• No results found

Het bijzonder onderwijs bedreigd?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het bijzonder onderwijs bedreigd?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

COLUMN 62

Het bijzonder onderwijs bedreigd?

In de afgelopen maanden hebben zich een aantal gebeurtenissen voorgedaan die op lange termijn een bedreiging kunnen in-houden voor de positie van het bijzonder onderwijs. In de eerste plaats is er de dis-cussie rond de plaats van artikel 208 G.W. in de nieuwe Grondwet 1.ln de vernieuwde

Grondwet worden de grondrechten in het Eerste Hoofdstuk bij elkaar geplaatst; in het eerste gedeelte worden de klassieke grondrechten opgenoemd, in het tweede gedeelte de sociale. Aangezien het onder-wijsartikel zowel een klassieke (overheids-onthouding) als een sociale component (overheidsingrijpen) bevat, zou het naar het oordeel van de CDA-fractie in de Tweede Kamer aanbeveling verdienen dit dubbele karakter in de plaats van het artikel tot uiting te brengen: na de klas-sieke en vóór de sociale grondrechten; een daartoe strekkend amendement-Van der Sanden werd ingediend, doch verwierf slechts de steun van CDA, GPV, SGP en RPF (51 stemmen).

Uit het bovenstaande kunnen de volgende conclusies worden getrokken: ondanks het feit dat de regering als argument voor haar voorstel slechts de lengte van het artikel kon aanvoeren, weigerde zij met het CDA-voorstel in te stemmen; de coali-tiepartner VVD koos partij tegen het CDA en voor de PvdA; op eigen kracht kan het CDA niet meer een voor het bij-zonder onderwijs nadelige wijziging van art. 208 Gw. tegenhouden. Het gevaar van

CHRISTEN DEMOCRATISCHE VERKENNINGEN 2/83

de genomen besbsing ligt hierin dat- ondanks betuigingen van het tegendeel nû -over enige tijd PvdA en VVD op de nieu-we plaats van het onderwijsartikel een beroep zullen doen om verdergaand over-heidsingrijpen in de sfeer van het bijzonder onderwijs te rechtvaardigen.

Ten tweede. In het jongste regeerakkoord wordt- evenals in het regeerakkoord van 1981 -een herziening van art. 208 Gw. in het vooruitzicht gesteld in dier voege dat delegatie van regelgeving naar lagere overheden met betrekking tot het bijzon-der onbijzon-derwijs onmogelijk wordt; delegatie van uitvoering daarentegen zal zoveel mo-gelijk worden bevorderd. Waartoe dit kan leiden is enige maanden geleden duidelijk geworden bij de behandeling van de In-terimwet Speciaal Onderwijs in de Eerste Kamer. In dit wetsontwerp wordt aan de provinciale besturen een planningstaak toebedeeld; er ontspon zich een discussie over de vraag of dit nu delegatie van regel-geving of van uitvoering was. Opmerkelijk was het standpunt van de grote politieke partijen: volgens het CDA betrof het hier regelgeving, volgens PvdA èn VVD(!) was het volstrekt duidelijk dat het hier uit-voering betrof. Interessant was ook de opmerking van regeringswege dat de pro-vinciale besturen - bij het vervullen van de hen opgelegde taak- niet bezig zijn met regelgeving, maar met uitvoering van de wet! r,

,.,

I l

(2)

·"'-r.

,...,

I l ·"'-COLUMN

Bij een analyse van deze gebeurtenis ko-men we tot het volgende beeld: kennelijk bestaat er geen objectieve maatstaf, aan de hand waarvan ondubbelzinnig vastge-steld kan worden of iets regelgeving of uitvoering is. Bij gebreke aan een derge-lijke maatstaf wordt over deze kwestie be-slist in het parlement, waar de VVD met de PvdA front maakt tegen het CDA Kennelijk hebben beide partijen er belang bij het begrip uitvoering zoveel mogelijk op te rekken, zodat veel naar lagere or-ganen gedelegeerd kan worden: immers, daar is de invloed van het CDA geringer! Het stemgedrag van de VVD behoeft tot geen enkele verbazing aanleiding te geven: zij voert op dit punt consequent haar Be-ginselverklaring uit, waarin de tweede-rangspositie van het bijzonder christelijk onderwijs verwoord staat.

Misschien is het verstandig om over deze passage in het regeerakkoord nog eens na te denken!

Derde voorbeeld. In de beleidsnota 'Taak-verdeling en concentratie in het weten-schappelijk onderwijs' wordt ingegaan op de positie van de bijzondere instellingen. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt met betrekking tot voorzieningen 'waar-voor de eigen aard van de betrokken in-stelling naar hier te lande geldende opvat-tingen direct relevant is, en voorzieningen waarvoor dit niet of hoogstens indirect het geval is'. Alleen voorzieningen van de

63

mr. dr. A. Postma

eerste categorie worden beschermd. Deze passages roepen toch wel enkele vragen op. Sinds wanneer wordt op het departement beslist over de relatie tussen levensbeschouwing en onderwijs? En wat zijn hier te lande geldende opvattingen en hoe worden die gemeten?

Tot slot. Reeds in 1977 schreef Donner over het inkapselingsproces ten aanzien van het bijzonder onderwijs. Hij voorzag twee mogelijkheden: ofwel het proces van gelijkschakeling en gedaanteverandering zou voortgaan, ofwel het bijzonder onder-wijs zou eindelijk wakker worden. Ik heb de indruk dat de eerste mogelijkheid meer realiteit geworden is dan de tweede.

1 Uit art. 208 G.W.: 'Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der Regering.

Het geven van onderwijs is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en, voor wat bij de wet aangewezen vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar de bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een en ander bij de wet te regelen.'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De subsidievoorwaarden vallen uiteen in twee categorieën, te weten be- palingen van financieel-technische aard (minimum-aantallen leerlingen ver- eist voor het recht op

JSO expertisecentrum voor jeugd, samenleving en opvoeding en het Tympaan Instituut hebben in opdracht van de provincie Zuid- Holland een project uitgevoerd dat zich richt op

Hans Teegelbeckers: “Richtingvrije scholenplanning is een goed punt, maar het is geen goed idee om op basis van rela- tief nieuwe levensbeschouwelijke overtuigingen bijzondere

Hoewel er met het overgangsrecht van artikel 22.32 voor is gezorgd dat bestaande wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten geen dode letter worden in het

Wetenschapssymposium: Carmen Horjus wint 'artikel van het jaar' Op het 7e Rijnstate Wetenschaps- en innovatiesymposium, dat op 6 juli plaatsvond, heeft MDL-arts Carmen Horjus de

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Goud, mirre en wierook zijn kostbaar, Maar door de hemel is gegeven:. Jezus, Hij kwam voor ons

Gewoonlijk wordt er gestart met de algemene beschouwingen van alle politieke partijen, bij de behandeling van de begroting voor 2019 kostte deze ‘inleiding’ ruim één uur..