• No results found

Opmerkelijke vondsten: Verticordia (Verticordia) punctata Heering, 1950 uit het Midden Mioceen (Langhiaan) van Winterswijk-Miste (Nederland)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Opmerkelijke vondsten: Verticordia (Verticordia) punctata Heering, 1950 uit het Midden Mioceen (Langhiaan) van Winterswijk-Miste (Nederland)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

75 afzettingen wtkg 35 (3), 2014

A.W. Janssen (1984) vermeldt, hij heeft het over maximum 6 mm. Mijn exemplaar is echter een stuk kleiner dan het door Heering beschreven exemplaar van V. punctata. Het holotype heeft een lengte van maar liefst 9,7 mm (3,25 mm langer dan mijn exemplaar) en een hoogte van 9 mm (verschil van 2,75 mm). Het door mij gevonden exemplaar is een linkerklep met lichte beschadigingen aan de achter-zijde. Echter is het exemplaar veel gaver dan het in Jans-sen (1984, pl. 40, fig 7a-b) afgebeelde exemplaar dat bijna middendoor is gebroken. Door de beschadigingen is het

precieze aantal diepe radiale ribben niet duidelijk. Dit zijn er ofwel 15 of 16. De ribben zijn bij deze soort steeds be-dekt met een microscopische stekeltjessculptuur, net zoals beschreven in Janssen (1984). Bij linkerkleppen van deze soort is geen cardinale tand aanwezig, deze is wel aanwe-zig in rechterkleppen. De mantellijn is praktisch niet te zien evenals de spierindruksels.

Van de Miste graafactie in 2013 zijn mij ondertussen vier andere exemplaren bekend in de collecties van Ferry Al-brecht (2 exemplaren), Ron Veldman (1 exemplaar) en Marijn Roosen (1 exemplaar).

Verwante soorten

Uit het Amerikaanse Oligoceen van Mississippi is de soort Verticordia dalliana Wood, 1844 bekend uit de Red Bluff Clay Formation (voor afbeelding zie de website van de Stich-ting Schepsel Schelp). Er wordt in 1919 melding gemaakt door G.D. Harris van de eocene Amerikaanse voorouders “Verticordia mississippiensis Dall, 1900” en “Verticordia eocensis Langdon, 1886” (Harris, 1919: p. 181-183, pl. 55, fig 9-16). Of deze soorten vandaag nog relevant zijn laat ik in het midden, ik kan daar weinig of niets van terugvinden. Het toont alleszins aan dat er in het Oligoceen èn zelfs in het Eoceen reeds vertegenwoordigers waren van dit geslacht. R. Janssen (1979, p. 152) meldt dat er uit het Duitse Laat Oligoceen (Chattiaan) slechts één fragment van Verticordia aff. punctata bekend is. Rechtstreeks aan de soort V. punc-tata verwant is de soort Verticordia cardiiformis (Sowerby, 1844) uit het Vroeg Plioceen, bekend uit de Petaloconchus Horizon van de Zanden van Kattendijk in Kallo en Doel in Vlaanderen (Marquet, 2005, p. 112, pl. 62, fig. 1). Ook uit Dit verslagje werd mede mogelijk gemaakt door Ronald

Pouwer die het fotowerk deed, Sylvia Verschueren die de schelp beschikbaar stelde en Henk Mulder, door het ver-strekken van literatuurgegevens. Hartelijk dank daarvoor! L i t e r a t u u r

Cossmann et Peyrot, 1909-1934. Conchologie Néogénique de l’Aquitaine. – Actes de la Société Linnéenne de Bor-deaux.

Janssen, A.W., 1984. Mollusken uit het Mioceen van Win-terswijk-Miste. Uitg. KNNV, NGV, RMG.

Glibert, M., 1949. Gastropodes du Miocène moyen du Bas-sin de la Loire. – Kon. Belg. Inst. voor Natuurweten-schappen, Tweede reeks, deel 90.

Glibert, M. 1957. Gastropodes du Diestien, du Scaldisien et du Merxemien de la Belgique. – Kon. Belg. Inst. voor Natuurwetenschappen. Mededelingen XXXIII, nr. 36. Wesselingh, F.P. & Ronald Pouwer, 2011. De fossiele schel-pen van de Nederlandse kust II. Patellogastropoda en Vetigastropoda (deel 1). – Spirula, nr. 383.

Marquet, R. 1998. De Pliocene Gastropodenfauna van Kallo (Oost-Vlaanderen, België). – Belgische Vereniging voor Paleontologie, publ. nr. 17.

Landau, B., R. Marquet & M. Grigis, 2003. The Early Plio-cene Gastropoda (Mollusca) of Estepona, southern Spain. – Palaeontos, 3.

1

Anton Janse, Gerard van Voornestraat 165, 3232 BE Brielle, tel. 0181 - 416 238, e-mail: acjanse@hetnet.nl

Verticordia (Verticordia) punctata Heering,

1950 uit het Midden Mioceen (Langhiaan) van Winterswijk-Miste (Nederland)

Door Stijn Everaert 1

Op de eerste zondag van de Miste graafactie bij boerderij Brethouwer in september 2013 heb ik veel fijn fossielgruis verzameld uit de Laag van Miste (Afzetting van Aalten, Breda Formatie) uit het mariene Langhiaan*. Bij het uit-zoeken van de grove fractie (≥ 5mm) heb ik een totaal on-verwachte en opmerkelijke vondst gedaan. Niet alleen om-dat de soort maar klein is en ze vaak verloren gaat bij het zeven met de grove maaswijdte ≥ 5mm, ook omwille van de grote zeldzaamheid van de soort. Bij het gruis-uitzoe-ken lag er plots een bijna gave linkerklep van Verticordia puncata Heering, 1950 naar mij te lachen.

