• No results found

JAARREKENING Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas Zwanenhoekstraat 3. Algemeen directeur: Joke Henne Financieel directeur: /

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "JAARREKENING Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas Zwanenhoekstraat 3. Algemeen directeur: Joke Henne Financieel directeur: /"

Copied!
81
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

JAARREKENING 2020

Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas 0683.473.579 Zwanenhoekstraat 3

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding ... 3

1. Beleidsevaluatie ... 5

2. Financiële nota ... 8

2.1. Schema J1 – De doelstellingenrekening ... 8

2.2. Schema J2 – Staat van het financieel evenwicht ... 11

2.3. Schema J3 – Realisatie van de kredieten ... 13

2.4. Schema J4 – Balans ... 15

2.4.1. Balansstructuur ... 18

2.4.2. Detailbespreking van de rubrieken ... 23

2.4.2.1. Vlottende activa ... 23

2.4.2.2. Vaste activa ... 26

2.4.2.3. Schulden ... 29

2.4.2.4. Nettoactief ... 32

2.5. Schema J5 – Staat van opbrengsten en kosten ... 33

2.5.1. Staat van opbrengsten en kosten – structuur ... 35

2.5.2. Detailbespreking van de rubrieken ... 38

2.5.2.1. Kosten ... 38

2.5.2.2. Opbrengsten ... 46

3. Toelichting ... 51

3.1. Schema T1 – Ontvangsten en uitgaven naar functionele aard ... 51

3.2. Schema T2 – Ontvangsten en uitgaven naar economische aard ... 53

3.3. Schema T3 – Investeringsprojecten per prioritaire actie/actieplan ... 59

3.4. Schema T4 – Evolutie van de financiële schulden ... 63

3.5. Schema T5 – Toelichting bij de balans ... 64

3.6. Financiële risico’s ... 66

3.7. Waarderingsregels ... 67

3.8. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen ... 74

3.9. Toelichting kosten, opbrengsten, uitgaven en ontvangsten met buitengewone invloed ... 75

(3)

Inleiding

De bespreking van de jaarrekening van Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas bevat een aantal onderdelen, conform de BBC-wetgeving.

In het eerste hoofdstuk worden enkele kerncijfers met betrekking tot het afgelopen boekjaar in ‘the picture’ gezet.

In het tweede hoofdstuk wordt de beleidsevaluatie weergegeven. De beleidsevaluatie bevat een korte financiële rapportering per prioritaire beleidsdoelstelling. Hierbij worden eveneens een aantal beleidsindicatoren meegegeven om de realisatie van de doelstellingen op te volgen.

Het derde hoofdstuk is de financiële nota. In de financiële nota worden de J schema’s verder toegelicht, waaronder de balans en de staat van opbrengsten en kosten met betrekking tot het huidige en vorige boekjaar. Bij de balans en de staat van opbrengsten wordt bovendien een bijkomende toelichting voorzien aan de hand van enkele grafieken en tabellen.

Als vierde hoofdstuk volgt de toelichting. Hierbij worden de voorgaande cijfers verder uitgediept op basis van de T-schema’s. De toelichting bevat daarnaast nog enkele extra aanvullingen die zullen bijdragen tot een volledige weergave van de jaarrekening.

(4)
(5)

1. Beleidsevaluatie

In de beleidsevaluatie wordt de mate van realisatie van de prioritaire acties of actieplannen opgenomen alsook de realisatie van de prioritaire doelstellingen waaraan ze gekoppeld zijn.

Per prioritaire actie of actieplan wordt hier een overzicht gegeven van de financiële en operationele realisatie ervan.

Op die manier wordt een antwoord gegeven op volgende vragen. Deze vragen vormen een

spiegelbeeld van de drie kernvragen waarin de beleidsdoelstellingen in het meerjarenplan kunnen worden samengevat:

• wat hebben we bereikt? In welke mate werd, per prioritaire doelstelling opgenomen in het meerjarenplan, het beoogd resultaat of eventueel het beoogde effect gerealiseerd?

• wat hebben we hiervoor gedaan? In welke mate werden de actieplannen en de acties die op het financiële boekjaar betrekking hebben gerealiseerd?

• wat zijn de ontvangsten en uitgaven van het betrokken actieplan of de betrokken actie gedurende het financiële boekjaar?

(6)

Beleidsevaluatie 2020

Sint-Gillis-Waas Zwanenhoekstraat 3

KBO: 0683473579 NIS:

Voorzitter: Maaike De Rudder

Wnd. Algemeen directeur: Joke Henne :

Strategische doelstelling: STRAT1 (prioritair)

Kwalitatief hoogstaande, onderhandelde en betaalbare zorg.

Exploitatie

Rek 2020 Mjp 2020

Ontvangsten 0 0

Uitgaven 490 500

Saldo -490 -500

Investeringen

Rek 2020 Mjp 2020

Ontvangsten 0 0

Uitgaven 106.237 130.000

Saldo -106.237 -130.000

Beleidsdoelstelling: BELEID1 (prioritair)

Kwalitatief hoogstaande, onderhandelde en betaalbare zorg.

De Welzijnsvereniging van Sint-Gillis-Waas wil de komende beleidsperiode verder inzetten op kwalitatief hoogstaande, onderhandelde en betaalbare zorg voor bewoners van de Kroon, Kamerwijk en Ruiterhof.

Daartoe zal de Welzijnsvereniging investeren in de instandhouding en verbetering van haar patrimonium, rekening houdend met het wijzigend zorglandschap.

De Welzijnsvereniging zal ook inzetten op personeel. Het aantrekken en behouden van gekwalificeerd personeel is en blijft een belangrijke uitdaging voor de komende jaren.

Exploitatie

Rek 2020 Mjp 2020

Ontvangsten 0 0

(7)

Investeringen

Rek 2020 Mjp 2020

Ontvangsten 0 0

Uitgaven 106.237 130.000

Saldo -106.237 -130.000

Actieplan KWL: Kwaliteit van wonen en leven (Prioritair) Kawilteit van wonen en leven

Exploitatie

Rek 2020 Mjp 2020

Ontvangsten 0 0

Uitgaven 490 500

Saldo -490 -500

Actieplan PSW: Psycosociaal welzijn (Prioritair) Psycosociaal welzijn

Geen financiële gegevens

(8)

2. Financiële nota

De financiële nota van de jaarrekening is opgebouwd uit de J-schema’s (J1 tot J5).

In de onderdelen J1 tot J3 worden telkens ook de meerjarenplancijfers opgenomen.

Dat past in de evaluatiefunctie van de jaarrekening: de vergelijking tussen de meerjarenplancijfers en de rekeningcijfers is een onderdeel van de evaluatie van het beleid en de autorisatie.

De verschillende onderdelen van de financiële nota worden hierna weergegeven en dan verder in detail toegelicht.

2.1. Schema J1 – De doelstellingenrekening

De doelstellingenrekening geeft de uitgaven en ontvangsten van het boekjaar opgesplitst per prioritaire beleidsdoelstelling weer. Daarnaast bevat de doelstellingenrekening ook een overzicht van de uitgaven en ontvangsten bij de niet-prioritaire beleidsdoelstellingen en de verrichtingen zonder beleidsdoelstelling.

