• No results found

- 3 - Blz. Beleidsbegroting Inleiding 3 Begroting Werkbedrijf De Bolder Algemeen 6 Paragrafen 10

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "- 3 - Blz. Beleidsbegroting Inleiding 3 Begroting Werkbedrijf De Bolder Algemeen 6 Paragrafen 10"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

2019

(2)

BEGROTING 2019

(3)

INHOUDSOPGAVE

Blz.

Beleidsbegroting

Inleiding 3

Begroting Werkbedrijf De Bolder

Algemeen 6

Paragrafen 10

Financiële begroting

Overzicht van baten en lasten 12

Meerjarenraming 2019 – 2022 13

Toelichting op het overzicht van baten en lasten 16

Toelichting op de reserves en voorzieningen 21

Nieuwe investeringen in 2019 23

Grondslagen van de financiële verslaglegging 24

Lijst van begrippen en afkortingen 25

(4)

BELEIDSBEGROTING

Inleiding

Leer-werkbedrijf De Bolder ontwikkelt zich steeds verder tot een multifunctionele en professionele dienstverlener voor Texelaars met afstand tot de arbeidsmarkt en voor Texelse werkgevers op zoek naar arbeidskrachten. Als

‘social firm’ biedt zij op haar eigen locatie arbeidsplaatsen aan met geschikt werk voor Texelaars op het gebied van arbeidsgewenning en arbeidsfit worden. Door haar grote netwerk op Texel is doorplaatsing naar regulier werk, al dan niet met ondersteuning, vaak binnen een korte termijn realistisch haalbaar. Door haar nauwe samenwerking met het Sociaal Team Texel (STT) wordt gestreefd naar een samenhangend aanbod in een

‘maatwerk-mix’ van werk/participatie en vormen van zorg en ondersteuning die participatie mogelijk maken en/of duurzaam ondersteunen.

In essentie blijft De Bolder zowel een doel als een middel. Het is een doel op zich om op een economisch verantwoorde wijze een volwaardige productieomgeving op gang te houden die een beschutte werkomgeving garandeert voor Texelaars (zowel vanuit de ‘oude’ WSW groep als ook vanuit de ‘nieuwe’ Participatiewet) richting de toekomst. Tegelijkertijd is alles wat er wordt aangeboden aan werkervaringsplaatsen feitelijk een middel om bij te dragen aan een zo snel en duurzaam mogelijke doorstroom van Texelaars richting de reguliere arbeidmarkt.

Beide kernopdrachten staan op gespannen voet met elkaar. Net als in voorgaande jaren draait het steeds om de goede balans tussen het aannemen of reduceren van voor de doelgroep geschikte werkopdrachten en de beschikbaarheid van voldoende (en geschikte) uren om de afgesproken kwantiteit/kwaliteit van de productie te kunnen waarmaken. De staf van het productiebedrijf is volledig doordrongen van deze – inherent spanningsvolle – opdracht. We leren met elkaar (en met onze opdrachtgevers) om hier dagelijks met de nodige lenigheid en creativiteit op in te spelen.

Werkbedrijf De Bolder richt zich daarbij op verschillende groepen Texelaars met een afstand tot de arbeidsmarkt:

1. Vanuit de WSW

De WSW als voorziening blijft bestaan, zolang er medewerkers zijn met een WSW-dienstverband. Maar jaarlijks vermindert het aantal werknemers met een WSW-dienstverband met ongeveer 3 tot 5 personen, doordat medewerkers die uit dienst gaan niet meer worden vervangen door nieuwe instroom. De toegang tot de WSW is immers gesloten sinds 2015.

Het bestaande personeelsbeleid met betrekking tot ontwikkeling en externe plaatsing voor de WSW-doelgroep blijft gehandhaafd ten opzichte van voorgaande jaren. Deze medewerkers blijven op een arbeidsplaats in het productiebedrijf, tenzij zij mogelijk extern zouden kunnen en willen werken. Het is echter goed denkbaar dat een deel van deze groep de ruggengraat zal blijken te zijn voor de interne productie van De Bolder. Dit terwijl De Bolder zich in de toekomst meer zal gaan richten op de doelgroepen uit de Participatiewet, werkend in een beschutte werkomgeving. Natuurlijk moet er ook naar gestreefd worden de WSW-doelgroep zo regulier mogelijk te laten werken buiten Werkbedrijf De Bolder, maar wel onder goede arbeidsvoorwaarden. Veelal zal er gekozen worden voor detachering vanuit Werkbedrijf De Bolder (onder marktconforme voorwaarden) omdat de loonschalen van de meeste ons omringende werksoorten lager zijn dan die binnen de cao van de WSW en een overstap voor een medewerker vaak niet ‘loont’.

2. Vanuit de Participatiewet

Werkbedrijf De Bolder is de uitvoerder van de Participatiewet voor de gemeente Texel. De uitvoering hiervan wordt als volgt vormgegeven:

● Arbeidsfit maken

Zij die afhankelijk zijn van een inkomensvoorziening en naar verwachting niet in staat zijn om zelfstandig regulier werk te kunnen vinden, worden (via het STT) een passend integraal traject aangeboden. Middels werkervaring, assessment, loonwaardebepaling en trajectafspraken zal in een periode van 3 tot 6 maanden duidelijk moeten worden welk instrument uit de Participatiewet het meest passend is om in te zetten voor een vervolgtraject.

● Een gemeentelijke doorstroombaan

Zowel voor het versterken van de werkhouding als ook voor het verkrijgen van de noodzakelijke werkervaring, is de inzet van een ontwikkelplan noodzakelijk. Binnen de gemeente Texel is het wenselijk om werkzoekenden, bij wie de aspecten werkhouding en werkervaring aandacht verdienen, een tijdelijke baan van maximaal 23 maanden aan te bieden bij De Bolder of een van de eigen gemeentelijke diensten, om zich dusdanig te ontwikkelen dat een baan kan worden aangeboden bij een reguliere werkgever. Indiensttreding bij De Bolder is mogelijk via een aangepast CAR-UWO contract (op het niveau van het wettelijk minimum loon)

● Een doorstroom- en matchingstraject

Tenzij iemand van UWV een indicatie voor beschut werken heeft gekregen, zal de betreffende medewerker na maximaal 23 maanden (of zoveel eerder als mogelijk is) de gemeentelijke baan weer moeten verlaten om ruimte te maken voor een collega die eenzelfde soort ontwikkelprogramma moet krijgen. Het nadrukkelijke streven is om deze tijdelijke baan te laten opvolgen door een baan in het reguliere bedrijfsleven, met of zonder loonkostensubsidie. Naast dat de betreffende werkzoekende zelf actief zoekt naar werk, zal het de taak zijn van De Bolder om een goede match te vinden tussen werkzoekenden en beschikbare banen, met als resultaat tevreden werknemers en werkgevers. De in 2017 in dienst gekomen trajectcoach extern speelt hierin een cruciale rol.

(5)

● Jobcoaching ten behoeve van het optimaliseren van de arbeid

Zowel het tot stand komen van nieuwe werkplekken als het behouden van bestaande werkplekken vragen de nodige aandacht en zorg. Door te blijven zoeken naar passende taken rond werkplekken en door het verder ontwikkelen van de werknemer om zijn/haar taken optimaal uit te kunnen voeren, zal de houdbaarheid van de dienstverbanden worden vergroot. Natuurlijk is het niet te verwachten dat er altijd dienstverbanden worden gerealiseerd voor onbeperkte duur, maar hier wordt wel naar gestreefd. In 2018 is de trajectcoach hier al intensief op ingezet en heeft dit geleid tot een veel beter overzicht van/inzicht in het werkgeverslandschap en de (on-)mogelijkheden daarin. Op deze basis zal worden doorgebouwd in 2019.

● Bieden van beschut werk

De Bolder biedt beschut werk aan de oude WSW-doelgroep en aan de nieuwe doelgroep beschut werken uit de Participatiewet, door het in stand houden van het productiebedrijf. Gecombineerd met de doelstellingen, zoals hierboven genoemd bij de punten over instroom, ontwikkeling en doorstroom, is het mogelijk een renderende gemeentelijke social-firm in stand te houden. Hier kunnen werkzaamheden worden gedaan die een gemeentelijke taak zijn, maar ook werkzaamheden waar de plaatselijke economie mee is gebaat.

Aanvullend zullen er, zeker voor de (nieuwe) doelgroep beschut werken, ook werkzaamheden aangeboden moeten worden die passend zijn juist voor personen met een lage loonwaarde en beperkte inzetbaarheid. In 2019 zal de gemeente een standpunt moeten innemen met betrekking tot het aantal te vormen plekken beschut werk ten opzichte van het door het Rijk vastgestelde quotum en het werkelijke aantal kandidaten hiervoor dat hoger ligt.

