• No results found

De Lunetten van Van Coehoorn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Lunetten van Van Coehoorn"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Lunetten van Van Coehoorn

Een proefsleuf door een geslechte lunet in de Linie van Coehoorn, Coehoornsingel 3 Zutphen

Bert Fermin en Michel Groothedde

(2)

Gemeente Zutphen, Sector ruimte, afdeling BMA / Archeologie Harenbergweg 1 , 7204 KZ Zutphen. archeologie@zutphen.nl

Zutphense Archeologische Publicaties 34

Bert Fermin en Michel Groothedde

De Lunetten van Van Coehoorn

Een proefsleuf door een geslechte lunet in de Linie van Coehoorn, Coehoornsingel 3 Zutphen

Ciscode: 23269

(3)

Bert Fermin en Michel Groothedde

De Lunetten van Van Coehoorn

Een proefsleuf door een geslechte lunet in de Linie van Coehoorn, Coehoornsingel 3 Zutphen

Inhoud:

1. Aanleiding 4

2. Onderzoeksvragen 5

3. Methodiek 5

4. Geschiedenis van het onderzochte terrein 6

5. Archeologische waarnemingen 9

6. Conclusie 12

7. Literatuur 14

Veldwerk, afbeeldingverantwoording en colofon 15

Zutphense Archeologische Publicaties 16

(4)

Gemeente: Zutphen Plaats: Zutphen

Toponiem: Coehoornsingel 3 Projectcode: COE3

Archiscode: 23269

Coördinaten (profiellijn): 211.103.337 - 462.301.546

211.122.743 - 462.295.825

Periode van opgraving: 20-8-2007 t/m 21-8-2007 Opdrachtgever: Stichting Sutfene

Uitvoerder: gemeente Zutphen, Sector Ruimte –afdeling BMA, bureau archeologie, harenbergweg 1, 7204 KZ Zutphen

Opgravingsleiding: drs. H.A.C. Fermin Aantal uitgegeven putnummers: 1 Aantal uitgegeven laagnummers: 45 Aantal uitgegeven vondstnummers: 24

Documentatie bevindt zich per september 2007 in het Stads- en Streekarchief Zutphen. Spiegelstraat 13-17, 7201 KZ Zutphen

Vondstmateriaal bevindt zich per september 2007 in het gemeentelijk depot voor bodemvondsten, Dieserstraat 11, 7201 NA Zutphen

Afbeelding 1: ligging van de proefsleuf met x-, y- en z- coördinaten (naar Facto bv, Deventer) met de ligging van het onderzoek op de grootschalige basiskaart als inzet.

(5)

Afbeelding 2: de vesting Zutphen in haar meest uitgebreide vorm (ruim 100 hectare) in 1823.

In het noorden van de stad de Linie van Coehoorn met in rood de lunet waar het onderzoekheeft plaatsgevonden.

1. Aanleiding

De Stichting Sutfene is bezig met de totale vervanging van de gebouwen in het gebied tussen Coehoornsingel, Deventerweg, Berkel en Leeuweriklaan. Het gaat om de grootste nieuwbouwoperatie van een zorginstelling in Nederland. Deze gebouwen zijn verpleeghuis de Leeuwerikweide, verpleeghuis Slingerbosch, directie en

stafledenhuisvesting Lunette, de Zusterflat en het Berkelpaviljoen. Een groot aantal gebouwen wordt gesloopt en een klein aantal ervan wordt verbouwd en uitgebreid. Zo komt er op het Slingerboschterrein nieuwbouw van verpleeghuis de Leeuwerikweide en wordt de Zusterflat gesloopt.1

De nieuwbouw op het Slingerboschterrein vindt plaats op de locatie van de meest zuidoostelijke lunet van de Linie van Coehoorn. Voor het bouwrijp maken van het terrein wordt grootschalig gegraven( zo'n 70% van het terrein), waarbij eventuele resterende informatie over de 18e-eeuwse vestingwerken onherroepelijk zou verdwijnen. Doel is dan ook het documenteren van de eventuele restanten van de opbouw van de vestingwal. Het selectiebesluit is genomen op grond van de

gemeentelijke archeologische waardenkaart. Door de historisch bekende waarde van het vestingwerk was inventariserend vooronderzoek niet meer nodig. Om inzicht te verkrijgen in de morfologie en exacte ligging van de vestingwallen is het terrein

1 IAA architecten 2002

(6)

onderzocht d.m.v. een proefsleuf. In het Programma van Eisen wordt een minimum van twee en een maximum van vier sleuven voorgeschreven. Hiervan is in overleg met het bevoegd gezag (dhr. drs. M. Groothedde, gemeentelijk archeoloog)

afgeweken om een tweetal redenen.