(9)

Schema J1 : Doelstellingenrekening

Jaarrekening Meerjarenplan Prioritaire beleidsdoelstelling BELEID1

Exploitatie

Uitgaven 490 500

Ontvangsten 0 0

Saldo -490 -500

Investeringen

Uitgaven 106.237 130.000

Ontvangsten 0 0

Saldo -106.237 -130.000

Financiering

Uitgaven 0 0

Ontvangsten 0 0

Saldo 0 0

Niet-prioritaire beleidsdoelstellingen Exploitatie

Uitgaven 0 0

Ontvangsten 0 0

Saldo 0 0

Investeringen

Uitgaven 0 0

Ontvangsten 0 0

Saldo 0 0

Financiering

Uitgaven 0 0

Ontvangsten 0 0

Saldo 0 0

Verrichtingen zonder beleidsdoelstellingen Exploitatie

Uitgaven 10.300.612 10.511.724

Ontvangsten 11.653.670 11.345.387

Saldo 1.353.058 833.663

Investeringen

Uitgaven 121.244 133.600

Ontvangsten 81.334 74.734

Saldo -39.910 -58.866

Financiering

(10)

Totalen Exploitatie

Uitgaven 10.301.102 10.512.224

Ontvangsten 11.653.670 11.345.387

Saldo 1.352.568 833.163

Investeringen

Uitgaven 227.480 263.600

Ontvangsten 81.334 74.734

Saldo -146.147 -188.866

Financiering

Uitgaven 756.398 756.398

Ontvangsten 0 0

Saldo -756.398 -756.398

(11)

2.2. Schema J2 – Staat van het financieel evenwicht

De staat van het financieel evenwicht bevat minstens een vergelijking van het beschikbaar budgettair resultaat en de autofinancieringsmarge in de jaarrekening met het beschikbaar budgettair resultaat en de autofinancieringsmarge van het meerjarenplan voor het betrokken financiële boekjaar.

In de jaarrekening wordt met andere woorden het werkelijk financieel evenwicht van het bestuur vergeleken met het gebudgetteerd financieel evenwicht.

Dit gebeurt vanuit twee invalshoeken:

• het beschikbaar budgettair resultaat: dit zegt iets over het toestandsevenwicht (nettowerkkapitaal);

• de autofinancieringsmarge: dit zegt iets over het structureel evenwicht (in welke mate is het bestuur in staat om op lange termijn via haar gewone werking (exploitatie) voldoende middelen te genereren om de financiële gevolgen van het afsluiten van leningen te dragen).

Daarnaast wordt in de staat van het financieel evenwicht ook de gecorrigeerde

autofinancieringsmarge weergegeven. Deze gecorrigeerde autofinancieringsmarge geeft weer hoe groot de autofinancieringsmarge is als het bestuur zijn financiële schulden zou aflossen op basis van een opgelegde norm (8% van de openstaande schuld). Als de autofinancieringsmarge veel groter is dan de gecorrigeerde autofinanciersmarge, kan dat erop wijzen dat een bestuur bepaalde

leningslasten doorschuift naar een volgende legislatuur.

(12)

Schema J2 : Staat van het financieel evenwicht

Resultaten Jaarrekening Meerjarenplan

I. Exploitatiesaldo (a-b) 1.352.568 833.163

a. Ontvangsten 11.653.670 11.345.387

b. Uitgaven 10.301.102 10.512.224

II. Investeringssaldo (a-b) -146.147 -188.866

a. Ontvangsten 81.334 74.734

b. Uitgaven 227.480 263.600

III. Saldo exploitatie en investeringen (I+II)) 1.206.421 644.297

IV. Financieringssaldo (a-b) -756.398 -756.398

a. Ontvangsten 0 0

b. Uitgaven 756.398 756.398

V. Budgettair resultaat van het boekjaar (III+IV)) 450.023 -112.101 VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig

boekjaar

1.225.036 1.225.036 VII. Gecumuleerd budgettair resultaat (V+VI) 1.675.059 1.112.935

VIII. Onbeschikbare gelden 0 0

IX. Beschikbaar budgettair resultaat (VII-VIII) 1.675.059 1.112.935

Autofinancieringsmarge Jaarrekening Meerjarenplan

I. Exploitatiesaldo 1.352.568 833.163

II. Netto periodieke aflossingen (a-b) 756.398 756.398

a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen 756.398 756.398

b. Periodieke terugvordering leningen 0 0

III. Autofinancieringsmarge (I-II)) 596.170 76.765

Gecorrigeerde autofinancieringsmarge Jaarrekening Meerjarenplan

I. Autofinancieringsmarge 596.170 76.765

II. Correctie op de periodieke aflossingen (a-b) -472.347 -472.347 a. Periodieke aflossingen conform de verbintenissen 756.398 756.398 b. Aangewezen aflossingen o.b.v. de financiële schulden 1.228.745 1.228.745 III. Gecorrigeerde autofinancieringsmarge (I+II)) 123.823 -395.582

(13)

2.3. Schema J3 – Realisatie van de kredieten

De realisatie van de kredieten geeft op een overzichtelijke wijze de ‘geldstromen’ van het

betrokken bestuur weer zodat het budgettair resultaat van het financiële boekjaar wordt bekomen.

Dit schema bevat zowel de initiële kredieten, eindkredieten als cijfers uit de jaarrekening:

• de ontvangsten en uitgaven volgens de exploitatierekening;

• de ontvangsten en uitgaven volgens de investeringsrekening;

• de ontvangsten en uitgaven volgens de financieringsrekening

(14)

Schema J3 : Kredietrealisatie

Jaarrekening Eindkredieten Initiële kredieten

Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Uitgaven Ontvangsten Kredieten WZV Sint-Gillis-Waas

Exploitatie 10.301.102 11.653.670 10.512.224 11.345.387 10.337.036 11.259.200

Investeringen 227.480 81.334 263.600 74.734 107.600 0

Financiering 756.398 0 756.398 0 756.398 0

Leningen en Leasings 756.398 0 756.398 0 756.398 0

Toegestane leningen en betalingsuitstel 0 0 0 0 0 0

Overige financieringstransacties 0 0 0 0 0 0

(15)

2.4. Schema J4 – Balans

De balans geeft een overzicht van het vermogen van het bestuur op het einde van het financiële boekjaar en van het vermogen op het einde van het vorige financiële boekjaar. De balans wordt opgemaakt volgens schema J4.

Het vermogen van een bestuur is opgebouwd uit activa en passiva. De balans bevat dus een activa- en een passiva-zijde.

De activa zijn de middelen waarover het bestuur beschikt en waarvan verwacht wordt dat ze toekomstige economische voordelen of dienstverleningspotentieel voor het bestuur zullen opleveren.

• De passiva zijn de financieringsbronnen van het bestuur. Met deze middelen financiert het bestuur zijn activa.

(16)

Schema J4 : Balans

2020 2019

ACTIVA 19.496.071 20.209.887

I. Vlottende activa 2.377.128 2.127.756

A. Liquide middelen en geldbeleggingen 1.070.099 778.087

B. Vorderingen op korte termijn 1.307.029 1.349.668

1. Vorderingen uit ruiltransacties 751.157 984.256

2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties 555.872 365.412

C. Voorraden en bestellingen in uitvoering 0 0

D. Overlopende rekeningen van het actief 0 0

E. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen 0 0

II. Vaste activa 17.118.942 18.082.132

A. Vorderingen op lange termijn 0 0

A. Vorderingen uit ruiltransacties 0 0

2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties 0 0

B. Financiële vaste activa 248 248

1. Extern verzelfstandigde agentschappen 0 0

2. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke 0 0

3. OCMW-Verenigingen 0 0

4; Andere financiële vaste activa 248 248

C. Materiële vaste activa 17.118.694 18.081.884

1. Gemeenschapsgoederen 57.820 57.820

a. Terreinen en gebouwen 0 0

b. Wegen en andere infrastructuur 0 0

c. Installaties, machines en uitrusting 0 0

d. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel 0 0

e. Leasing en soortgelijke rechten 0 0

f. Erfgoed 57.820 57.820

2. Bedrijfsmatige materiële vaste activa 17.003.958 17.967.147

a. Terreinen en gebouwen 9.476.976 9.686.535

b. Installaties, machines en uitrusting 2.900.284 3.280.830

c. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel 780.970 863.356

d. Leasing en soortgelijke rechten 3.845.728 3.845.728

3. Andere materiële vaste activa 56.916 56.916

a. Terreinen en gebouwen 56.916 56.916

b. Roerende goederen 0 0

D. Immateriële vaste activa 0 0

(17)

