• No results found

Analyse van de mogelijkheden tot vermindering van het onderhandenwerk binnen een M.R.P.-systeem

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Analyse van de mogelijkheden tot vermindering van het onderhandenwerk binnen een M.R.P.-systeem"

Copied!
53
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Analyse van de mogelijkheden tot vermindering van het

onderhandenwerk binnen een M.R.P.-systeem

Citation for published version (APA):

Huydts, P. H. H. (1985). Analyse van de mogelijkheden tot vermindering van het onderhandenwerk binnen een M.R.P.-systeem. (TH Eindhoven. Afd. Werktuigbouwkunde, Vakgroep Produktietechnologie : WPB; Vol. WPB0222). Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1985

Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at:

openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

aid. Werktuigbouwkunde Vakgroep W.P.B.

Vakgebied Technische Bedrijfsvoering

ANALYSE van de mogelijkheden tot vermindering van het

ONDERHANDENWERK binnen een M.R.P - systeem.

W.P.B. 0222

P.H.H. Huydts

Verslag van de nakandidaatsstage ui tgevoerd bij:

Machinefabriek Aquarius B.V. in Weert.

afstudeerhoogleraar: prof. ire J.G. Balkestein.

begeleiders: ing. H. Derckx, direkteur Aquarius B.V. ire P. Mi~kers, medewerker T.H. Eindhoven.

(3)

Voo I"'WOO rd.

Di~ is het verslag van mUn nakandidaatsstage als onderdeel van mUn studie aan de afdeling der werktuigbouwkunde van

de Technische Hogeschool te Eindhoven.

De stage is uitgevoerd btl de machinefabriek Aquarius

a.v.

te Weert. Deze stage werd via het vakgebied der Technische BedrUfsvoering, een onderdeel van de vakgroep W.P.B., aan mU verstrekt. De Technische BedrUfsvoering zal ook mUn afstudeerrichting zan.

De opdracht was bedrUfskundig georienteerd, maar weI gericht op de produktieafdeling.

TUdens de tien weken durende stage ben ik voortreffelUk

begeleid door ing. H. Oerckx, direkteur van Aquarius B.V.en

medewerkers waren al tUd bereid vragen te beantwoorden, met name W. Jansen heeft hier veel tUd in geInvesteerd.

Van de T.H. uit kon ik altUd rekenen op zowel mUn begeleider ir. P. Mikkers als ing. F. Langelier. Op deze plaats wil

ik al deze mensen bedanken, zU maakten deze voor mU zo leerzame stage tot een sukses. Een ekst ra woord van dank gaat uit naar de medewerkers van Aquarius

a.v.

voor de prettige samenwerking, met name naar Marianne Derckx die gedurende deze stage haar buro met mU deelde.

Pascal Huydts weert, 7 nov. 1985.

(4)

Inhoud: Voorwoord Samenvatting H.1. Inleiding

H.2 .• Analyse Huidige Situatie H.3. Workcells 3.1. Inleiding 3.2. Mogelljke verbeteringen 3.3. Werkelijke verbeteringen de doorlooptijden 3.4. Bereikte resultaten 3.5. Konklusies H.4. 4.1. Inleiding 4.2. Mogelljke besparingen 4.3. Konklusies H.5 Systeem Cyklus 5.1. Inleiding 5.2. Gewenste situatie 5.3. Mogelijke oplossing 5.4. Aandachtspunten Slot Literatuurlijst Bijlagen van

- Programma Output: bewerkingen per artikel - Aantal bewerkingen per artikel - Stuklljst Art.nr. met CC

=

06 - Steekproef maga~jntijd (CC = 06) - Dispatch-lijst BIz. I I I I 1 2 10 10 12 16 20 24 26 26 27 28 29 29 -~ 30 30 34 37 39 Nr. 2 3 4 5 6

(5)

Samenvatt.ing

Dit verslag behandelt de mogelUkheden tot vermindering van het onderhandenwerk in een mach1nefabriek.

