• No results found

Notulen van Provinciale Staten

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Notulen van Provinciale Staten"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

4 maart 2020

Index

Paginanummer

Opening 22543

Regeling van de werkzaamheden

Insprekers bij agendapunt stagnatie woningbouw projectlocatie Valkenburg:

− De heer Wassenaar, wethouder in Wassenaar

− De heer Mosterd, wethouder in Katwijk

22543

22544 22545 Stagnatie woningbouw projectlocatie Valkenburg 22545

Statenvoorstel Bekrachtiging Geheimhouding Bevindingen, conclusies en advies mediation projectlocatie Valkenburg (7252)

Statenvoorstel geheimhouding bestuurlijke inspraak Voortgang locatie Valkenburg (7258)

22561 22561

Statenvoorstel Bekrachtiging geheimhouding Voortgangsrapportage

Warmtedossier februari 2020 (7251) 22562

Statenvoorstel van de Statencommissie Ruimte, Wonen en Economie over rapport Randstedelijke Rekenkamer Bouwen aan regie (7250)

22562

Statenvoorstel Adviescommissie Aanbesteding Accountancydiensten inzake vaststellen Aanbestedingsleidraad Europese openbare aanbesteding Accountantsdiensten (7257)

22562

Statenvoorstel verlening incidentele subsidie Babyhuis en besteding 3 miljoen incidenteel budget voor restauratie en herbestemming rijksmonumenten (7255)

22562

Statenvoorstel vaststelling gewijzigd vergaderschema 2020 (7254) 22563 Statenvoorstel wijziging Reglement van Orde in verband met

fractievertegenwoordigers (7256) 22563

Statenvoorstel aangenomen en afgehandelde moties (7253) 22564

Notulen Statenvergaderingen 5 februari 2020 22564

(2)

Notulen van de vergadering van 4 maart 2020 in de Statenzaal van het provinciehuis te ’s-Gravenhage.

(Geopend om 10.00 uur) Voorzitter: de heer J. Smit Griffier: de heer E. Meurs

Volgens de presentielijst zijn aanwezig 53 leden, te weten: Van Aelst, Bakx, Bedijn, Beukering, Bonnewits-de Jong, Bouchtaoui, Braam, Van de Breevaart, Çelik, De Groot, De Haan, Haasnoot, Van Hemert, Heuvelink, Hijink, Van der Hoeven, Hoogendam, Hoogerwerf, Hoogeveen, Hoogland, Van Hunnik, De Jager, Kasbergen, Kegel, Klumpes, Lalta, Van der Lubbe, Lutmers, Van Meijeren, Minderhout, Mooiman, Neijenhuis, Nelisse, Oosterop- van Leussen, Özkaya, Van Pareren, Persenaire, Privé, Rogier, Van Sandick-Sopers, Sandmann, Schonewille, Stepanyan, Stolk, Verheij, Van Viegen, Van Waaij, Weber, Weide, Witte, Van Woerden-Kerssen, Zevenbergen, Zilverentant

Met kennisgeving afwezig de leden: Van Rijnberk, De Vree OPENING

De VOORZITTER: Goedemorgen allemaal. Ik open de vergadering.

1 REGELING VAN WERKZAAMHEDEN

De VOORZITTER: Ik deel u mede dat bericht van verhindering is binnengekomen van de heer Van Rijnberg (D66) en de heer De Vree (PVV). De heer Verheij, de heer Haasnoot en mevrouw Van Aelst komen wat later. Mevrouw Bom-Lemstra zal de vergadering bijwonen vanaf 11.45 uur.

Hierbij deel ik u mede dat de heer Kegel uit Nootdorp met ingang van 1 maart 2020 geen deel meer uitmaakt van de fractie Forum voor Democratie. In overeenstemming met artikel 5a van het Reglement van Orde zet hij zijn statenlidmaatschap voort bij de

"Groep GO'.

Dan kom ik bij de mondelinge vragen. Die zijn niet aan de orde.

Dan moties vreemd aan de orde van dag volgens artikel 54A van ons Reglement van Orde. Zijn er Statenleden die een motie vreemd aan de orde van de dag willen indienen? Dat is niet het geval.

Dan komen wij bij de vaststelling van de agenda, artikel 12 van het Reglement van Orde. Er wordt vandaag vergaderd met de agenda die op 2 maart 2020 is gepubliceerd. Verlangt iemand hierover het woord?

De heer ZEVENBERGEN VVD): Ik zou kort het woord willen voeren over een van de hamerstukken. Het gaat over de fractievertegenwoordiging. Dank u wel.

De VOORZITTER: Kan dat in de vorm van een stemverklaring of wilt u er echt een debat over voeren?

De heer ZEVENBERGEN (VVD): Ik neem aan dat wij dit na de bespreekstukken doen. Als u mij de tijd gunt om er even over na te denken, dan laat ik u dat aan het eind van agendapunt 2A weten.

De VOORZITTER: Wij stellen nu de agenda vast.

De heer ZEVENBERGEN (VVD): Prima. Ik zou graag het woord willen voeren.

De VOORZITTER: Mijn vraag was of u dat kunt doen in de vorm van een stemverklaring.

De heer ZEVENBERGEN (VVD): Ik zou dat het liefst in de vorm van een debat doen.

De VOORZITTER: Dan stemmen wij daarover. U kunt nu stemmen. Bent u voor of tegen het veranderen van een hamerstuk in een bespreekstuk? Het voorstel wordt met 18 stemmen voor en 33 tegen verworpen. Het wordt dus toch een stemverklaring.

De heer ZEVENBERGEN (VVD): Waarvan akte, voorzitter. Ik zal mijn mening over deze stemming meenemen in mijn stemverklaring.

De VOORZITTER: Daarmee is de agenda vastgesteld.

ALDUS WORDT BESLOTEN.

De VOORZITTER: Dan zijn wij bij het vaststellen van de spreektijd. Er is wat heen en weer gemaild over een experiment.

Na ampel overleg heb ik besloten om vandaag zonder dat experiment te vergaderen en dit onderwerp een keer op een ordentelijke manier aan de orde te stellen in het Fractievoorzittersoverleg. De Agendacommissie heeft het in ieder geval op de agenda van het Fractievoorzittersoverleg gezet, maar vandaag doen wij alsof dat experiment niet is voorgesteld. Wij hebben dus de normale spreektijd, in dit geval twee uur. Reacties?

De heer BRAAM (PVV): Ik stoor mij hieraan. Ik ben lid van de Agendacommissie. De Agendacommissie gaat feitelijk over de handel en wandel van deze vergadering en niet het Fractievoorzittersoverleg.

De VOORZITTER: Er is net een debat geweest over wie daarover gaat.

De heer BRAAM (PVV): Er is een debat geweest in het Fractievoorzittersoverleg; dat kan ik mij voorstellen. De Agendacommissie gaat over de handel en wandel van deze vergadering en er is afgesproken vandaag die proef te doen.

(3)

Regeling van werkzaamheden Voorzitter, Van de Breevaart en Wassenaar

De VOORZITTER: Mijnheer Braam, er is in het Fractievoorzittersoverleg over gesproken. De Agendacommissie gaat over het voorstel voor de agenda van deze vergadering, maar niet over experimenten met betrekking tot het Reglement van Orde. Om dit punt niet tot grote proporties op te blazen, stel ik voor dat wij het nu gewoon even zo doen. Wij praten over het voorstel van de Agendacommissie in het Fractievoorzittersoverleg en dat zal wellicht met een voorstel komen om het Reglement van Orde te wijzigen, waarover wij hier in deze zaal zullen spreken en stemmen. Ik wil het hierbij laten om verdere fuzz te voorkomen en vergaderen volgens de net vastgestelde agenda. Maar ik neem nota van uw opmerking. Dank u wel. Dat betekent dat wij dus twee uur spreektijd hebben. Wie nog meer? De heer Van de Breevaart (ChristenUnie & SGP).

De heer VAN DE BREEVAART (ChristenUnie & SGP): Wij kunnen er een heleboel van vinden, maar wat mij dan wel verbaast, is dat wij wel de spreektijd aanhouden van het experiment, maar het experiment niet doen. Een verdubbeling van de spreektijd lijkt mij dan ook niet per se noodzakelijk. Volgens mij zou het een prima voorstel zijn om de spreektijd op een uur te houden, zodat wij echt helemaal niets te maken hebben met het experiment.

De VOORZITTER: Zullen wij onszelf de discipline opleggen om ervoor te zorgen dat wij binnen een uur klaar zijn? Dan is het hele experiment misschien niet meer nodig, want uiteindelijk gaat het ook om zelfdiscipline. Laten wij het experiment aangaan dat wij, ondanks het feit dat wij twee uur de tijd hebben, er maar een uur van gebruiken. Ik wil het hierbij laten.

ALDUS WORDT BESLOTEN.

Er hebben zich twee insprekers aangemeld voor deze vergadering om in te spreken over de projectlocatie Valkenburg. Dat is de heer Wassenaar, wethouder in Wassenaar, en de heer Mosterd, wethouder in Katwijk. Ik geef de heer Wassenaar het eerst het woord.

De heer WASSENAAR (wethouder in Wassenaar): De gemeente Wassenaar heeft samen met de gemeente Katwijk, het Rijksvastgoedbedrijf en de provincie Zuid-Holland in december 2018 duidelijke bestuurlijke afspraken gemaakt over de ontwikkeling van het vliegkamp Valkenburg. Die afspraken zijn in de raad van Wassenaar bevestigd in maart 2019, nog geen jaar geleden. Met deze afspraken legden wij, naar onze overtuiging, een solide basis voor de totstandkoming van een evenwichtig plan voor wonen, werken, recreëren met ruimte voor natuur en water, ook heel erg belangrijk in deze regio.