2020 2019

PASSIVA 19.496.071 20.209.887

I. Schulden 15.979.954 16.945.227

A. Schulden op korte termijn 2.153.497 2.342.312

1. Schulden uit ruiltransacties 1.376.926 1.585.914

a. Voorzieningen voor risico's en kosten 673.440 682.692

b. Financiële schulden 0 0

c. Niet-financiële schulden uit ruiltransacties 703.486 903.222

2. Schulden uit niet-ruiltransacties 112 0

3. Overlopende rekeningen van het passief 0 0

4. Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen 776.459 756.398

B. Schulden op lange termijn 13.826.456 14.602.916

1. Schulden uit ruiltransacties 13.826.456 14.602.916

a. Voorzieningen voor risico's en kosten 0 0

1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 0 0

2. Andere risico's en kosten 0 0

b. Financiële schulden 13.826.456 14.602.916

c. Niet-financiële schulden uit ruiltransacties 0 0

2. Schulden uit niet-ruiltransacties 0 0

II. Nettoactief 3.516.117 3.264.660

A. Kapitaalsubsidies en schenkingen 2.665.195 2.746.899

B. Gecumuleerd overschot of tekort 850.922 517.761

C. Herwaarderingsreservers 0 0

D. Overig nettoactief 0 0

(18)

De toelichting bij de balans is opgesplitst in twee delen.

In het eerste deel wordt de balansstructuur aan de hand van enkele grafieken en tabellen verduidelijkt. Vervolgens volgt in het tweede deel een gedetailleerde bespreking van de verschillende rubrieken.

2.4.1. Balansstructuur

Een eerste indicatie van de activastructuur wordt gegeven door de verhouding tussen vlottende en vaste activa. Tot de vlottende activa behoren de actiefbestanddelen die aan minstens een van de volgende criteria voldoen:

• er wordt verwacht dat het actiefbestanddeel zal worden gerealiseerd of bestemd is voor verkoop of verbruik in de normale exploitatiecyclus;

• er wordt verwacht dat het actiefbestanddeel zal worden gerealiseerd binnen het jaar na de balansdatum;

• het actiefbestanddeel wordt in eerste instantie aangehouden om te worden verhandeld;

• het actiefbestanddeel is een liquide middel of een geldbelegging, tenzij het beperkt is in het gebruik of ingewisseld moet worden voor de vereffening van een schuld van meer dan een jaar na de balansdatum.

Alle andere actiefbestanddelen behoren tot de vaste activa.

Voor de passiva kan gekeken worden naar de verhouding tussen de schulden en het nettoactief. De passiva zijn opgesplitst in:

• schulden: dat zijn de huidige verplichtingen van het bestuur die aangegaan zijn om economische voordelen of dienstverleningspotentieel te verwerven, die voortvloeien uit gebeurtenissen uit het verleden en waarvan verwacht wordt dat ze zullen resulteren in een uitgaande geldstroom voor het bestuur;

• het nettoactief, dat is het resterende bedrag van de activa nadat alle schulden ervan afgetrokken zijn.

De schulden zijn verder opgesplitst in schulden op korte termijn en schulden op lange termijn.

(19)

Onderstaande grafieken geven de verhoudingen binnen het actief en passief weer.

0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000

2020 2019 2018 2017 2016

k EUR

Activa

Liquide middelen Overige vlottende activa Materiële vaste activa Overige vaste activa

Omschrijving 2020 2019

Liquide middelen 1.070.099 778.087

Overige vlottende activa 1.307.029 1.349.668

Materiële vaste activa 17.118.694 18.081.884

Overige vaste activa 248 248

Activa 19.496.071 20.209.887

(20)

0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000

2020 2019 2018 2017 2016

k EUR

Passiva

Schulden op korte termijn Schulden op lange termijn Nettoactief

Omschrijving 2020 2019

Schulden op korte termijn 2.153.497 2.342.312 Schulden op lange termijn 13.826.456 14.602.916

Nettoactief 3.516.117 3.264.660

Passiva 19.496.071 20.209.887

(21)

Om een volledig zicht te krijgen op de balansstructuur dienen deze hoofdrubrieken echter verder uitgesplitst te worden. Onderstaande grafieken geven een verdere uitsplitsing van de

activastructuur:

0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 18.000 20.000

2020 2019 2018 2017 2016

k EUR

Materiële vaste activa

Terreinen en gebouwen Wegen en andere infrastructuur Roerende goederen

Leasing en soortgelijke rechten Erfgoed

Omschrijving 2020 2019

Terreinen en gebouwen 9.533.892 9.743.451

Wegen en andere infrastructuur 0 0

Roerende goederen 3.681.254 4.144.186

Leasing en soortgelijke rechten 3.845.728 4.136.426

Erfgoed 57.820 57.820

Materiële vaste activa 17.118.694 18.081.884

(22)

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000

2020 2019 2018 2017 2016

k EUR

Nettoactief

Kapitaalssubsidies en schenkingen Gecumuleerd overschot of tekort Herwaarderingsreserves

Overig nettoactief

Omschrijving 2020 2019

Kapitaalssubsidies en schenkingen 2.665.195 2.746.899 Gecumuleerd overschot of tekort 850.922 517.761

Herwaarderingsreserves 0 0

Overig nettoactief 0 0

Nettoactief 3.516.117 3.264.660

(23)

2.4.2. Detailbespreking van de rubrieken

Na de algemene weergave van de balansstructuur in het vorige deel volgt nu een meer uitgebreide bespreking van de balans.

2.4.2.1. Vlottende activa

A. Liquide middelen en geldbeleggingen

Deze rubriek is een weergave van de stand van alle financiële rekeningen en kassaldi per

31/12/2020. De liquide middelen omvatten middelen die onmiddellijk in geld om te zetten zijn of in die vorm reeds beschikbaar zijn.

Onder de geldbeleggingen daarentegen worden de vorderingen op kredietinstellingen, uit termijndeposito’s opgenomen, alsook de met beleggingsdoeleinden verkregen effecten die geen financiële vaste activa zijn.

Onderstaande tabel geeft hiervan een gedetailleerd overzicht:

2020 2019

I. Vlottende activa 2.377.128 2.127.756

A. Liquide middelen en geldbeleggingen 1.070.099 778.087

B. Vorderingen op korte termijn 1.307.029 1.349.668

1. Vorderingen uit ruiltransacties 751.157 984.256

2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties 555.872 365.412

C. Voorraden en bestellingen in uitvoering D. Overlopende rekeningen van het actief

E. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen

Omschrijving 2020 % 2019 %

Belfius Treasury 880.000 p 250.000

Belfius zichtrekening 181.591 q 521.512

KBC comfortrekening 4.892 p 770

Kas 3.616 q 5.805

Interne Rekening Courant 0 0

Liquide middelen en geldbeleggingen 1.070.099 +38% 778.087

(24)

B. Vorderingen op korte termijn

Onder de vorderingen op korte termijn worden de vorderingen opgenomen waarvan de

oorspronkelijke looptijd ten hoogste één jaar bedraagt. Deze vorderingen op korte termijn worden verder opgesplitst in:

• vorderingen uit ruiltransacties

• vorderingen uit niet-ruiltransacties

Onder de vorderingen uit ruiltransacties worden de vorderingen opgenomen die ontstaan ingevolge ruiltransacties waarvoor het bestuur een gelijkwaardige economische waarde in ruil geeft.