Een analyse van de huidige situatie geeft aan dat er drie mogelUkheden zUn om het onderhandenwerk te

vermin-deren: -Invoeren van wo rkcells.

-Verkorten van magezUntUden tussen de produktienivo's.

-Loslaten van de wekelUkse cyklus.

In eerste instantie was de opdracht gericht op het in-richten van workcells, groepen machines verschillend van

aard zodat artikelen in zo~n eel volledig bewerkt kunnen

worden. Di.t in tegenstelling tot de huidige funktionele struktuur. Deze workcells bloken echter niet de verwachte resultaten op te leveren.

De vUf dagen magazUntUd die aan de bewerkingsdoorlooptUd

van artikelen wordt toegevoegd omvat .:!: .. ~oo

/0

van het

onder-handenwerk. Door deze tUden te elimineren kan, zeker voor artikelen met veel lagere nivo's, een aanzienlUke

verko~ting van de doorlooptUd bereikt worden.

Het derde gebied, het loslaten van de wekelUkse cyklus, -biedt welliswaar veel perspektief, maar is in dit verslag

niet uitgebreidt behandeld. Het loslaten van de week,of

veelvoud hiervan g doorlooptUd per bewerking geeft de

mogelUkheid de doorlooptUd funktioneel vast te stellen, dit geldt voor zowel bewerkingen als magazUnbehandeling. Door het herplannen niet frekwenter uLt te voeren blUft het systeem stabiel. Doordat de werkvoorraad afneemt dient onderzocht te worden of de bezettingsgraad van de verschil-lende afdelingen niet te vee I afneemt. Oit kan d.m.v. een proefplanning.

(6)

H.1. Inleiding.

De opdracht is in het kader van de nakandidaatsstage volbracht

bij Machinefabriek Aquarius B.V. te Weert.

De door de vakgroep W.P.B. begeleide opdracht omvatte een voorname-lijk bedrijfskundig gericht onderzoek. Ze werd omschrevan als:

"Het zoeken naar mogelijkheden om de doorlooptijd en het onderhanden-werk in de produktie te verminderenn •

Omdat dit, voor een slechts 10 weken durende stage, een vage opdracht is, werd zij door de direktie van Aquarius B.V. nader gespecificeerd. De gedachten gingen uit naar de grootste groep in de fabrikage:

de onderdelenfabrikage. Verondersteld werd dat m.b.v. een andere machine-indeling de doorlooptijd en daardoor het onderhandenwerk

zou afnemen. Daze nieuwe indeling zou gebaseerd moeten zijn op work-cells, groepen machines waar artikelen volledig afgewerkt kunnen worden. De kostenvermindering bij de invoering van deze indeling zou centraal moeten staan.

Omdat verbeteringen al,tijd gerelateerd worden aan de tot dan toe heersende situatie is deze in H.2. geanalyseerd.

De mogelijkheden tot verbeteringen zijn in de daarop volgende 3 hoofd-stukken behandeld.

Oit is een bredere opzet dan in eerste instantie bedoeld was.

De in hoofdstuk 3 behandelde workcells komen hierin weI uitgebreider aan bod dan de maga~jntijden en de vaste cyklustijd in resp. H.4.

en H.5. Konklusies t.a.v. de verschillende onderwerpen zijn in de desbetreffende hoofdstukken opgenomen. In het slot zijn algemene konklusies vermeld. Hierin wordt ook omschreven hoe een vervolg-opdracht op deze vervolg-opdracht zou kunnen aansluiten.

(7)

H.2. Analyse Huidige Situatie. (lit. 1,2)

Zoals vermeld is het noodzakelijk dat de huidige situatie

t.a.v. het onderhandenwerk bekend is voordat er gezocht kan worden naar maatregelen ter verbetering hiervan.

Om deze situatie duidelijk in beeld te brengen is gebruik gemaakt

van komputergegevens en het bedrijfshandboek. Hiermee zfjn tabellen t.a.v. de produktie opgesteld.