Belangrijk onderdeel van de bestuurlijke afspraak is het bouwen van maximaal vijfduizend woningen en ruimte voor een groene zone. De gemeente Katwijk wil deze afspraken nu openbreken om een verschuiving in het middensegment te bewerkstelligen. Om de mogelijke nadelige effecten daarvan op de grondexploitatie te compenseren stelt men voor om zeshonderd woningen extra te bouwen. Dat is het verzoek van Katwijk. Wassenaar stelt zich op het standpunt dat de bestuurlijke afspraken die minder dan een jaar geleden (in maart 2019) werden bekrachtigd door alle vier partijen, nog steeds leidend zouden moeten zijn voor de

ontwikkeling. Als Wassenaar onderstrepen wij ook het belang van woningbouw. Wij hebben dan ook met de ondertekening van die bestuurlijke afspraken ingestemd met maximaal vijfduizend woningen. Wij spreken ons echter op voorhand uit tegen het bouwen van zeshonderd woningen extra, zoals Katwijk verzoekt, in onze ogen feitelijk bedoeld om de grondexploitatie beter te laten sluiten. De negatieve impact van meer dan de overeengekomen vijfduizend woningen op de ruimte voor natuur en de kwaliteit van de leefomgeving is naar onze mening te groot. Bovendien leidt noodzakelijk onderzoek ook weer tot vertraging. Die vertraging zal alleen maar erger worden door de uitbreiding van het aantal woningen, al dan niet door verdichting, zoals aangeduid door sommige fracties in deze Staten. Wij raden onderzoek naar verdere verdichting dan ook nadrukkelijk af. Onzes inziens kan binnen de huidige afspraken (vijfduizend woningen) ook sociaal en voor het middensegment gebouwd worden, zoals Katwijk zo nadrukkelijk wenst met aanvullende maatregelen binnen de grondexploitatie wellicht en binnen de planning.

Wassenaar hecht heel veel waarde aan de kwaliteit van de leefomgeving en de ruimte voor de natuur. De groene verbindingszone tussen Katwijk en Wassenaar is de laatste open plek die het strand nog met het Groene Hart verbindt. Het bouwen van extra woningen heeft negatieve gevolgen voor die groene zone en de achterliggende duinen. Dit gevoelige Natura 2000- gebied maakt deel uit van het Nationaal Park Hollandse Duinen en Duin, Horst en Weide. Deze groene achtertuin van de Randstad, deze groene voor- en achtertuin van Haaglanden en de Leidse Regio is van wezenlijk belang voor de kwaliteit van onze leefomgeving. Dat hebben Provinciale Staten ook eerder nadrukkelijk onderschreven en dat hebben de vier partijen in de bestuurlijke afspraken nog eens bevestigd.

De bouw van zeshonderd extra woningen geeft een aanmerkelijk verhoogde verkeersdruk op de geplande ontsluitingswegen. Het zal met de geplande vijfduizend woningen al een hele opgave zijn om al het verkeer te laten doorstromen via de RijnlandRoute, laat staan wanneer er nog eens zeshonderd woningen bij komen. Dit kan onder andere leiden tot extra sluipverkeer op de N441 en daarmee tot extra stikstofdepositie in het toch al kwetsbare gebied. Eerder hebben zowel Gedeputeerde Staten als de andere partijen zich om die reden al uitgesproken voor een vermindering van de verkeersintensiteit op die provinciale weg. Het besluit tot extra woningen zou daarmee nadrukkelijk in strijd zijn.

Wanneer toch mocht worden besloten tot uitbreiding van het aantal, dan stelt Wassenaar nadrukkelijk de voorwaarde dat het onderzoek uitgaat van maximaal zeshonderd woningen. Meer is voor ons eigenlijk niet bespreekbaar. Ook de situering van extra woningen zou aan de noordgrens en zo dicht mogelijk bij de OV- verbindingen moeten zijn. Daarbij moet de begrenzing van de Groene Zone, zoals vastgelegd in de bestuurlijke afspraken, worden gerespecteerd.

(4)

Regeling van werkzaamheden; Vertraging woningbouw

projectlocatie Valkenburg Wassenaar, Voorzitter en Mosterd

Bovendien moet naar onze mening worden aangetoond dat er geen negatieve gevolgen zijn voor natuur en milieu, in het bijzonder ten aanzien van de stikstofdepositie, en dat de gevolgen voor de verkeersafwikkeling ook niet zullen leiden tot overvolle ontsluitingswegen en toename van sluipverkeer over die bewuste N441.

Overigens, voorzitter, Statenleden, gelet op het zeer lange ontwikkeltraject, zouden in het proces momenten van beoordeling moeten worden ingebouwd op basis waarvan kan worden bepaald of het totaal aantal woningen en de voorziene categorie waarin wordt gebouwd, nog wel hetzelfde moet zijn als bij aanvang is aangenomen.

Ik benadruk bij dit alles dat Wassenaar constateert dat een eventuele verhoging van het aantal woningen een afwijking zou zijn van de bestuurlijke afspraken. Ik moet daarmee straks naar de raad, als het zo wordt vastgelegd. De raad in Wassenaar gaat er dan ook nog over discussiëren. Ik benadruk echt dat Wassenaar verder wil met de ontwikkeling van Valkenburg, niet alleen met de woningbouw, maar juist ook met de ontwikkeling van de Groene Zone. De plannen daarvoor zetten wij dan ook, zo goed en zo kwaad als dat nu kan, onverkort voort. Op dit moment maken wij een Nota van uitgangspunten. Die komt deze maand in de commissie en de raad aan de orde. Wij willen straks zo snel mogelijk kunnen gaan uitwerken, maar wij zijn daarbij in hoge mate afhankelijk van de compenserende en mitigerende maatregelen die eventueel moeten worden meegenomen in dat gebied ten gevolge van de woningbouw, inclusief de financiering daarvan. Ik dring ook vanuit die optiek aan op tempo.

Voorzitter, resumerend. Wij bepleiten:

− Handhaving van de bestuurlijke afspraken (uit 2018).

− Gegarandeerd het hoogste tempo, als het gaat om realisering. Geen ophoging van het afgesproken aantal woningen, want dat betekent een verslechtering van de situatie voor natuur, milieu en verkeer.

− Mocht het onverhoopt toch tot een verhoging komen, dan maximaal de gevraagde zeshonderd en pas een definitief besluit tot realisering daarvan, als er gedegen onderzoek is gedaan dat aantoont dat dit ook werkelijk kan volgens de normen voor natuur, milieu en verkeer.

Ik dank u voor uw aandacht.

De VOORZITTER: Ik dank u voor uw bijdrage. De heer Mosterd.

De heer MOSTERD (wethouder in Katwijk): Mijn naam is Gerard Mosterd, wethouder in Katwijk, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en wonen en in mijn portefeuille dus ook verantwoordelijk voor de planlocatie Valkenburg.

Laat ik met het allerbelangrijkste beginnen, namelijk dat Katwijk niets liever wil dan zo snel mogelijk bouwen op de locatie Valkenburg. Geen enkel misverstand daarover. Snel bouwen is absoluut noodzakelijk, want wij hebben gewoon te maken met woningnood. Maar ik voeg eraan toe, niet alleen snel bouwen, maar ook betaalbaar bouwen. Met name mensen met een middeninkomen kunnen nauwelijks een betaalbare woning vinden en daarom is het superbelangrijk dat wij ook op deze locatie voldoende van die woningen bouwen. Collega Wassenaar uit

Wassenaar benadrukte dat in de grondexploitatie daarvoor op dit moment onvoldoende ruimte is. Die grondexploitatie is van het Rijksvastgoedbedrijf. En daarom heeft Katwijk als oplossingsrichting aangedragen om zeshonderd woningen extra in precies dat segment toe te voegen om voldoende betaalbare woningen voor de middeninkomens te realiseren. Ik ben blij te mogen melden dat voor morgen een moment is gepland om een overeenkomst te bekrachtigen tussen de provincie, Katwijk, Wassenaar en het Rijksvastgoedbedrijf. Dat is goed nieuws, denk ik, omdat wij daarmee verder kunnen en hopelijk ook zo snel mogelijk kunnen gaan bouwen.

Tegelijkertijd zijn er ook nog zaken die opgelost moeten worden.

Collega Wassenaar had het er al over; de bereikbaarheid is een uitdaging en ook het stikstofprobleem. Wij vragen u dan ook om die uitdagingen gezamenlijk op te pakken en daarvoor oplossingen te vinden. Niet alleen de provincie, maar ook het Rijk heeft daarin een belangrijke verantwoordelijkheid. Wij zijn ervan overtuigd dat wij samen die uitdagingen aankunnen. Ik noemde zojuist al die zeshonderd extra woningen. Daarbij hebben Provinciale Staten ook een belangrijke rol te spelen, want als wij die toevoegen om middenhuur en betaalbare koop op deze locatie te realiseren, zult u uw kader van vijfduizend woningen moeten bijstellen. U zou ons erg helpen, als die grens van vijfduizend wordt opgekrikt naar zesenvijftighonderd. Juist voor deze doelgroep hebben wij woningen nodig. Juist voor deze doelgroep moeten wij zorgen dat er voldoende betaalbare woningen zijn. Uw hulp helpt daarbij.

Mijn oproep is dus om samen te werken aan snelle en betaalbare woningbouw op deze locatie, want samen ga je sneller. Dank u wel, voorzitter.