Beschrijving vondst

Kleine bijna cirkelvormige schelp met zichtbare parel-moerglans op de binnenzijde. De schelp lijkt door en door parelmoerachtig. Het door mij gevonden exemplaar is 6,45 mm (lengte) bij 6,25 mm (hoogte). Dat is iets groter dan

* De auteur kiest voor de Vlaamse manier om geologische tijdperken te benoemen met uitgang –iaan. Dit in tegenstelling tot de in Ne-derland algemeen gebruikte Franse uitgang –ien

(2)

76 afzettingen wtkg 35 (3), 2014

verspoeld materiaal van de Westerschelde in Nederland is deze pliocene soort bekend (Moerdijk et al., 2010, p. 172, fig. 279-280). Heering beschrijft als volgt de belangrijk-ste verschillen tussen zijn V. punctata en V. cardiiformis: “My specimens show a more pronounced umbonal region. Consequently they are higher in proportion to their length. The radial ridges of my specimens are higher, the furrows between them narrower”. Zowel V. cardiiformis als V. punc-tata lijken erg op de recente Verticordia acuticospunc-tata (Phi-lippi, 1844) die ten Zuiden van het Iberisch Schiereiland is aangetroffen tussen 466 en 1255 meter diepte (Salas, 1996, p. 76; Moerdijk et al., 2010, p. 172).

Slot

Ik ben alvast heel tevreden met de vondst en het toont nog-maals aan dat er bij graafacties in Miste mooie vondsten te doen zijn. Benieuwd wat het vele gruis bij de deelnemers van de laatste actie nog zal opleveren!

Dankwoord

Hartelijk dank aan Arie W. Janssen voor het nalezen en de correcties. Ik wil ook de voltallige organisatie en de fami-lie Brethouwer danken voor het mogelijk maken van de Miste graafactie.

L i t e r a t u u r

Harris, G.D. 1919. Pelecypoda of the St. Maurice and Clai-borne stages. – Bulletins of American Paleontology, Vol. 6 (31): 268 p., 60 pl.

www.biodiversitylibrary.org/page/30365879#page/13/ mode/1up (link gecheckt op 24 juni 2014).

Heering, J., 1950. Miocene Pelecypoda of the Netherlands (Peel-Region). – Mededelingen van de Geologische Stichting C-IV-1 (10): 46-47, pl. 5, fig. 94.

Janssen, A.W., 1984. Mollusken uit het Mioceen van Win-terswijk-Miste. Een inventarisatie, met beschrijvin-gen en afbeeldinbeschrijvin-gen van alle aangetroffen soorten. – K.N.N.V., N.G.V. & R.G.M., Amsterdam.

Janssen, R., 1979. Revision der Bivalvia des Oberoligo-zäns (Chattium, Kasseler Meeressand). – Geologische Abhandlungen Hessen 78: 181 p., 1 fig., 4 pl.

Marquet, R. 2005. The Neogene Bivalvia (Heterodonta and Anomalodesmata) and Scaphopoda from Kallo and Doel (Oost-Vlaanderen, Belgium). – Palaeontos 6: 1-142, 7 fig., 62 pl.

Moerdijk, P.W. et al., 2010. De fossiele schelpen van de Nederlandse kust. – Nederlands Centrum voor Biodi-versiteit Naturalis, Leiden: 332 p., 576 fig.

Salas, C. 1996. Marine bivalves from off the southern Ibe-rian peninsula collected by the Balgim and Fauna I ex-peditions. – Haliotis 25: 33-100.

Stichting Schepsel Schelp. www.fossilshells.nl/misol070.html (link gecheckt op 24 juni 2014).

1

Stijn Everaert, Kapelleommegang 54, B-9310 Herdersem-Aalst, België, tel. 0032 - (0)532 157 72,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Overall, even though no attempt at data- fitting has been made in this study, the use of diffusion and drift coef ficients modeled from first principles and using turbulence

optrede van Jesus kom an aspek van sy karakter na vore wat soms oor die hoof gesien word, naamlik sy onverdraagsaamheid teenoor skenders van God se

Die Christan-opvoeder (i.e.. Sonder kem1ir:~ kan dio mens nie op sedelike gebied tereg kom nieo Deur onkunde sou die mens se verantwoordelikheid soveel geringer

Gladden siteer verskeie definisies van publieke admi- nistrasie soos opgestel deur verskillende skrywers, wat egter saamgevat kan word as die wee en miGdele wat

(Du Toit (1975) het wel 'n ondersoek gedoen waar swak prestasie in Wiskunde in verband gebring is met die nie- bereiking van die konkreet-operasionele denkvlak.)

Teenstand as gevolg van verbarding en ongeloof van die kant van die J ode wat op kwaadsprekery uitloop, dwing Paulus om 'n ander bymekaarkom- plek te kry, en by vind

The study hypothesised that trust moderates the relationship between state of the psychological contract in a member-union relationship and union commitment and

Die soektogte word periodiek teen opgedateerde inligting uitgevoer en die resultate word na jou e-pos adres gestuur. Die handleiding verduidelik hoe om jou eie SDIs en Alerts