Ten eerste bleek al uit de sleuf die wel is aangelegd dat de lunet tot op de schone ondergrond is vergraven en de belangrijkste onderzoeksvragen dus niet beantwoord zouden kunnen worden, en ten tweede was er te weinig informatie beschikbaar over de ondergrondse infrastructuur aan kabels en leidingen. In de eerste sleuf werd bijvoorbeeld een telefoonkabel met 160 aansluitingen kapot getrokken en kwam een gasleiding aan het licht. Om verdere schade in andere proefsleuven – die vrijwel zeker geen nieuwe informatie zouden opleveren- te voorkomen, werd besloten niet verder te graven.

2. Onderzoeksvragen

De onderzoeksvragen die in het programma van eisen2 worden geformuleerd zijn de volgende:

- Wat is de natuurlijke ondergrond van het vestingterrein?

-Is het terrein eerder dan 1702 bewoond / gebruikt geweest en, zo ja, wanneer en waarvoor?

-Wat is de exacte ligging van de oorspronkelijke vestingwal(len)?

-Wat is de (gereconstrueerde) morfologie van de vestingwal(len) op grond van de aangetroffen resten (hellinghoek taluds)?

-Zijn er faseringen in aanleg en onderhoud van de wal(len) waarneembaar?

Het onderzoek maakt deel uit van het grootschalige en langlopende onderzoek naar het ontstaan, de ontwikkeling en de verdediging van de stad Zutphen. Vestingwerken zijn ondermeer aandachtsthema in de NoA hofdstuk 20, o.a. paragraaf 3.7.5. Daar zijn bovenlokale vragen te vinden aangaande de ontwikkeling van vestingen.

3. Methodiek

De proefsleuf is in principe aangelegd tot op de schone ondergrond. Doel van de sleuf was het creëren van een informatief profiel om eventuele faseringen en ondergrond goed te kunnen analyseren. Vanwege de geringe breedte van de sleuf (twee meter – de bakbreedte van de graafmachine) is het niet zinvol om het profiel aan beide zijden van de sleuf te documenteren. Het documenteren van het vlak was ook niet zinvol omdat in principe tot de schone ondergrond zou worden verdiept – tenzij er grondsporen aan het licht zouden komen. Dit laatste was niet van toepassing. De contouren van de put zijn wel ingemeten en gerelateerd aan GPS-coördinaten die ingemeten zijn door de firma Facto bv uit Deventer. Waar de natuurlijke ondergrond niet bereikt werd (grondwater!) is op strategische plaatsen het profiel handmatig verdiept tot in de natuurlijke ondergrond. Verder uitboren was niet nodig. Het profiel is met een bats verder opgeschoond en goed gedocumenteerd (1:20). Alle vondsten zijn gerelateerd aan de beschreven lagen (45 in totaal) in het profiel.

Tijdens het ontgraven en nadien toen het profiel reeds gedocumenteerd was, is intensief gezocht met metaaldetectors. Hierbij zijn liefst vier vrijwilligers betrokken geweest.

2 PVE van Gemeente Zutphen, M. Groothedde 2007

(7)

4. Geschiedenis van het onderzochte terrein

Het onderzochte terrein heeft een driehoekige vorm met steil aflopend talud,

omzoomd door een gracht. We hebben hier te maken met één van de vier lunetten die door Menno van Coehoorn (1641-1704) zijn ontworpen aan de noordzijde van de stad (zie afbeelding 2 en 4). Rond 1700 behoorde Zutphen tot de 19 vestingsteden die de Republiek der Zeven Provinciën als frontierstad tegen aanvallen moest beschermen.

Deze linie begon bij Sluis in Zeeuws Vlaanderen en liep door tot aan Nieuweschans in Groningen (zie afbeelding 3). Zutphen werd tot rond 1700 uitsluitend omgeven door vestingwerken in het Oud-Nederlands Stelsel aangelegd tussen 1593 en 1626.

Vooruitlopend op de dood van de kinderloze Spaanse koning Karel II van H vreesde men in 1698 dat er een machtsvacuü

ontstaan met een gewapend conflict tot gevolg. Deze vrees bleek terecht: na de dood van Karel II in 1700 brak Spaanse

Successieoorlog uit.

absburg m zou

3

Afbeelding 3: de linie van vestingsteden ten tijde van de Republiek der Zeven

Provinciën.

Afbeelding 4:

Zutphen op de kaart van Hottinger, circa 1785. De pijl geeft de locatie van de

opgravingssleuf aan. Het noorden is links.