De VOORZITTER: Dank. Kort maar krachtig. Dank voor uw beider bijdragen. U kunt de beraadslagingen verder volgen op de publieke tribune.

2 BESPREEKSTUKKEN

A VERTRAGING WONINGBOUW PROJECTLOCATIE VALKENBURG

De VOORZITTER: Aan de orde is de bespreking van de woningbouw projectlocatie Valkenburg. De commissie Ruimte, Wonen en Economie heeft naar aanleiding van de vergadering van 12 februari 2020 geadviseerd dit onderwerp als bespreekpunt te agenderen voor deze Statenvergadering, omdat meerdere fracties hebben aangekondigd een motie te willen indienen. Er ligt dus geen voorstel voor besluitvorming voor. Een opmerking over het stuk dat u gisteravond of vanmorgen geworden is; dat nemen wij niet mee in deze beraadslaging. Voor zover u dat ontvangen hebt; het is een stuk waaraan net al gerefereerd werd door de heer Mosterd.

(5)

Vertraging woningbouw projectlocatie Valkenburg Voorzitter en Bouchtaoui

Wij beperken de bespreking tot het onderwerp dat net aan de orde is gesteld om te voorkomen dat wij een deel in het geheim moeten bespreken, omdat het stuk nog niet openbaar is. Dus ook dat vraagt om een stukje discipline. Ik geef het woord aan mevrouw Bouchtaoui van de VVD. Dit is uw maidenspeech.

Mevrouw BOUCHTAOUI (VVD): Dank aan de insprekers vandaag op dit zeer belangrijke onderwerp, projectlocatie Valkenburg. Heel goed dat u hebt ingesproken. Dank daarvoor.

Wij bespreken dus vandaag met elkaar het onderwerp stagnatie woningbouw projectlocatie Valkenburg. Voor ons in Provinciale Staten en voor de vele woningzoekenden in onze provincie, jong en oud, een ontzettend belangrijk onderwerp in de woonregio Holland Rijnland.

Ik zit in Provinciale Staten voor de VVD, omdat ik sta voor een kansrijke samenleving. Ik hoop zo bij te dragen aan een Zuid- Holland, waar je kunt wonen, werken, je dromen kunt waarmaken, aan je toekomst kunt werken en het beste uit jezelf kunt halen. En dat begint met het vinden en hebben van een woning. De woningnood is nu dermate omvangrijk dat grote groepen als ouderen, starters, alleenstaanden en werkenden met een gemiddeld inkomen (dus werkenden met een normaal inkomen) volledig klem zitten. Zowel de markt voor betaalbare koopwoningen als huurwoningen is een landelijk probleem, maar ook in onze provincie.

Dat brengt mij direct tot het onderwerp woningbouw projectlocatie Valkenburg. Zoals wij zojuist hebben gehoord, lopen de gesprekken over dit onderwerp als heel lang, namelijk al ruim zestien jaar. De VVD is dan ook verheugd dat het, mede door haar inzet, zowel landelijk als provinciaal niet blijft bij praten alleen over bouwen op Valkenburg, maar dat er serieuze gesprekken gaande zijn om eindelijk te gaan beginnen met het bouwen op Valkenburg.

Provinciale Staten zijn inderdaad geïnformeerd door Gedeputeerde Staten dat er een initiële overeenkomst ligt en dat betrokken partijen met elkaar verder in gesprek gaan. Dat hebben wij ook zojuist gehoord van de heer Mosterd, wethouder in Katwijk. De partijen zijn zeer dicht bij elkaar en de laatste puntjes worden op de i gezet. Ik ben ook verheugd in de woorden van de heer Mosterd het gezamenlijke en samen uitdagingen oppakken duidelijk te horen. Dat is ook waar de VVD voor staat.

Dus dit is allemaal een eerste stap in de goede richting. Het beginnen met het bouwen van woningen op Valkenburg. Goed om te vernemen dus dat betrokken partijen dit ook willen. Dat is ook de insteek van de VVD. Echter, gezien de huidige woningnood in de regio rondom Katwijk ziet de VVD-fractie dat dit juist het moment is om dit onderwerp nog eens goed met elkaar te bespreken in de Staten. En dat doen wij ook vandaag. Daar ben ik heel blij om, want het gaat erom dat wij dit onderwerp echt toekomstgericht aanpakken.

In de commissie Ruimte, Wonen en Economie hebben wij daarom dus ook het verzoek gedaan om dit onderwerp te agenderen om het debat daarover met elkaar te kunnen voeren. De VVD steunt het collegebeleid, maar ik als Statenlid en mijn fractie vinden het belangrijk om kaders mee te geven om straks van Gedeputeerde

Staten een goed voorstel te krijgen voor hoe wij verdergaan met de woningbouw op de projectlocatie Valkenburg.

Ik ben begonnen met de te vertellen waar ik voor sta. Ik sta dus voor een kansrijke samenleving en ik hoop dus bij te dragen aan een Zuid-Holland, waar je kunt werken en wonen, waar je je dromen kunt waarmaken en je schouders onder je toekomst kunt zetten. Maar, dit kun je niet zonder een woning. Daarom is het niet alleen belangrijk dat wij snel gaan bouwen op Valkenburg, dat hebben wij zojuist al gehoord, maar dat wij ook heel scherp zijn op de vraag of wij wel de juiste en voldoende woningen bouwen in de segmenten, die zo hard nodig zijn. Ik denk dan voornamelijk aan mensen met een middeninkomen en daaronder. Die mensen kennen wij allemaal, de schooljuffrouw, de agent, de verpleegkundige. Dat zijn de mensen die nu klem zitten. Juist voor deze mensen wordt wonen nabij hun werk bijna onbetaalbaar. Dat moeten wij niet willen in deze provincie.

In de Woondeal van de Zuidelijke Randstad die vorig jaar is gesloten, wordt heel duidelijk beschreven dat het van belang is om naast voldoende aanbod, vooral het juiste aanbod op de juiste plek te realiseren. Er zijn kernafspraken gemaakt over plancapaciteit en over het aantal woningen dat wij gaan bouwen.

Maar nogmaals, daarin is heel duidelijk beschreven dat wij vooral een evenwichtige verdeling moeten hebben over de doelgroepen en dat wij moeten bevorderen dat er betaalbare woningen zijn voor lage inkomens en middeninkomens. De VVD ziet mogelijkheden op de bouwlocatie Valkenburg om echt te kunnen voldoen aan de grote vraag naar betaalbare woningen, nu en straks.

Ik heb de Integrale Ruimtelijke Verkenning (IRV) er nog eens op nagelezen en ik zie dat er uitgangspunten zijn aangenomen voor de verdere ontwikkeling van dit gebied, vooral als het gaat over de Groene Zone die de VVD ook respecteert. Onder andere over het polderpeil, de krekenstructuur en de inpassing van Unmanned Valley Valkenburg (UVV). Daarom is het zo belangrijk om deze uitgangspunten te respecteren en verder te werken aan voldoende woningen voor deze doelgroepen. De VVD vindt ook dat bewegen voor bouwen komt en wij zien ook dat in dit gebied diverse zaken worden ondernomen om verkeer en mobiliteit in deze regio goed aan te pakken.

Mijn fractie, de VVD, is daarom van mening dat wij het enorme tekort aan deze woningen goed moeten aanpakken door dit daadkrachtig met alle partijen op te pakken. Wij moeten daarom juist op dit moment nog eens kijken naar de dichteenheden van deze woningen. Ik ben wezen kijken op een prachtige bouwlocatie in Rijswijk-Buiten. Daar heb ik dichteenheden gezien, waarvan je echt niet wakker hoeft te liggen. Een prachtige, duurzame wijk, waarbij men echt heeft gekeken naar een manier om zo goed mogelijk te kunnen bouwen voor de doelgroep die behoefte heeft aan deze woningen.

(6)

Vertraging woningbouw projectlocatie Valkenburg Bouchtaoui, Voorzitter en Lalta

Ik vind dat wij ons moeten laten inspireren door wat kan en dat wij ons niet moeten laten afschrikken door wat niet kan. Zo’n woonwijk als Rijswijk-Buiten is daarvan een heel goed voorbeeld.

Ik wens de gemeente Katwijk en de wethouder succes. Ik hoop dat u vasthoudt aan uw pleidooi voor samenwerking en het samen de schouders eronder zetten. Wij willen dat niet verstoren vanuit de provincie. Laat dat heel helder zijn. Het is goed dat er nu gesprekken lopen. Het is niet de bedoeling dat deze processen verstoord worden, maar wij willen wel dat er nog eens scherp en goed wordt gekeken of er wel voldoende woningen worden gebouwd voor de schooljuffrouw, de agent en de verpleegkundige die helemaal klem zitten, omdat er te weinig betaalbare koopwoningen zijn. Wij dienen dus als provincie scherp te zijn op het bevorderen van voldoende woningen die aansluiten bij de behoeften van deze doelgroep. Nogmaals, de mensen met een middeninkomen of lager zitten klem. Dat betekent dat deze mensen gewoon niet meer een normale huur- of koopwoning kunnen betalen.

Voorzitter, ik ga afronden. Wij hebben nu de kans, wij zijn al zestien jaar in gesprek met elkaar, om echt het verschil te maken voor deze groep mensen en de vele woningzoekenden in deze regio. Deze regio heeft veel werkgelegenheid en wij willen dat mensen in de buurt van hun werk kunnen wonen. Laten wij dat samen doen. Dank u wel, voorzitter.

De VOORZITTER: Dank voor uw maidenspeech. Ik geef het woord aan de heer Lalta (D66) die ook zijn maidenspeech gaat houden. Wij luisteren vol aandacht. Gaat uw gang.

