• No results found

In Memoriam: Prof. dr. Fons Knoers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In Memoriam: Prof. dr. Fons Knoers"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Op 5 mei 2014 is Prof. dr. Alphonsus (Fons) Maria Petrus Knoers op de leeftijd van 91 jaar overleden.

Fons Knoers (1922) was sinds 1967 hoog-leraar in de pedagogiek, algemene didactiek en puberteitspsychologie, voor zover ten dienste van de opleiding van aanstaande lera-ren aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Behalve dat Fons Knoers hoogleraar was aan de RU, was hij de eerste bestuursvoorzitter van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) in de periode 1974 tot 1982 en was hij van 1986 tot 1992 voorzitter van de Onder-wijsraad. Fons Knoers is erelid van de VOR.

Fons Knoers was aanvankelijk leraar Nederlands in het voortgezet onderwijs en heeft naast zijn werk als leraar ook psycholo-gie gestudeerd in Nijmegen. In 1955 deed hij zijn doctoraal examen psychologie met als hoofdvak ontwikkelingspsychologie. In 1966 promoveerde Fons Knoers bij prof. P.J.A. Calon aan de toenmalige Katholieke Unisiteit Nijmegen op het proefschrift ‘ De ver-veling in de puberteit’.

Fons Knoers heeft in de periode 1965 - 1995 een vooraanstaande rol gespeeld in de opbouw en de professionalisering van de universitaire lerarenopleidingen. In zijn oratie van 1967 met als titel ‘De functie van de leraar in het leer- en instructieproces’ bespreekt hij de didactische driehoek als handig middel voor de structuur van het onderricht. Knoers merkt op dat in de toenmalige discussie de leerstof een (te) centrale rol speelt in de didactische driehoek en dat hij als ontwikkelingspsycho-loog de nadruk wil leggen op het leerproces van de leerlingen. Knoers heeft in ieder geval oog voor de dynamische interacties tussen leraar, leerstof en leerlingen. Hij stelt dus zo’n 45 jaar geleden al het leren van de leer-ling centraal en niet het onderricht van de leraar. Interessant is ook zijn opvatting over de functie van de leraar in het schoolse

leer-proces. Knoers sluit aan bij de vijf instructie-fasen van Gagné. Hij merkt op dat deze instructiesequentie slechts mogelijk is als de leerling zo’n sequentiële opbouw toelaat. Blijkbaar had Knoers ver voordat noties als ‘leren leren’ en ‘leren als zelfregulatie’ aan de orde waren al het idee dat het leren van de leerlingen een centraal issue zou moeten zijn in de lerarenopleiding. Knoers concludeert dat de taak die de leraar in het leer- en instruc-tieproces heeft in een viertal functies kan worden onderscheiden. Hoewel deze functies nu gemeengoed zijn, waren ze in die tijd ver-nieuwend. Deze functies zijn:

1. De voorbereidingsfase. De les moet wor-den voorbereid, niet alleen door de leraar, maar ook door de leerling.

2. De verwerkingsfase. Het bespreken door de leraar samen met zijn leerlingen van de moeilijkheden die bij de leerlingen tijdens het leren zijn ontstaan.

2. De transferfase. Er voor zorgen dat de leerlingen het nieuw geleerde kunnen toe-passen in andere situaties.

4. De toetsing- en evaluatiefase. De toetsing moet door de leraar geschieden en de resultaten van de leerlingen op de toets moeten door de docenten als feedback gebruikt worden om hun onderwijs te verbeteren.

In de tijd dat Fons Knoers als hoogleraar begon, kwamen de universitaire lerarenoplei-dingen aarzelend van de grond. De ideeën van zijn oratie worden door Fons Knoers uitge-werkt in zijn leerboek ‘Leren en ontwikke-ling. Leerpsychologie ten behoeve van het Onderwijs’ uit 1973. In 1975 publiceerde Knoers samen met prof. F. J. Mönks ‘Ontwik-kelingspsychologie. Inleiding tot de verschil-lende deelgebieden’. Beide boeken speelden in ieder geval in de Nijmeegse Universitaire Lerarenopleiding een belangrijke rol bij de

In Memoriam

Professor dr Fons Knoers

282

PEDAGOGISCHE STUDIËN

(2)

pedagogisch-didactische scholing die ver-plicht was voor alle studenten die op grond van het door hen te behalen doctoraal diploma leraar wilden worden. Knoers heeft ruim 20 jaar met volle overtuiging gewerkt aan de ver-betering van de lerarenopleidingen.