Omdat in het stroomschema de algemene opbouw van de produktie erg duidelijk naar voren komt wordt hier het eerst aandacht aan besteed. De produktie is onderverdeeld in verschillende nivo's, genummerd d.m.v. de kalkulatiekode.

De verschillende kalkulatiekodes (CC) houden het volgende in: 01 Ingekochte grondstoffen.

welke als eenheid mm, cm 2 , kg of Ii ter hebben •. 02 Ingekochte mechanische normalen.

03 Ingekochte elektro/elektronische normalen. 04 Onderdeel.

Zelf gefabriceerd onderdeel, dat is voortgekomen uit een enkel artikelnummer met CC 01, 02, 03 of 04 en niet op het hoogste nivo van de stuklijststruktuur van unieke art.nrs. gebruikt wordt.

05 Groep (submon,tage).

Een groep onderdelen samengesteld uit meerdere art.nrs. die samen een logisch geheel vormen en niet op het hoogste nivo van de stuklijststruktuur van unieke art.nrs. gebruikt worden.

06 Hoofdgroep.

Onderdelen en groepen van onderdelen welke door het bedcijf als eenheden worden geleverd anders dan bij naleveringen. De art.nrs. van deze onderdelen komen voor op het hoogste nivo.

De laatste stap (0.0.) is van minder belang bij dit onderzo'ek.

Deze stap wordt aIleen op klantenorder gezet en omvat aIleen montage of speciale werkzaamheden.

(8)

De verschillende nivo's worden onder verschillende magazljnnummers opgeslagen. 1 Onderdelen. 2 Ruw materiaal. 3 Montage. 4 Halffabrikaat. 5 Gietwerk. 6 Expeditie.

Met deze gegevens is het mogelijk om een stroomschema, Flow schedule, op te stellen, (zie schema I).

M.b.v.

de komputer is een tabel samengesteld over de verbruiken

in 1984, onderverdeeld naar kalkulatiekode, tabel I.

NC == 03 of 04. 1 CC 01 02 03 04 05 06 2 aantal art. (stuks) 876 2.908 783 4.965 1.018 724 3 Dlt. 9.820 43.519 12.045 83.894 16.432 6.302 4

I

%

v. Dlt. inkl. inkoop 5,7 25,3 7,0 48,7 9,6 3,7 Verbruikea 1984 Tabel I. 5 exkl. inkoop 78,7 15,4 5,9 6 Dlt. (dagen) 11,2 15,0 15,4 16,9 16,1 8,7 7 c'Um. DIt. 9.820 43.519 12.045 143.070 32.077 33.987 8 cum. D1 t, (dagen) 11,2 15,0 15,4 28,8 31,5 46,9

Met de komputergegevens zijn enkele bewerkingen uitgevoerd, dit voor het verkrijgen van gemiddelden en percentages.

De tabel geeft informatie over gemiddelde doorlooptijden per kalkulatie kode, kolom 6, en een indikatie van het onderhandenwerk (Ohw.) ,

(9)

(f) o :r CD 3 ill H

o

=

C.C.nivo

V

=

magazijn

>

=

stroomrichting I .f:>. I

(10)

01t is slechts een 1nd1katie omdat de artikeldoorlooptijden n1et ge-lijk zijn aan de bewerkingstfjden, deze laatste zfjn gemiddeld slechts een fraktie van de art1keldoorlooptfjd.

Voor het Ohw. kan beter gebru1k gemaakt worden van de kolommen 4

of 5, deze geven het percentage weer van het Ohw. per kaIkuIat1ekode. Ret gehele onderzoek is aIleen ger1cht op kourante artikelen.

01t zfjn artikelen met Normkode (NC). 3 of 4. NC

=

4 w1l zeggen dat het desbetreffende art1kel mag worden gemaakt ~ in nieuwe ontwerpen mag worden toegepast.

NC

=

3 w1I zeggen dat het artikel aIleen nog mag worden geproduceerd voor bestaande ontwerpen.