De heer LALTA (D66): Aangezien dit mijn maidenspeech is, zal u het mij niet kwalijk nemen dat ik iets uitgebreider spreek dan alleen over de projectlocatie Valkenburg.

Ik ben vijfendertig jaar en geboren en getogen in Den Haag. Na een aantal binnen- en buitenlandse uitstapjes ben ik weer in deze mooie stad achter de duinen geland. Op dit moment werk ik als zelfstandige bij de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden in Dordrecht. De wereld, Nederland en daarmee ook de provincie Zuid-Holland staan voor een behoorlijke uitdaging, de klimaatverandering. Gelukkig beseffen steeds meer mensen dat de manier, waarop wij nu met de natuur omgaan, niet houdbaar is. In gesprekken krijg ik steeds vaker terug dat mensen wel mee willen in de verduurzaming van hun leefomgeving, maar geen idee hebben hoe. De financiële middelen zijn niet ongelimiteerd. Het is een uitdaging om ervoor te zorgen dat er in de provincie zo veel mogelijk geld voor deze opgave wordt vrijgemaakt en dat het beschikbare geld zo effectief mogelijk wordt besteed. Economisch gezien gaat het goed in Nederland en dit is dan ook het moment bij uitstek om de juiste acties in te zetten. Als wij het nu niet doen, zal het in economisch slechtere tijden zeker niet gebeuren. Daarbij is het wel van belang dat wij bewoners en bedrijven niet onnodig op kosten jagen.

De provincie kan deze opgave niet alleen uitvoeren en samenwerking is dan ook een must. Als provincie moeten wij voor gemeenten en onze inwoners niet een sta-in-de-weg zijn, maar de condities creëren, opdat zij duurzame keuzes kunnen maken, waardoor het welzijn van onze inwoners wordt verhoogd. Dit doen

wij bijvoorbeeld door te zorgen voor goede OV-verbindingen en fietssnelwegen.

Wij hebben oog voor de sterksten die hun weg wel weten te vinden, maar ook voor onze kleine inwoners, zoals de otter. Van huis uit ben ik ingenieur en ik geloof dat technisch innovatieve oplossingen ons enorm zullen helpen bij de andere uitdagingen, waarvoor wij staan. Ik denk bijvoorbeeld aan zelfrijdende auto’s als oplossing voor het fileleed, dat bedrijven jaarlijks miljarden euro’s kost en totaal geen bijdrage levert aan het welzijn van onze provinciegenoten. Maar belangrijker nog; als oplossing voor het vergroten van de verkeersveiligheid, waarbij het aantal ongelukken en doden wordt verminderd. Het zou ook mooi zijn, als het elektrische auto’s zouden zijn, of zelfs voorzien van zonnepanelen, waarmee het duurzaamheidsaspect weer om de hoek komt kijken. Hoe zorgen wij ervoor dat de provincie een bijdrage levert aan deze ontwikkelingen. Dat hoeft niet alleen financieel, maar dat kan bijvoorbeeld ook als proeftuin.

De uitdagingen voor onze provincie zijn groot, maar daarmee ook de kansen. Zo ook de woningbouwopgave in onze provincie.

Zoals ik tijdens mijn eerste commissievergadering al heb medegedeeld, staat D66 voor een inclusieve samenleving en probeert D66 segregatie tegen te gaan. Voor D66 telt eenieder mee. Wij vinden het belangrijk dat onze leraren, politieagenten, verpleegkundigen en andere mensen uit de middenklasse ook een betaalbare woning kunnen krijgen. Daarom vinden wij het van belang om vast te houden aan de regionale afspraken, waarbij 25% van de woningen tot de sociale huursector zullen behoren en er minimaal 20% betaalbare woningen wordt gerealiseerd. Wij roepen partijen op om niet alleen naar de financiën te kijken, maar vooral ook naar het maatschappelijk rendement. Wat D66 betreft is bouwen geen doel op zich, maar moet er worden gebouwd naar behoefte. Daarbij is het voor D66 van belang dat er natuurinclusief wordt gebouwd, rekening houdend met de extra vervoersbewegingen die de bouw teweegbrengt en de natuur. Wij vinden het belangrijk dat de woningdichtheden die worden aangehouden passend zijn bij het gebied en steunen daarvoor op de IRV die in 2018 is gepubliceerd. Wat D66 betreft is er genoeg gesproken en onderzocht en is het nu tijd om daadwerkelijk te gaan bouwen.

Voorzitter, in mijn dagelijks leven laat ik mij inspireren door een quote van Mahatma Gandhi: “Be the change that you wish to see in the world.” Laten wij als provincie niet wachten op anderen, maar een leidende rol spelen in de uitdagingen, waarvoor wij staan. Laten wij als partijen niet verzeild raken in politieke spelletjes, maar nu daadwerkelijk de handschoen oppakken voor komende generaties. Laten wij als politici niet zeggen wat wij belangrijk vinden, maar tonen middels onze daden. Dank u wel.

De VOORZITTER: Dank u wel. En u ook veel genoegen toegewenst in de komende vier maanden als Statenlid. “Het waren twee fantastische dagen.” Ik geef het woord aan mevrouw Hoogerwerf (Partij voor de Dieren).

(7)

Vertraging woningbouw projectlocatie Valkenburg Hoogerwerf, Sandmann, Voorzitter, Mooiman en Van Aelst

Mevrouw HOOGERWERF (Partij voor de Dieren): Dank aan de insprekers op het dossier woningbouwlocatie Valkenburg. De bijdrage van de heer Wassenaar geeft blijk van een zorg die onze fractie deelt. Deze zorg betreft de Groene Zone, gelegen tussen de projectlocatie Valkenburg en de gemeente Wassenaar. Dit gebied maakte bij de start van de ontwikkeling van de locatie deel uit van een zogenaamde rijksbufferzone, een gebied dat door de rijksoverheid was aangewezen om stedelijke gebieden ruimtelijk van elkaar te scheiden. Hier mocht in beginsel niet worden gebouwd. De Groene Zone is aangewezen als een ecologische verbindingszone tussen het duingebied en het Groene Hart die deel uitmaakt van het Nationaal Park Hollandse Duinen en het gebied Duin, Horst en Weide. Oorspronkelijk was er in de plannen voor de ontwikkeling van de woningbouwlocatie voor deze zone tussen Wassenaar en Katwijk een strook van 2300 meter breed als uitgangspunt gehanteerd, maar in het huidige plan is daarvan slechts 700 meter overgebleven. Deze ecologische verbindingszone vormt in onze provincie de belangrijkste corridor voor de migratie van fauna tussen het duingebied en het Groene Hart en vandaar via de polder in de richting van de Veluwe.

De staat van de biodiversiteit in Zuid-Holland staat onder druk en neemt steeds verder af. De mogelijkheid tot migratie vanuit het duingebied naar het achterland via de Groene Zone is van groot belang voor het voortbestaan van de in het gebied levende dier- en plantensoorten. Door goede ecologische verbindingen te realiseren ontstaat een meer robuuste natuur in Zuid-Holland. En daarnaast constateren wij dat er binnen deze zone nu ook, naast de functie van ecologische verbinding, sprake is van realisatie van een recreatieve voorziening, het Catalinapark, en infrastructuur, terwijl het juist de bedoeling is dat de migratie van dieren tussen het duingebied en het Groene Hart in deze zone plaatsvindt. In onze ogen is het daarom niet realistisch en ook niet wenselijk om de functies ecologische verbindingszone, recreatie en infrastructuur gezamenlijk te realiseren binnen deze zone van 700 meter. De prioriteit in deze zone moet liggen bij de functie ecologische verbindingszone.

Een nieuwe woonwijk met vijfduizend of wellicht zesenvijftighonderd woningen levert een toename van verkeersbewegingen op. Dit betekent een toenemende verkeersdruk, een toename van de luchtverontreiniging en uitstoot van fijnstof. Deze extra belasting legt ook een druk op de ecologische kwaliteit van de Groene Zone, mede gezien de huidige stikstofproblematiek.

De heer SANDMANN (FvD): Mevrouw Hoogerwerf, ik ben toch benieuwd waar die mensen dan moeten gaan wonen. Het CBS heeft onlangs een nieuwe planning uitgebracht. In het maximale scenario komen er 1,8 miljoen mensen bij in Nederland in de komende tien jaar. Dus dat zijn er 450.000 in Zuid-Holland. Waar moeten zij gaan wonen? Dat is mijn vraag aan u.

Mevrouw HOOGERWERF (Partij voor de Dieren): Mijn uitgangspunt is de planvorming geweest voor de Valkenburgse woningbouwlocatie. Daarin is een strook opgenomen voor de ecologische verbindingszone. Die is voor de kwaliteit van de woonbeleving van mensen ook belangrijk. Dus daarmee moet ook rekening gehouden worden. Het kan niet zo zijn dat er beknibbeld moet worden op ecologische verbindingszones voor woningbouw.

De heer SANDMANN (FvD): Ik probeer het nog een keer. Ik krijg geen antwoord op mijn vraag. U herhaalt uw verhaal. Dat vind ik prima, hoor, hartstikke leuk dat die ecologische verbinding daar komt, maar waar moeten die mensen dan gaan wonen?

Mevrouw HOOGERWERF (Partij voor de Dieren): Specifiek op de woningbouwlocatie Valkenburg is noordelijker in het plangebied ruimte om daar woninglocatie te centreren, zodat de zuidelijke Groene Zone vrij blijft voor andere functies.

Ik ga verder. Ik heb als laatste een vraag aan de gedeputeerde.