Vorderingen uit niet-ruiltransacties ontstaan dan logischerwijze uit transacties waarvoor het bestuur geen gelijkwaardige economische waarde in ruil geeft.

Onderstaande tabel geeft de samenstelling van deze rubriek weer.

C. Voorraden en bestellingen in uitvoering

Voorraden komen tot stand als een gedeelte van de aangekochte grondstoffen, hulpstoffen, voor verkoop bestemde goederen, enz., per 31 december van dat jaar niet verbruikt of verkocht zijn.

Bestellingen in uitvoering daarentegen hebben betrekking op uitgevoerde werken, producten in bewerking en diensten in uitvoering, die het voorwerp uitmaken van een specifieke bestelling van derden en die, bij het afsluiten van het dienstjaar, niet opgeleverd of geleverd zijn.

Er werden in boekjaar 2020 geen voorraden of bestellingen in uitvoering geregistreerd.

Omschrijving 2020 % 2019 %

Vorderingen uit ruiltransacties 751.157 -24% 984.256

Werkingsvorderingen 744.634q 983.956

Borgtochten betaald in contanten 300 u 300

Dubieuze debiteuren 7.752 0

Waardeverminderingen -1.529 0

Vorderingen uit niet-ruiltransacties 555.872 +52% 365.412

Vorderingen uit subsidies 555.872p 365.915

Waardeverminderingen 0p -503

Vorderingen op korte termijn 1.307.029 -3% 1.349.668

(25)

D. Overlopende rekeningen van het actief

Overlopende rekeningen dragen bij tot het transactieprincipe (transacties moeten worden geregistreerd op het ogenblik dat de economische stroom, de gebeurtenis of de andere omstandigheid plaatsvindt).

Er werden in boekjaar 2020 geen overlopende rekeningen van het actief geregistreerd.

E. Vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen

Onder deze vorderingen worden de vorderingen of de gedeelten van de vorderingen opgenomen die oorspronkelijk op langer dan één jaar werden toegestaan, maar die binnen twaalf maanden

vervallen of m.a.w. binnen de twaalf maanden na de balansdatum moeten worden geïnd.

Er werden in boekjaar 2020 geen vorderingen op lange termijn die binnen het jaar vervallen geregistreerd.

(26)

2.4.2.2. Vaste activa

A. Vorderingen op lange termijn

Deze rubriek bevat alle vorderingen met een looptijd van meer dan één jaar. Het saldo van deze rubriek voor boekjaar 2020 bedraagt 0,00 EUR.

2020 2019

II. Vaste activa 17.118.942 18.082.132

A. Vorderingen op lange termijn 1. Vorderingen uit ruiltransacties 2. Vorderingen uit niet-ruiltransacties

B. Financiële vaste activa 248 248

1. Extern verzelfstandigde agentschappen

2. Intergem. samenwerkingsverbanden en soortg. entiteiten 3. OCMW-verenigingen

4. Andere financiële vaste activa 248 248

C. Materiële vaste activa 17.118.694 18.081.884

1. Gemeenschapsgoederen 57.820 57.820

a. Terreinen en gebouwen b. Wegen en andere infrastructuur c. Installaties, machines en uitrusting

d. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel e. Leasing en soortgelijke rechten

f. Erfgoed 57.820 57.820

2. Bedrijfsmatige materiële vaste activa 17.003.958 17.967.147

a. Terreinen en gebouwen 9.476.976 9.686.535

b. Installaties, machines en uitrusting 2.900.284 3.280.830

c. Meubilair, kantooruitrusting en rollend materieel 780.970 863.356

d. Leasing en soortgelijke rechten 3.845.728 4.136.426

3. Andere materiële vaste activa 56.916 56.916

a. Terreinen en gebouwen 56.916 56.916

b. Roerende goederen D. Immateriële vaste activa

(27)

B. Financiële vaste activa

De financiële vaste activa bevatten de belangen en de vorderingen die door besturen worden

aangehouden in andere entiteiten om een duurzame band te scheppen met de betrokken entiteiten.

Het criterium om als financieel vast actief te worden opgenomen (en dus niet als geldbelegging) is duurzaamheid. Door het bezit van deze belangen of vorderingen heeft het bestuur de intentie om over langere tijd invloed uit te oefenen in deze entiteiten.

Voor Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas bestaat deze rubriek uit andere financiële vaste activa (247,89 EUR).

C. en D. Materiële en immateriële vaste activa

Materiële vaste activa kunnen worden omschreven als zijnde vaste activa die lichamelijk (stoffelijk) en duurzaam (voor meerdere jaren) in een bestuur aanwezig zijn, al dan niet met de bedoeling hiermee doelstellingen van het bestuur te realiseren. Ze worden ingedeeld op basis van twee criteria:

• het al dan niet aanwenden van de activa voor haar maatschappelijke dienstverlening;

• de kasgenererende mogelijkheden van de activa.

Op basis van de bovenstaande twee criteria worden de materiële vaste activa in volgende drie grote categorieën ingedeeld:

• de gemeenschapsgoederen

• de bedrijfsmatige materiële vaste activa

• de andere materiële vaste activa

De gemeenschapsgoederen zijn materiële vaste activa die aangewend worden om een

maatschappelijke dienstverlening te vervullen, maar waarbij de vervulling van deze dienstverlening gedurende de volledige cyclus (dus vanaf de aanschaffing tot aan de vervreemding ervan) minder ontvangsten genereert dan de uitgaven die nodig zijn om deze activa te verkrijgen en om die dienstverlening te realiseren.

Financiële vaste activa

Omschrijving 2020 % 2019

Andere financiële vaste activa 248 0% 248

Andere financiële vaste activa 248 248

Financiële vaste activa 248 0% 248

(28)

• de goodwill

• de vooruitbetalingen op immateriële VA

• de plannen en studies ter voorbereiding van nieuwe projecten en die geen element zijn van een materieel vast activum.

Telkens betreft het kosten die gemaakt worden voor de verwerving van vaste activa die een aantal jaren zullen gebruikt worden, en die immaterieel van aard zijn.

De samenstelling van de netto-boekwaarde van de immateriële en materiële vaste activa voor 17.118.694 EUR ziet er als volgt uit:

Omschrijving 2020 % 2019

Boekwaarde 01/01 18.081.884 18.817.623

+ Investeringen 227.480 394.157

- Desinvesteringen -6.600 0

+ Meerwaarde 6.600 0

- Afschrijvingen -1.190.670 -1.129.896

Boekwaarde 31/12 17.118.694 18.081.884

(Im)materiële vaste activa 17.118.694 -5% 18.081.884

(29)

2.4.2.3. Schulden

A. Schulden op korte termijn

1. Schulden uit ruiltransacties

Onder de schulden uit ruiltransacties worden de schulden opgenomen die ontstaan ingevolge ruiltransacties waarvoor het bestuur een gelijkwaardige economische waarde in ruil krijgt. Bij een ruiltransactie moet de in ruil gekregen economische waarde, in tegenstelling tot de niet-

ruiltransacties, voor de met de transactie verbonden partijen ongeveer gelijkwaardig zijn.

Er wordt er dus een bepaalde specifieke prestatie geleverd door een bepaalde derde partij, waartegenover een billijke vergoeding staat voor deze derde partij. Deze vergoeding hoeft niet noodzakelijk afkomstig te zijn van de partij ten aanzien van wie de prestatie werd verricht, ook een derde kan deze billijke vergoeding geheel of gedeeltelijk betalen. Er is dus een directe link tussen de prestatie en de vergoeding.

