde van het batch effect voor deze module is te vinden in de cel F2 van de sheet batch effect.

(22)

Bijlage 23 Bewijsvoering voor volledigheid van factoren (1/2)

Figuur B.7: Exposure ontwikkeling per week in het exposure profiel

Om de exposure nauwkeuriger te bepalen is in plaats van de exposure per week rechtstreeks over te nemen uit het exposure profiel de exposure per week genomen zoals deze door de paarse stippellijn wordt weergegeven in figuur B.7. De waarde van deze lijn per week is te bepalen door de exposure van de voorgaande week plus de helft van de toename in de desbetreffende week bij elkaar op te tellen. In tabel B.4 is in de onderste rij het resultaat van deze berekening weergegeven. Daarnaast is ook het totaal geven van de cumulatieve exposure wanneer in plaats van het exposure profiel de waarde van de paarse lijn wordt gehanteerd.

Week 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

Exposure (%) 1 7 7 27 30 33 64 71 73 77 80 84 84 85 87 100 100 TOTAAL Exposure (%) paarse lijn 1 4 7 17 29 32 49 67 72 75 79 82 84 84 86 91 96 955%

Tabel B.4: Cumulatieve exposure van de paarse lijn

In de steady state zou de exposure dus 955% moeten zijn. Om dit te controleren is een project in BaaN opgesteld. Alvorens de adviezen door de PRP-run worden gegenereerd is er een aanpassing in BaaN gemaakt waardoor er geen batch meer worden gecreëerd. Zo worden per module afzonderlijk inkoop- en productieadviezen gegenereerd en ontwikkeld de exposure zich zuiver per module. Het resultaat hiervan is weergegeven in figuur B.8.

Figuur B.8: Exposure modellering bij move rate één en eliminatie van het batch effect.

De reden waarom er de cumulatieve exposure nog steeds een lichte schommeling vertoond is te verklaren door het feit dat met één advies gelijk de hele projectbehoefte wordt afgedekt. Dit is geen samenvoeging van adviezen maar een minimale afname hoeveelheid die de projectbehoefte afdekt.

Zo kan er bijvoorbeeld stafmateriaal worden ingekocht per meter terwijl er per module maar vijf centimeter nodig is van dit artikel.

In tabel B.5 is gemiddelde exposure berekend in de steady state van de exposure modellering zoals deze in figuur B.8 is weergeven. Hier is het gemiddelde bepaalde voor de weken negentien tot en met vijfenveertig.

(23)

Bijlage 23 Bewijsvoering voor volledigheid van factoren (2/2)

week 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32

cumulatieve exposure (%) 955 954 956 951 955 958 960 959 964 958 954 963 961 954

week 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 Gemiddeld

cumulatieve exposure (%) 949 949 950 950 953 956 955 954 955 950 953 953 952 955%

Tabel B.5: Gemiddelde cumulatieve exposure van het exposure model.

De cumulatieve exposure zoals deze met behulp van de paarse lijn is bepaald is 995%. Dit betekent dat in de steady state door de formule te hanteren en het batch effect buiten beschouwing wordt gelaten de cumulatieve exposure 995% is. Ook in het exposure model is het batch effect geëlimineerd. Dit heeft ertoe geleidt dat het gemiddelde van de werkelijke exposure zoals deze door het model is gegeven 995% bedraagt. Daarmee is aangetoond dat er geen factoren over het hoofd zijn gezien die van invloed zijn op de exposure.

(24)

Bijlage 24 Bewijsvoering voor een constant LCZ percentage

Scenario A B C D E

Average move rate 1 1,43 1,54 1,54 2

Exposure zonder batch effect d.m.v. formule 1026% 1468% 1581% 1581% 2053%

Lengte Firm Zone (weken) 3 3 3 3 3

Lengte Limited Comitment Zone (weken) 14 14 14 14 14

Commitment percentage Firm Zone 100% 100% 100% 100% 100%

Commitment percentage LCZ 52% 52% 52% 52% 52%

Scenario F G H I J

Average move rate 2 2 1 1 5

Exposure zonder batch effect d.m.v. formule 2053% 2053% 1026% 1026% 5132%

Lengte Firm Zone (weken) 3 3 3 3 3

Lengte Limited Comitment Zone (weken) 14 14 14 14 14

Commitment percentage Firm Zone 100% 100% 100% 100% 100%

Commitment percentage LCZ 52% 52% 52% 52% 52%

Voorbeeld berekening van scenario A:

1026%- ((1*100%)+(1*100%)+(1*100%)) 1+1+1+1+1+1+1+1+1+1+1+1+1+1 = 726% = 52%

14

(25)

Bijlage 25 Onderhoudsdocumentatie

Wijzigings

-nummer Datum

wijziging Omschrijving van de wijziging in het

exposure model Wijziging functionele specificatie

*

Omschrijving van de wijziging in de functionele specificatie

1 xx-xx-xx (ja/nee)

2 xx-xx-xx (ja/nee)

3 xx-xx-xx (ja/nee)

4 xx-xx-xx (ja/nee)

5 xx-xx-xx (ja/nee)

6 xx-xx-xx (ja/nee)

7 xx-xx-xx (ja/nee)

8 xx-xx-xx (ja/nee)

9 xx-xx-xx (ja/nee)

10 xx-xx-xx (ja/nee)

11 xx-xx-xx (ja/nee)

12 xx-xx-xx (ja/nee)

* Doorhalen wat niet van toepassing is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Drempel voor klantcontact zo laag mogelijk laten zijn. • Denken start bij de klantbehoefte en niet bij

– dat naar eigen zeggen toenemende aandacht heeft voor gedrag en cultuur – gebaat zou zijn bij het laten meewegen van intuïtie.. Zeker in combinatie met het gebruik van andere

Bijlage 10 Informatie-uitiwisseling: het verstrekken van informatie Leidinggevenden Inkoop Sales Support Logistiek

Voor wo-afgestudeerden die binnen achttien maanden een baan vonden, zijn de kansen op het vinden van een baan binnen een maand en voor het vinden van een baan in een aan de

Figuur 13.11 Sector Techniek: percentage studenten dat een baan in verwante richting en een baan op niveau heeft gevonden (als percentage van diegenen die binnen achttien maanden een

Burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen maken bekend dat zij in de periode van 25 februari tot en met 2 maart 2012 de volgende aanvragen voor een omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders van de gemeente Vel- sen maken bekend dat zij in de periode van 14 juni tot en met 17 juni 2011 de volgende aanvragen voor een omgevingsvergunning op

,,Dat is één van de leuk- ste kanten van mijn werk, dat je mensen op een leuke manier goed hebt geholpen en dat ze na een paar jaar weer bij me aan- kloppen voor