Kan de gedeputeerde de toezegging doen dat zij bereid is om een maximale inspanning te leveren om binnen de Groene zone de functie ecologische verbindingszone tussen het duingebied en het Groene Hart gestand te doen bij de ontwikkeling van woningbouwlocatie Valkenburg. Hiervoor houden wij een motie achter de hand. Dank u wel.

De VOORZITTER: Dank. Ik geef het woord aan de Mooiman (PVV).

De heer MOOIMAN (PVV): Zoals wij in de commissie ook al hebben aangegeven, maakt de PVV zich ernstige zorgen over het tekort aan betaalbare woningen. Dat is een brede discussie die wij al vaak met elkaar hebben gevoerd, maar nog niet vaak genoeg.

Daarom staan wij hier vandaag ook, ondanks het feit dat er een moment aan komt, waarin hopelijk afspraken worden gemaakt om dit alles wat voortvarender te laten verlopen.

Jongeren, starters, empty nesters, maar ook leraren, verpleegkundigen en politieagenten, zoals genoemd in de commissie, hebben momenteel grote moeite om een betaalbare woning te vinden. Ook voor deze mensen wil Katwijk in de huidige plannen zo snel mogelijk bouwen. En die zeshonderd extra woningen juichen wij alleen maar toe.

Wat de PVV betreft is het vooral belangrijk dat wij de lokale democratie ondersteunen in deze opgave. En dat is in deze de gemeente Katwijk; het is op haar grondgebied. Wij horen een aantal partijen veel zeggen over klimaatmaatregelen, stikstofproblematiek enzovoorts. Wij pleiten ervoor dat de provincie de lokale democratie haar gang laat gaan. Wij willen ervoor waken dat de provincie allerlei extra regelgeving gaat opleggen in mogelijke afspraken, want duurzaamheid kan vooral ook heel erg duur zijn en dat helpt niet bepaald, als je bouwt voor een doelgroep die nu al niet aan een woning kan komen.

Voorzitter, dank u wel.

De VOORZITTER: Dank. Mevrouw Van Aelst (SP).

Mevrouw VAN AELST (SP): De oproep van de gemeenten is duidelijk. Wilt u zeshonderd extra woningen toevoegen, zodat het Rijksvastgoedbedrijf meer geld kan krijgen voor haar grond? Dat is niet het doel van de gemeenten.

(8)

Vertraging woningbouw projectlocatie Valkenburg Van Aelst, Voorzitter, Bedijn en Mooiman

Het doel van de gemeenten is betaalbare woningbouw, maar uiteindelijk is dit wel wat er wordt gevraagd. De betaalbare woningen waren namelijk al onderdeel van die vijfduizend woningen die gepland zijn op voormalig vliegkamp Valkenburg.

Even voor de duidelijkheid; dit waren dus die woningen voor verpleegkundigen, leraren, agenten en ga zo maar door. En in deze afspraken stond voldoende ruimte voor groen, de groene bufferzone, waarover u zojuist al hoorde. Maar, het Rijksvastgoedbedrijf, de overheid, wil meer geld voor haar grond en daarmee vallen de woningen voor agenten, verpleegkundigen en docenten af. Want, als een grondeigenaar meer geld wil voor zijn grond, dan is het moeilijker om betaalbaar te bouwen en nu moeten er zeshonderd extra woningen in het groen komen, omdat die vijfduizend woningen ineens duurder worden, omdat de grond duurder is. Ik breng u graag even in herinnering hoe de insprekers in de afgelopen commissievergadering spraken over datzelfde Rijksvastgoedbedrijf. Dat was namelijk ‘gewoon’ maar een grondeigenaar. Er was uiteindelijk mediation nodig tussen de verschillende overheidspartijen om het publieke belang van betaalbare woningen te dienen. Daarom is de SP ook erg blij met de toezegging van Gedeputeerde Staten in de commissie, dat zij gaan onderzoeken waar in onze provincie het Rijksvastgoedbedrijf nog meer betaalbare woningbouw traineert.

Voorzitter, voldoende over dit ‘gewoon maar een vastgoedbedrijf’.

Er is nog een ander aspect dat ons een beetje dwarszit. Wij hebben het hier met elkaar namelijk over de bouw van woningen voor starters, mensen die willen doorstromen, mensen die een betaalbaar huis nodig hebben. Bijzonder nobel en bijzonder nodig, maar hoe gaan wij hier voorkomen dat deze woningen aan iemand anders verkocht worden, bijvoorbeeld een vastgoedmagnaat. Hoe zorgen wij ervoor dat de starter ook echt de eigenaar van die woning wordt en zij niet op de dure huurmarkt terechtkomen? Wij vragen daarom of het college bereid is om met gemeenten of eventueel woonregio’s het gesprek aan te gaan om een woonplicht voor nieuwbouwkoopwoningen af te spreken. Dat betekent dat de koper van een woning verplicht is om daar daadwerkelijk te gaan wonen, waarmee je voorkomt dat investeerders, opkopers of vastgoedmagnaten uiteindelijk als huisjesmelkers ervan doorgaan met die mooie woningen die wij met elkaar plannen voor de verpleegkundige, de agent en de leraar. Dank u wel.

De VOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Bedijn (PvdA).

Mevrouw BEDIJN (PvdA): Ik heb het geluk dat ik ergens woon.

Nou ja, ik heb wel schimmel in mijn huis, mijn huisbaas moet van alles maken en mijn douche werkt niet, maar ik heb tenminste een dak boven mijn hoofd. Dat is een zin die ik heel vaak van leeftijdgenoten hoor. Ik heb geluk, want ik heb een dak boven mijn hoofd. En waarom eigenlijk? Is een dak boven je hoofd niet gewoon iets waarop je recht hebt? De PvdA vindt van wel, maar nu wordt het hebben van een woning eigenlijk gezien als je eigen verantwoordelijkheid en het is je eigen schuld, als je het niet hebt.

En natuurlijk is dat heel logisch in de wereld van een millennial, waarin je ouders je hebben verteld dat je alles kunt worden wat je maar wilt, als je maar hard genoeg werkt. Maar in deze woningcrisis is het soms niet je eigen schuld dat je geen woning hebt. Wij zijn gewoon niet in staat om iedereen een fatsoenlijk dak

boven zijn hoofd te geven. En daarvoor moeten wij ons diep schamen.

Het geldt ook niet alleen voor jonge starters. Voor het eerst in lange tijd moeten steeds meer mensen met een gewone baan of met kinderen op straat of in een daklozenopvang slapen. Zo ook mijn vriendin Jenny. Zij is verpleegkundige en heeft drie kinderen.

Toen zij ging scheiden van haar man, had zij een nieuwe woning nodig, omdat het thuis niet meer ging. Dat was voor haar een bijna onmogelijke opgave. En op een gegeven moment heb je ook geen zin meer om van bank naar bank te gaan, van vakantiewoning naar vakantiewoning, van tijdelijke woning naar tijdelijke woning, vooral niet met drie kinderen. Haar kinderen werden ook steeds gestrester en zij natuurlijk ook. Het enige alternatief dat de gemeente haar bood, was een plek in de daklozenopvang en dat is gewoon geen optie.

Dat laat dus maar zien dat het bouwen van woningen enorm belangrijk is. En ook dat wij te laat zijn. Valkenburg is daarvan een goed voorbeeld. Wij praten al vijftien jaar over wat wij hier gaan bouwen. Wij verliezen heel veel tijd, als wij bij elke locatie zo’n moeizaam proces moeten doorlopen om eruit te komen met elkaar.

De heer MOOIMAN (PVV): Wij zijn het met mevrouw Bedijn eens dat het hartstikke oneerlijk is dat de enige plek die je wordt aangeboden een plek in een noodopvang is, als je in een scheiding terechtkomt met drie kinderen, terwijl je hier hebt gewerkt en belasting hebt betaald, in plaats van bijvoorbeeld prioriteit voor een sociale huurwoning. Een prioriteit die statushouders hier wel volop krijgen. Bent u het met ons eens dat dat oneerlijk is?

Mevrouw BEDIJN (PvdA): Dat ben ik niet met u eens. Ik vind dat ook statushouders, mensen die gevlucht zijn en die hier in Nederland mogen blijven, evenveel recht hebben op een woning.

De heer MOOIMAN (PVV): U zegt evenveel recht, dus dan bent u het met ons eens dat het oneerlijk is en dat ook die mevrouw in scheiding die in de noodopvang terechtkomt, voorrang zou moeten krijgen.

Mevrouw BEDIJN (PvdA): U legt mij woorden in de mond.

Daarmee ben ik het niet eens. Kijk, we hebben nu te maken met mensen die op straat slapen, omdat wij het probleem niet onder ogen willen zien dat er gewoon te weinig woningen zijn. Natuurlijk moet iedereen een woning krijgen. U vindt het oneerlijk dat statushouders voor gaan. Dat is uw mening. Dat mag u vinden.

Wij verliezen heel veel tijd, als wij zo lang over stukken grond praten. Maar toch heeft de provincie in dit dossier een goede rol gespeeld, want alleen samen kunnen wij hieruit komen.

Valkenburg laat ook maar weer zien dat het bouwen van betaalbare huizen niet alleen een gemeentelijke taak is.