3. Vanuit de reclassering (taakgestraften)

De Bolder is bij de reclassering aangemeld als project voor de uitvoering van taakstraffen. Texelaars die een taakstraf opgelegd hebben gekregen tussen de 40 en 240 uur komen werken bij De Bolder zonder dat daar een inkomen tegenover staat. Over het algemeen zien we dat deze Texelaars vaak uit een zwak sociaal systeem komen wat een sterke relatie heeft met het in het vizier komen bij politie en justitie. Deze Texelaars komen verplicht een periode in beeld van De Bolder en worden tegelijkertijd altijd door De Bolder aangemeld bij het STT.

Deze doet een onderzoek naar de behoefte aan zorg en structuur en kan daar eventueel voorzieningen voor beschikbaar stellen. Deze aanpak draagt bij aan de recidivevermindering.

4. Vanuit het UWV (WIA / Wajong / Ziektewet)

In 2018 heeft De Bolder de percelen ‘Arbeidsfit maken’ en ‘Naar Werk’ aanbesteed bij het UWV. Daarmee is De Bolder voor het UWV de enige re-integratiepartner op Texel die ingezet kan worden om Texelaars met een WIA of Wajong uitkering of Texelaars die tijdens hun uitkeringsperiode bij het UWV in de Ziektewet zijn gekomen te ondersteunen. Alhoewel de regelgeving vanuit het UWV weerbarstig is verwachten we dat we in 2019 ons aanbod voor deze groep fors kunnen uitbreiden. Interessant is dat er vanuit het UWV ook een financiële vergoeding per traject tegenover staat die toegevoegd kan worden aan de inkomsten van De Bolder. Hiermee is feitelijk iedere Texelaar die zich niet ‘regulier’ op de arbeidsmarkt begeeft (uitgezonderd Texelaars die in de WW zitten en door het UWV worden begeleid) en/of ondersteuning behoeft in het dagelijks functioneren in beeld bij De Bolder.

5. Nieuwe Nederlanders

De gemeente Texel krijgt vanuit het Rijk jaarlijks een contingent ‘Nieuwe Nederlanders’ toegewezen, voormalig asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen en die starten met hun inburgering. Dit is een qua nationale achtergrond pluriforme groep die als overeenkomst met elkaar hebben dat ze allemaal de taal moeten leren en bezig zijn met een inburgeringcursus. De ondersteuning van vluchtelingenwerk is niet bepaald intensief te noemen, er ligt veel verantwoordelijkheid bij de persoon in kwestie zelf. Veel Nieuwe Nederlanders ontvangen een bijstanduitkering van de Gemeente. De Bolder biedt door middel van haar productiewerk de mogelijkheid om snel aan de slag te gaan in een Nederlandse arbeidscontext. Ook is toeleiding naar externe werkplekken via ons bestaande netwerk een optie. Nog meer dan in 2018 zal er op de werkvloer aandacht moeten zijn voor taalondersteuning.

Ambities

● Beperken van het aantal uitkeringsgerechtigden

Naast de uitkeringsgerechtigden, die door langdurige werkloosheid in een bijstandsuitkering zijn gekomen maar toch zelfstandig een baan blijken te kunnen vinden, is er ook een groep aangewezen op ondersteuning bij het zelfstandig vinden van (voldoende) werk. De ervaring leert dat het cruciaal is om iedereen die in deze situatie terecht komt zo snel mogelijk te activeren richting een zinvolle daginvulling, gericht op werk en structuur. Het is aan het STT en aan De Bolder om snel in contact te komen met de betrokkenen en perspectief ‘op maat’ te ontwikkelen.

● Streven naar meer inhoudelijke samenwerking tussen ketenpartners op de arbeidsmarkt

“Zonder werkgevers geen werk”. Zoals overeengekomen in het sociaal akkoord (de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten) moeten werkgevers en overheid samen optrekken om – in het belang van economie en mensen – vorm te geven aan het invullen van arbeidsplaatsen, ook met minder vaardige mensen. Dit doen we door nauwe samenwerking te organiseren aan de ‘aanbodkant’ van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Uiteraard vooral met het STT, maar nadrukkelijk ook met andere maatschappelijke partijen, denk aan middelbaar- beroeps- en speciaal onderwijs, Novalishoeve, De Waerden en GGZ. En vervolgens natuurlijk ook aan de ‘vraagkant’ met het Texels Ondernemers Platform (TOP), met overige werkgevers en met het WSP Kop van Noord-Holland. De Bolder, in nauwe samenwerking met het

(6)

STT, positioneert zich daarmee feitelijk als ‘spin in het web’ voor dit deel van de arbeidsmarkt. In 2019 zullen we deze positie steeds nadrukkelijker profileren en verder uitbouwen.

● Invoeren van de participatiegedachte in de WSW-uitvoering

Zowel De Bolder als haar WSW-werknemers zullen vanuit de onderliggende visie, verwoord in de Participatiewet (kortweg: “Iedereen moet de kans krijgen om mee te doen in de samenleving”), vormen moeten vinden om deze gedachte verder te concretiseren in uitstroomtrajecten. De werknemers van De Bolder zullen zich meer en meer moeten gaan afvragen of zij toch niet kansen zien en behoefte hebben om buiten het eigen productiebedrijf te gaan werken. Het is echter absoluut niet realistisch om van oudere medewerkers, die soms al tientallen jaren binnen het productiebedrijf werkzaam zijn, grote mobiliteit te verwachten.

● Leren van elkaar, lokaal en regionaal

In de arbeidsregio Kop van Noord-Holland is sprake van 3 regio’s met 4 werkbedrijven. Deze 4 werkbedrijven hebben elk een geheel verschillende opdracht en worden geheel verschillend ingezet door de betreffende gemeenten. Het streven is deze verschillen meer te gaan benutten en de faal- en succesfactoren van de verschillende aanpakken uit te wisselen De unieke Texelse situatie (uniek in termen van economie, demografie, geografie, kansen en bedreigingen) blijft echter wel het leidende uitgangspunt bij de verdere ontwikkelingen rondom De Bolder.

● Duurzamer versterken van de arbeidsmarktpositie door het opzetten van leer- werktrajecten

Om mensen niet alleen naar regulier werk te begeleiden, maar om er ook voor te zorgen dat zij aantrekkelijk blijven voor werkgevers, is het belangrijk dat zij ook betere toegang krijgen tot scholingsmogelijkheden. In 2018 zijn een aantal leer-werktrajecten opgezet (met onderwijspartners en werkgevers) die toeleiden naar kansbanen op Texel (in de sectoren facility/schoonmaak, fietstechniek en groen). In 2019 zullen we vooral de bestaande trajecten moeten bestendigen/bijstellen om continue instroom mogelijk te maken.

● Toekomstscenario’s ontwikkelen voor het productiebedrijf

Zoals vermeld levert het wegsmelten van de vaste groep werknemers en de instroom van allerlei tijdelijke en kortere trajecten het vraagstuk op van de continuïteit van het productiebedrijf. Aangezien de financiële resultaten in de komende periode vooralsnog licht positief lijken te blijven – en de reserveposities sterk – is er vanuit dat perspectief geen grote urgentie om dit vraagstuk versneld op te pakken. Het geeft echter wel de gelegenheid om grondig vanuit de inhoud te kijken welke verschillende mogelijkheden er zijn om het productiebedrijf, althans het soort werk dat het productiebedrijf biedt, in de toekomst te kunnen behouden en duurzaam vorm te geven. Het hele spectrum van mogelijkheden wordt hierbij in ogenschouw genomen - van het vervreemden van onderdelen van het productiebedrijf aan derden tot juist het ‘invlechten’ van externe partijen met soortgelijke productieprocessen in het bestaande productiebedrijf; voor alle opties staan we open om deze stap voor stap te verkennen/uit te werken.

(7)

Begroting Algemeen

Er wordt voor het tweede opeenvolgende jaar gekoerst op een neutrale begroting. Alhoewel de bedrijfsresultaten van De Bolder door de positieve exploitatie jaar in jaar uit hebben geleid tot de verdere uitbouw van de reserves, komt er aan deze situatie nu een eind. Dit heeft vooral te maken met de al in de voorgaande jaren gemelde korting op het WSW-budget en daarmee de subsidie-inkomsten.

Ter herinnering: in 2015, bij de invoering van de Participatiewet, is bij de vaststelling van het macrobudget WSW uitgegaan van een procentuele daling van het aantal WSW’ers over het verloop van een aantal jaren. Echter jaar in jaar uit bleek dat deze vooraf geschatte daling achterbleef bij de werkelijk gerealiseerde daling, waardoor het beschikbare budget per medewerker, naast de taakstellende ingebouwde bezuiniging, achteraf minder daalde dan werd voorzien. Dit is landelijk diverse malen onderwerp van gesprek geweest tussen de koepelorganisatie van WSW- bedrijven Cedris en de staatssecretaris, maar helaas nog zonder resultaat. In 2019 legt de teruggang van de subsidie van de WSW-medewerkers ten opzichte van de (door de WSW-cao bepaalde) loonsom wederom een zwaar beslag op het totale bedrijfsresultaat. Overigens had de landelijke invoering van het Lage Inkomensvoordeel (LIV) wel een enigszins verzachtende werking op het teruglopen van de WSW-subsidie.