De schulden uit ruiltransacties zijn opgebouwd uit Voorzieningen voor risico’s en kosten (673.440 EUR) en Niet-financiële schulden uit ruiltransacties (703.486 EUR).

2020 2019

I. Schulden 15.979.954 16.945.227

A. Schulden op korte termijn 2.153.497 2.342.312

1. Schulden uit ruiltransacties 1.376.926 1.585.914

a. Voorzieningen voor risico's en kosten 673.440 682.692

b. Financiële schulden

c. Niet-financiële schulden uit ruiltransacties 703.486 903.222

2. Schulden uit niet-ruiltransacties 112

3. Overlopende rekeningen van het passief

4. Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen 776.459 756.398

B. Schulden op lange termijn 13.826.456 14.602.916

1. Schulden uit ruiltransacties 13.826.456 14.602.916

a. Voorzieningen voor risico's en kosten 1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 2. Andere risico's en kosten

b. Financiële schulden 13.826.456 14.602.916

c. Niet-financiële schulden uit ruiltransacties 2. Schulden uit niet-ruiltransacties

(30)

De schulden uit ruiltransacties zijn als volgt samengesteld:

2. Schulden uit niet-ruiltransacties

Onder de schulden uit niet-ruiltransacties worden de schulden opgenomen die ontstaan ingevolge transacties waarvoor het bestuur geen gelijkwaardige economische waarde in ruil krijgt. De samenstelling van de schulden uit niet-ruiltransacties wordt weergegeven in onderstaande tabel:

3. Overlopende rekeningen van het passief

Net zoals de overlopende rekeningen van het actief dragen ook de overlopende rekeningen van het passief bij tot het transactieprincipe (transacties moeten worden geregistreerd op het ogenblik dat de economische stroom, de gebeurtenis of de andere omstandigheid plaatsvindt).

Er werden in boekjaar 2020 geen overlopende rekeningen van het passief geregistreerd.

4. Schulden op lange termijn die binnen het jaar vervallen

Omschrijving 2020 % 2019 %

Voorzieningen voor risico's en kosten 673.440 -1% 682.692

Voorzieningen voor vakantiegeld 673.440q 682.692

Financiële schulden 0 0

Niet-financiële schulden 703.486 -22% 903.222

Leveranciers 331.320q 690.040

Te ontvangen facturen 32.154 0

Vervallen kapitaalaflossingen en intrest 41.514p 40.916 Schulden met betrekking tot bezoldigingen 298.499p 172.265 Schulden uit ruiltransacties 1.376.926 -13% 1.585.914

Omschrijving 2020 % 2019 %

Schulden met betrekking tot belastingen 0 0

Andere schulden uit niet-ruiltransacties 112 0

Overige schulden niet ruiltransacties 112 0

Schulden uit niet-ruiltransacties 112 0

(31)

B. Schulden op lange termijn

1. Schulden uit ruiltransacties

De schulden uit ruiltransacties zijn ook op lange termijn opgebouwd uit financiële schulden (vnl.

leningslasten) voor een bedrag van 13.826.456 EUR.

2. Schulden uit niet-ruiltransacties

Deze rubriek bevat geen saldi voor Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas.

(32)

2.4.2.4. Nettoactief

In 2020 bestaat deze rubriek voornamelijk uit investeringssubsidies, investeringsschenkingen en het gecumuleerde resultaat.

A. Kapitaalsubsidies en schenkingen

De netto-boekwaarde van de investeringssubsidies en –schenkingen komt als volgt tot stand:

B. Gecumuleerd overschot of tekort

Het boekjaar 2020 sloot af met een positief resultaat van 333.161 EUR, gecumuleerd met het gecumuleerd overschot van boekjaar 2019 geeft dit een positief saldo van 850.922 EUR.

2020 2019

II. Nettoactief 3.516.117 3.264.660

A. Kapitaalssubsidies en schenkingen 2.665.195 2.746.899

B. Gecumuleerd overschot of tekort 850.922 517.761

C. Herwaarderingsreserves 0,00 0,00

D. Overig nettoactief 0,00 0,00

Kapitaalsubsidies en schenkingen

Omschrijving 2020 %

Boekwaarde 01/01 2.746.899

+ Investeringssubsidies boekjaar 74.734

- Verrekeningen boekjaar -156.437

Boekwaarde 31/12 2.665.195

Kapitaalsubsidies en schenkingen 2.665.195

(33)

2.5. Schema J5 – Staat van opbrengsten en kosten

In de staat van opbrengsten en kosten worden de opbrengsten en kosten van het financiële boekjaar en van het vorige financiële boekjaar opgenomen. De staat van opbrengsten en kosten wordt

opgemaakt volgens modelschema J5.

Terwijl de balans statische informatie verschaft (foto op een bepaald ogenblik), brengt de staat van opbrengsten en kosten dynamische informatie. Ze verschaft ons informatie over hoe het resultaat van het boekjaar tot stand is gekomen en in welke mate de eigen vermogensbronnen van een bestuur zijn verhoogd of afgenomen.

(34)

2020 2019

I. Kosten 11.483.546 10.089.011

A. Operationele kosten 11.208.225 9.801.504

1. Goederen en diensten 3.611.460 3.628.265

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 6.374.170 4.930.262

3. Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen 1.182.444 1.203.194

4. Individuele hulpverlening door het O.C.M.W. 0 0

5. Toegestane werkingssubsidies 0 0

6. Toegestane Investeringssubsidies 0 0

7. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 0 0

8. Andere operationele kosten 40.151 39.784

B. Financiële kosten 275.321 287.507

II. Opbrengsten 11.816.707 10.616.058

A. Operationele opbrengsten 11.660.269 10.441.795

1. Opbrengsten uit de werking 8.344.350 8.494.309

2. Fiscale opbrengsten en boetes 0 0

3. Werkingssubsidies 3.263.443 1.913.153

a. Algemene werkingssubsidies 1.456.121 1.433.782

b. Specifieke werkingssubsidies 1.807.322 479.371

4. Recuperatie individuele hulpverlening 0 0

5. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 6.600 0

6. Andere operationele opbrengsten 45.876 34.334

B. Financiële opbrengsten 156.438 174.262

III. Overschot of tekort van het boekjaar 333.161 527.047

A. Operationele overschot of tekort 452.044 640.291

B. Financieel overschot of tekort -118.883 -113.244

IV. Verwerking van het overschot of tekort van het boekjaar 333.161 527.047

A. Rechthebbenden uit het overschot van het boekjaar 0 0

B. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0 0

C. Over te dragen overschot of tekort van het boekjaar 333.161 527.047

(35)

De toelichting bij de staat van opbrengsten en kosten is opgesplitst in twee grote delen. In een eerste deel zal aan de hand van enkele grafieken de samenstelling van resultaat, kosten en

opbrengsten worden verduidelijkt. In het tweede deel worden vervolgens de verschillende rubrieken in de staat van opbrengsten en kosten verder toegelicht.

2.5.1. Staat van opbrengsten en kosten – structuur

Onderstaande tabel en grafiek geven een overzicht van de samenstelling van het resultaat:

Operationele kosten

Financiële kosten

Operationele opbrengsten

Financiële opbrengsten Resultaat

-15.000 -10.000 -5.000 0 5.000 10.000 15.000

k EUR

Resultaat

2020 2019

Omschrijving 2020 2019

Operationele kosten -11.208.225 -9.801.504

Financiële kosten -275.321 -287.507

Kosten -11.483.546 -10.089.011

Operationele opbrengsten 11.660.269 10.441.795

Financiële opbrengsten 156.438 174.262

Opbrengsten 11.816.707 10.616.058

(36)

Onderstaande grafieken geven de samenstelling van de operationele kosten en opbrengsten weer:

0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000

2020 2019 2018 2017 2016

k EUR

Operationele kosten

Goederen en diensten

Bezoldigingen, soc. lasten en pens.

