POLITIEK
De wetgever heeft nogaL wat steken Laten vaLLen in de wetgeving rond het geregistreerd partnerschap. Bovendien
hebben de paarse formatie-onderhandeLaars zich inmiddeLs uitgesproken voor opensteLling van het burgerLijk huweLijk
.,;;:~!':\vooE~paren ~~ g~!ijl< g~lachtftIs pa.rtnerschapsre~trat;,f,~,d~~rm.~~,.
nii
ar~91terh~~Ld?1urist ~es·.Waa(~jk,:t~ie"(f~el
:'\"
~~:'~?:~_ ~·s~ :~f~~~Y;£~'~"}~ ~:~:.;.~'~ ~.::+.~ ~\~~.;ry~ f3=-'~ =:,;(:i":'~l~., :~~ .~~;~~;~~\ ~~;i; :~~,;~;~~,,'~ :~./:. ~:~'-'S~. ~,!~~ ':.{t.~ ',:,~:;:!::~;12'~'uitmaakte
vaif"de::;Comqussie
opensteLtfng burgerLijk huweLiil(tz(de CommisSie-Kortinann}) overiiet
ae
stand
v.an
zaken.
· \1£'
'~§~ ~ fj~
~~
.,,/~i>~,. "i$~~i~;'';'
]~d@
;;i(~ ,i~gf:£~'5'
:;~":i~¥~\;
t~.
.:..
~::'!-A!:}'
.;;;;~.%@/
iLG
Op I januari van dit jaar mocht
ik,in een ziekenhuis,
getui-ge zijn bij een partnerschapsregistratie die versneld plaats
Yond. Voor een aantal mensen had de invoering van zoiets
als een geregistreerd partnerschap namelijk niet veel langer
op zich moeten laten wachten. Wat dat betreft ben ik blij
dat het er is gekomen. De wetgevingstechniek van het
geheel is echter belabberd. Het zou flauw zijn om te zeggen
dat de wetgever er een potje van heeft gemaakt, zij heeft in
ieder geval op twee poten gehinkt. Enerzijds heeft zij
gepro-beerd van het geregistreerd partnerschap een gelijkwaardig
alternatief voor het huwelijk te maken met dezelfde
voor-waarden en rechtsgevolgen, anderzijds heeft zij nergens vast
willen leggen dat een geregistreerd partnerschap juridisch
gelijk is aan het huwelijk (behoudens enkele uitzonderingen,
zoals de afstamming van kinderen). Daarbij zijn sommige
aanpassingen vergeten of op de lange baan geschoven en
andere gebrekkig gerealiseerd.
Doordat het geregistreerd partnerschap bovendien ook
opengesteld is voor hetero-paren en woorden als
'echtge-noot' of 'weduwe' angstvallig vermeden zijn,is ten onrechte
de indruk gewekt dat het iets heel anders is dan het
huwe-lijk. Het misverstand als zou geregistreerd partnerschap
slechts een vorm van ongehuwd samenwonen zijn, is voor
hetero's vermoedelijk ook de voornaamste reden om te
registreren in plaats van te huwen.
Ofregistreren ze uit
solidariteit?
Buitengesloten
De hele wetgevingsoperatie
wasbedoeld om paren van
gelijk geslacht de mogelijkheid te bieden hun partnerschap
te registreren, en om aan die registratie het merendeel van
de rechtsgevolgen van het huwelijk te verbinden. Op beide
fronten heeft de wetgever gaten laten vallen.
Zo mogen Nederlanders en buitenlanders geen
geregi-streerd partnerschap aangaan met buitenlanders die (nog)
geen verblijfstitel hebben. De staatssecretaris heeft zich in
beginsel bereid getoond om dit discriminerende verschil
met het huwelijk op te heffen, maar zij wi! eerst de
evalu-atie in 1998 van de schijnhuwelijkenregeling afwachten. Wat
intussen precies bedoeld wordt met het in de
vreemdelin-genwetgeving onbekende begrip 'verblijfstitel' is gelukkig
onduidelijk. Daardoor is ervoor rechters en ambtenaren
van de burgerlijke stand volop ruimte om het begrip ruimer
te interpreteren dan de staatssecretaris doet. Volgens haar
zou aileen een verblijfsvergunning, een vestigingsvergunning
of een toelating als vluchteling een verblijfstitel in de zin van
de parmerschapswetgeving zijn. In Nederland bestaan
ech-ter allerlei andere verblijfstitels.Te denken valt aan het
ver-blijfsrecht van elke onderdaan van de Europese Unie om
hier te studeren of werk te zoeken.