(9)

Vertraging woningbouw projectlocatie Valkenburg Bedijn, Voorzitter, Çelik, Sandmann en Van de Breevaart

Er moeten echt meer regionale of landelijke bevoegdheden komen die het mogelijk maken om mensen een fatsoenlijk en betaalbaar dak boven hun hoofd te geven. Laten wij samen het signaal afgeven dat wij dit op korte termijn willen oplossen en dat wij eraan werken om zo snel mogelijk te kunnen bouwen. Laten wij als provincie doen wat wij kunnen. Maar behalve veel huizen bouwen is het nog belangrijker wat wij gaan bouwen. Als je 500.000 euro te besteden hebt in deze provincie, dan kun je kiezen waar je wilt wonen, maar de lage en middeninkomens hebben die keuze niet. Het bouwen van sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en goedkope koopwoningen (het liefst met een antispeculatiebeding) is wat ons betreft enorm belangrijk. De handreiking van Katwijk, die zij in het openbaar heeft gedaan, om extra woningen te bouwen, heeft onze steun, mits het woningen zijn in het lage en middensegment. Aan zeshonderd villa’s is geen behoefte in deze markt. Ook is het behoud van de Groene Zone voor ons een voorwaarde en de vraag of het mogelijk is om dit binnen de kaders van de verkeersafwikkeling en de stikstof te realiseren. Wij hebben met de locatie Valkenburg veel geduld moeten hebben en dat voelt soms heel tegenstrijdig. Een partijgenoot, een bekende van u, zegt: “In gelul kun je niet wonen.”

Maar als je te hard met je vuist op tafel slaat en iedereen de hakken in het zand zet, dan kom je ook nergens. Het is in ieders belang om zo snel mogelijk te kunnen bouwen en de PvdA hoopt dat hier een hoog percentage echt betaalbare woningen bij zit. En ik hoop dat ook snel te zien in de ondertekening van de afspraken, want alleen als wij samenwerken, kunnen wij de woningen realiseren die zo hard nodig zijn. Dank u wel.

De VOORZITTER: Dank. De heer Çelik (DENK).

De heer ÇELIK (DENK): Ik kan het kort houden, voorzitter.

Stagnatie Valkenburg; de bouw van die woningen moet niet langer stagneren, het moet nu echt gaan starten. Wij kennen niet alleen een woningnood, maar wij weten inmiddels ook dat carrière maken binnen de woningmarkt niet meer mogelijk is. Mensen kunnen niet meer van de ene naar een andere woning gaan, van oud naar nieuwe, van sociaal naar middelduur. Alles ligt eigenlijk een beetje klem en dat moet opgelost worden. Dus, zo snel mogelijk starten na zestien jaar.

Desalniettemin is mijn fractie wel van mening dat wij moeten kijken of er meer woningen gebouwd kunnen worden, niet voor de rijken onder ons, maar voor de middenklasse en voor de sociale woningbouw. En dat mag niet leiden tot extra vertraging. Dus, als het idee heerst dat eerst onderzocht moet worden of dat kan binnen Valkenburg, voordat begonnen kan worden met bouwen, dan is dat een verkeerde veronderstelling. Het kan parallel lopen.

Vijfduizend woningen worden niet in een keer gebouwd; dat gebeurt vaak in fases. In dit geval mogelijk zes of zeven fases. Er worden dus steeds zes- of zevenhonderdwoningen gebouwd. In de tussentijd kan er nagedacht worden of er, binnen de hectares die wij hebben, extra woningen kunnen komen.

De heer SANDMANN (FvD): Ik ben bijzonder geïnteresseerd in de redenatie van de heer Çelik zegt. Hij begint zijn verhaal met de doorstroming die stokt. Mensen die een duurdere woning willen, kunnen niet meer verder. En vervolgens zegt hij dat wij vooral niet moeten gaat bouwen voor de rijkere inwoners. Dan blijft de doorstroming toch stokken, lijkt mij.

De heer ÇELIK (DENK): Zo bedoel ik het niet. Ik ben ook begonnen in een sociale huurwoning. Mensen maken carrière, zij gaan meer verdienen. Uiteindelijk wil je naar een wat grotere woning. Je krijgt een gezin. Je wilt naar een andere buurt. Dat bedoel ik met wooncarrière maken. Ik heb het dus niet over fragmenten, ik heb het over een looppad, want ook binnen de woningbouw kunnen mensen carrière maken. Dat heb ik namelijk zelf ook meegemaakt. Dat bedoelde ik. Ik heb dan over goedkoop en middelduur, ik heb het niet over hele dure woningen van bijvoorbeeld een miljoen euro. Daar heb ik het niet over. Ik heb het echt over woningen tussen de 200.000 en 500.000 euro.

De VOORZITTER: De heer Van de Breevaart.

De heer VAN DE BREEVAART (ChristenUnie & SGP):

Misschien een procedurevraagje. U geeft aan dat u gelijktijdig met de bouwproces onderzoek zou willen doen naar de vraag of er meer gebouwd kan worden. Hoe ziet u dat procedureel in verband bijvoorbeeld met het bestemmingsplan, mobiliteit, stikstof et cetera. Hoe denkt u dat in te passen?

De heer ÇELIK (DENK): Wat wij hier doen, is het meegeven van kaders. Uiteindelijk gaan wij er niet over. Gedeputeerde Staten zijn in gesprek met twee gemeenten. In dit geval is Katwijk leidend.

Wij geven hier kaders mee. Er is in mijn ogen een kleine meerderheid die vindt dat er meer woningen zouden kunnen komen. Daarmee moeten de gemeenten rekening houden. Hoe ze dat inpassen? Het bestemmingsplan is niet gericht op precies vijfduizend woningen, er zit altijd manoeuvreerruimte in. Wij hebben het niet over tienduizend woningen, wij hebben het over maximaal zeshonderd woningen erbij. Dat kan. Als je kijkt naar het aantal hectares, dan zou je meer woningen kunnen bouwen met behoud van natuur en groen. Dat kan. Wij vragen om er nog eens even goed te kijken of het inpasbaar is. Dat is wat ik zeg.

De heer VAN DE BREEVAART (ChristenUnie & SGP): Maar bent u het ook met mij eens dat vooraf vastgelegd moet worden hoe zaken als mobiliteit, ontsluiting enzovoorts geregeld gaan worden, zodat niet achteraf knelpunten opgelost moeten worden?

De heer ÇELIK (DENK): Zeker. Dat ben ik volledig met u eens.

Daarom moeten wij dus onderzoeken of het bij die knooppunten van OV, meer verkeer enzovoorts haalbaar is om meer woningen te bouwen. Dat weet ik nu niet, maar dat kan onderzocht worden.

Dat hoeft geen jaren te duren, dat kan in een paar weken. Dus kijk nog even goed naar waar gebouwd gaat worden en waar de drukte zal komen en kijk of dat inpasbaar is. Dat is het enige wat ik aangeef. Volgens mij is dat redelijk goed te doen.

(10)

Vertraging woningbouw projectlocatie Valkenburg Voorzitter, Kegel, Çelik en Haasnoot

De VOORZITTER: De heer Kegel.

De heer KEGEL (FvD): Ik heb nog een paar controlevragen voor de heer Çelik. Op de eerste plaats verplaatst hij zich in de situatie, waarin hij zelf de woningmarkt op kwam. Nou weet ik niet precies in welk tijdsgewricht dat was, maar ik denk dat dat misschien al twintig of dertig jaar geleden was. In de huidige situatie kunnen wij constateren dat die woningmarkt heel anders geworden is. De heer Mooiman gaf daar al een voorbeeld van. U noemde op een gegeven moment huizen in de prijscategorie van 200.000 tot 500.000 euro. Ik heb het idee, zeker als je in de richting van 500.000 euro gaat, dat het voor categorieën als verpleegsters en politieagenten al een onbereikbaar ideaal wordt. Ik was even benieuwd hoe u daar tegenaan kijkt.

De heer ÇELIK (DENK): Ik geef geen antwoord op controlevragen, dus de eerste vraag sla ik over. Ik zit hier niet in de schoolbanken. Op de tweede vraag wil ik wel antwoord geven.

Ik heb net aangegeven dat mensen carrière maken. Als je begint in een sociale woning, maar je krijgt ander werk of je gaat meer verdienen, dan zijn sommige bedragen haalbaar. Natuurlijk is 500.000 euro niet haalbaar voor de gewone verpleger en politieman. Dan zit je echt tussen de 200.000 en 300.000 euro.

Maar ook zij maken een sprong en dan zou het kunnen dat ook zij een woning van 350.000 of 400.000 euro kunnen kopen. Dus ik zeg niet direct dat alles tussen de 200.000 en 300.000 euro moet liggen; er mag best wat speling in zitten. Maar voor de hele dure categorie, dus 500.000 euro en hoger, voel ik zelf weinig.

De heer KEGEL (FvD): Dat betekent toch een bepaalde invloed op de mix aan woningen die daar gebouwd zou moeten worden.

Het verhaal dat u schetst staat volgens mij in tegenspraak met wat de andere partijen tot nu toe schetsen en die met name uitgaan van de startsituatie van degenen die daar gaat wonen.

De heer ÇELIK (DENK): Er worden al genoeg woningen gebouwd in de categorie tussen 300.000 en 500.000 euro. Wij hebben het hier over zo veel mogelijk sociale woningbouw, dus voor de mensen aan de onderkant. Die wooncarrière heb ik genoemd om aan te geven dat wij het niet eng vinden om ook woningen rond de 400.000 euro te bouwen. Dat was het enige wat ik wilde zeggen. Maar vanzelfsprekend gaat het vooral om de onderkant van de woningmarkt. Laat dat helder zijn. Wij hebben percentages die wij hanteren voor woningbouwprojecten (zoveel procent sociale woningbouw, zoveel procent middenhuur) en dat steun ik volledig.

De VOORZITTER: Gaat u verder.