Afschrijvingen, waardeverm. en voorz.

Individuele hulpverlening OCMW Toegestane werkingssubsidies Toegestane investeringssubsidies Minderwaarden bij de realisatie van VA

Omschrijving 2020 2019

Goederen en diensten 3.611.460 3.628.265

Bezoldigingen, soc. lasten en pens. 6.374.170 4.930.262 Afschrijvingen, waardeverm. en voorz. 1.182.444 1.203.194

Individuele hulpverlening OCMW 0 0

Toegestane werkingssubsidies 0 0

Toegestane investeringssubsidies 0 0

Minderwaarden bij de realisatie van VA 0 0

Andere operationele kosten 40.151 39.784

Operationele kosten 11.208.225 9.801.504

(37)

0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000

2020 2019 2018 2017 2016

k EUR

Operationele opbrengsten

Opbrengsten uit de werking Fiscale opbrengsten en boetes Werkingssubsidies

Recuperatie individuele hulpverlening Meerwaarden bij de realisatie van VA Andere operationele opbrengsten

Omschrijving 2020 2019

Opbrengsten uit de werking 8.344.350 8.494.309

Fiscale opbrengsten en boetes 0 0

Werkingssubsidies 3.263.443 1.913.153

Recuperatie individuele hulpverlening 0 0

Meerwaarden bij de realisatie van VA 6.600 0

Andere operationele opbrengsten 45.876 34.334

Operationele opbrengsten 11.660.269 10.441.795

(38)

2.5.2. Detailbespreking van de rubrieken 2.5.2.1. Kosten

A. Operationele kosten

1. Goederen en diensten Goederen en diensten omvatten:

• de goederen en diensten (rubriek 60 ‘Verbruikte goederen) die rechtstreeks verband houden met de totstandkoming van de maatschappelijke dienstverlening door het bestuur.

Het betreft m.a.w. kosten die ontstaan ingevolge het rechtstreeks opgaan in de dienstverlening. Ze zijn rechtstreeks toewijsbaar aan een dienst (zoals bijvoorbeeld aankopen van farmaceutische producten en geneesmiddelen) of een product (zoals grondstoffen voor maaltijden);

• de goederen en diensten (rubriek 61 ‘Diensten en diverse leveringen en interne facturering’) die geen rechtstreeks verband houden met de totstandkoming van de

maatschappelijke dienstverlening door het bestuur, tenzij die kosten onder bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen moeten worden geboekt. Het betreft onder meer kosten die verband houden met de ondersteunende activiteiten van het bestuur zoals telefoonkosten, verzekeringspremies, huurlasten, onderhoud en herstellingen, kantoorbenodigdheden…

2020 2019

I. Kosten 11.483.546 10.089.011

A. Operationele kosten 11.208.225 9.801.504

1. Goederen en diensten 3.611.460 3.628.265

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 6.374.170 4.930.262 3. Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen 1.182.444 1.203.194

4. Individuele hulpverlening door het O.C.M.W. 0 0

5. Toegestane werkingssubsidies 0 0

6. Toegestane investeringssubsidies 0 0

7. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 0 0

8. Andere operationele kosten 40.151 39.784

B. Financiële kosten 275.321 287.507

(39)

De samenstelling van de goederen en diensten ziet er als volgt uit:

Omschrijving 2020 % 2019 %

Detachering 1.924.133q 1.944.093

Voeding en dranken 328.168q 380.985

Aankoop medisch materiaal 285.467p 201.203

Kosten voor onroerende goederen 231.865p 215.579

Algemene kosten 212.354q 217.868

Nutsvoorzieningen 187.760q 192.772

Externe diensten 142.759q 163.936

Erelonen en vergoedingen 92.375q 116.001

Diverse aankopen 89.169p 73.124

Huur en onderhoud installaties, machines en uitrusting 87.374q 88.891

Verzekeringen 22.979q 28.599

Administratieve kosten 7.081p 5.575

Onderhoud rollend materieel 78 0

Kortingen -103p -361

Goederen en diensten 3.611.460 -0% 3.628.265

0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000

2020 2019 2018 2017

k EUR

95%

v/h budget

(40)

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen

De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen omvatten alle personeelskosten die verband houden met de bezoldiging van het personeel dat een bestuur in dienst neemt. Het betreft dus

vergoedingen voor geleverde arbeidsprestaties (dus inclusief alle sociale lasten, verzekeringen en sociale voordelen die verbonden zijn aan de arbeidsprestatie).

De samenstelling van de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen wordt hieronder weergegeven:

Omschrijving 2020 % 2019 % 2018 % 2017 %

Bezoldiging niet vastbenoemd personeel 6.063.343p 5.448.872 0 0

Andere personeelskosten 310.827p 238.598 0 0

Sociale maribel 0p -757.209 0 0

Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 6.374.170 +29% 4.930.262 0 0

0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000

2020 2019 2018 2017

k EUR

100%

v/h budget

(41)

3. Afschrijvingen waardeverminderingen en voorzieningen

Onder afschrijvingen dienen te worden verstaan: de bedragen die ten laste worden genomen van de staat van opbrengsten en kosten om het bedrag van aanschaffingskosten van materiële en immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur te spreiden over hun waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur, of om die kosten ten laste te nemen op het ogenblik waarop ze worden aangegaan.

Waardeverminderingen daarentegen zijn correcties op de aanschaffingswaarde van materiële, financiële en immateriële vaste activa, voorraden, bestellingen in uitvoering en

werkingsvorderingen die niet voortvloeien uit de waarschijnlijke gebruiksduur, maar om rekening te houden met al dan niet als definitief aan te merken ontwaardingen bij de afsluiting van het

boekjaar.

Voorzieningen tot slot worden aangelegd voor duidelijk naar hun aard omschreven schulden die op de balansdatum zeker zijn, en waarvan het bedrag niet vaststaat, maar wel op betrouwbare wijze kan worden geschat om zodoende rekening te houden met alle voorzienbare risico’s, mogelijke verliezen en ontwaardingen die ontstaan zijn tijdens het

financiële boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren.

Deze rubriek omvat de boekingen die enkel in de algemene boekhouding voorkomen en dus niet in de budgettaire boekhouding worden verwerkt. Het betreft:

Omschrijving 2020 % 2019 %

Afschrijvingen 1.190.670p 1.129.896

Waardeverminderingen op vorderingen 1.027p 503

Voorziening voor vakantiegeld -9.252 q 72.796

Afschrijvingen, waardeverm. en voorz. 1.182.444 -2% 1.203.194

0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400

2020 2019 2018 2017

k EUR

(42)

4. Individuele hulpverlening door het OCMW

De kosten die hier worden bedoeld, hebben betrekking op de typische financiële relaties die er ontstaan tussen de sociale dienst van het OCMW en zijn cliënten zoals bv. het uitbetalen van leefloon en steun in speciën.

Deze rubriek heeft geen betrekking op de Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas.

5. Toegestane werkingssubsidies

Deze rubriek bevat de subsidies die door het lokaal bestuur werden toegestaan aan andere entiteiten ter financiering van de werking. Een overzicht van de belangrijkste werkingssubsidies wordt hieronder weergegeven:

Tijdens het boekjaar 2020 werden er geen werkingssubsidies toegestaan.

6. Toegestane investeringssubsidies

Deze rubriek bevat de subsidies die door het lokaal bestuur werden toegestaan aan andere entiteiten ter financiering van hun investeringen. Een overzicht wordt hieronder eergegeven:

Er zijn geen toegestane investeringssubsidies.