3 o.a. J.S. Krijnen 2005

(8)

De angst bestond vooral dat de Spaanse Nederlanden in handen van de steeds machtiger wordende Fransen zouden vallen. Stadhouder Willem III, koning van Engeland, ging voorop in de strijd tegen de Franse koning Lodewijk XIV. De Franse dreiging was dus meer dan denkbeeldig en het gemak waarmee de Fransen in 1672 de Hollandse vestingen, waaronder Zutphen, onder de voet liepen, lag nog vers in het geheugen. In 1698 constateerde baron Menno van Coehoorn op zijn inspectie langs de frontiersteden dat er in Zutphen veel te verbeteren en moderniseren viel.4 Hij stelde onder meer een uitgebreid inundatiesysteem rond de stad voor. Dit plan werd overigens pas aan het einde van de 18e eeuw uitgevoerd in opdracht van ….. de Fransen. De zwakke hooggelegen landzijde van de stad, de dekzandrug van de voormalige Zutphense Enk, kon in het inundatiesysteem niet meedoen. Daar stelde Van Coehoorn een nieuwe verdedigingslinie voor. Deze werd in 1701-1702 naar zijn plannen aangelegd volgens de principes van het Nieuw-Nederlands Stelsel. De linie loopt van het IJsseldal (Neder Marsch, Olde Diep) tot het Berkeldal en snijdt zo de Zutphense Enk af van de stad. Door de extra linie was het door de grote afstand zo goed als onmogelijk om de stad nog te belagen met kanonnen. Deze Linie van Coehoorn had oorspronkelijk vier lunetten (driehoekige bastions). Ze bestonden uit een breed, omgracht aardlichaam met aan de stadszijde muurwerk. Daarachter lag weer een brede zone met aan de stadszijde de brede (kapitale) gracht (Groote Gracht) van de vesting in Oud-Hollands Stelsel. De Groote Gracht werd in het zelfde project bovendien extra verbreed. Bovendien werd de noordelijke Berkelarm afgedamd. Deze stond voortaan bekend als de Lamme Berkel. Behalve de Linie van Coehoorn voegde Menno van Coehoorn ook nog een ravelijn toe aan het Hoornwerk in het zuidwesten van de stad en verbeterde dat Hoornwerk ingrijpend.5

In de loop van de 18e eeuw kreeg de zone tussen de lunetten en de Groote Gracht een nieuwe functie: hier verrezen de hoven van de welgestelden, met theekoepeltjes, rozentuintjes en waterpartijen. In principe mochten er geen vanuit defensieve redenen geen huizen worden gebouwd. In 1790 werd het terrein bij de Hanzehof beplant met bomen, en ontstond de naam Slingerbosch. In 1840 werd deze "nieuwe natuur"

uitgebreid en ontstond de Nieuwe Wandeling, die vanaf het Slingerbosch doorliep tot de begraafplaats aan de Warnsveldseweg.6

Toch was het terrein niet altijd een oase van rust: in de steenkoude januarimaand van 1795 bivakkeerden Engelse en Hannoveraanse troepen in Zutphen. Zij hadden zware nederlagen geleden tegen Franse revolutionaire troepen en waren op de terugtocht van de Zuidelijke Nederlanden naar Hannover. Tientallen of honderden van hen bezweken aan ziekte, kou en uitputting. Er werd een noodkerkhof ingericht onder het latere Sidneypark tussen Rozenhoflaan en dit lunet.7 Dit onzichtbare kerkhof staat bekend als het Engelsche Kerkhof en komt als zodanig nog tot op de stadsplattegrond van 1910 voor. Na de onthulling van het standbeeld van Sir Philip Sidney in 1913 werd het park het Sidneypark genoemd.

4 Ter Kuile 1953, p.204: het plan in van 18 april 1698

5 Groothedde en Krijnen 2005. Dit Hoornwerk is nog grotendeels aanwezig en wordt in 2008 gerestaureerd.

6 Blom et al. 2002, p. 14-15

7 Zoals de stadsrekeningen uit 1795 aangeven werd het kerkhof op het ‘blinde contrescarp’ aangelegd aan de weg naar Deventer. Later verrees hier de villa Rozenhof. Op het voorterrein van het

appartementencomplex op de hoek van de Burgemeester Dijkmeesterweg en de Coehoornsingel zijn bij een bodemsanering door de Klinker bv. menselijke skeletresten en paardenbotten gevonden die waarschijnlijk van dit kerkhof afkomstig zijn. Archeologisch onderzoek (ca. 1993) heeft toen niet plaatsgevonden.

(9)

In 1874 werd de nieuwe vestingwet van kracht. Deze maakte de ontmanteling van de vestingwerken mogelijk in een groot aantal steden waaronder Zutphen. Dit werd nodig geacht om ruimte te kunnen maken voor nieuwbouw (in de vorm van herenhuizen). In 1861-1864 was het meest westelijke lunet al opgeruimd voor de aanleg van de spoorlijn Arnhem-Deventer. In 1878 presenteerde stadsarchitect F.H.