De heer ÇELIK (DENK): Tot slot nog iets over antispeculatie. Ik heb ook een motie voorbereid. Die zal ik in tweede termijn indienen. De woningmarkt wordt gevraagd om mensen snel een dak boven het hoofd te bieden en snel kansen te geven. Voor die kansen zou het slecht zijn, als de woningen in verkeerde handen terechtkomen, waardoor er mensen heel snel winst mee kunnen maken. Om dat tegen te gaan, voelen wij veel voor een soort anti- speculatiebeding. Uiteraard gaan wij daar niet over. In mijn motie vraag ik Gedeputeerde Staten om daarover in gesprek te gaan met de gemeente Katwijk en middelen te vinden om dat proces te

borgen, zodat de mensen die de woningen echt nodig hebben, die ook kunnen krijgen. Dank u wel.

De VOORZITTER: Dank. De heer Haasnoot (50PLUS).

De heer HAASNOOT (50PLUS): De gebiedsontwikkeling op het voormalig vliegkamp Valkenburg is vandaag geagendeerd, om dat de Staten grote waarde hechten aan snel bouwen waar dat kan.

Het is dan ook begrijpelijk dat deze locatie specifiek aandacht krijgt vanwege de omvang en de actualiteit. Maar gezien de woningnood zou het echter beter zijn, als wij deze oefening binnenkort nog eens voor de hele provincie zouden doen. Ik vind het in dat verband dan ook merkwaardig dat een andere locatie in de nabijheid, namelijk Bronsgeest in Noordwijk, van de agenda is gehaald. Dat is weliswaar een kleiner project, maar hier speelt precies dezelfde urgentie. En vele kleintjes maken met elkaar weer een grote, zoals u weet. Ik hoop daarom dat wij in deze casus, Bronsgeest dus, proces en inhoud van elkaar gaan scheiden en vervolgens ook dit project snel gaan agenderen.

En, zoals ik hiervoor al opmerkte, waarom niet een inventarisatie maken van alle projecten in de provincie, waar vertraging op zit, gekoppeld aan een analyse van de oorzaken. Vervolgens kan de stap gemaakt worden naar wie wat moet doen om tot versnelling van die projecten te komen.

Terug naar Valkenburg. Dat boek ga ik trouwens nog wel een keer schrijven, voorzitter. Want het is om te beginnen al merkwaardig dat er destijds voor deze plek is gekozen om te gaan bouwen en niet elders. Het is een uitleggebied en volgens de Ladder van duurzame verstedelijking is bouwen daar helemaal niet toegestaan. Maar goed beleid maak je blijkbaar om er uitzonderingen op te kunnen toestaan. De gevolgen waren wel dat wij het onszelf enorm moeilijk hebben gemaakt. Het gebied ligt behoorlijk onder NAP. Alweer volgens de rijksregels zouden wij niet tegen de natuur, maar met de natuur mee moeten bouwen.

Dat gebeurt hier niet. Gevolg: problemen en kosten. Ik adviseer daarom vooral paalwoningen te bouwen in dit gebied. Verder is archeologie een probleem, waardoor niet overal gebouwd kan worden. En het grootste probleem is natuurlijk de draagkracht van de regio voor een compleet nieuw dorp, een probleem dat niet gemakkelijk oplosbaar is en ook weer hoge kosten met zich meebrengt. Vandaar ook dat er een plafond zit aan het aantal woningen dat je daar kunt bouwen. Je kunt dit gebied niet zomaar vergelijken met een willekeurig ander gebied, zoals Rijswijk. Het aantal van vijfduizend woningen is niet uit de lucht komen vallen, maar is een resultante van heel veel onderzoek. Dat is onder andere neergelegd in de Integrale Ruimtelijke Visie (IRV) die al eerder is genoemd. Mijn fractie voelt er dan ook weinig voor om te sleutelen aan het plafond van vijfduizend woningen. Vergeet niet dat de agglomeratie van Katwijk/Noordwijk tot en met Leiderdorp feitelijk de derde stad van Zuid-Holland vormt. Het is een grote steenwoestijn. Niet voor niets is het gebied van dat vliegkamp onderdeel van de Rijksbufferzone, waarover de Partij voor de Dieren het al had.

(11)

Vertraging woningbouw projectlocatie Valkenburg Haasnoot, Voorzitter, Van Sandick-Sopers en Van de Breevaart

Dat moest voorkomen dat deze agglomeratie zou samensmelten met groot Den Haag, een situatie die feitelijk al ontstaan is. Het is goed te begrijpen dat de gemeenten Wassenaar en Katwijk daarom strijden om het laatste randje groen tussen beide gemeenten open te houden. Natuur, recreatie en werkgelegenheid en allerlei infrastructuur vechten hier om de ruimte, en er zijn duidelijk knelpunten. Zo is de RijnlandRoute in zijn huidige vorm absoluut geen robuuste oplossing voor de bereikbaarheid in de Duin- en Bollenstreek, maar daarover later meer.

Samenvattend. Wij hebben met deze bouwlocatie, pal naast een belangrijk Natura 2000-gebied en tevens waterwingebied, niet alleen een oplossing voor het gebrek aan woningen gecreëerd, maar ons tevens heel veel extra problemen op de hals gehaald en die waren trouwens allemaal voorspelbaar. Gedane zaken nemen geen keer, voorzitter, en wij zullen dus met de gevolgen daarvan moeten dealen. En in relatie met deals die gemaakt moeten worden; het is werkelijk stuitend om te zien hoe de drie overheidslagen de kosten die daarmee samenhangen op elkaar proberen af te wentelen. Onze fractie doet zoals gewoonlijk haar best om te voorkomen dat de inwoners hiervan de dupe worden, maar dat is best lastig, want de schermutselingen tussen de overheden vinden allemaal plaats buiten het zicht van de volksvertegenwoordigingen en zijn allemaal uiterst geheim. De informatie die wordt verstrekt is uiterst minimaal en allemaal weer voorzien van het stempel geheim. Wij zullen ons oordeel over deze deal, die blijkbaar voorligt, moeten opschorten totdat de zaak rijp is voor openbare behandeling. Ik kan dus niets over de inhoud zeggen, maar ik kan wel iets zeggen over de manier waarop wij er straks naar gaan kijken. En daarmee sluit ik op dit moment af.

Ik neem dat de zaak nog wel een keer terugkomt. Onze fractie hanteert in ieder geval de volgende drie hoofduitgangspunten:

1. Wij willen dat de betrokken volksvertegenwoordigingen op het moment van besluitvorming moeten kunnen beschikken over alle informatie die relevant is voor de besluitvorming. Dat is op dit moment niet het geval. Wij hebben bijvoorbeeld geen enkel inzicht in de exploitatiebegroting. Dat houdt in dat alle cijfers voor ons volkomen transparant en onderbouwd moeten zijn.

2. Er moet sprake zijn van rolzuiverheid bij alle participanten.

Daarbij zijn ernstige calamiteiten opgetreden. Ik ga daar verder niet op in. Ik heb er elders wel iets over opgeschreven.

Het was echt stuitend om de zien hoe dat ging, met name hoe de rijksoverheid haar rollen vermengd heeft. Het bevoegde gezag –ik denk vooral aan de gemeente- moet zijn rol kunnen spelen. En de grondeigenaar bemoeit zich met zijn eigen zaken. In het samenspel moeten beide partijen elkaar natuurlijk wel wat gunnen. Wij moeten er dus goed over nadenken of wij in het vervolgproces iets kunnen doen om te zorgen dat het vertrouwen, dat een beetje weggeraakt is, te herstellen, want anders wordt het een lijdensweg. Ik heb een idee over wie de schuldige is, maar dat houd ik nog even voor mij.

3. Wij houden ons aan wetten en regels. Wij hadden een motie voorliggen, waarin wij zeiden dat de Woonvisie moest worden gehandhaafd. Maar het is eigenlijk gekkenwerk om een motie in te dienen die zegt dat wij gewoon de regels moeten volgen.

Ik ga er vooralsnog vanuit dat die regels worden gevolgd, onder andere 25% sociale bouw en 20% voor de

middeninkomens. Die motie houd ik dus nog even in de lucht.

De Woonvisie is voor onze fractie heilig.

En daarmee wil ik eindigen. Dank u wel.

De VOORZITTER: Dank voor uw bijdrage. Mevrouw Van Sandick (CDA).

Mevrouw VAN SANDICK-SOPERS (CDA): Gisteren sprak minister Stientje van Veldhoven in de Eerste Kamer namens het kabinet bij het debat Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, lovend over de locatie Valkenburg. Volgens haar is Valkenburg een voorbeeld van succesvolle bemoeienis van het ministerie om woningbouw te versnellen. En zij was uiterst tevreden met de gemaakte afspraken. Alhoewel het akkoord tussen de gemeente Katwijk, Wassenaar, het Rijksvastgoedbedrijf en de provincie Zuid-Holland nog niet openbaar is, is het CDA ook tevreden dat er een akkoord is bereikt.

Echter, het CDA wil nu even helder stellen dat het feit dat dit akkoord alleen geheim aan ons is voorgelegd, niet wil zeggen dat het nu ook de instemming heeft van het CDA. Ons oordeel geven wij pas, wanneer het openbaar is en wij dit daadwerkelijk met de Staten kunnen gaan bespreken. Daar kijken wij naar uit. Het bestuursakkoord dat in maart 2019 ook door de provincie Zuid- Holland is getekend, zal voor ons daarbij leidend zijn. En mochten er enige aanpassingen op komen, omdat de partijen er zo met elkaar uitkomen, dan wil het CDA de soepelheid betrachten die zij ook van deze vier partijen verwacht.