Een verdere onderverdel1ng van de doorlooptfjd is te maken m.b.v. het bedrfjfshandboek. ~j ieder art.nr. waar een bewerking op wordt u1tgevoerd wordt 5 dagen extra doorlooptijd geteld voor maga~jnbehande

ling.

Bfj 1nkoopdelen worden deze 5 dagen niet verd1skonteerd, zij worden n1et bewerkt. Ook

!

40% van de art.nrs. met kalkuIat1ekode 06 wordt . niet bewerkt, d1t deel krfjgt een standaarddoorlooptijd van 5 dagen

toegewezen. Met deze gegevens is een schema opgesteld t.a.v. de sa-menstelling van de doorlooptfjd van 1nkoop tot en met hoofdgroep

(z1e schema II).

De gem1ddelde cumulatieve doorlooptfjden, kolom 8 tabel I, de gemiddel de doorlooptfjden, kolom 6, en de procentuele verdeling van het Ohw., kolom 4 en 5, geven de mogelfjkheid een diagram op te stellen waarin de opbouw van de cumulatieve doorlooptijd in beeld wordt gebracht en tevens de verdel1ng van het Ohw. zowel 1nklusief als exklusief het niet in de fabriek aanwezige inkoopdeel, diagram I. Doordat er met gemiddelden gewerkt wordt, sluiten de nivo's niet moo1 aan. Een enkele ser1e 01, 04, OS en 06 sluit in werkeIfjkheid mooi aan.

(11)

C.C. nivo mag. (da.ge.n) gem. 14,3 gem 14/3 , 0 11,9 5 } 16,9 1 1,1 5 } 16,1 5,7 3 Schema II

(12)

Ohw. inkl. inkoop , 01 10 100

"

.

01 $:.1 (-) f 0'-2.5:" ( .. ) 0 ) 1.0 (-)

I

O~ ~J'.1 (11).7) oS'

9.6

(IS.~) Diagram I (Oh\N. exkl. inkoop I 7j) 100

%)

-- ---·f

1

l~~~;}l DIt. (dagen)

(13)

Uit de voorgaande analyse kunnen mogelijkheden worden afgeleid m.h.t. eventuele verheteringen in doorlooptijden en/of onderhanden-werk.

Het heeft natuurlijk geen zin om zeer kleine gehieden te gaan renove-ren, een grote verhetering daar heeft op het totaal nauwelijks invloed. Projekten die perspektief bieden:

1. Het kritisch bekijken van de 5-dagelfjkse cyklus.

2. Het verkorten of eventueel laten vervallen van de magamjntijden.

3. Het verkorten van de doorlooptijd in de onderdelenfabrikage.

Ad 1.

Doordat het gebele systeem met cykli van ~~n week werkt loopt de

kumulatieve doorlooptfjd sterk op bij art.nrs. met of veel lagere niva': of veel bewerkingen. Door deze vaste cyklustfjd is het moeilfjk om

partieel de doorlooptijd te verkorten~ Ingrepen van ~~n aeek mjn vaak te groot om toe te staan. Dikwijls vergt een hepaalde stap maar ~~n

week, deze kan dan onmogelijk korter worden of de doorlooptijd wordt nul.

Heft men de vaste cyklustijd op of maakt men deze tijd korter. dan is het mogelijk om veel preciezer de doorlooptfjd aan te passen aan nieu-'we bevindingen.

De VQor- en nadelen moeten echter zeer grondig onderzocht worden daar het, zeker ook administratief, een zeer ingrijpende verandering is.

Ad 2.

De eigenlijke magazijnhehandelingen vergen weinig tijd, insteltijden

~jn niet van toepassing en het opbouwen van een werkvoorraad is niet vanvitaal belang. Daar aIle artikelen met een bewerking deze extra week krljgen en deze tijden op verschillende nivo's terugkeren, is het zowel voor de doorlooptijd als het Ohw., wat betreft de kapi-taalkosten, interessant om de noodzaak van deze magazijntijd onder de loep te nemen.

(14)

Ad 3.

