• No results found

View of Gabri van Tussenbroek, IJzeren Ambitie. Het Paleis voor Volksvlijt en de opkomst van de Nederlandse Industrie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "View of Gabri van Tussenbroek, IJzeren Ambitie. Het Paleis voor Volksvlijt en de opkomst van de Nederlandse Industrie"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VOL. 17, NO. 2, 2020

BOOKREVIEWS

113

weigerde. Hoewel geweldloosheid een oude doopsgezinde traditie is, maakte ook daar slechts een minderheid die keuze. Wat het Doopsgezinde Vredesbureau voor weigeraars ondernam, schetst Alle G. Hoekema.

De op zich verhelderende inleiding door Gert Oostindie had misschien beter als afsluiting kunnen dienen. Als centrale vraag formuleert hij: ‘In hoeverre speel-den het christelijk geloof, en in het bijzonder christelijke leidsmannen, een rol bij reflectie op en het voorkomen van oorlogsmisdaden?’ Tegelijk echter onderkent hij dat de veronderstelling ‘dat juist overtuigde christenen zouden (moeten) heb-ben geworsteld met gewetensbezwaren over oorlogsmisdaden en de rechtvaardi-ging van wat wij vandaag kwalificeren als een koloniale oorlog’, anachronistisch of zelfs naïef kan overkomen. Het antwoord dat de bijdragen bieden, is duide-lijk. Soms kwamen dergelijke zaken aan de orde. De overheersende ervaringen betroffen andere zaken.

Dat ligt ook voor de hand. De onzekerheid, de verschrikkingen van de oorlog, het losgerukt zijn uit vaste verbanden, dat maakte iedereen mee. Maar misdaden en excessen bleven binnen dat algemene patroon eerder geïsoleerde zaken, waar niet openlijk over gesproken werd. Onze aandacht ervoor kan rechtdoen aan de slachtoffers, maar ook een zelfvoldane indruk achteraf maken. Deze bundel gaat over mensen die moesten zien hoe ze het in buitengewone omstandigheden rooi-den. Het algemene beeld is zo helder dat een systematische studie daar weinig aan zal veranderen.

Jan Dirk Snel Gabri van Tussenbroek, IJzeren ambitie. Het Paleis voor Volksvlijt en de opkomst van de Nederlandse Industrie (Amsterdam: Prometheus, 2020). 240 p. ISBN 97890446 41219.

DOI: 10.18352/tseg.1156

Halverwege de negentiende eeuw liep Nederland nogal uit de pas met omringen-de lanomringen-den, waar het omringen-de industriële ontwikkeling betrof. Dat werd in 1851 weer eens schrijnend aangetoond door de prestaties van in ons land gefabriceerde produc-ten tijdens de eerste wereldproduc-tentoonstelling, de Londense Great Exhibition of the Work of Industry of all Nations. Nederland eindigde hier, op deze internationa-le erelijst van geïndustrialiseerde naties, ex aequo met het Vaticaan. Deze baan-brekende reuzetentoonstelling vond plaats in het Crystal Palace: een toentertijd hypermodern gebouw, bestaande uit massa-geproduceerde componenten van in het bijzonder gietijzer en glas. Geïnspireerd door deze wereldtentoonstelling, nam

ISSN15721701.pinn.TSEG20202.indb 113

(2)

114

VOL. 17, NO. 2, 2020 TSEG

een aantal personen onder leiding van de medicus Samuel Sarphati het initiatief tot het ook in ons land oprichten van een soort Crystal Palace, het latere Paleis voor Volksvlijt dat vanaf 1864 het tegenwoordige Frederiksplein in Amsterdam do-mineerde. In 1929 viel het sierlijke en monumentale gebouw, dat eveneens voor een belangrijk gedeelte uit gietijzer en glas was opgetrokken, ten prooi aan één van de meest opzienbarende branden ooit in ons land gedocumenteerd. Daarmee ging ‘het meest spectaculaire project’ van het negentiende-eeuwse Amsterdam in vlammen op. Deze kwalificatie stamt van de dissertatie van historicus Theo van Tijn (1965). Decennia later verrees op ongeveer dezelfde plek het nog altijd aan-wezige gebouw van De Nederlandsche Bank.

Bouwhistoricus van de stad Amsterdam en hoogleraar Stedelijke Identiteit en Monumenten aan de Universiteit van Amsterdam, Gabri van Tussenbroek, publiceerde onlangs een boek over dit vergane ‘Paleis’, IJzeren ambitie. Het Paleis voor Volksvlijt en de opkomst van de Nederlandse industrie getiteld. De publicatie behandelt in twee secties de geschiedenis, de internationale inspiratiebronnen, alsook de ‘nalatenschap’ van het gebouw. De twee delen ‘toen het gebouwd werd’ en ‘toen het gebouwd was’ zijn direct ontleend aan de openingsregels van Gerrit Kouwenaars welbekende gedicht Weg/verdwenen.