Etteger de plannen voor de inrichting van de vrijgekomen gronden. De lunetten werden in 1879 geslecht voor het bedrag van 2432,75 gulden.8 Wegens geldgebrek werden de lunetten echter slechts deels geslecht en bleven de grachten ervan zelfs bestaan. Deze werden ingepast in een nieuwe parkaanleg: het latere Sidneypark en het toen reeds bestaande Slingerbosch. Op het lunet van het Slingerbosch, westelijk van de brug, verrees de Buitensociëteit. Aanvankelijk was het een houten gebouw, in 1891 versteend als monumentale concertzaal. Dit lunet heeft tot op de dag van vandaag zijn culturele functie behouden (de Hanzehof). In 1882-1888 werd een begin gemaakt met de bouw van de huizen aan de Coehoornsingel en de Rozenhoflaan.9

Afbeelding 5: de stedenmaagden Breskens, Groningen, Deventer, Zutphen en Nijmegen smeken de Minister van Oorlog M.D. graaf Van Limburg Stirum: "Ontmantel ons, dan kunnen wij onze armen vrij bewegen".

De meest zuidoostelijke lunet kreeg een nieuwe functie als terrein van

zorginstellingen. In 1886 werd het ziekenhuis van het Oude en Nieuwe Gasthuis naar ontwerp van Etteger opgeleverd. Dit gebouw, het Algemene Ziekenhuis, werd in 1976 gesloopt. In 1963 werd begonnen met de bouw van de Zusterflat en in 1964 met het bijbehorende paviljoen (zie afbeelding 12). Beide gebouwen zijn gesloopt in 2007. Op de plek van het oude ziekenhuis verrees het zorgcentrum Slingerbosch. 10

8 Verslag van den toestand der gemeente Zutphen over het jaar 1879

9 J.S. Krijnen 2005, Scholten 1989, Blom et al. 2002

10 J.S. Krijnen 2005

(10)

5. Archeologische waarnemingen

Er is één profielsleuf getrokken haaks op de zuidoostelijke flank van de meest zuidoostelijke lunet. Hierbij stonden de vijf onderzoeksvragen zoals geformuleerd in het PVE centraal. Om ze nog even in herinnering te roepen:

- Wat is de natuurlijke ondergrond van het vestingterrein?

- Is het terrein eerder dan 1702 bewoond / gebruikt geweest en, zo ja, wanneer en waarvoor?

- Wat is de exacte ligging van de oorspronkelijke vestingwal(len)?

- Wat is de (gereconstrueerde) morfologie van de vestingwal(len) op grond van de aangetroffen resten (hellinghoek taluds)?

- Zijn er faseringen in aanleg en onderhoud van de wal(len) waarneembaar?

Afbeelding 6 (l.): de sleuf gezien vanuit het zuidoosten, met op de voorgrond de oorspronkelijke vestinggracht. Op de achtergrond verzorgingstehuis het Slingerbosch.

Afbeelding 7 (r.): de sleuf gezien vanuit het noordwesten. Nadat het profiel volledig is gedocumenteerd worden de onderscheiden lagen uitgetroffeld op dateerbaar materiaal.

Alleen op de eerste twee vragen kan een bevredigend antwoord worden gegeven.

Over de gehele lengte van het profiel zijn afzettingen van de Berkel aangetroffen.

Vanaf de diepste waarneming (5.85 + NAP)11 is de opbouw als volgt:

- grof zand, blauw gereduceerd

- daarop vette klei, blauw gereduceerd op één klein stukje na dat bovenop geoxideerd was. De band bevindt zich van noordwest naar zuidoost tussen resp. 6.13 en 6.37 +NAP naar 5.95 en 6.23 + NAP. Er zit dus een verval van 15-20 cm over een afstand van 5 meter. Dit is het natuurlijke talud van het beekdal van de Berkel.

- daarop middelgrof geel zand met hier en daar zeer fijne lemig-zandbandjes. Bovenin is dit zand roestig, maar zonder oerbank. In de zandlaag bevindt zich in het midden

11 dieper graven was onmogelijk vanwege het grondwater

(11)

van de sleuf plaatselijk een ruim 40 cm dikke bruine leemband die in de richting van de gracht, het oorspronkelijke Berkeldal, helt (zie afbeelding 11).

- er is geen akkerlaag waargenomen.

Tenzij er sprake is van aftopping kunnen we dus rustig zeggen dat het terrein tot in de historische tijd deel heeft uitgemaakt van het stroomdal van de Berkel. De Berkel stroomde oorspronkelijk langs de zuidoostrand van de Zutphense Enk en liep

vervolgens tot ca.1225/50 zuidoostelijk om Zutphen heen om ten zuiden van de stad in de IJssel uit te monden.

De beekgrond is niet geschikt voor beakkering, maar wel als weidegrond.