Duidelijk is wel dat het grote verschil tussen de WSW-subsidie en de WSW-loonkosten de komende jaren (bij ongewijzigd beleid) een bedreiging voor de gezonde bedrijfsvoering zal blijven (zie fig. 1).

(fig 1. Ontwikkeling verhouding loonkosten versus subsidie 2017-2022) (fig 2. Ontwikkeling bedrijfsresultaat 2017-2022)

De langzamerhand verschuivende samenstelling van de doelgroepen – van WSW naar Participatiewet en UWV – zorgen voor een nieuwe dynamiek. Door scherp op de uitvoeringskosten te letten weet De Bolder de eerstvolgende jaren door te kunnen met een sluitende begroting. (zie fig.2 ).

De onderliggende bedrijfsresultaten van het productiebedrijf (dus toegevoegde waarde vanuit productie en verkoop) zijn zonder meer positief te noemen. Er is in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het optimaliseren van de werkprocessen en de productiviteit per medewerker. Alhoewel de WSW- populatie krimpt wordt dit effect kwantitatief deels gecompenseerd/ge-dempt door de inzet van Participatiewet-medewerkers (zie fig. 3). Medewerkers die via de Participatiewet aan de slag gaan bij het productiebedrijf blijven er echter significant korter. Zij moeten dus vaker worden vervangen/ingewerkt en zijn, in tegenstelling tot de WSW-groep voorheen, zeker niet primair gericht op het verwerven van een werkplek binnen Werkbedrijf De Bolder zelf. Dit fenomeen zal zeker een weerslag hebben op de ontwikkeling van de productiviteit per medewerker per uur.

Kortom, teruglopende subsidies in combinatie met teruglopende opbrengsten vanuit de productie door de afname van beschikbare uren betekenen een blijvende zware opgaaf voor Werkbedrijf De Bolder om op alle beleids- en bedrijfsterreinen zeer scherp aan de wind te blijven zeilen!

Financieel

De financiële jaarresultaten zullen, zoals is gezegd, naar verwachting neutraal zij – dit is zichtbaar in de begroting en de meerjarenraming. Er is sprake van beduidend minder WSW-subsidie en een eveneens enigszins krimpend productiebedrijf. Onduidelijk is nog in welke mate de uitvoering van de Participatiewet, zoals die nu wordt voorzien, een positieve bijdrage zal leveren aan de bedrijfsvoering en daarmee mogelijk (ten dele) de verlaging van de opbrengsten uit de WSW zal kunnen compenseren.

28110 27880 27870 27720 27590 27440

25820 25780 25450

25040 25410 25740

20000 21000 22000 23000 24000 25000 26000 27000 28000 29000 30000

2017 2018 2019 2020 2021 2022

Euro's

Werkbedrijf De Bolder

Loonkosten versus subsidie 2017-2022

subsidie WSW volgens meicirculaire 2018

Loonkosten WSW per FTE Subsidie WSW per FTE

35

0 0

35 21 11

4440 4201

-1000 -500 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000

-100 -50 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500

2017 2018 2019 2020 2021 2022

Bedragen in euro's

Werkbedrijf De Bolder Totale resultaat 2017-2022

Gerealiseerd resultaat Gerealiseerd resultaat Totaal uitgaven Totaal inkomsten

(fig 3. De ontwikkeling van de productieopbrengst 2017-2022)

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800

2017 2018 2019 2020 2021 2022

Bedragen in euro's

Werkbedrijf De Bolder Opbrengst productie 2017-2022

opbrengst prod. WSW opbrengst prod. PW opbrengst UWV intern

(8)

Participatiebudget

Het in het participatiebudget opgenomen deel voor de WSW wordt door de gemeente volledig beschikbaar gesteld aan Werkbedrijf De Bolder voor de uitvoering van de WSW. Deze subsidie en de resultaten uit verkoop en productie moeten voor Werkbedrijf De Bolder voldoende zijn om een sluitend resultaat te realiseren, zodat er geen aanvullende gemeentelijke bijdrage voor de bedrijfsvoering benodigd is.

Verder moet uit dit participatiebudget de benodigde vergoeding worden betaald voor de uitvoering van de Participatiewet door Werkbedrijf De Bolder, bestaande uit:

- een bedrag per plaatsing voor het aanbieden van beschut werk - volgens de landelijke norm

- een bedrag per persoon om bemiddeling en coaching te kunnen bieden aan hen die regulier werken met loonkostensubsidie of tijdelijk bij het Werkbedrijf De Bolder werken met loonkostensubsidie - volgens de landelijke norm

- een bedrag per persoon voor het aanbieden van stageplaatsen voor het opdoen van werkervaring en voor het onderzoeken van de arbeidsmogelijkheden van de persoon - volgens de landelijke norm

Het is moeilijk te voorspellen of het beschikbare participatiebudget voor nieuwe doelgroepen toereikend blijft voor 2019, gelet op de intensieve inspanningen van het STT op de uitvoering van de Participatiewet.

Vanuit het inkomensdeel van de Participatiewet, de vroegere Wet werk en bijstand (WWB), zal de loonkostensubsidie gefinancierd worden. Dat is de loonkostensubsidie volgend uit de loonwaardebepaling die bij een plaatsing aan de externe werkgever verstrekt wordt.

Investeringen

De investeringen zullen met grote terughoudendheid worden gerealiseerd. De afgelopen jaren is getracht de gebouwen en de productie sober en doelmatig op peil te houden. Daar in de toekomst de kans bestaat dat het interne productiebedrijf zal worden gereduceerd wegens krimp van het personeelsbestand, worden de lasten van rente en afschrijving bij volledige vervanging van afgeschreven investeringen feitelijk onacceptabel hoog. Het beleid zal er op gericht moeten zijn om de productieomgeving gestructureerd af te bouwen of anderszins om te vormen naar een omvang (of vorm) die past bij de toekomstige bezetting/doelstelling. Wel zal er de komende jaren mogelijk nog geïnvesteerd moeten worden in bedrijfsmiddelen die het mogelijk maken om ook een toekomstig zwakkere doelgroep moeilijker of zwaarder werk te kunnen laten doen. Werk dat evengoed zo (economisch) renderend mogelijk moet zijn.

Ambtelijke bezetting

De ambtelijke bezetting is in 2018 (kwalitatief en kwantitatief) al aangepast aan de veranderende tijd en aan de veranderende taken van Werkbedrijf De Bolder. Directe sturing in het uitvoerende productiewerk door de werkleiders blijft cruciaal, maar wordt mede ondersteund door gebruik te maken van zoveel mogelijk gestructureerd werk, mechanisatie van productie en scholing in (zo) zelfstandig (mogelijk) kunnen handelen van het productiepersoneel. Werkleiders zullen zich ook meer moeten gaan richten op de begeleiding op de in de trajectplannen beschreven doelen. Voor 2019 voorzien we in een formatieve uitbreiding van de groep werkleiders, specifiek gericht op de groep beschut werken. Het administratief werk zal verder worden geautomatiseerd en zal tevens door de afnemende omvang van de bedrijfsvoering kunnen krimpen, dan wel kunnen taakgebieden worden verlegd. Er zullen ten opzichte van 2018 weer voldoende uren beschikbaar moeten zijn voor bemiddeling naar regulier werk. Ook zullen er, zowel in- als extern, voldoende uren beschikbaar moeten zijn voor structurele jobcoaching. Of dit zal leiden tot extra formatie van ambtelijke personeel en wellicht kan worden gerealiseerd door nauwere samenwerking met andere afdelingen binnen de gemeente Texel zal nader worden bezien. Sowieso zal verdere samenwerking met de afdelingen van de gemeente Texel in de sfeer van de bedrijfsvoering (P&O, financiën, ICT) in 2019 moeten leiden tot kosten- en risicoreductie.

WSW-bezetting

Het WSW-personeelsbestand zal afnemen door natuurlijk verloop, dus door uitstroom wegens pensionering, ontslag op eigen verzoek, verhuizing, langdurige ziekte of overlijden. Instroom in de WSW behoort sinds 1 januari 2015, bij het in werkingtreden van de Participatiewet, niet meer tot de mogelijkheden.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft laten berekenen dat de verwachte uitstroom uit het WSW-personeelsbestand voor heel Nederland gemiddeld 5 à 6% zal bedragen. Mede door de vergrijzing en toename van personen die gebruik maken van de seniorenmaatregelen (WSW-cao), zal het aantal productie- uren mogelijk zelfs nog iets harder gaan dalen. Een deel van deze uitstroom zal in het productiebedrijf worden vervangen door mensen uit de Participatiewet-doelgroep, aan wie binnen Werkbedrijf De Bolder werk geboden zal worden, maar dit grotendeels op tijdelijke basis en slechts voor een klein deel langerdurend/structureel.

In 2019 wordt begroot dat de personele WSW-bezetting zal dalen naar 88 FTE’s, waarvan 10 FTE’s een dienstverband hebben met een externe werkgever in het kader van begeleid werken en 12 FTE’s extern werken op basis van detachering.