(43)

7. Minderwaarde bij de realisatie van vaste activa

Onder deze rubriek vallen de gerealiseerde minderwaaren bij de verkoop van vaste activa. Indien we een vast actief verkopen voor een bedrag lager dan de resterende boekwaarde, realiseren we een verlies. Dit verlies is de minderwaarde op de realisatie van vaste activa.

Er zijn geen minderwaarden geregistreerd in 2020.

(44)

8. Andere operationele kosten

Onder de andere operationele kosten worden de kosten opgenomen die niet vallen onder één van de overige rubrieken van de operationele kosten en die niet als financiële kosten kunnen worden aangemerkt, zoals bijvoorbeeld bepaalde belastingen. De samenstelling is als volgt:

Omschrijving 2020 % 2019 %

Belastingen 40.070p 39.784

Minderwaarde op de realisatie van vorderingen 81 0

Andere operationele kosten 40.151 +1% 39.784

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45

2020 2019 2018 2017

k EUR

97%

v/h budget

(45)

B. Financiële kosten

Onder de financiële kosten worden de kosten van financiële aard opgenomen. Ze worden opgedeeld in:

• de kosten van schulden

• de waardeverminderingen en de terugnemingen ervan op:

– liquide middelen en geldbeleggingen

– andere vorderingen dan werkingsvorderingen

• andere financiële kosten

De samenstelling van de financiële kosten is als volgt:

Omschrijving 2020 % 2019 %

Kosten van schulden 275.090q 287.222

Andere financiële kosten 226q 281

Gerealiseerde wisselresultaten 5p 3

Financiële kosten 275.321 -4% 287.507

0 50 100 150 200 250 300 350

2020 2019 2018 2017

k EUR

100%

v/h budget

(46)

2.5.2.2. Opbrengsten

A. Operationele opbrengsten 1. Opbrengsten uit de werking

Onder de opbrengsten uit de werking worden de bedragen verstaan die een bestuur gerealiseerd heeft door de verkoop van goederen en de levering van diensten aan derden en dit in het kader van haar maatschappelijke dienstverlening en dit na aftrek van de eventuele op de prijs toegestane kortingen.

Onderstaande tabel geeft een uitsplitsing van de belangrijkste werkingsopbrengsten:

2020 2019

II. Opbrengsten 11.816.707 10.616.058

A. Operationele opbrengsten 11.660.269 10.441.795

1. Opbrengsten uit de werking 8.344.350 8.494.309

2. Fiscale opbrengsten en boetes 0 0

3. Werkingssubsidies 3.263.443 1.913.153

a. Algemene werkingssubsidies 1.456.121 1.433.782

b. Specifieke werkingssubsidies 1.807.322 479.371

4. Recuperatie individuele hulpverlening 0 0

5. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa 6.600 0

6. Andere operationele opbrengsten 45.876 34.334

B. Financiële opbrengsten 156.438 174.262

Omschrijving 2020 % 2019 %

Opbrengsten RIZIV 4.095.478p 3.685.409

Opbrengsten residenten 3.271.074q 3.446.145

Opbrengsten huur 464.930q 468.306

Opbrengsten derde luik 179.813q 454.881

Opbrengsten PAS 118.174q 219.346

Opbrengsten uit factuursupplementen 105.947p 93.662

Opbrengsten geneesmiddelen 105.447q 123.655

Doorgerekende exploitatieopbrengsten 3.236p 2.904

Diverse opbrengsten 250 0

Opbrengsten uit de werking 8.344.350 -2% 8.494.309

(47)

2. Fiscale opbrengsten en boetes

Onder deze rubriek, die enkel bij gemeenten en provincies zal voorkomen, komen de opbrengsten die een bestuur realiseert uit verplichte bijdragen die door een bestuur opgelegd worden aan bepaalde belastingplichtigen.

De samenstelling van deze rubriek is als volgt:

Deze rubriek is niet van toepassing op Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas.

3. Werkingssubsidies

Onder de werkingssubsidies worden de subsidies, schenkingen en legaten in contanten geboekt die bij de verkrijging vanwege een derde instantie niet afhankelijk zijn van een investering in vaste activa.

De werkingssubsidies bestaan uit:

• algemene werkingssubsidies die worden toegekend voor de algemene financiering van de werking van een bestuur

• specifieke werkingssubsidies die worden toegekend voor bepaalde projecten (bv. in het kader van buurtwerking, jongerenwerking…) of een bepaald type dienstverlening (aanbieden sociale huisvesting).

De werkingssubsidies zijn als volgt samengesteld:

Omschrijving 2020 % 2019 %

Werkingsbijdrage welzijnsvereniging 1.455.289p 1.433.782

Subsidie sociale maribel 800.794 0

Specifieke werkingssubsidies - covid 19 291.514 0

Subsidie einde loopbaan 264.053p 245.592

Specifieke werkingssubsidies - infrastructuurforfait 169.641p 159.684

Subsidie opleiding verpleegkundigen 144.056p 70.132

Subsidie VIA middelen 118.661 0

Subsidie Vlaamse ondersteuningspremie 18.602p 4.963

Algemene werkingssubsidie (KV - IT) 832 0

#N/A 0p -1.000

Werkingssubsidies 3.263.443 +71% 1.913.153

2.500 3.000 3.500

k EUR

(48)

4. Recuperatie individuele hulpverlening

Onder rubriek I.A.4 van de staat van opbrengsten en kosten werden de kosten opgenomen met betrekking tot de typische financiële relaties die ontstaan tussen de sociale dienst van het OCMW en zijn cliënten zoals bv. het uitbetalen van leefloon en steun in speciën. Indien het OCMW deze kosten of een gedeelte ervan achteraf nog kan recupereren van zijn cliënten (bv. terugvordering voorschot op uitkering arbeidsongeval) dan worden deze recuperaties in de rubriek als opbrengst opgenomen (en niet in mindering van de gemaakte kosten).

De samenstelling van deze rubriek ziet er als volgt uit:

Deze rubriek heeft geen betrekking op de Welzijnsvereniging Sint-Gillis-Waas.

(49)

5. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa

Onder deze rubriek vallen de gerealiseerde meerwaarden bij de verkoop van vaste activa. Indien we een vast actief verkopen voor een bedrag hoger dan de resterende boekwaarde, realiseren we een winst. Deze winst is de meerwaarde op de realisatie van vaste activa.

De geboekte meerwaarde voor 2020 bedraagt 6.600 EUR. Deze meerwaarde heeft betrekking op WZC De Kroon.

6. Andere operationele opbrengsten

Onder de andere operationele opbrengsten worden de operationele opbrengsten opgenomen die niet vallen onder de opbrengsten uit de werking, de fiscale opbrengsten en boetes, de

werkingssubsidies en de specifieke kosten van de individuele hulpverlening van het OCMW die kunnen worden gerecupereerd en die bovendien niet als een financiële of uitzonderlijke opbrengst kunnen worden aangemerkt.