Afbeelding 8: overzicht van het aangelegde profiel. Hierin is een fraaie gelaagdheid zichtbaar, die echter in zijn geheel dateert van na de ontmanteling van de vestingwal van de lunet.

In de wat grillige bovenkant van dit zandpakket zijn enkele vondsten gedaan die de volgende fase markeren.

Hiertoe behoren diverse draadnagels, een Gelderse duit uit 1720 (dus ná de vestingbouw), een militaire knoop uit de periode 1900- 1940 en een koperen gasleidingbeugel van FLAMCO, opgericht in 1956! Aangezien deze vondsten alle jonger zijn dan de vesting (gebouwd 1701-1702) betekent dit dat er van de lunet helemaal niets meer aanwezig is.

Afbeelding 9: Gelderse duit: GELRIAE 1720 / IN DEO SP. NOS (in deo spes nostra) Afbeelding 10: militaire knoop met Nederlandse leeuw. Dit leeuwentype komt op het Nederlandse kopergeld voor in de periode 1901-1941.

(12)

Afbeelding 11: het noord-noordoostprofiel van werkput 1, met daarop de natuurlijke ondergrond in geel en blauwgrijs. Alle lagen daarboven, in grijs, bevatten materiaal uit de periode van 1720 tot heden. De sterren geven drie vondsten aan die cruciaal zijn voor de datering van de onderste lagen en daarmee van de verstoring van het terrein.

(13)

Sterker nog, het gehele bovenliggende pakket kan stratigrafisch als recent verstoord worden beschouwd. Deze ondergrens ligt op slechts één punt op een ouder

grondspoor. In het westelijk deel van de sleuf werd een zeer diepe kuil aangesneden.

De kuil is anderhalve meter diep (zie afbeelding 11). In eerste instantie werd gedacht aan een waterput. Hoewel de kuil tot in het grondwater reikt, is er echter geen

beschoeiing. Wat ook beslist tegen de interpretatie als waterput pleit is de vondst van een contactvorm-fles, die waarschijnlijk rond 1900 te dateren is. In deze periode zijn er alleen gemetselde putten in gebruik. Mogelijk gaat het om de ingraving van een later uitgetrokken, forse paal.

In de opeenvolgende lagen is een prachtige stratigrafie waarneembaar, bestaande uit tal van soorten grond (in totaal zijn in het profiel 45 lagen onderscheiden, zie

afbeelding 8 en 11). Deze lagen bevatten echter zonder uitzondering 20e-eeuws of hoogstens laat 19e-eeuws materiaal. In een van de bovenste lagen is een besmeten scherfje uit (vermoedelijk) de ijzertijd gevonden. Deze oudste vondst geeft hooguit aan dat er in de directe nabijheid bewoning in die periode geweest zal zijn. Dat is op zich niet verwonderlijk aangezien de wallen van de linie zijn opgeworpen met zand van de Zutphense enk. Op vrijwel alle enken rond de stad zijn bewoningssporen uit de ijzertijd aangetroffen. De totale hoogte van de opgebrachte lagen is circa anderhalve meter. Met name de jongste vondst, de FLAMCO-beugel, maakt duidelijk dat de grootschalige verstoring wel eens het product kan zijn geweest van de grootschalige nieuwbouw van 1963-64 (zie afbeelding 12) of van de sloop- en egalisatieactiviteiten van het Algemene Ziekenhuis in 1976. De laatste verstorende activiteiten vonden het dichtst bij de onderzoekslocatie plaats. Mogelijk waren er voor die tijd wel

ongeroerde resten van de vestingwal aanwezig.

Aangezien ter plekke helemaal niets over is van de lunet van Van Coehoorn, is het beantwoorden van de verdere in het PVE gestelde vragen onmogelijk.

6. Conclusie

De Linie van Coehoorn is naar plannen van Menno Baron van Coehoorn aangelegd in 1701-1702. De linie, bestaande uit vier lunetten, diende ter verdediging van de

kwetsbare noordzijde waar de hoge gronden een inundatie onmogelijk maakten. De linie is in de vorm van het grachtenverloop en de groene zone langs het water goed herkenbaar gebleven, met uitzondering van de meest westelijke van de vier lunetten.

Volgens het plan van F.H. Etteger uit 1878 zou de gehele linie worden geëgaliseerd, inclusief grachten, om plaats te maken voor nieuwbouw. Wegens geldgebrek is dit in 1879 slechts ten dele gebeurd: de grachten bleven bestaan. Het onderzoek aan de Coehoornsingel moest uitwijzen in hoeverre er nog iets over was van de wallichamen van de vestingwerken, en zo ja welke informatie er nog uit was te destilleren.

Onderzoek aan de vestingwerken langs de Berkelsingel in 200712 leerde dat het slechten van de wallen niet automatisch betekent dat alle informatie verloren gaat;

hier was nog een aanzienlijk deel van de 16e-eeuwse wal intact onder het asfalt van de straat aanwezig.