Participatiewet-bezetting

De bezetting vanuit de Participatiewet bij Werkbedrijf De Bolder zal bestaan uit 3 groepen:

1. personen die zijn aangewezen op beschut werk. Landelijk wordt uitgegaan van een instroom in beschut werken van 1/3 van de uitstroom uit de WSW. Dat betekent dat er bij Werkbedrijf De Bolder gerekend zal kunnen worden op een jaarlijkse instroom van (minimaal) 2 medewerkers. In 2018 bleken dat er overigens meer te zijn.

2. verwacht wordt dat er permanent 3 tot 4 tijdelijke interne werkplekken beschikbaar gesteld worden aan personen uit de doelgroep die eigenlijk zijn aangewezen op extern werken met loonkostensubsidie. Bij

(9)

onvoldoende werkervaring voor regulier werken of het ontbreken van een geschikte werkplek buiten Werkbedrijf De Bolder kan tijdelijk een interne werkplek worden aangeboden.

3. medewerkers die extern werken met loonkostensubsidie, met coaching door Werkbedrijf De Bolder. Het aantal hiervan wordt geschat op een jaarlijks groeiend aantal van 4 tot 5 personen. Naar verwachting zijn er eind 2019 11 tot 12 personen extern met loonkostensubsidie geplaatst.

Verkoop en productie

De verkoop en productie wordt continu aangepast aan de veranderende omstandigheden. De afwegingen waarop besloten wordt om bepaald werk af te stoten of om werk te vervangen door andere werksoorten zijn de volgende:

Het werk moet:

- passend zijn of passend te maken zijn voor de beschikbare bezetting van het interne productiebedrijf. De nieuwe instroom van personen vanuit de Participatiewet, intern werkend in het productiebedrijf, zal minder productief zijn dan een deel van de doelgroep die nu binnen Werkbedrijf De Bolder werkt.

- een structureel karakter hebben om optimaal georganiseerd en gemechaniseerd te kunnen worden, om te voorkomen dat er ‘leegloopuren’ zullen ontstaan. Deze ‘leegloopuren’ worden opgevuld met tijdelijk aangetrokken werk, wat echter meer organisatietijd vergt en daarbij ook vaak niet economisch rendabel is.

Echter, de sociale doelstellingen van Werkbedrijf De Bolder – het in stand houden van continuïteit en structuur voor de medewerkers – wegen in zo’n geval dan net even zwaarder.

- binnen de mogelijkheden van het personeel liggen en een acceptabele opbrengst hebben om zo dicht mogelijk de theoretische loonwaarde op een reguliere werkplek te kunnen benaderen.

- kostenneutraal kunnen worden uitgevoerd, waarbij alle kosten op basis van de loonwaarde van het in te zetten personeel worden toegerekend. Met uitzondering van die werkzaamheden die worden aangenomen om zeer tijdelijke leegloop in de productie te voorkomen, want dan is het niet altijd mogelijk om alle kosten volledig door te berekenen.

- passend zijn bij een overheidsinstelling en weinig financiële- en afbreukrisico’s kennen.

- in de uitvoering zo min mogelijk inzet vragen van de ongesubsidieerde ambtelijke bezetting van Werkbedrijf De Bolder, tenzij dat volledig in de prijs kan worden opgenomen.

Ontwikkeling van medewerkers

De doelstelling van de trajecten is om toe te werken naar zo regulier mogelijk werken. Ook in de WSW was altijd al opgenomen om de ontwikkeling van de medewerkers richting regulier werken zoveel mogelijk te stimuleren.

Het blijkt waardevol te zijn om vooral praktische vaardigheden te scholen op de werkplek. In 2015 is effectief gestart met de landelijk ontwikkelde methode van WerkPlekOpleiden (WPO). Op systematische wijze worden vooral allerlei productievaardigheden geleerd en getraind. Deze vorm van ontwikkeling van medewerkers zal blijvend aandacht moeten houden, dit zal echter voornamelijk gericht zijn op de WSW’ers van wie verwacht wordt dat zij binnen het productiebedrijf werkzaam zullen blijven.

Tevens is er voor een groot aantal medewerkers een assessment uitgevoerd en is daarbij de loonwaarde op een objectieve en betrouwbare wijze vastgesteld met behulp van de Dariuz-methodiek van loonwaardebepaling. Voor elke instromer vanuit de Participatiewet wordt sinds het laatste kwartaal van 2017 een trajectplan opgesteld met daarin beschreven de kortste weg richting regulier werk, al dan niet na een korte periode werkzaam te zijn geweest binnen het productiebedrijf.

Opleiding/educatie

Wanneer uit de intakegesprekken bij het STT en/of bij Werkbedrijf De Bolder blijkt dat gebrek aan (een specifieke) opleiding een ernstige belemmering vormt voor het vinden van regulier werk, of wanneer het doen van een opleiding of een cursus ondersteunend is aan het functioneren binnen De Bolder, wordt een opleidingsdoelstelling opgenomen in het trajectplan. In de begroting is zowel een post opgenomen voor gezamenlijke opleidingsactiviteiten (denk aan BHV-scholingen en het behalen van verschillende vakinhoudelijke certificaten) als ook voor individuele opleidingen en cursussen. Het ligt voor de hand om ook meer samenwerking aan te gaan met instanties die opleidingen en cursussen aanbieden en om met elkaar op zoek te gaan naar synergievoordelen, zoals het gezamenlijk inkopen van expertise en het gezamenlijke gebruik van kantoren en leermiddelen. Dit ligt in lijn met de ambitie van college en raad waar het gaat om de verbreding van de scope van De Bolder als volwaardig Leer-werkbedrijf.

Arbeidsomstandigheden

Met de wetenschap dat er geen nieuwe WSW-instroom meer zal zijn is het duidelijk dat de inzetbaarheid van de bestaande bezetting door vergrijzing afneemt en er meer aanpassingen in het werk nodig zullen zijn om fysieke belasting te beperken. In 2016 is de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) opnieuw opgesteld en in 2017 is het Plan van aanpak voortvarend ter hand genomen. In de afgelopen jaren is er in de productie reeds veel aangepast en verwacht wordt dat de nog gewenste aanpassingen op de korte termijn zich vooral zullen richten op de individuele beperking(en) van medewerkers. In 2019 wordt er weer een nieuwe RI&E opgesteld.

Financiële kansen en bedreigingen Begroting 2019:

- Het door het Rijk voor de WSW berekende deel in het participatiebudget is gebaseerd op de omvang van het gemiddelde personeelsbestand in het jaar 2018, verminderd met een uitstroom van 4,5%. In de begroting is hetzelfde uitgangspunt gehanteerd. Daar de exacte omvang van de personeelsbezetting in 2019 nog niet is vast te stellen blijft er onzekerheid in het beschikbare budget. En daar niet bekend is of de uitstroom van 4,5%

(10)

ook volgens de prognose zal plaatsvinden en het niet meer of minder zal zijn, is ook niet zeker of de personeelskosten dekkend zijn begroot.

Kans -/- € 50.000 tot +/+ € 50.000

- De bedrijfskosten zijn taakstellend begroot en verlaagd t.o.v. het jaar 2018. De kans bestaat dat hierdoor de post onvoorzien onvoldoende groot is.

Kans -/- € 30.000

- De opbrengst uit verkoop en productie is eveneens taakstellend begroot op basis van de ontwikkelingen gedurende 2018. Voor de opbrengst per productief uur is gerekend met vrijwel dezelfde opbrengst als in de halfjaarrapportage voor 2018 is gepresenteerd. De opbrengst uit verkoop en productie is per definitie een onzekere post waarbij het risico bestaat dat het te hoog begroot is. In 2018 zijn er veel prijsverhogingen geweest op het gebied van de grondstoffen – met name de prijzen voor MDF, lijm en vervoer zijn allen behoorlijk gestegen. Het is niet uit te sluiten dat er in 2019 ook nog behoorlijke prijsstijgingen te verwachten zijn, juist vanwege de aantrekkende economie en het daardoor schaarser worden van grondstoffen. Het ligt niet zonder meer voor de hand om de alle prijsverhogingen 1 op 1 door te schuiven naar onze klanten. Wij willen voor hen een aantrekkelijke productiepartner blijven die moet concurreren met de prijs van arbeid en productie in de lage lonenlanden in Azië en Oost-Europa.

Kans -/- € 50.000 tot +/+ € 20.000

- Er is in de begroting rekening gehouden met de uitvoering van de Participatiewet, waarbij Werkbedrijf De Bolder in opdracht van het Sociaal Team Texel zorgt voor een aantal werkplekken en jobcoaching. Het risico bestaat dat het aantal werkplekken en het aantal trajecten afwijken van de begrote aantallen.

Kans -/- € 30.000 tot +/+ € 30.000

- Er is in de begroting rekening gehouden met de start van de uitvoering van trajecten voor het UWV. Het risico bestaat dat het aantal werkplekken en het aantal trajecten afwijken van de begrote aantallen.

Kans -/- € 30.000 tot +/+ € 30.000 Meerjarenraming:

- Het WSW-budget is een benadering van de verwachte personeelsbezetting in plaats van een gelabelde vergoeding voor de omvang van gerealiseerde plaatsingen.