Vergeten
De Haagse wetgever heeft gekozen voor een
wetgevings-techniek waarbij de rechtsgevolgen van het huwelijk steeds
afzonderlijk verbonden worden aan het geregistreerd
part-nerschap. Elke lagere regelgever (dat willen zeggen: elk
ministerie, elke gemeente, enzovoort) wordt geacht de
eigen regels aan te passen.Als ze er al mee bezig zijn, dan
is de kans groot dat zij - net als de Haagse wetgever - een
aantal regelingen over het hoofd zien. Op een reeks
proef-processen inzake allerlei verwaarloosde rechtsgevolgen van
het huwelijk zit niemand te wachten. Maar als het er toch
van moet komen, dan kan men zich als benadeelde
bijvoor-beeld beroepen op de Algemene wet gelijke behandeling
(direct onderscheid op grond van burgerlijke staat) en op
het Wetboek van Strafrecht (indirecte discriminatie op
grond van homoseksuele gerichtheid).
Ook de doorwerking in contracten en dergelijke is vreemd
geregeld. Ten aanzien van contracten (zoals CAO's) van
v66r 1998 is bepaald dat men voor 'huwelijk' voortaan ook
'geregistreerd partnerschap' moet lezen. Dat staat in een
moeilijk vindbare overgangsbepaling. Zo kon het gebeuren
dat verschillende paren die een geregistreerd partnerschap
aangingen vakantiedagen moesten opnemen voor de
mooi-ste dag van hun leven, terwijl vrijwel elke CAO voorziet in
een paar dagen vrij voor het aangaan van een huwelijk. In
contracten van na 1 januari 1998 wordt het hopelijk goed
geregeld.Als daarbij echter tech vergeten is huwelijk en
geregistreerd partnerschap gelijk te behandelen, kan men
dat proberen te repareren met een beroep op de Aigemene
wet gelijke behandeling.
Pensioen
van
huwelijk en geregistreerd partnerschap uit te komen.Menwas namelijk bevreesd plotseling veel meer pensioenen
te moeten uitbetalen. Die vrees berustte vermoedelijk op
de al genoemde verwarring tussen geregistreerd schap en ongehuwd samenwonen. Geregistreerd partner-schap zal echter veel minder voorkomen: in Denemarken
zijn na acht jaar nog steeds niet meer dan
2.000
partner-schappen geregisueerd. In Nederland zal het aantal dus wei
niet snel boven de
10.000
komen. Oat zou betekenen eengeregisueerd partnerschap op circa 350 huwelijken. oftewel
een kostenstijging van misschien een kwart procent. Bovendien hebben de pensioenfondsen afgelopen jaren een veel aanzienlijker meevaller beleefd doordat lesbische vrou-wen en homoseksuele mannen veel minder dan vroeger deel zijn gaan uitmaken van hetero-huwelijken.
Hoe dan ook, de pensioenlobby heeft met succes een
uit-zonderingsbepaling in de wet gekregen voor
pensioenrege-lingen die aileen aan
gehuwde
nabestaanden eenweduwen-of weduwnaarspensioen toekennen. Weliswaar zullen derge-lijke pensioenregelingen voortaan ook een nabestaanden-pensioen moeten toekennen
aan achtergebleven
geregis-treerde
partners. maardat
mag aanzienlijk lager zijn dan
dat
van een gehuwde partner.Bepaald is namelijkdat
pre-mies die
voor
1998 zijnbetaald,bij de berekening van het geregistreerde-partner-pensioen buiten beschouwing mogen worden gelaten. Deze beperking van opgebouwde
pensioen-aanspraken
(verplicht
opgebouwd voor het geval dat men ooit zou huwen en
ver-volgens een wettige
echtge-noot zou achterlaten) lijkt zonder meer in strijd met diverse mensenrechtenverdra-gen. De Tweede Kamer heeft
er inmiddels spijt vandatzij
deze onrechtvaardige bepaling
wet heeftlatenworden. In
april aanvaardde zij vrijwel kamerbreed een motie-Dittrich. waarin de regering gevraagd wordt te bevorderen
dat
dit verschil tussen huwelijk en geregisueerdpartner-schap 'waar mogelijk ongedaan gemaakt
wordt'.