Uit de proefsleuf over de meest zuidoostelijke lunet van de Linie van Coehoorn bleek echter dat het vestingwerk hier volledig tot op de natuurlijke ondergrond verstoord was. Het ultieme bewijs hiervoor vormden de vondsten uit de overgangslaag naar de ongeroerde ondergrond: een Gelderse duit uit 1720, diverse draadnagels (na circa

12 Fermin & Groothedde 2007

(14)

1850), een voor-oorlogse militaire knoop en last-but-not-least een koperen

leidingbeugel van FLAMCO (opgericht in 1956). Met name de jongste vondst, de FLAMCO-beugel, maakt duidelijk dat de grootschalige verstoring wel eens het product kan zijn geweest van de grootschalige nieuwbouw van 1963-64 of, het meest waarschijnlijk, van de sloop- en egalisatieactiviteiten van het Algemene Ziekenhuis in 1976. Het is waarschijnlijk dat de andere twee overgebleven lunetten gaver zullen zijn, aangezien hier in de 20ste eeuw geen bouwactiviteiten zijn geweest.

Over de ondergrond van het terrein kunnen we, zoals verwacht, vaststellen dat het bestaat uit afzettingen van de Berkel. Deze bestaan van boven naar beneden uit middelgrof geoxideerd zand met fijne lemige zandbandjes, een 20 cm dikke, naar het beekdal hellende, gereduceerde kleilaag en daaronder gereduceerd grof zand. In de bovenkant van dit pakket is geen akkerlaag vastgesteld. Ook zijn er geen grondsporen van vóór de vestingbouw waargenomen.

Afbeelding 12: de bouw van de zusterflat in 1963. Bij de bomengroep (midden rechts) bij het oude Algemene Ziekenhuis, het gebouw rechts van de flat, vond het onderzoek plaats. Op de voorgrond is de Berkel te zien.

(15)

7. Literatuur:

Blom, M., F. van Campen, D. Eikelboom, S. Galema, R. Gresnigt, Th. Hebing, G. Jansen, G.

Mensink, J. Riemens, J. Schuit, C. van de Vegte & P. van Zalk 2002: Zutphen ontmantelde vestingstad. Korte geschiedenis van het Rozenhof- en het Deventerwegkwartier. (Zutphen)

Doornink-Hoogenraad, M.M. & Th. Rothfusz 1983: Historische stedenatlas van Nederland.

Aflevering 3: Zutfen. (Delft)

Fermin, H.A.C. & M. Groothedde 2007: De Buiten Laarpoort. Archeologisch onderzoek aan de Buiten Laarpoort en de 16e-eeuwse vestingwal aan de Berkelsingel in Zutphen. Zutphense Archeologische Publicaties 31

Groenewoudt, B.J., M. Groothedde & H. van de Velde: De Romeinse tijd, middeleeuwen en vroegmoderne tijd in het Midden- en Oost-Nederlandse zandgebied. NoA hofdstuk 20

Groothedde, M. & J.S. Krijnen 2005: Vestingstad Zutphen, Elf eeuwen versterken en verdedigen. (Zutphen)

IAA Architecten 2002: Leeuwerikweide Slingerbosch 's-Heerensteen Zutphen

Krijnen, J.S. 2005: Sutfene. Cultuurhistorische bestemmingsplan-paragraaf Lunettegracht e.o.

. Bestemmingsplan Sutfene 2005. Gemeente Zutphen & Kuiper Compagnons (Arnhem) Kuile, E.H. ter 1953: Het Kwartier van Zutfen. ('s-Gravenhage)

Versfelt, H.J 2003: De Hottinger-atlas van Noord- en Oost-Nederland 1773-1794.

(Groningen)

(16)

Veldwerk

Bert Fermin, Maaike Galema-Jongema, Erik Lammers, Jan-Willem Leuverink, Danny Rouwenhorst, Ineke Schuttelaar, Sicco Siegers, Siep Teijema en Willeke Vulperhorst

Afbeeldingverantwoording

Afbeelding 1: Facto, Deventer, bewerkt door auteurs

Afbeelding 2: M.M. Doornink-Hoogenraad en Th. Rothfusz 1983) Afbeelding 3: Sectie Militaire Geschiedenis / Koninklijke Landmacht Afbeelding 4: Hottinger Atlas

Afbeelding 5: uit: Nederlandsche Spectator, 1872 Afbeelding 12: Foto KLM-Aerocarto

Alle overige afbeeldingen: Gemeente Zutphen, archeologie

Colofon:

Dit is een uitgave van de Gemeente Zutphen, Sector Ruimte, afdeling BMA / Archeologie Harenbergweg 1 7204 KZ Zutphen. archeologie@zutphen.nl Auteurs: H.A.C. Fermin & M. Groothedde

Redactie: M. Groothedde

Vormgeving en lay-out: H.A.C. Fermin en M. Groothedde

Titel: De Lunetten van Coehoorn. Een proefsleuf door een geslecht lunet in de Linie van Coehoorn, Coehoornsingel 3 te Zutphen.