- De bedrijfslasten van de productie dalen in verhouding tot het aantal productiemedewerkers. In de praktijk zal verlaging van de lasten niet vloeiend verlopen maar schoksgewijs en vaak trager dan is gewenst.

- De opbrengst uit verkoop en productie per FTE ligt bij Werkbedrijf De Bolder al jaren ruim boven hetgeen landelijk door collega SW-bedrijven wordt gerealiseerd. Dit is het gevolg van het structureel beschikbare werk.

Mocht dit deels wegvallen, dan zullen de opbrengsten uit verkoop en productie terugvallen naar landelijk gemiddelde opbrengsten, die 10% tot 20% lager liggen.

- In de meerjarenraming is opgenomen dat de opbrengst uit verkoop en productie per FTE zal dalen met 1 à 2% per jaar wegens de veranderende samenstelling van de doelgroepen die deze productie realiseren. In de praktijk moet blijken hoe dit in werkelijkheid gaat verlopen.

- In de meerjarenraming is een vergoeding opgenomen vanuit de Participatiewet voor plaatsing en begeleiding van € 4.000 en € 8.500 per persoon. Het risico bestaat dat het participatiebudget van de gemeente onvoldoende ruimte heeft voor de financiering van deze vergoedingen. In dat geval zullen er minder personen kunnen worden geplaatst in beschut werken en werken met loonkostensubsidie of zal moeten worden besloten om het tarief per plaatsing te verlagen.

- In de meerjarenraming is een bonus opgenomen voor het realiseren van iedere plaatsing in beschut werken.

Volgens de huidige regelgeving loopt deze bonus t/m 2020.

Tot slot

Ondanks de neutrale begroting en alle bijbehorende dynamiek, ambities en ontwikkelingen blijft het zaak om, net als in voorgaande jaren, de bedrijfsvoering van De Bolder nuchter en met gezond verstand te blijven benaderen.

Het is – en blijft vooralsnog – in mijn ogen een zegen voor de gemeente Texel om over een eigen werkvoorziening als deze te kunnen blijven beschikken. Dat is iets om te koesteren en om heel zorgvuldig mee om te gaan.. In 2018 bestond De Bolder 60 jaar. Gedurende die 60 jaar is De Bolder zowel verandervaardig als veranderbestendig gebleken. Men is er steeds weer in geslaagd de vorm en werkwijze, waar nodig, mee te laten veranderen met de eisen van de tijd en de politiek-economische omstandigheden. Deze competentie zit dus stevig in het DNA van De Bolder en dit geeft veel vertrouwen. Ook voor het 61ste bestaansjaar en daarna.

De Bolder is de belichaming van de solidariteit die diep geworteld is in de Texelse samenleving. Namens alle Texelaars, die extra steun nodig hebben bij het vormgeven van hun leven en hun deelname aan de maatschappij, wil ik College en Raad bedanken voor hun compassie voor deze groep inwoners. Mijn collega’s en ik voelen ons dankbaar en vereerd dat College en Raad continue blijk geven van hun vertrouwen in De Bolder en haar medewerkers dat zij de aan hen gegeven (soms zeer complexe) opdracht tot een goed einde zullen brengen.

Den Burg, Texel, september 2018 Jacco Mokveld,

directeur

(11)

PARAGRAFEN

Paragraaf A: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het weerstandsvermogen van Werkbedrijf De Bolder is het vermogen om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde het bedrijf te kunnen voortzetten.

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit van Werkbedrijf De Bolder bestaat uit de algemene reserve en de stille reserves. Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die laag of tegen nul zijn gewaardeerd, doch direct verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. Zonder stagnatie van de bedrijfsvoering te veroorzaken zijn er volgens bovenstaande definitie geen stille reserves. Uiteraard kan een stille reserve alleen worden geëffectueerd bij een gerealiseerde verkoop. Dit is afhankelijk van de markt.

De algemene reserve bedraagt begin 2018 € 360.000. Daarnaast is er begin 2018 nog voor € 1.184.000 aan bestemmingsreserves ter financiering van verplichtingen en risico’s waarvoor al besluitvorming is geweest.

Intussen heeft de raad besloten om het voordelig saldo van 2017 van € 35.000 ook toe te voegen aan bestemmingsreserves van Werkbedrijf De Bolder, zodat het saldo hiervan is gestegen naar € 1.219.000.

De bestemmingsreserves zijn in te delen in investeringsreserves, kostenreserves en risicoreserves.

Na de bestemming van het voordelig saldo 2017 is deze verdeling als volgt:

- € 333.000 investeringsreserves ter dekking van de afschrijvingslasten van investeringen uit het verleden - € 237.000 kostenreserves ter dekking van geplande specifieke uitgaven die het karakter van kosten hebben - € 649.000 risicoreserves ter dekking van onzekere toekomstige risico’s

- € 1.219.000 totale bestemmingsreserves

De investeringsreserves en kostenreserves zijn bestemd voor specifieke doeleinden waarvoor de uitgaven al gedaan en/of gepland zijn. Deze reserves zijn daardoor niet meer te gebruiken voor andere doeleinden. Dit in tegenstelling tot de risicoreserves, die pas worden gebruikt als het genoemde risico zich voordoet.

Inventarisatie van risico’s

Per 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. De Participatiewet behelst de hervorming van de WSW, de WWB en de Wajong, gecombineerd met een bezuinigingsopdracht voor de komende jaren.

De instroom in de WSW is per 1 januari 2015 volledig gestopt. Door natuurlijk verloop zal het aantal werknemers in de WSW dalen met 5 à 10 personen per jaar.

De gemeente Texel voert de Participatiewet grotendeels zelf uit. Hierin wordt voor alles wat met gesubsidieerd werk te maken heeft het Werkbedrijf De Bolder ingeschakeld.

In februari 2016 heeft het college van B&W besloten om de taakvelden van Werkbedrijf De Bolder en de afdeling Sociaal Domein en Zorg van de gemeente Texel gefaseerd te integreren en onder te brengen bij De Bolder. Begin 2018 is besloten toch niet een volledige integratie na te streven, maar om wel de inmiddels ontstane goede werkverhouding tussen beide organisatiedelen te borgen en de tijdelijke afspraken met betrekking tot de aansturing te vervangen door passende definitieve afspraken. Deze ingrijpende keuze heeft gevolgen voor Werkbedrijf De Bolder, wat financieel zowel positief als negatief kan uitwerken. Bij het opstellen van de begroting 2019 is geen rekening gehouden met de financiële consequenties van deze keuze.

De volledige financiering van Werkbedrijf De Bolder loopt via het participatiebudget naar de gemeente Texel. Dit participatiebudget is binnen het sociaal domein volledig ontschot, waardoor de gemeente de volledige vrijheid heeft het budget binnen het sociaal domein op een eigen wijze in te zetten. Het participatiebudget is opgebouwd uit een aantal apart berekende delen voor de uitvoering van afzonderlijke taken. De exploitatie van Werkbedrijf De Bolder is ook in 2019 voor ruim 60% afhankelijk van inkomsten uit dit participatiebudget. Het risico bestaat enerzijds uit onverwachte verlaging door het Rijk van het landelijke budget en anderzijds uit keuzes die op Texel gemaakt worden voor de verdeling van dit participatiebudget.

Omdat Werkbedrijf De Bolder een productie- en bemiddelingsbedrijf is dat op diverse markten opereert, worden er hierdoor ondernemersrisico’s gelopen. Door de spreiding over diverse product marktcombinaties (PMC’s) en spreiding van afnemers wordt getracht dit risico beheersbaar te houden. Er bestaat altijd het risico dat een bepaalde deelmarkt niet meer rendabel kan worden uitgevoerd of een bepaalde afnemer besluit naar een andere leverancier te gaan, maar dit kan worden opgevangen door een verschuiving naar een van de andere PMC’s. Vanwege de geplande krimp van het productiebedrijf zal het aantal PMC’s langzaam afnemen, waardoor de bovengenoemde spreiding zal afnemen en het risico op problemen bij de resterende PMC’s zwaarder zal gaan wegen.

De vennootschapsbelasting (VPB) is vanaf 2016 ook van toepassing voor overheidsondernemingen. Die moeten zelf nagaan voor welke activiteiten ze belastingplichtig zijn. De huidige analyse geeft aan dat Werkbedrijf De Bolder als onderdeel van de gemeente niet belastingplichtig is voor de activiteiten in het kader van de WSW en de Participatiewet. Het risico bestaat dat de belastingdienst deze analyse niet onderschrijft en wel een aangifte VPB verwacht.

Risico’s die volgen uit de normale bedrijfsvoering van Werkbedrijf De Bolder zijn zoveel mogelijk verzekerd of er zijn voorzieningen voor getroffen.

Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

De algemene reserve is een algemene buffer voor het opvangen van tegenvallers en bedraagt ruim 8% van de totale bedrijfslasten. Het streven van Werkbedrijf De Bolder is om een sluitende begroting te presenteren, zodat de algemene reserve niet hoeft te worden aangesproken. Als er dan onverwachte tegenvallers ontstaan, zodat er een

(12)

negatief resultaat moet worden gepresenteerd, dan is een algemene reserve van 8% van de jaarlasten een verantwoorde buffer voor de eerste periode.

