cV Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1
ROEPSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS,
67 TE NAALDWIJK.
Metingen van het waterverbruik bij tomaten bij 3 verschillende plantdata,1969*
door: R.de Graaf
fîijo +/yv£o
- 5"3PROEFSTATIQN
UQOR DEGROENTEN-
EN FRUITTEELTONDER GLAS
TE NAALDWIJK
B i 3 L I O T H E E K Preeîstation voor de Groentan- en
Fruitteelt
onder Glas te Naaldwijk,
..r; van nat us'ce
ri
3 verschillcr.c.irbruik bij tomaten
59
coor : R.de Graaf
Inhoud Inleiding Proefopzet Proefresultaten a. Waterverbruik b» Beuorteling o e cpQrenQGo Conclusie Grafieken»
3
-Inleiding
Om een indruk te krijgen van de invloed van het groeistadium van tomatenplanten op hat waterverbruik is een aantal zogenaamde lysimetors gjhruikt« Hiermee is het mogelijk wekelijks de
gegeven en afgevoerde hoeveelheid water te bepalen en daaruit een waterbalans op te stellen» De tomatenplanten worden in deze meetapparatuur geteeld«»
Proefopzet
De planten in de lysimetsrs (inhoud +_ 70 l) werden automatisch van water voorziene Er werd gewerkt met 3 plantdata, namelijk :
31 januari 18 februari en
IB maar-* werd gemeten van 1 .\;c.srt toten .met 3 juli. 1/cor ber.ar.w-wliri^ 3 vanaf 18 maart.
De lysimeters stonden opgesteld volgens onderstaand schema.
3 ' 2 1 A 3-24 + *
« + \
3* .2*
| i + l2*
^ "+ 1 -+ f -+ I* +
i
I I s ; . 1 3T| 2"f 3T I" ] 1" j 1' .8 - ' ? i 1*H 3 I 2 j 1 S 3 Ï 2 l 1 | 2 3 { 2 f 3 j 1 j 1 + 1 + : I ! ! | ! ? i I | I i I I 1+I
1i
3j
2 ! 1 ! 3 ! 2 •( 1I
2 I 3 I 2.I
3 I 1 < 1* 1+l?
!
?
?
4JL
\ : l ï I # i ? f j . 'i •{•F i • I 3 a < S I | ! + S *4- $ 11 ' Ü 3 2 5 1 I 3 Î 2 j 1 l 2 3 2 ! 3 1 S 1 1 '*< L 1+i
1+1 '3+ ïs
2 * | 1 + ï 3*:, 2+! 11 2| 3+S 2 * i 3+! 1 + r: 1+ 1 +j I
n o n »-3 F-a on
Uorueloakken ! j t ï î !' i ' 1 1} 35 2| 11 3 21 t_| L_! \ 1 I + l " ' "* '' " "i 1*j 1* 1 I 2 fT •' ~ ' 2 ; 3 h <1 • h'LLLLl
;
4
-1 2 3
Naast ds lysimster-waarnemingsn werden in betonnen mortelbakken mat een glaswandj worteluaarnemingen gedaan»
geplant op 31 januari 1* % ? -J. \\
geplant op 18 februari 2 Buiten de proef geplant op 13 maart 3* planten,
ProefresLïltaten
a. Water.verbruik
Door het verschil in plantdata ontstond er uiteraard een verschil in plant-grootts» waardoor ook het waterverbruik uiteen liep. Later in de tijd (half mai) werden deze verschillen klein. Het waterverbruik is weergegeven in Figuur 1.
De schommelingen in het waterverbruik u/erden veroorzaakt door verschillen in da weersgesteldheid. Dat later het verschil in waterverbruik geringer uerd was een gevolg van het wegnemen
s
van de kop van de plan- bij de 10 tross zodat gewassen ont
stonden die vrijwel gelijk van omvang waren. Van deze gewassen liep de ouderdom van het blad sterk uiteen. Toch bleven de verschillen in waterverbruik klein. Dit in tegenstelling tot waarnemingen, die al eens eerder over een korte periode waren gedaan »
Gedurende de laatste maand bleef het waterverbruik van de oudste planten wat achter bij die van plantdatum 2.