Zutphense Archeologische Publicaties 34 18 pagina’s, 12 afbeeldingen

Trefwoorden: Zutphen, archeologie, vesting, Menno van Coehoorn Copyright: Gemeente Zutphen 2007

Ciscode: 23269

Alles uit deze uitgave mag vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v.

welke vorm van publicatie dan ook, maar uitsluitend met voorafgaande toestemming van de uitgever.

NUR: 682

ISBN 978-90-77587-35-5

(17)

Zutphense Archeologische Publicaties Reeds verschenen in de ZAP-reeks:

ZAP 1

Thomas Spitzers 1998. ‘Heerlijke’ maaltijdresten. Faunaresten uit de 17de-eeuwse beerput van de Hof van Heeckeren te Zutphen. (verkrijgbaar in print)

ZAP 2

Thomas Spitzers & Bob Beerenhout1998. Van ‘s Heren Dis. Archeologisch botmateriaal uit een 10e-eeuwse afvalkuil in Huize van de Kasteele in Zutphen. (verkrijgbaar in print)

ZAP 3

Gerre van der Kleij 2003. Prehistorische grafvelden en tumuli rondom Zutphen. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 4

Anja Reimer 2003. Middeleeuwse houtwal , kenmerk voor Leesten Oost. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 5

Jan Bosch 2004. Het verleden in de toekomst. De consequenties voor het Zutphens archeologisch beleid na de invoering van het Verdrag van Valletta (Malta). (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 6

Jan van Oostveen 2003. Kleipijpen uit Zutphen. (CD-rom, met regelmatige updates)

ZAP 7

Michel Groothedde en Michel Hulst 2003. Afval op Stand. Keramiek en glas uit twee adellijke beerkuilen uit de late Middeleeuwen. (CD-rom)

ZAP 8

Marieke de Jongh, Michel Groothedde en Achim Schreurs 2003. De gebrandschilderd-glasvondst van Zutphen.

(CD-rom)

ZAP 9

Michel Groothedde en Harold E. Henkes 2003. Zutphens glas zonder glans. Glascomplexen uit archeologisch onderzoek in de binnenstad van Zutphen. (CD-rom)

ZAP 10

Arjan den Braven, Janneke Zuiderwyk en Bert Fermin 2004. De diepte in. Een kelderopgraving in de IJlandpanden, Houtmarkt 67-71 te Zutphen. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 11

Bert Fermin en Michel Groothedde 2005. Laan naar Eme 2004 (LnE 101). Bewoningssporen uit de Late Bronstijd op de middeleeuwse enk Ovesthamme. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 12

Michel Groothedde 2005. Grachten, wallen en Berkelwater in de fietsenkelder. Verslag van de archeologische waarnemingen en documentatie in de bouwput van de ondergrondse fietsenkelder onder het Stationsplein.

(verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 13

Erica Rompelman 2005. Zutphen – Houtmarkt 67-69-71. Dierlijk en menselijk botmateriaal uit de Karolingische gracht. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 14

Michel Groothedde 2005. Verhalen uit de drek. Drie bijzondere vondsten uit de binnengracht aan de Martinetsingel. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 15

Bert Fermin en Michel Groothedde 2005: Onder de wortels van de Kaardebol. Prehistorische meanders van de Schouwlaak in Zutphen. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 16

Bert Fermin 2005. Spiekers biej laag water zeuk’n. Archeologisch onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis rond het huis ‘De Revelhorst’. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

(18)

ZAP 17

Michel Groothedde, Bert Fermin & Jeroen Krijnen 2005: ‘Haickfortz huesinge war de armen in wonen’.

Archeologisch en bouwhistorisch onderzoek naar Hackforts Armenhuisjes. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 18

Bert Fermin en Michel Groothedde 2005. Het verleden van Warnsveld verkend. Archeologische waarnemingen bij de cunetbegeleiding rond de Bonendaal en het proefsleuvenonderzoek bij Den Bouw (Abersonplein 9) in 2004- 2005 te Warnsveld. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 19

Bert Fermin en Michel Groothedde 2005. De naakte violist die naast zijn schoenen liep. Beukerstraat 64 - archeologisch onderzoek in een huis op de gracht. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 20

Michel Groothedde en Dineke van Krimpen 2005. De middeleeuwen op straat. 1

Rioolvervangingsbegeleiding van de Spittaalstraat in Zuphen, 2003. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 21

Allard van Helbergen en Michel Groothedde 2006. Uit de keuken van Herman Otto (1650-1657). Archeologisch onderzoek naar en analyse van de keramische inhoud van een beerput behorende tot het huishouden van Herman Otto van Bronckhorst, graaf Van Limburg Stirum. (verkrijgbaar op CD-rom)

ZAP 22

Bert Fermin en Michel Groothedde 2006. De Zutphense ringwalburg van de 9e tot de vroege 14e eeuw. Nieuwe gegevens en inzichten uit archeologisch onderzoek en boringen op de Zutphense markten. (Verkrijgbaar op CD- rom en print).