In de meerjarenraming worden vanaf 2019 exploitatieresultaten rond de nullijn voorzien. Vanaf 2014 is het beleid om een deel van het voordelig saldo toe te voegen aan de bestemmingsreserve egalisatie rekeningresultaten als eerste buffer om de voorziene negatieve resultaten te kunnen afdekken.

Paragraaf B: Onderhoud kapitaalgoederen

Werkbedrijf De Bolder heeft geen voorziening voor groot onderhoud van de gebouwen. De reden hiervoor is dat de samenstelling van de gebouwen zo divers is dat de normale onderhoudskosten, inclusief groot onderhoud, een gelijkmatig verloop in de tijd geven.

Onderhoud van de gebouwen wordt naar behoefte uitgevoerd, afhankelijk van de noodzaak van het betreffende onderhoud en afhankelijk van de financiële middelen van dat moment.

Uit de winstbestemming van 2013 is een bestemmingsreserve gevormd voor groot onderhoud gebouwen en installaties. Deze bestemmingsreserve kan ook als financiering hiervoor worden gebruikt.

Paragraaf C: Financiering

Conform het treasurystatuut van de gemeente Texel en de Wet financiering decentrale overheden (Fido) dient in de jaarrekening verantwoording over het gevoerde treasurybeleid te worden afgelegd. Deze verantwoording vindt niet plaats in de jaarrekening van Werkbedrijf De Bolder, maar in die van de gemeente Texel.

Paragraaf D: Bedrijfsvoering

Voor een verantwoording over de bedrijfsvoering van Werkbedrijf De Bolder verwijs ik u naar het algemene gedeelte van de begroting.

Paragraaf E: Verbonden partijen

Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin Werkbedrijf De Bolder een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Volgens deze definitie heeft Werkbedrijf De Bolder geen verbonden partijen.

(13)

FINANCIËLE BEGROTING

OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN (x € 1.000)

Omschrijving Realisatie 2017 Begroting 2018 Begroting 2019

Lasten Baten Lasten Baten Lasten Baten Subsidieresultaat

WSW

Lonen en pers.kosten WSW 2.677 2.500 2.383

Gemeentelijke bijdragen WSW 2.580 2.491 2.242

Subsidieresultaat WSW -/- 97 -/- 9 -/- 141

Participatiewet (P-wet)

Lonen en pers.kosten P-wet 78 193 344

Gemeentelijke bijdragen P-wet 152 300 464

Subsidieresultaat P-wet 74 107 120

UWV trajecten

Lonen en pers.kosten UWV 0 0 3

Vergoeding UWV 0 0 12

Subsidieresultaat UWV trajecten 0 0 9

 Totaal subsidieresultaat -/- 23 98 -/- 12

Bedrijfsopbrengsten

Opbrengst verkoop en productie 1.631 1.640 1.600

Afschrijving vaste activa tbv productie 118 114 119

Overige bedrijfskosten tbv productie 191 166 166

Bedrijfslasten tbv productie 309 280 285

 Totaal bedrijfsopbrengsten 1.322 1.360 1.315

Bedrijfsvoering

Salariskosten ambtelijk personeel 840 869 876

Afschrijving vaste activa algemeen 61 61 61

Overige bedrijfskosten 431 501 427

 Totaal kosten bedrijfsvoering 1.332 1.431 1.364

 Bedrijfsresultaat -/- 33 27 -/- 61

Financiële baten en lasten 9 4 3

 Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten -/- 42 23 -/- 64

Het negatieve bedrijfsresultaat van € 64.000 is het resultaat wat Werkbedrijf De Bolder zal behalen uit de normale bedrijfsvoering. Daarnaast zijn er uit de voordelige bedrijfsresultaten van vorige jaren door de raad bestemmingsreserves gevormd voor de dekking van vooraf bepaalde uitgaven. Voor deze dekking valt dit jaar

€ 64.000 vrij, zodat de exploitatie bij realisatie van de begroting exact sluitend is.

Onttrekking/toevoeging aan reserves 77 -/- 23 64

 Gerealiseerd resultaat 35 0 0

(14)

MEERJARENRAMING 2019 – 2022 (x € 1.000)

Omschrijving 2019 2020 2021 2022

Subsidieresultaat WSW

Lonen en pers.kosten WSW - 2.383 - 2.298 - 2.194 - 2.048

Gemeentelijke bijdragen WSW 2.242 2.135 2.079 1.974

Subsidieresultaat WSW - 141 - 163 - 115 - 74

Participatiewet (P-wet)

Lonen en pers.kosten P-wet - 344 - 418 - 492 - 566

Gemeentelijke bijdragen P-wet 464 564 625 719

Subsidieresultaat P-wet 120 146 133 153

UWV trajecten

Lonen en pers.kosten UWV - 3 - 5 - 5 - 5

Vergoeding UWV 12 24 24 24

Subsidieresultaat UWV trajecten 9 19 19 19

 Totaal subsidieresultaat - 12 2 37 98

Bedrijfsopbrengsten

Opbrengst verkoop en productie 1.600 1.590 1.540 1.467

Afschrijving vaste activa tbv productie 119 97 89 98

Overige bedrijfskosten tbv productie 166 169 166 160

Bedrijfslasten tbv productie 285 266 255 258

 Totaal bedrijfsopbrengsten 1.315 1.324 1.285 1.209

Bedrijfsvoering

Salariskosten ambtelijk personeel 876 856 863 862

Afschrijving vaste activa algemeen 61 56 54 54

Overige bedrijfskosten 427 423 419 415

 Totaal kostenbedrijfsvoering 1.364 1.335 1.336 1.331

 Bedrijfsresultaat - 61 - 9 - 14 - 24

Financiële baten en lasten - 3 - 2 1 2

 Gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten - 64 - 11 - 13 - 22

Onttrekking/toevoeging aan reserves 64 46 34 33

 Gerealiseerd resultaat 0 35 21 11

35

0 0

35 21

11 4201 4440

-1000 -500 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000

-100 -50 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500

2017 2018 2019 2020 2021 2022

Bedragen in euro's

Werkbedrijf De Bolder Totale resultaat 2017-2022

Gerealiseerd resultaat Gerealiseerd resultaat Totaal uitgaven Totaal inkomsten

0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800

2017 2018 2019 2020 2021 2022

Bedragen in euro's

Werkbedrijf De Bolder Reserves 2017-2022

Algemene reserve Investeringsreserves Kostenreserves Risicoreserves

(15)

Omschrijving 2019 2020 2021 2022

Activa

Materiële vaste activa 2.025 1.971 1.927 1.875

Financiële vaste activa 1.538 1.527 1.514 1.492

Voorraden 180 180 180 180

Totaal activa 3.743 3.678 3.621 3.547

Passiva

Eigen vermogen 1.538 1.527 1.514 1.492

Vaste schulden 2.025 1.971 1.927 1.875

Saldo vlottende activa/passiva - 180 - 180 - 180 - 180

Totaal passiva 3.743 3.678 3.621 3.547

TOELICHTING MEERJARENRAMING 2019 - 2022

Bij het opstellen van de meerjarenraming is rekening gehouden met de uitvoering door Werkbedrijf De Bolder van:

1. de WSW

2. het onderdeel werk uit de Participatiewet 3. trajecten UWV

Door de volledige instroomstop van de WSW zal het aantal WSW-werknemers jaarlijks dalen door natuurlijk verloop.

Daartegenover zullen nieuwe werknemers instromen vanuit de Participatiewet, zowel intern beschut als extern met loonkostensubsidie (lks). De verwachting is, dat er vanuit de Participatiewet ook behoefte is aan werkplekken binnen het productiebedrijf van Werkbedrijf De Bolder voor een (relatief kleine) groep inwoners, die volgens de UWV-indicatie extern zouden moeten gaan werken, maar waarvoor geen geschikte werkplek kan worden gevonden. Tevens zullen er een aantal werkervaringsplaatsen worden aangeboden aan personen uit de doelgroep.

De subsidie van het Rijk voor de uitvoering van de WSW is opgenomen in het participatiebudget en zal jaarlijks dalen, enerzijds door een bezuinigingsopdracht die loopt t/m 2020, anderzijds door daling van het aantal personen in de WSW. In de meicirculaire 2018 is de meerjarige subsidie gepresenteerd. Hierdoor blijkt dat de eerder vermelde verlaging van € 500 per SE per jaar nu is gewijzigd in een variabele korting van € 309 in 2019 naar € 400 in 2020.

Vanaf 2021 stijgt het budget weer, in 2021 met € 358 en in 2022 met € 337 per SE.

Vanaf 1 juli 2018 heeft De Bolder een contract met het UWV voor het uitvoeren van trajecten “werkfit maken” en “naar werk”. In 2019 is een voorzichtige start gemaakt met het begroten van deze trajecten.

In de omzet is geen voorzichtigheidsmarge ingebouwd. De omzet zal dalen in verhouding tot het aantal productieve uren. Daarnaast is rekening gehouden met een langzame daling van de opbrengst per productief uur wegens de veranderende samenstelling van de doelgroep.