De samenstelling van deze rubriek wordt weergegeven in onderstaande tabel:

Omschrijving 2020 % 2019 %

Werknemersinhouding 24.142p 22.889

Recuperaties van kosten 21.387p 11.445

Schadevergoedingen 347 0

Andere operationele opbrengsten 45.876 +34% 34.334

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

2020 2019 2018 2017

k EUR

102%

v/h budget

(50)

2.5.2.2.1. Financiële opbrengsten

Onder de financiële opbrengsten worden de opbrengsten van financiële aard opgenomen. Ze worden opgedeeld in:

• de opbrengsten uit financiële vaste activa

• de opbrengsten uit vlottende activa

• de andere financiële opbrengsten

De financiële opbrengsten zijn als volgt samengesteld:

Omschrijving 2020 % 2019 %

Kapitaal- en intrestsubsidies 156.437q 174.261

Andere financiële opbrengsten 0q 1

Financiële opbrengsten 156.438 -10% 174.262

(51)

3. Toelichting

3.1. Schema T1 – Ontvangsten en uitgaven naar functionele aard

Rek 2020 Mjp 2021 Mjp 2022 Mjp 2023 Mjp 2024 Mjp 2025

ALGEMENE FINANCIERING Exploitatie

Uitgaven 315.369 297.345 283.276 268.772 253.769 238.531

Ontvangsten 1.455.289 1.477.828 1.499.985 1.522.474 1.545.300 1.568.469

Saldo 1.139.920 1.180.483 1.216.709 1.253.702 1.291.531 1.329.939

Investeringen

Uitgaven 0 0 0 0 0 0

Ontvangsten 0 0 0 0 0 0

Saldo 0 0 0 0 0 0

Financiering

Uitgaven 756.398 776.459 797.266 818.853 841.256 853.615

Ontvangsten 0 0 0 0 0 0

Saldo -756.398 -776.459 -797.266 -818.853 -841.256 -853.615

ALGEMEEN BESTUUR Exploitatie

(52)

OUDERENBELEID Exploitatie

Uitgaven 9.977.733 10.216.427 10.287.154 10.393.436 10.515.521 10.639.439

Ontvangsten 10.198.380 9.984.892 10.172.033 10.236.779 10.302.084 10.367.954

Saldo 220.648 -231.535 -115.121 -156.657 -213.437 -271.484

Investeringen

Uitgaven 227.480 287.600 142.600 147.600 147.600 147.600

Ontvangsten 81.334 0 0 0 0 0

Saldo -146.147 -287.600 -142.600 -147.600 -147.600 -147.600

Financiering

Uitgaven 0 0 0 0 0 0

Ontvangsten 0 0 0 0 0 0

Saldo 0 0 0 0 0 0

(53)

3.2. Schema T2 – Ontvangsten en uitgaven naar economische aard

I. Exploitatieuitgaven Rek 2020 Mjp 2020 Mjp 2021 Mjp 2022 Mjp 2023 Mjp 2024 Mjp 2025

A. Operationele uitgaven 10.025.781 10.236.178 10.276.976 10.348.236 10.455.058 10.577.693 10.702.168

1. Goederen en diensten 3.611.460 3.853.687 3.820.964 3.799.184 3.811.570 3.838.353 3.865.537

2. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 6.374.170 6.346.341 6.419.337 6.511.844 6.605.739 6.701.043 6.797.776

a. Politiek personeel 0 0 0 0 0 0 0

b. Vastbenoemd niet-onderwijzend personeel 0 0 0 0 0 0 0

c. Niet-vastbenoemd niet-onderwijzend personeel 6.063.343 6.024.208 6.083.470 6.174.722 6.267.343 6.361.353 6.456.773

d. Onderwijzend personeel ten laste van het bestuur 0 0 0 0 0 0 0

e. Onderwijzend personeel ten laste van andere overheden 0 0 0 0 0 0 0

f. Andere personeelskosten 310.827 322.133 335.867 337.122 338.396 339.690 341.002

g. Pensioenen 0 0 0 0 0 0 0

3. Individuele hulpverlening door het OCMW 0 0 0 0 0 0 0

4. Toegestane werkingssubsidies 0 0 0 0 0 0 0

- aan de districten 0 0 0 0 0 0 0

- aan de eigen autonome provinciebedrijven (APB) 0 0 0 0 0 0 0

- aan de eigen autonome gemeentebedrijven (AGB) 0 0 0 0 0 0 0

- aan welzijnsverenigingen 0 0 0 0 0 0 0

- aan andere OCMW-verenigingen 0 0 0 0 0 0 0

- aan de politiezone 0 0 0 0 0 0 0

- aan de hulpverleningszone 0 0 0 0 0 0 0

- aan intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (IGS) 0 0 0 0 0 0 0

- aan besturen van de eredienst 0 0 0 0 0 0 0

- aan niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen 0 0 0 0 0 0 0

- aan andere begunstigden 0 0 0 0 0 0 0

5. Andere operationele uitgaven 40.151 36.150 36.675 37.208 37.749 38.298 38.855

B. Financiële uitgaven 275.321 276.046 261.170 246.568 231.523 215.971 200.176

(54)

II. Exploitatieontvangsten Rek 2020 Mjp 2020 Mjp 2021 Mjp 2022 Mjp 2023 Mjp 2024 Mjp 2025 A. Operationele ontvangsten 11.653.669 11.344.777 11.462.110 11.671.408 11.758.643 11.846.774 11.935.814 1. Ontvangsten uit de werking 8.344.350 8.385.756 8.300.367 8.546.505 8.610.242 8.674.531 8.739.377

2. Fiscale ontvangsten en boetes 0 0 0 0 0 0 0

a. Aanvullende belastingen 0 0 0 0 0 0 0

- Opcentiemen op de onroerende voorheffing 0 0 0 0 0 0 0

- Aanvullende belasting op de personenbelasting 0 0 0 0 0 0 0

- Andere aanvullende belastingen 0 0 0 0 0 0 0

b. Andere belastingen en boetes 0 0 0 0 0 0 0

3. Werkingssubsidies 3.263.443 2.913.861 3.115.502 3.078.465 3.101.764 3.125.405 3.149.392

a. Algemene werkingssubsidies 1.456.121 1.455.289 1.477.118 1.499.275 1.521.764 1.544.590 1.567.759

- Gemeentefonds 0 0 0 0 0 0 0

- Andere algemene werkingssubsidies 1.456.121 1.455.289 1.477.118 1.499.275 1.521.764 1.544.590 1.567.759

- van de federale overheid 0 0 0 0 0 0 0

- van de Vlaamse overheid 832 0 0 0 0 0 0

- van de provincie 0 0 0 0 0 0 0

- van de gemeente 1.455.289 1.455.289 1.477.118 1.499.275 1.521.764 1.544.590 1.567.759

- van het OCMW 0 0 0 0 0 0 0

- van andere entiteiten 0 0 0 0 0 0 0

b. Specifieke werkingssubsidies 1.807.322 1.458.572 1.638.384 1.579.190 1.580.000 1.580.815 1.581.633

- van de federale overheid 0 0 0 0 0 0 0

- van de Vlaamse overheid 853.364 1.458.572 1.638.384 1.579.190 1.580.000 1.580.815 1.581.633

- van de provincie 0 0 0 0 0 0 0

- van de gemeente 0 0 0 0 0 0 0

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de verschillende overleggen in de regio Hart van Brabant komen geluiden door dat in onze regio de kosten van jeugdzorg sneller stijgen dan in andere

Commissie voor geineene belangen van de Hoogheemraadschappen de Alblasserwaard met Arkel beneden de Zouwe en do Vijfheerenlanden.67 Polder van Heukelom.67 Noordwpk.67 Waterschap

Heeft uw zorgverzekeraar geen contract afgesloten met het ziekenhuis, dan moet u zelf (een deel van) de kosten betalen.. Het ziekenhuis brengt dan een zogenaamde passantenprijs

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ontvangt al enige tijd signalen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), gemeenten afzonderlijk, Divosa en

Wat zijn de kosten voor de overige kosten per euro personeelskosten onderwijzend personeel, uitgesplitst naar verschillende typen onderwijs?.?. Is er in de afgelopen jaren

Verschillende modellen uit de Cost of Quality theorie worden besproken, waarna een model gekozen wordt voor het identificeren van de kosten die veroorzaakt worden door

[r]

Onder belangrijke management informatie worden de volgende elementen verstaan: de omzet per klant en per segment, het aantal verkochte (uitzendkracht) uren per klant en per