In zijn afscheidsrede van 1987 met als titel ‘Leraarschap amb(acht) of professie’ begint Knoers met een citaat uit een rapport van de Carnegie Foundation van 1986: ‘Colleges and universities have failed to provide the educa-tion that schoolteachers need’. Knoers was er in zijn afscheidsrede niet gerust op, dat de universitaire lerarenopleidingen als interfa-cultaire instituten de kans zouden krijgen om het leraarschap tot een echte professie te maken. De professionele ontwikkeling van leraren is volgens Knoers nodig, omdat de kwaliteit van het onderwijs een van de hoek-stenen van de samenleving is, waarbij de pro-fessionele leraar een cruciale rol speelt bij het handhaven van deze kwaliteit. Knoers con-cludeert in zijn afscheidsrede dat het beroep van leraar in feite een semiprofessie is, omdat de autonomie van de leraar zich beperkt tot het klaslokaal. Het feit dat de leraar boven-dien onder allerlei ambtelijke regels valt, beperkt de autonomie van de leraar in hoge mate. Knoers ziet het leraarsberoep als een ‘client centered’ oriëntatie met dienstverle-ning als kernbegrip. De oriëntatie richt zich niet alleen op de leerling maar ook op de col-lega’s, de ouders, het bevoegd gezag en de samenleving. Voor de opleidingen voor lera-ren is de grote opdracht om een betekenis-volle relatie te leggen tussen het opleidings-programma, de institutionele vorm van de opleiding en de sociale context van het onder-wijs. Knoers eindigt zijn afscheidsrede even-eens met een citaat uit het Rapport van de Carnegie Foundation: ‘Teachers will not come to school knowing all they have to know, but knowing how to figure out what they need to know, where to get it, and how to help others make meaning out of it’. Ruim 15 jaar later klinkt dit in opleidingsland nog verrassend actueel.

Fons Knoers was wellicht een wat formele en afstandelijke man voor wie hem niet

persoon-lijk kende. Wie Fons Knoers persoonpersoon-lijk heeft gekend, heeft Fons ervaren als een betrokken, integere en plichtsgetrouwe man, op wie altijd een beroep kon worden gedaan. Veel van zijn promovendi hebben op hun beurt ook weer een bijdrage geleverd aan de onderwijs-kunde en de lerarenopleidingen. In die zin leeft Fons Knoers voort als een van de foun-ding fathers van de Nederlandse onderwijs-kunde.

Wij gedenken Fons Knoers met veel res-pect en zijn hem dankbaar voor wat hij heeft betekend voor de onderwijskunde in Neder-land.

Theo Bergen Radboud Universiteit

Knoers. A.M.P., (1973). Leren en ontwikkeling.

Leerpsychologie ten behoeve van het Onderwijs.

Assen: Van Gorcum & Comp.

Knoers. A.M.P. (1987). Leraarschap amb(ach)t of

professie. Afscheidsrede. Katholieke Universiteit

Nijmegen.

Mönks, F.J., & Knoers. A.M.P., (1975).

Ontwikke-lingspsychologie. Inleiding tot de verschillende deelgebieden. Nijmegen: Dekker & van de Vegt.

carnegie Foundation (1986). A Nation Prepared: Teachers for the 21ste Century. Excerpts from the report by the Carnegie Forum’s Task Force on Teaching as a Profession. In: The Chronicle of

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het eerste jaar van inschrijving tussentijds hebben beëindigd, ontvangen aan het einde van het studiejaar

Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de tweede graad in Geschiedenis 15 De examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de

Nederlandse leerlingen vinden vaker dan leerlingen uit andere landen dat hun leraren duidelijk uitleggen en structuur bieden. Minder vaak vinden ze dat leraren afstemmen

De spagaat van de leraar Nederlands blijkt dus nog pijnlijker dan aanvankelijk gedacht, want niet alleen moet hij de leerlingen zeggen dat Ik heb het hen uitgelegd en hun heb-

2) Betekenisvol: het moet een straf zijn die ook als straf wordt ervaren door de leerling. Hiervoor ga je de leerlingen moeten observeren om te zien wat voor

– Toen de 4 x 400 meter-ploeg de olympische limiet liep, zei Cédric Van Branteghem dat het voor het eerst sinds uw tijd ook goed gaat met de 400 meter.. Deze ploeg is wezenlijk

Het is niet vanzelfspre- kend om daar als priester voor uit te komen, maar ik zeg het, omdat velen er troost in zullen vinden.. Er rust nog altijd een taboe op

Het gemiddelde bruto uurloon van vrouwelijke leraren jonger dan 35 jaar met een voltijd dienstverband is in het primair onderwijs maar iets lager dan dat van vergelijkbare