In de meerjarenraming wordt nergens rekening gehouden met inflatie. Er wordt van uitgegaan dat prijsstijgingen zullen worden gecompenseerd door hogere subsidies en hogere opbrengsten uit verkoop en productie.

(16)

Productiebedrijf

Uitgangspunten meerjarenraming: 2019 2020 2021 2022

Aantal FTE’s WSW productiebedrijf 78,0 75,6 72,5 68,0

Aantal FTE’s WSW in begeleid werken 10,0 9,7 9,3 8,7

Aantal FTE’s WSW totaal 88,0 85,3 81,8 76,7

Aantal FTE’s P-wet intern beschut 7,0 8,5 10,0 11,5

Aantal FTE’s P-wet intern met loonkostensubsidie 2,5 2,5 2,5 2,5

Aantal FTE’s P-wet extern met loonkostensubsidie 8,0 11,0 14,0 17,0

Aantal FTE’s P-wet werkervaring 6,0 6,0 6,0 6,0

Aantal FTE’s P-wet totaal 23,5 28,0 32,5 37,0

Aantal FTE’s UWV trajecten 2,0 4,0 4,0 4,0

Aantal FTE’s doelgroepen totaal 113,5 117,3 118,3 117,7

Aantal FTE’s ambtelijke medewerkers 13,0 12,7 12,7 12,7

Subsidieontwikkeling WSW per FTE in % - 1,2 - 1,6 + 1,5 +1,4 Kostenontwikkeling WSW lonen per FTE in % 0,0 - 0,5 - 0,5 - 0,5 Kostenontwikkeling bedrijfsvoering per FTE in % - 7,3 - 4,5 - 0,8 + 0,1 Mutaties in de omzet per FTE in % - 3,4 - 1,8 - 1,5 - 1,6

0 20 40 60 80 100 120 140

2017 2018 2019 2020 2021 2022

Aantal FTE's

Werkbedrijf De Bolder Aantal FTE's 2017-2022

Aantal FTE's PW met loonkst.subs.

Aantal FTE's WSW BW

Aantal FTE's WSW detachering extern Aantal FTE's PW werkervaring Aantal FTE's UWV intern Aantal FTE's PW intern db met lks Aantal FTE's PW intern beschut Aantal FTE's WSW intern productiebedrijf

(17)

Rekening Begroting Begroting

2017 2018 2019

WET SOCIALE WERKVOORZIENING (WSW)

Lonen en pers. kosten Loonkosten WSW-werknemers 2.465 2.280 2.174

WSW Personeelskosten WSW 99 104 99

Kosten begeleid werken BW-WSW 113 116 110

Totaal personele kosten WSW 2.677 2.500 2.383

Loonkosten per FTE (x € 1) 28.100 27.900 27.900

Personeelskosten per FTE (x € 1) 1.100 1.300 1.300

Gem. aantal werknemers intern (FTE) 87,7 81,8 78,0

Gem. aantal werknemers BW (FTE) 10,8 10,5 10,0

Totale kosten BW per FTE (x € 1) 10.500 11.000 11.000 De loonkosten zijn begroot op basis van de loonkosten in 2018. Het begrote aantal full- time WSW-werknemers met een intern dienstverband is met 3,8 FTE’s gedaald wegens natuurlijk verloop met een volledige instroomstop.

Werknemers in begeleid werken (BW) zijn in dienst bij de inlenende werkgever. Deze werkgever krijgt een loonkostensubsidie voor het in dienst hebben van een gehandi- capte werknemer uit het bestand van de sociale werkvoorziening.

Gemeentelijk budget WSW 2.580 2.491 2.242

Gemiddeld aantal SE's budget 102,2 98,7 89,9

Budget per SE (x € 1) 25.200 25.200 24.900

Vanaf 2015 wordt de subsidie voor de WSW niet meer verstrekt vanuit een specifiek WSW-budget direct van het Rijk, maar als onderdeel van het gemeentelijke participatiebudget. Vanaf 2015 is de instroom in de WSW volledig beëindigd, waardoor het voor de WSW berekende deel in het participatiebudget jaarlijks daalt.

De hoogte van het budget is gebaseerd op de gemiddelde bezetting in SE’s van het vorige jaar verminderd met een berekende natuurlijke uitstroom en een jaarlijkse bezuiniging in het tarief per SE. Het verschil tussen de betaalde werknemers in FTE’s en de gesubsidieerde werknemers in SE’s ontstaat doordat werknemers met een ernstige handicap voor 1,25 meetellen.

In de meicirculaire 2019 wordt het definitieve budget op basis van het aantal SE’s en het bedrag per SE bekendgemaakt, waarna een eventueel benodigde begrotingswijziging in de halfjaarrapportage zal worden meegenomen.

PARTICIPATIEWET

Lonen en pers. kosten Loonkosten beschut P-wet 25 72 168

P-wet Loonkosten intern met lks P-wet 22 43 60

Personeelskosten P-wet 8 14 20

Loonkostensubsidie werkgevers P-wet 23 64 96

Totaal personele kosten P-wet 78 193 344

Beschut Loonkosten beschut per FTE (x € 1) 13.200 24.000 24.000

Gem. aantal werknemers beschut (FTE) 1,9 3,0 7,0

De loonkosten zijn begroot op het niveau van het minimumloon. Voor 2019 zijn 7,0 FTE’s in beschut werken begroot. In 2017 lagere loonkosten wegens het toepassen van jeugdloon en het deels toepassen van loondispensatie

Intern met loonkst.subs. Loonkosten intern met lks per FTE (x € 1) 13.200 24.000 24.000 Gem. aantal werknemers intern met lks (FTE) 1,9 1,8 2,5 De loonkosten zijn begroot op het niveau van het minimumloon. Voor 2019 zijn 2,5 FTE’s intern met loonkostensubsidie begroot.

Personeelskosten De personeelskosten betreffen de kosten van alle werknemers met een dienstverband plus de personen met een werkervaringsplaats.

. Gemeentelijke

bijdragen WSW

(18)

Rekening Begroting Begroting

2017 2018 2019

Extern met loonkst.subs. Loonkostensubsidie werkgevers per FTE (x € 1) 10.200 12.000 12.000 Gemiddeld aantal werkn. extern met lks (FTE) 2,2 5,3 8,0 Werknemers extern met loonkostensubsidie zijn in dienst bij de inlenende werkgever.

Deze werkgever krijgt een loonkostensubsidie voor het in dienst hebben van een werknemer uit de doelgroep. Voor 2019 is begroot dat voor 11 personen = 8,0 FTE’s een loonkostensubsidie van 50% van het minimumloon aan externe werkgevers zal worden uitbetaald. De werkelijke hoogte van de loonkostensubsidie zal door middel van een loonwaardemeting worden bepaald.

Gemeentelijke bijdragen Vergoeding loonkosten beschut P-wet 15 50 118

P-wet Vergoeding begeleiding beschut P-wet 32 46 104

Vergoeding loonkosten intern met lks P-wet 9 22 30

Vergoeding begeleiding intern met lks P-wet 7 10 12

Vergoeding loonkostensubsidie P-wet 22 64 96

Vergoeding begeleiding extern met lks P-wet 12 28 44 Vergoeding begeleiding werkervaringsplaatsen 55 80 60 Totaal gemeentelijke bijdragen P-wet 152 300 464

Beschut Vergoeding loonkosten per FTE (x € 1) 7.600 16.800 16.800

Gem. aantal betaalde werknemers (FTE) 1,9 3,0 7,0

Vergoeding begeleiding per persoon 11.900 11.500 11.500

Aantal personen in begeleiding 2,7 4,0 9,0

De vergoeding van de loonkosten voor beschut draagt 70% van de loonkosten, wat wordt doorbetaald vanuit het inkomensdeel van het participatiebudget. Voor 2019 zijn 7,0 FTE’s in beschut werken begroot.

De subsidie voor begeleiding bedraagt € 8.500 per persoon. Daarnaast verstrekt het Rijk (ter stimulering van beschut werken) t/m 2020 een bonus van € 3.000 per persoon in beschut werken.

Intern met loonkst.subs. Vergoeding loonkosten per FTE (x € 1) 6.700 12.000 12.000

Gem. aantal betaalde werknemers (FTE) 1,4 1,8 2,5

Vergoeding begeleiding per persoon 4.000 4.000 4.000

Aantal personen in begeleiding 1,7 2,5 3,0

De hoogte van de loonkostensubsidie zal door middel van een loonwaardemeting worden bepaald, begroot is een gemiddelde loonwaarde van 50%. Deze subsidie wordt doorbetaald vanuit het inkomensdeel van het participatiebudget. Voor 2019 zijn 2,5 FTE’s begroot, die oftewel intern bij Werkbedrijf De Bolder werken, oftewel zijn gedetacheerd bij een externe werkgever. Wel altijd met een dienstverband met Werkbedrijf De Bolder.

Dit betreft 3 personen waarvoor tevens een vergoeding voor begeleiding wordt begroot.