In de tweede helft van juni zijn de verschillen zej.fs betrouwbaar. Dat het waterverbruik van de jongste planten in daze periode
tussen da behandelingen 1 en 2 in lag zou mogelijk verklaard . kunnen worden door de minder goeda groei van dit gewas ( dunnere kop als eenandslingen 1 en 2). Ook* de opbrengst komt bij de jongste planten minder goed op gang.
ft)
Intern verslag Proefstation : ristingen bstreffsnde de water huishouding van de tomaat. 1966. CoD.v.d.Post.5
-Figuur 1. Tot 1 mai is behandeling 1 betrouwbaar hoger
dan behandeling 2% met uitzondering van de periode
11 april tot 25 april»
Van 2 mei tot 12 juni zijn er geen verschillen tussen de behandelingen 1 en 2; daarna tot 26 juni is behandeling 2 hoger dan behandeling 1.
Tot 30 mei is behandeling 3 duidelijk lager dan 1 an 2.
Van 31 mei tot 12 juni zijn er geen betrouwbare ver schillen tussen de behandelingen 1 » 2 en 3.
'Jan 13 juni tot 26 juni geeft behandeling 3 geen verschil meio behandeling 15 maar is wel lager dan behandeling 2.
Van 27 juni tot 3 juli zijn er geen betrouwbare verschillens,
De zomer van 1969 was vrij warm. Het waterverbruik was dan ook vrij hoog» Gemiddald bedroeg dit ever de gehele meetperiode voor da behandelingen 1s 2 en 3 respectievelijk 1.075 t 1.032 en
861 ml per plant per dag.
In juni kwamen er dagen voor, waarop ongeveer 2 1 water per plant per dag werd verbruikt, wat neerkomt op 5S5 mm verdamping.
Het totaal waterverbruik voor de 3 genoemde piantdata bedroeg res pectievelijk 120j 116 en 90 Iper plant.
b. Beuorteling
De planten in de wortelbakken werden op,dezelfde data gepoot \
als c_i in de lysimeters.
Aanvankelijk ontstond er samenhangend met de olantdatum verschil in beworteling. De oudste planten hadden de meeste wortels. Half mei waren de verschillen voor een groot deel verdwenen, terwijl bij alle behandelingen het aantal wortels sterk afnam.
/ 6
-Opvallend is3 dat in da periode mat ean betrekkelijk gering
aantal wortels,, het waterverbruik het hoogste lag (Figuur 2). Wel moet er rekening mee gehouden worden, dat de wortelbakken een vaal grotere grondvolums hebben, dan de lysimetarsj zodat
vergelijking wellicht niet geheel mogelijk i3„
c. Opbrengst
Door het verschil in plantdata en het gelijk beëindigen van de proef is er een verschil in totaal-opbrengst ontstaan.
Er werd geen duidelijk verband tussen opbrengst en waterverbruik of opbrengst en bewerteling gevonden (Figuur 3).
Conclusie
Bij tomatenplanten were een waterverbruik gatr.acan varierende van 0,1 tot 2,0 1 per dag, afhankelijk van de plantgrootta en de uieersgesteldheid»
Dongere planten verbruikten op warme, zonnige dagen 0,4 tot 0,7 1 % volwassen planten (1,50 m hoog) 1,0 tot 2,0 liter®
Op donkere dagen verbruikten jonge planten '0,1 tot 0,4 1 en volwassen planten 0,5 tot 1,0 liter«,
Bij planten van verschillende leeftijd, maar ir.at een gelijks plantgrootta werden gsen duidelijke verschillen in waterverbruik gevonden.»
Èij een in verhouding gering aantal wortels vond nog een grotB
verdamping plaats» \
Dit betekant, dat de achteruitgang van het wortelstelsel ook in perio den van sterke vruchtontwikkeling, geen ernstige belemmering
1 . 0OQ:^ : J
1
.600j
1.400-1 .200,? F 1 ,000-j 800 "I I 6C0J ; } 400J j 200»! ml, 7 -Gemiddeld waterverbruik per dag perplant. Figuur 1 / » l ƒ u M I ! \xy y \ ' 320-7 280-24Qj —j p . maart 10 . 24 Aantal wortels V 1 mei 15 f * No. 1 gepoot 31-f-69 l\!o. 2 gepoot 18-2-6S No. 3 gepoot 18-3-65 30 1 2
c
26 22 5 ' juihi 17 T 3 juli Figuur 2 12: G C-40 j5>/
i3 maart/
27 10 24 22 5 juni 1.9 20 *il" ji 15 29 1 2 26 juni| Opbrengst per plan i 1.20CL; gram/ueek. Figuur 3 1 .OOG-] - BOQt) Î - 600.'