ZAP 23

Bert Fermin en Michel Groothedde 2006: Het diftarproject in Zutphen. 25 verhalen uit de middeleeuwse stad.

(verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 24

Bert Fermin, Michel Groothedde en Dineke van Krimpen 2006: De middeleeuwen op straat (2) Laat- middeleeuwse straatdekken in de Oude Wand in Zutphen. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 25

Bert Fermin en Michel Groothedde 2006: Chamaven op de Nieuwstad. Een Frankisch erf en de overgang van hout- naar baksteenbouw in de late middeleeuwen aan de Isendoornstraat in Zutphen (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 26

Bert Fermin en Michel Groothedde 2006: Tussen de Schullentoren en de Kruittoren

Archeologisch onderzoek bij de westelijke stadsmuur van de Nieuwstad tijdens de herinrichting van het Stationsplein te Zutphen in 2006. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 27

Michel Groothedde en Bert Fermin 2007: Verdwenen huizen, tufstenen torens en houten straten rond de Apenstert. Riooltracébegeleiding Rozengracht – Broederenkerkhof – Kreynckstraat. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 28

Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: Een zeshonderd jaar oud geheim in de Vaaltstraat. Archeologisch onderzoek in het huis en de beerput van Vaaltstraat 4 in Zutphen. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 29

Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: Een laat-middeleeuwse kampontginning aan de Bieshorstlaan.

Rapportage van het proefsleuvenonderzoek op het terrein van een nieuw landgoed. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 30

Bert Fermin 2007: Een rondje om de Warnsveldse kerk. Archeologisch proefsleuvenonderzoek op het Kerkplein te Warnsveld. (verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 31

Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: De Buiten Laarpoort. Archeologisch onderzoek aan de Buiten Laarpoort en de 16e-eeuwse vestingwal aan de Berkelsingel in Zutphen.

(19)

ZAP 32

Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: Grachten en panden aan de Zaadmarkt.Archeologisch onderzoek in het Grand Hotel du Soleil, Zaadmarkt 91 te Zutphen. (verschijnt najaar 2007, verkrijgbaar op CD-rom en print).

ZAP 33

Birgit Berk 2007: Hongerende hoge heren. Onderzoek naar 18e- en begin 19e-eeuwse begravingen uit de Nieuwstadskerk te Zutphen. (doctoraalscriptie, verschijnt najaar 2007, verkrijgbaar op CD-rom)

ZAP 34

Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: De Lunetten van Coehoorn. Een proefsleuf door een geslecht lunet in de Linie van Coehoorn, Coehoornsingel 3 te Zutphen. (verschijnt najaar 2007, verkrijgbaar op CD-rom en print)

ZAP 35

Arjan den Braven, Bert Fermin en Michel Groothedde 2007: Van lusthof tot sloppengang. De resultaten van het Definitief Archeologisch onderzoek van het project Wanne – Lievenheersteeg 2007. (verschijnt najaar 2007, verkrijgbaar op CD-rom en print)

(20)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat de bezoekers op elk willekeurig moment in een van deze groepen ingedeeld werden en baliemedewerkers niet op de hoogte waren van het type handvest (ambities, weinig ambitieus,

"Toekomst voor ondernemerschap in Coehoorn" is de titel van de motie (18M41) die op 20 juni 2018 aangenomen is door uw raad waarbij het college verzocht wordt door te gaan

ZAP 41 Bert Fermin en Michel Groothedde 2008: ‘Oppidum Sutphaniense’ - Archeologisch onderzoek naar de oudste defensieve werken van Zutphen, de 13 e -eeuwse bebouwing en een 18

Lastly, the remedial actions would call upon institutions of higher learning in South Africa to pursue intentionally and very vigorously internationalisation

Vodacom brought an urgent application seeking to enforce a notice period of six months in the form of garden leave and a restraint of trade undertaking for a further period of

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

Het doel van de Vestingvisie Bergen op Zoom is om het vestingverleden, zowel materieel (de relicten) als immaterieel (de verhalen en de geschiedenis) als een van de leidende thema's

Uit het rapport van Broekema et al (2005) valt op te maken dat er in totaal 12.000 betaalde arbeidsplaatsen zijn waarvan het overgrote deel (7.360) binnen de directe