De onderdelenfabrikage is qua Ohw.ruim de grootste groep.

De doorlooptijd is geen uitsehieter maar toeh redelijk t.o.v. de rest. Daar de bewerkingen op dit nivo ook worden uitgevoerd op een hoger nivo (05), zal een verbetering in Ohw. en Dlt. ook op dit hogere

nivo djn uitwerking hebben. De gedaehten gaan hier uit naar het samen· voegen van meehanisehe bewerkingen b.v. d.m.v. WOrkeells.

Zo wordt het mogelfjk om de eyklustijd van een week per bewerking te omzeilen. De teehnisehe mogelfjkheid tot het vormen van maehine-groepen en de daaruit Yoortvloeiende Kosten dienen t.o.v. de Yoor-delen gewogen te worden.

In de Korte tijd die besehikbaar was voor deze opdraeht was het on-mogelijk om de drie gebieden volledig uit te werken.

Het eerst is de invloed van workcells op het geheel onderzoeht. Dit is de minst ingrijpende verandering, althans voor de werking van het systeem. De magazijntijden komen daarna aan de beurt, deze zijn in de oorspronkelfjke opzet van het onderzoek ook aan het licht geko-men via het eerder genoemde onderzoek naar workcells. Als laatste worden mogelijkheden opgesomd die ontstaan bfj aanpassing van de weke-. lijkse eyklusweke-.

(15)

H.3. Workcells. (lit. 3,4,5,6)

3.1. Inleiding.

De huidige produktie kenmerkt zich door een funktionele organisatie-vorm, d.w.z. een struktuur opgebouwd uit groeperingen van gel~ksoor­

tige machines. Deze is gebaseerd op de vroegere "economy of scale". Tegenwoordig 1s een meer produktgerichte struktuur vaak wenselljk, deze struktuur kenmerkt zich door groepen van verschillende s'oorten machines. Oeze groepen kunnen artikelen velledig afwerken.

mj Aquarius is net momenteel zo dat veer iedere bewerking minimaal

~~n werkweek staat. Door de funktionele organisatievorm levert het problemen op om artikelen sneller door de produktie te sturen. De stap voer stap kontrole via het M.R.P. valt dan weg.

Door net inrichten van workcells is net weI mogeli~ een artikel te velgen en toch sneller door de produktie te sturen. Het M.R.P. weet precies in welke workcell zich ieder artikel bevindt. Op die plaats wordt het artikel, indien mogel~k, geneel afgehandeld.

Nu 1s het zo dat na iedere bewerking aan de komputer gemeld wordt da de betreffende bewerking volbracht is. ~j workcells wordt dit melden pas na een aantal binnen de workcell te verrichten bewerkingen gedaa

Om het effekt van workcells (W.C.'s) te kunnen bepalen is de onder-delenfabrikage (O.F.) verder ontleed. De inrichting van W.C.'s wordt bepaald door deze O.F., CC = 04.Met de hiervoor meest geschikte

indeling is ook de submontage, CC = 05, ingedeeld.

De analyse van de twee nivo's is in stappen uitgevoerd.

Iedere onderverdeling is weer opnieuw onderverdeeld totdat uiteinde-lijk de werkeuiteinde-lijke verbetering door W.C.'s bekend zijn.

Een goede leidraad is fig. I. Dit is toegevoegd als overzicht van dit hoofdstuk, de gedane stappen komen hier "letterlljk" in naar Yore Zowel de doorlooptijd als het Ohw. van de totale O.F., absoluut en relatief t.o.v. de gehele fabrikage, ujn reeds behandeld in tabel I. Een tweede stap is het verdelen in magaz~ndoorlooptijd en bewerkings-doorlooptijd. Dit is ook al in het vorige hoofdstuk aan de orde gewee

V~~r het indelen in W.C.'s ujn niet aIle bewerkingen geschikt, b.v.