Uitbouwen, afbouwen of ombouwen?
Eeuwenlang gold het beginsel
dat
men voor een huwelijkvan verschillend geslacht en van hetzelfde geloof moest zijn. Eind mei zorgde Oranje voor een verdere doorbraak inza-ke huwelijinza-ken tussen mensen van verschillend geloof, terwijl Paars zorgde voor misschien wei de definitieve doorbraak inzake huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht. Betekent de door de paarse formatie-onderhandelaars
geaccordeerde openstelling van het huwelijk nu, dat het monnikenwerk van de Haagse wetgever verspilde energie is geweest?
Nee. In de eerste plaatsheeft de invoering van
geregis-treerd partnerschap geholpen een groot dee
I
vanNederland rijp te maken voor openstelling van het
huwe-Iijk. In de tweedeplaatskan het nog wei even duren
voor-dat
dat ook werkelijk gebeurt. Hoe lang blijft PaarsII
zitten?En wat doet de Eerste Kamer? In de tussentijd blijft het geregistreerd partnerschap nodig voor al die gelijkgeslach-telijke paren die hun relatie min of meer als huwelijk willen vormgeven. Voor hen moet de huidige gebrekkige
regelge-ving zo snel mogelijk worden
uitgebouwd
tot eengelijkwaar-dig alternatief voor
het
huwelijk (met rechtszekerheid voorkinderen van partners).
Pas als een dergelijke uitbouw gerealiseerd is. en de
open-stelling van het huwelijk eindelijk
ook,
pas dan dient zich dekeuze tussen afbouw en ombouw aan. De Comrnissie
open-stelling burgerlijk huwelijk heeft geadviseerd om
het
geregi-streerd partnerschap ter gelegenheid van de openstelling van het huwelijk weer af te
schaffen. Maar hoe moet
dat
in zijn werk
gaan,
afbouw
vangeregistreerd partnerschap? Vermoedelijk zal aile geregis-treerden de gelegenheid gebo-den moeten worgebo-den om hun
partnerschap
in een huwelijkom te zetten. Ongetwijfeld zal een aantal mensen er echter
voor kiezen om
geen
gebruikte maken van een dergelijke mogelijkheid. Die restgroep zal men dan moeten laten
'uitsterven'...
Misschien Iigt
ombouw
van hetgeregistreerd partnerschap ook wei· meer voor de hand.
AIjaren wordt geroepen om
een minder zwaar huwelijk. En
al jaren leidt
dat
nergens toe.orndat men in sommige
krin-gen zeer hecht aan het huidi-ge huwelijk met alles erop en eraan. De oplossing voor deze patstelling kan gelegen zijn in pluriforme wetgeving. met een beperkt maar helder onderscheid tussen de rechtsgevolgen
van het huwelijk enerzijds en die van
het
partnerschapanderzijds. Te denken valt aan minder vermenging van de vermogens van de geregistreerde partners, aan een korter durende alimentatieplicht en aan het weglaten van de
ver-plichting tot
'huweliikstrouw',
Kees Waa/dijk Foto: Jan CarelWarffemius
KeesWaaldijk is uni-versitair docent op de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit LeidenGfenccw@ law.leidenuniv.nl). onderzoeker
homo-recht op het
Studie-en InformatiecStudie-entrum Mensenrechten van de Universiteit Utrecht, lid van de Nederlandse
Gezinsraad,en
eindre-dacteur
van deNieuwsbrief Homo-seksualiteit en Recht. Hij was lid van de Commissie openstel-ling burgerlijk huwelijk, de
'Commissie-Kortrnann'.
Dit is eenverkorte versie van een inleiding gehouden op het congres
Burgerzaken /998
van
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken. Noordwijkerhout, 5juni 1998;de volledi-ge tekst verscheen injuli 1998 inhet blad