Van Tussenbroeks boek is een vlot geschreven vertelling, maar voor wie zich eerder met de Paleis-materie heeft beziggehouden, bevat het boek weinig nieuwe inzichten of gezichtspunten, een aantal waardevolle contextualiseringen daarge-laten. Met name vanaf eind van de vorige eeuw zijn er diverse academische en populaire geschriften verschenen die vele details van de opzienbarende Weder-gang van het Paleis voor Volksvlijt en zijn oorspronkelijke initiatiefnemer Sar-phati aan de hand van archiefonderzoek aan de vergetelheid hebben ontrukt. Van Tussenbroeks publicatie doet dit nog eens dunnetjes over. Het boek leest daar-om vooral als een ‘hertelling’ van de geschiedenis van het Paleis. Maar dit is wel grondig gebeurd. Aanvankelijk wordt het verhaal, zoals de titel doet vermoeden, inderdaad gesitueerd in het narratief van de opkomst van de ijzerindustrie in Nederland (en daarbuiten), maar al snel – het gebouw is voltooid, de met name Engelse invloed op de industrie hier te lande is uit de doeken gedaan – wordt het toch vooral een reguliere beschrijving van de Paleis-programmering, de bedrijfs-voering, de verbouwingen, de van meet af aan moeizame financiële toestand van de organisatie, en zo meer.

Zijn er dan geen nieuwe aspecten die in dit boek aan de orde worden gesteld? Natuurlijk wel, maar het zijn veelal nuanceringen van het welbekende verhaal. Bij-voorbeeld de expliciete nadruk op de Engelse invloeden op het gebouw. Volgens Van Tussenbroeks onderzoek ging dit verder dan tot dusverre werd aangenomen omdat deze zich ook manifesteerde in een daadwerkelijke massale toelevering van materialen. Verder zijn er aardige schetsen van industriëlen en ook zijn daar

ISSN15721701.pinn.TSEG20202.indb 114

(3)

VOL. 17, NO. 2, 2020

BOOKREVIEWS

115

de pagina’s over de post-Paleis-periode, met de sloop van de (later toegevoegde winkel-)Galerij, de bouw van De Nederlandsche Bank, en het plaatsen van de tweede toren. En natuurlijk is daar Wim T. Schippers’ aanstekelijke initiatief tot een stichting die nog altijd de herbouw van het Paleis beijvert.

Hiermee raak ik evenwel aan een persoonlijker toets, met zelf een proefschrift over de reconstructie van de Paleis-programmering op mijn naam (1999), en als gewezen, maar langjarige voorzitter van diezelfde Stichting tot herbouw en ex-ploitatie van het voormalige Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. Recentelijk heb ik op zolder allerlei archiefdozen herschikt met daarin vele ‘PvV’- nummers, een afkorting die tegenwoordig aan een geheel andere organisatie refereert dan eind vorige eeuw nog het geval was. Het moge symbool staan voor de hoeveelheid tijd er intussen is verstreken tussen mijn proefschrift en de nieuwe publicatie van Van Tussenbroek, maar ik vermeld dit tevens om te onderstrepen dat iedere nieuwe generatie een actueel boek verdient waarin het zo illustere Paleis-verhaal opnieuw wordt opgetekend.

Of zoals Gabri van Tussenbroek zelf schrijft: ‘Het is belangrijk om de geschie-denis van het Paleis te kennen, om te begrijpen voor welke problemen de Neder-landse samenleving zich in het midden van de negentiende eeuw geplaatst zag.’ En: ‘Het Paleis laat zien dat er andere waarden bestaan dan louter financiële. Voor Sarphati was het een kwestie van prioriteiten, om niet alles in kosten en baten tot uitdrukking te brengen. Van die waarden, die niet in geld zijn te vertalen, is het Paleis het symbool.’ Het is een les die nog maar weinig aan actualiteit heeft ingeboet, en Van Tussenbroek heeft deze, opnieuw, op bevlogen wijze in herin-nering geroepen.

Emile Wennekes, Universiteit Utrecht Hilde Greefs and Anne Winter (eds.), Migration Policies and Materialities of Iden-tification in European Cities: Papers and Gates, 1500–1930s. [Routledge Advances in Urban History, No. 2.] (Abingdon: Routledge, 2018). 320 p. ISBN 9781138351783. DOI: 10.18352/tseg.1161

In the recent academic debate surrounding migration, the focus has shifted to-wards the idea of the securitizing of migration and regulatory practices concern-ing migratory movements. The recent book; Migration Policies and Materialities of Identification in European Cities: Papers and Gates, 1500–1930s, edited by Hilde Greefs, Associate Professor in History at the University of Antwerp, and Anne Win-ter, Associate Professor in History at the Vrije Universiteit Brussel, fits well

with-ISSN15721701.pinn.TSEG20202.indb 115

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The likelihood-ratio is the probability of the score given the hypothesis of the prose- cution, H p (the two biometric specimens arose from a same source), divided by the probability

de Lenculenstraat, gift van de leden van de Provinciale Staten aan de provincie. 35 De zes gebrandschilderde ramen van de Statenzaal stelden de ontwikkeling van Limburg als

Een deel van de goederen die handelaren uit de Republiek in Frankrijk hadden verkocht, werden vanuit bijvoorbeeld Bordeaux over zee door met name Fransen, maar soms ook Engelsen,

 De meeste vissers geven aan weinig te denken bij het zien van de hoeveelheid discards die ze aan boord halen; het hoort bij de visserijpraktijk, zoals bijvoorbeeld visser 6

Veranderen “Degene die zich het beste aan zijn omgeving aanpast, overleeft.”3. On the Origin of Species, Charles

Dat het gebied dat vroeger Mandatory Palestine was al vijftig jaar de facto, uiteindelijk onder Israëlische staats- macht valt, en dat er inmiddels meer dan 600 000 kolonis- ten

Hover,” Meas. Adiprawita, “Parameter identification and design of a robust attitude controller using H ∞ methodology for the raptor E620 small-scale helicopter,” Int..

In de laatste twee paragrafen wordt speciale aandacht besteed aan de bijzondere verwantschap tussen het paleis in Breda en de paleizen in Granada 1527-1533 en Landshut