(16)

Alle bewerkingen die eventueel in aanmerking komen voor W.C.'s

~jn in de analyse meegenomen. Dit ~jn:

Afdeling

Draaien, onderverdeeld in draaien klein en draaien groot Frezen, onderverdeeld in frezen klein

en frezen groot - Draaien C.N.C. - Frezen C.N.C. Bankwerken - Lassen ~n plaatwerk Bankwerk C.N.C.

Deze bewerkingen vorrnen sleehts een deel van de O.F.

Afdelingnr. 101001 101002 102001 102002 103000 104000 201000 203001/203002 204000

De verdeling van de totale doorlooptijd over de versehillende bewer-kingsafdelingen is als in tabel II.

CC

=

04

NC

=

03 of 04

Aantal betrokken art.nrs.: 7255.

1 2 3 4 5 bewer- Dlt. % v. Dlt. Afdeling Kingen Dlt. (-) (dagen) (dagen) 12590 68229 79 9,4 eerder genoemde groep, ,v. 7 afd. 66 328· ko pdraaierij. 21 113 kopieerbank. 25 221 montage. 1609 8039 9 1,1 spui terij. 38 343 elektromontage.

917 9042 10 1,3 maga~jnui tbes

te-+ + - + + ding.

15266 86315 100 11,9 gehele fabrikage

(17)

Het is bij het inrichten van W.C.'s van belang dat rekening wordt gehouden met aIle mogelijke kourante artikelen en niet aIleen met de in 1984 geproduceerde. In tabel II en verder wordt uitgegaan van 7255 art.nrs., dit zijn aIle mogelfjke onderdelen met een Olt. niet ge-lfjk aan nul. Buiten de onderdelenfabrikage worden ook de verbeteringel in de submontage, CC

=

OS, vermeld. Het kommentaar gegeven bij de O.F. geldt ook voor dit nivo.

3.2. Mogelfjke verbeteringen.

De 7 eerder genoemde afdelingen, waarvan 2 weer verdeeld in 2 grae-pen, ~jn d.m.v. een komputerprogramma onderzocht. Een listing van het programma is als bfjlage 1 toegevoegd. (1) I

De output is ondergebracht in bijlage 2, zowel voor CC = 04 als CC

=

OJ Het programma zoekt uit voer elk art.nr. op welke van de 7 afdelingen het bewerkt wordt. Voor een bewerking staat een "ltt genoteerd,

voor geen bewering een "0". De som van het aantal art.nrs. met de-zelfde bewerkingen binnen deze grOep staat vermeld in de kolom onder

"Aantal" •

Er ~jn bij de behandeling van deze gegevens enkele aannames gedaan: - Alle bewerkingen hebben een Olt. van 5 dagen.

- Artikelen worden niet meerdere malen in een afdeling bewerkt

W.C.'s hebben aIleen nut bfj artikelen met meerdere bewerkingen. De verdeling van het aantal bewerkingen per artikel, tabellen IlIa en IIIb mjn m.b.v. bfjlage 2 bepaald. De huidige Olt. en de minimale, blj het instellen van W.C.'s zijn naast elkaar gezet.

Deze minimale Dlt. wordt bereikt als ieder artikel geheel binnen een W.C. bewerkt kan worden. Oit geeft dan ook direkt de maximale verbetering. Oezel fde gegevens zUn in diagram IIa en bin.

beald gebracht.

(1) Oeze bijlage is vervallen, het programma bestaat voornml. uit het aanroepen van gegevensbestanden.

(18)

CC

=

04

He

= 03 of 04 Aantal art. 127 3594 2602 841 90 1 + 7255 CC

=

05

He

= 03 of 04 Aantal art. 176 897 148 212 71 1 + 1505 Aantal bewerk. 0 1 2 3 4 5 Tabel IlIa Aantal bewerk. 0 1 2 3 4 5 Tabel IIIb nu 0 17970 26020 12615 1800 25 + 58430 nu' 0 4485 1480 3180 1420 25 + 10590. Dlt. ( dagen ) minimaal 0 17970 13010 .7'4205 450 5 + 35640 Dlt. (dagea) minimaal 0 4485 740 1060 355 5 + 6645

I

I

I

I

I

I

(19)

Aantal artikelen 12.1 o )S'!+ ~$'X I 2.604 ~,% 81t'

-Il,f% gz. 3 C.C.= 04 N.C.= 03 of 04 Totaal aantal art. 7255

I

S Aantal berferkingen

Aantacl verschillend be~'lerkingen per artikel in de onderdelen fa~rikage.