Extern met loonkst.subs. Vergoeding loonkostensubsidie per FTE (x € 1) 10.200 12.000 12.000

Gem. aantal betaalde werknemers (FTE) 2,2 5,3 8,0

Vergoeding begeleiding per persoon 4.000 4.000 4.000

Aantal personen in begeleiding 3,1 7,0 11,0

De aan werkgevers uitbetaalde loonkostensubsidie wordt volledig doorbetaald vanuit het inkomensdeel van het participatiebudget. Voor 2019 wordt begroot dat voor 11 personen = 8,0 FTE’s een loonkostensubsidie van 50% van het minimumloon aan externe werkgevers zal worden uitbetaald. Voor deze personen wordt tevens een vergoeding voor begeleiding begroot. De werkelijke hoogte van de loonkostensubsidie zal door middel van een loonwaardemeting worden bepaald, waarbij jongeren onder de 22 jaar ook een lager minimumloon kennen.

Werkervaringsplaatsen Vergoeding begeleiding per persoon 4.000 4.000 3.000

Aantal personen in begeleiding 13,7 20,0 20,0

Het aantal werkervaringsplaatsen is in 2018 sterk uitgebreid en blijft naar verwachting ook in 2019 op dit niveau. Voor de begeleiding wordt een vergoeding ontvangen die t/m 2018 gelijk was aan die van andere intern of extern geplaatste personen, maar naar verwachting in 2019 zal worden gedifferentieerd.

(19)

Rekening Begroting Begroting

2017 2018 2019

UWV trajecten Personeelskosten UWV trajecten 0 0 3

De personeelskosten betreffen de kosten bestemd voor personen met een UWV traject.

UWV vergoeding UWV vergoeding begeleiding 0 0 12

Aantal trajecten 0 0 4

Tarief per traject (x € 1) 0 0 3.000

Vanaf zomer 2018 verzorgt De Bolder trajecten van het UWV, waarvoor een vergoeding wordt ontvangen. In een voorzichtige inschatting zijn dit in 2019 4 trajecten.

OPBRENGST UIT VERKOOP EN PRODUCTIE

Opbrengst productiebedrijf Omzet verkoop en productie 2.894 2.828 2.759

Grond- en hulpstoffen - 1.263 - 1.188 - 1.159

Opbrengst verkoop en productie 1.631 1.640 1.600

Aantal FTE’s WSW 87,7 81,8 78,0

Aantal FTE’s P-wet 3,3 4,8 9,5

Aantal FTE’s werkervaring 5,6 8,0 6,0

Aantal FTE’s doelgroep 96,6 94,6 95,5

Aantal productieve uren doelgroep 120.900 121.800 119.400 Opbrengst productie per prod. uur (x € 1) 13,50 13,45 13,40 Opbrengst productie per FTE (x € 1) 16.900 17.300 16.800 Verhouding productieve uren tot totale uren (%) 66,5 68,8 66,8 Verhouding opbrengst productie tot omzet (%) 56,4 58,0 58,0 Verh. opbr. productie tot totale bedrijfslasten (%) 37,1 37,2 36,5 De begrote opbrengst uit verkoop en productie is lager dan de begroting 2018.

Gestreefd zal worden naar een opbrengst per FTE die ongeveer gelijk is aan de gerealiseerde opbrengst van 2017, maar de verwachting is dat de veranderende samenstelling van de doelgroep er langzamerhand toe zal leiden dat de opbrengsten per FTE zullen gaan dalen.

BEDRIJFSLASTEN TBV PRODUCTIE

Afschrijving vaste activa tbv productie 118 114 119 De afschrijvingslasten blijven ongeveer constant. Van de afschrijvingslasten wordt

€ 48.000 onttrokken uit de bestemmingsreserves investeringen en cofinanciering transitiekosten Participatiewet.

Overige bedrijfskosten Onderhoudskosten productiemiddelen 172 145 145

tbv productie Brandstoffen 11 12 12

Overige productiekosten 8 9 9

Totaal overige bedrijfskosten 191 166 166 In 2017 is extra geld uitgegeven aan onderhoud en verbeteringen van het machinepark.

De veranderende samenstelling van de doelgroep vereist een verdere mechanisatie van productieprocessen. Hierdoor zullen de onderhoudskosten van het langzaamaan krimpende productiebedrijf niet veel kunnen dalen.

TOTAAL BEDRIJFSOPBRENGSTEN

Totaal opbrengst verkoop en productie 1.631 1.640 1.600 Totaal bedrijfslasten tbv productie - 309 - 280 - 285 Totaal netto bedrijfsopbrengsten 1.322 1.360 1.315

Aantal FTE’s doelgroep 96,6 94,6 95,5

Totaal bedrijfsopbrengsten per FTE (x € 1) 13.700 14.400 13.800

Afschrijving vaste activa tbv productie

(20)

Rekening Begroting Begroting

2017 2018 2019

Behalve direct aan de productie verbonden kosten, zoals grondstoffen en gereedschappen is er ook een groep bedrijfslasten, zoals afschrijving van machines, onderhoud, brandstoffen en dergelijke die direct gerelateerd zijn aan de te maken productie.

KOSTEN BEDRIJFSVOERING

Salariskosten Salariskosten ambtelijk personeel 752 787 826

ambtelijk personeel Personeelskosten 33 25 30

Inhuur payroll-werknemers 45 40 20

Salariskosten productiemedewerker 10 17 0

Totaal salariskosten ambtelijk pers. 840 869 876 Salariskosten per ambtenaar (x € 1) 70.000 65.800 67.400

Gem. aantal ambtenaren (FTE) 12,0 13,2 13,0

Verhouding doelgroepwerkn./ambtenaren 8,0 7,2 7,3

De salarissen zijn begroot op basis van de salariskosten in 2018 met een verhoging van 1% vanwege individuele stijgingen.

Voor het bedienen van extra personen uit de doelgroep en voor vervanging bij ziekte is opgenomen de inhuur payroll en 0,7 FTE extra werkleider.

De in 2017/2018 opgenomen productiemedewerker is een medewerker uit de doelgroep, die pas halverwege 2018 binnen de Participatiewet kon worden gebracht.

Afschrijving vaste activa algemeen 61 61 61 Van deze afschrijvingslasten wordt € 17.000 weer onttrokken uit de bestemmingsreserves investeringen en cofinanciering transitiekosten Participatiewet.

Overige Onderhoudskosten 196 190 137

bedrijfskosten Energieverbruik algemeen 43 36 43

Belastingen en verzekeringen 43 45 45

Overige algemene kosten 163 222 179

Diverse baten en lasten 2 15 30

Huuropbrengst gebouwen - 16 - 7 - 7

Totaal overige bedrijfskosten 431 501 427 Onderhoudskosten:

Incidenteel hogere onderhoudskosten in 2017 en 2018. In 2019 is alleen regulier onderhoud opgenomen.

Overige algemene kosten:

In 2018 incidenteel hogere kosten wegens de migratie van een verouderd computernetwerk en telefooncentrale en wegens kosten bedrijfsjubileum.

Diverse baten en lasten:

Onder deze post is opgenomen een post onvoorziene lasten van € 30.000. Diverse begrotingsposten zijn zodanig taakstellend opgenomen, dat verwacht mag worden dat er hier en daar overschrijdingen zullen plaatsvinden. In de halfjaarrapportage kunnen de betreffende posten – voor zover bekend – worden aangepast ten laste van de post onvoorzien.

Huuropbrengsten gebouwen:

Vanaf 2015 was een deel van de kantoorgebouwen verhuurd aan de Texelhopper. Na de beëindiging hiervan wordt getracht de kantoorruimte opnieuw te verhuren.

Afschrijving vaste activa algemeen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit boekje biedt het regionaal werkbedrijf praktische tips bij het vinden van productief werk voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.. Die tips zijn gebaseerd

Het principe van een nieuwe gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie op het terrein van participatie, werk & inkomen voor de vier gemeenten, waarbij het personeel, de

Deze gemeenten (afgekort BROM-gemeenten) willen alle taken, die nu zijn ondergebracht bij de afdeling Werk en Inkomen Bodegraven-Reeuwijk of bij de huidige IASZ (onderdelen Werk

1 De nieuwe uitvoeringsorganisatie geeft efficiënt en effectief invulling aan participatie, werk & inkomen voor de vier samenwerkende gemeenten waar er in deze regio

In het geval de ondernemer tijdens de aanbouwperiode van het huis in financiële moeilijkheden komt, wordt de woning zonder meerkosten voor u als koper afgebouwd. Woningborg regelt

het inzetten van het instrument participatieplaats voor alle 13 gemeenten van de arbeidsmarktregio Holland Rijnland met de voorwaarde dat werkervaring (additioneel) opgedaan

“Het is niet goed als er beslissingen worden genomen die fi nanciële consequenties hebben voor ge- meenten door partijen die geen fi nancieel risico lopen.” Het gebrek aan

De werkgroepen moeten voorstellen opleveren hoe we werkgevers maximaal kunnen ondersteunen en hoe we kunnen zorgen voor zo groot mogelijke participatie van arbeidsbeperkten..