Het CDA dankt de gedeputeerde voor haar standvastige koers en hoort graag van haar hoe de provincie de lokale democratie, dus de gemeente Katwijk, kan helpen bij een snelle uitvoering.

Stikstof, bereikbaarheid, drinkwater, om maar eens een paar onderwerpen te noemen, zijn zaken die moeten worden uitgezocht. En graag parallel aan het zware proces dat Katwijk gaat hebben om op tijd een bestemmingsplan neer te leggen. Het CDA wil dat de provincie direct aan de slag gaat met het meedenken en meehelpen om Katwijk te helpen de plannen zo goed en zo snel mogelijk uitgevoerd te krijgen, opdat onnodige vertraging van onze zijde kan worden voorkomen.

De VOORZITTER: Dank u wel. Was dit uw maidenspeech?

Excuus, zullen wij nog een extra roffel doen? De heer Van de Breevaart (ChristenUnie & SGP).

De heer VAN DE BREEVAART (ChristenUnie & SGP): Goed onderhandelen leer je door het vaak te doen. Zou dat de gedachte zijn geweest van de onderhandelaars? Ik ben in ieder geval erg blij, voor alle betrokkenen, dat er een deal is uitgesleept. Alle betrokken partijen dank daarvoor.

(12)

Vertraging woningbouw projectlocatie Valkenburg Van de Breevaart, Voorzitter, Sandmann en Van Hunnik

Vooropgesteld, wij zien ook de woningnood en daarom hebben wij wat vragen over vooral de snelheid. Voorafgaand wil ik ook aangeven dat ik persoonlijk van meerwaarde had gevonden de bestuurlijke overeenkomst inhoudelijk te bespreken. Die enkele pagina’s hadden meer inhoud kunnen geven aan het debat.

Dan wil ik wat algemene vragen stellen aan de gedeputeerde met betrekking tot de waarde van de deal die morgen lijkt te worden getekend. Die vragen mogen beantwoord worden met ja en nee, omdat het nu een soort ruim debat wordt.

− Zijn er delen in de overeenkomst, waarbij een bijdrage van de provincie verlangt wordt en bent u bereid om dat volledig en onaangepast op te pakken en u eraan te houden?

− Ziet u voor provincie alsnog een rol weggelegd, als het gaat om het beïnvloeden van de concrete punten van de deal, zodat die mogelijk nog kunnen wijzigen? Anders gezegd, om te knagen aan de snelheid en het fundament van deze deal.

En zo ja, op welke punten?

− Zijn er punten die u graag anders had gezien, maar die worden geaccepteerd?

En nogmaals, wat mij betreft mag u met ja of nee antwoorden. Dat zou voldoende kunnen zijn.

− In de vorige commissie hebt u gesproken over zeshonderd woningen extra op de vijfduizend. Ik hoorde dat nu ook een aantal keer terugkomen. Wat is de inschatting, als het gaat om mobiliteit? Is dat te realiseren?

− Precies hetzelfde geldt voor stikstof. Op welke termijn is duidelijkheid te krijgen, als het gaat om de impact van dit project, maar ook van andere projecten, op de stikstofproblematiek?

− Als u achterom kijkt over de jaren heen, wat zijn dan de lessen die geleerd zouden kunnen worden uit dit traject?

− En als laatste, maar niet onbelangrijke en inmiddels provinciebrede zorg zie ik de laatste tijd, dat ook grote plaatsen dingen opeisen van kleinere plaatsen en omgekeerd dat zij ook risico’s en verantwoordelijkheden wegleggen bij kleine plaatsen om er zo vanaf te komen. Dat zie ik vooral terugkomen op wonen, veiligheid en bedrijvigheid. Ziet de gedeputeerde deze trend ook? En zo ja, wat is hiertegen te doen en wat zou u daaraan gaan doen?

Dank u.

De VOORZITTER: Dank. De heer Sandmann (FvD).

De heer SANDMANN (FvD): Mevrouw Bouchtaoui gaf in haar maidenspeech al aan dat wij een kansrijke samenleving willen. En voor een kansrijke samenleving is het in ieder geval van belang dat je een woning hebt. Wat dat betreft zijn wij dus ook voor een vlotte bouw van woningen. FvD steunt die vlotte bouw. Wij hopen ook dat straks die mooie motie komt die wij mee indienen, om die vlotte woningbouw te steunen. Iedereen kent wel in zijn of haar omgeving wel mensen die in de problemen zitten. Mevrouw Bedijn gaf al een voorbeeld van een verpleegster die in een soort noodopgang terechtkomt. Het aantal daklozen is in de afgelopen tien jaar verdubbeld. In Zuid-Holland is dat een nog veel groter probleem dan in Nederland als geheel. En ik heb een buurmeisje dat een vaste baan heeft en een vriendje met ook een baan. Zij willen gaan samenwonen en een gezin stichten, maar zij woont al drie jaar bij haar moeder en de komende drie jaar waarschijnlijk

ook. Dat woningverhaal is dus een heel groot probleem en dat moet veranderen.

Maar ik wil ook even naar het grotere plaatje kijken. Ik refereerde er net al aan; ik krijg het gevoel dat wij water naar de zee dragen.

Ik refereerde er net al aan bij mevrouw Hoogerwerf; volgens het CPB is het mogelijk dat wij de komende tien jaar 1,8 miljoen extra inwoners krijgen. En dat betekent voor ons 450.000 extra inwoners. Mensen, wij hebben het nu over zeshonderd woningen.

Zeshonderd woningen, daarover praten wij nu. Maar straks hebben wij er 450.000 mensen bij; daar moeten wij het ook over gaan hebben. Ik hoop dat wij daar snel over zullen debatteren.

Want wij dragen eigenlijk niet eens water naar de zee, wij dragen een waterdruppeltje naar de zee vandaag. Het schiet niet op. Wij hebben een groot probleem en wij moeten daarover meer en groter van gedachten wisselen en echte oplossingen voor zoeken.

Ik vind het prima dat wij vandaag een debat hebben over zeshonderd woningen. Wij zijn daar hartstikke voor en ik hoop dat mijn buurmeisje een van die woningen zal bemachtigen, maar over het grotere verhaal moeten wij het nog hebben. Dank.

De VOORZITTER: Dank. Mevrouw Van Hunnik (GroenLinks).

Mevrouw VAN HUNNIK (GROENLINKS): Al in 2013 werd gesproken over woningnood en dat wij misschien de woningbouw zouden moeten versnellen in Zuid-Holland, maar eigenlijk in heel Nederland. Een van de ideeën die daarbij ontstond, was om te gaan bouwen op Valkenburg. Ondertussen zijn wij zestien jaar verder. Al die jaren heeft GroenLinks gepleit voor het bouwen van goedkope koopwoningen en sociale huurwoningen, juist om ervoor te zorgen dat wij iedereen een dak boven het hoofd kunnen geven in Zuid-Holland. Al die jaren hebben wij ook gepleit voor een groene bufferzone, juist om ervoor te zorgen dat de belangrijke verbinding tussen het achterland en het duingebied in stand blijft en om de biodiversiteit in stand te houden. Die standpunten van onze fractie zijn ongewijzigd.

n de media hebben wij gelezen dat er plannen zijn om mogelijk extra woningen te gaan bouwen. In eerste instantie, in een ver verleden, ik denk aan 2003, heeft GroenLinks uitgedragen dat het beste plan een plan zou zijn met zo min mogelijk woningen.

Voorzitter, in de loop der tijd is daarin wel een wijziging gekomen, want met de huidige woningnood, de toename van het aantal daklozen, kunnen wij er niet omheen dat er woningen gebouwd moeten worden, en veel. Op Valkenburg in Zuid-Holland, in heel Nederland. Wij zijn dan ook in staat om kritisch te kijken naar hoeveel woningen wij willen bouwen en of er woningen toegevoegd kunnen worden aan de afspraak voor vijfduizend woningen, zoals wij in de media vernamen.

Wat GroenLinks betreft is het helder. Als er uit het akkoord tussen Katwijk, Wassenaar, het Rijksvastgoedbedrijf en de provincie een dergelijk verzoek naar voren komt, dan is het voor ons belangrijk om te kijken wat de haalbaarheid is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

 Instemmen met het verzoek tot het houden van een themabijeenkomst met een informerend karakter in de vorm van een expertmeeting, vooraf gegaan door korte ambtelijke

We hebben de mogelijkheid om op basis van de provinciale verordening “In actie voor werk Overijssel 2004” subsidie ter verlenen voor het opstellen van een Masterplan

Het dividend is heel belangrijk voor de begrotingen van de provincie en de gemeenten, maar misschien moeten wij het ook eens hebben over de vraag of die winst niet ten goede

Voorstel van Gedeputeerde Staten van 14 mei 2018 2018, dienst/sector domein Leefomgeving, nummer PS2018RGW05, inzake verklaring voorbereiding Provinciale Ruimtelijke

De lasten van de Rekenkamer worden gedekt door de bijdrage van de provincies Overijssel en Gelderland in het kader van de Gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Oost-Nederland..

De nieuwe koers voor Stad en Platteland en van Leefbaarheid@Brabant, de daarin opgenomen uitgangspunten voor onze provinciale rol en inzet en de ontwikkelingen zoals die nu in

begrotingspost gladheidbestrijding in de jaren dat er lage kosten worden gemaakt. De reserve wordt primair ingezet voor de cofinanciering van projecten en de uitvoering van

Bijstand in de vorm van ondersteuning bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties kan verleend worden door ambtenaren die onder het gezag van Provinciale Staten