(20)

Aantal artikelen

I

G.G.= 05

N.G.: '03 of 04

Tataal aantal art. 1505

,Cl.antal be':,erkinoen ,;.;

Aantal verschillende be~erkin:en per artikel in de suomontage.

(21)

De gemiddelde Olt. is het quotient van de totale DIt. en het to-taal aantal artikeIen:

CC

=

04: nu: Olt.

=

58430/7255

=

8,15 dagen.

minimaal: Dlt. = 35640/7255 = 4,91 dagen.

Dit geeft de maximale verbetering: 8,15 - 4,91

=

3,24 dagen.

CC

=

05:

3,24 01 0 01

relatief: 8,15 x 100p

=

4 P. nu: Olt.:= 10590/1505

=

7,05 dagen.

minimaal: Olt.

=

6645/1505 = 4,42 dagen.

Oit geeft de maximale verbetering: 7,05 - 4,42

=

2,63 dagen. relatief: 2,63 x 100%

=

37%.

7,05

De afwijking tussen de in tabel II gevonden Olt. in de 7 afdelingen en de in tabel III gevonden waarde wordt geintroduceerd door de twee

a aannames:

- Oe gemiddelde Olt. per bewerking is niet 5 dagen maar 5,4 da-gen.

Toch nog een redelljk aantal artikelen wordt tweemaal, of nog vaker, in ~~n afdeling behandeld. Oit is d.m.v. een surnmiere steekproef gecheckt.

3.3. Werkelljke verbeteringen van de doorloopajden.

Doordat nooit ieder' onderdeel geheel binnen ~~n workcell gemaakt

kan worden zal de werkelijke verbetering van de Dlt. Minder ~jn dan de maximale.

Het is zaak om een zo groot mogelijk assortiment artikelen geheel binnen een zo klein mogelijk aantal W.C.'s te bewerken. Verder dienen dit reeele W.C.'s te ~jn. Niet te vormen of aIleen tegen hoge Kosten te vormen W.C.'s dienen buiten beschouwing te worden gelaten.

De W.C.'s worden gebaseerd op de O.F. Deze heeft een veel groter aandeel in het Ohw. dan de submontage.

Diagram IIa toont aan dat artikelen met 2 en 3 bewerkingen de hoofd-moot vormen.

(22)

Artikelen met 4 of 5 bewerkingen zljn procentueel niet interessante In W.C.'s gericht op de artikelen met 3 bewerkingen kunnen ook prak-tisch aIle artikelen met 2 bewerkingen geheel afgewerkt werden.

De inrichting is derhalve gebaseerd op de drievoudige bewerkingen. De indeling is vastgesteld m.b.v. bljlage 3. Het is een naar aantal-len bewerkingen gesplitste versie van bljIage 2.

Blad 1,2 en 3 veor resp. 3,2 en 4 bewerkingen.

Uit blad 1 voIgt dat met 4 W.C.'s ongeveer 85% van de artikelen met een drievoudige bewerking te vervaardigen is,voor CC • 04. Deze W.C.'s zonden als voIgt opgebouwd moeten mjn:

WOrkcell Aantal art.

1. Draaien groot-frezen groot-bankwerk. 166 2.

"

"

"

klein-

"

213 3.

"

klein-

"

"

"

159 4.

"

C.N.C- » »

"

113 +

651

Procentueel: 651/841 x 100% • 77%, als aIleen die artikelen worden geteld die volledig in een W.C. te makery zljn. Van veel van de over-gebleven artikelen kunnen 2 van de 3 bewerkingen in een W.C. gemaakt worden. Oit verhoogt het percentage van de werkelijke verbetering

t.o.v. de maximale aanzienlijk.

Voor de 4 W.C.'s tot de eerder genoemde 85%. e

De 4 levert problemen op t.a.v. de verplaatsbaarheid van de C.N.C.-draaibank, deze is gesitueerd in een andere werkhal en valt buiten het koncept van de huidige hal met de kleinere bewerkingsmachines. Als mogelijkheden blijven dan de eerste 3 w.C.'s over.

Hiermee is 64% van de drievoudige bewerkingen geheel binnen een W.C. te vervaardigen. Met de artikelen waarvan 2 van de 3 bewerkingen binnen een w.C. te doen zljn geeft dit een werkelljke verbetering van 77% van de maximale.

Ve~r de artikelgroepen, artikelen met dezeIfde bewerkingen, is aan~

gegeven in welke W.C. ze bewerk~ kunnen worden, en VOOi. hoeveel

(23)

nieuwe situatie werdt. Veer een preduktie geheel binnen een W.C. is een Dlt. van 5 dagen gesteld. Ve~r bewerkingen buiten de W.C.'s is, gel~k een de huidige situatie, een Dlt. van 5 dagen genomen.

CC

=

04

NC

=

03 of 04

Bewerkingen Aantal art. Dlt. (dagen) Totale Dlt. (dagen)

0 127 0 0 1 3594 5 17970 2 2031 5 10155 571 10 5710 3 538 5 2690 268 10 2680 35 15 525 4 76 10 760 16 15 240 5 1 + 15 15 + totaal 7255 40745 Tabel IV a

(24)

CC

=

05

NC == 03 of 04

Bewerkingen Aantal art. Dlt. (dagen) Totale Dlt.

9 176 0 0 1 897 5 4485 2 70 5 350 78 10 780 3 24 5 120 177 10 1770 11 15 165 4 19 10 190 52 15 780 5 1 + 15 15 + totaal 1505 8655 Tabel IV b

De gemiddelde Olt. is het quotient van de totale Olt. en het totaal aantal artikelen.

CC == 04

CC

=

05

• DIt:

== 40745/7255

=

5,62 dagen.

Oit geeft de werkelljke verbetering:

8,15 - 5,62 == 2,53 dagen.

relatief t.o.v. de maximale verbetering: 2,53/3,24

x

100%

=

78%.

• relatief t.o.v. geheel v.d. 9 bewerkingsplaatsen: 2,53/8,15 x 100%

=

31%.

• Drt:

== 8655/1505

=

5,75 dagen.

• Werkelfjke verbetering: 7,05 - 5,75

=

1,30 dagen. • Relatief t.o.v. de maximale verbetering:

1,30/2,63 x 100%

=

50%.

• Relatief t.o.v. het geheel v.d. 9 bewerkingsplaatsen: 1,30/7,05 x 100%

=

18%.

(25)

·

-'.-De werkelijke verbeteringen in de O.F. ~jn erg goed t.o.v. de

maximaal haalbare, zeker gezien het Kleine aantal w.e.'s.

Oit wordt verduidelijkt door grafiek I. In de submontage is 'de wer~

kelijke verbetering een .. stuk lager dan in de onderdelenfabrikage,

50% t.o.v. 78%. Daar de hoeveelheid Ohw. in de submontage veel

klei-ner is dan in de O.F. is dit niet van belang.

3.4. Bereikte resultaten.

Door de verschillende onderverdelingen is het uiteindelijke resultaat

niet direkt te overzien. Om het overzicht te verbeteren ~jn de tussen

resultaten in tabel V weergegeven. Voor de doorlooptUden

is'-di t in absolute djfers weergegeven omdat de verschillende ni vo t s

niet zuiver in serie staan. Het Ohw. is in percentages aangegeven,

hiervan ~jn geen absolute cfjfers bekend, aIleen de som van de

door-looptijden en deze geven aIleen de verhoudingen weer.

Voor het Ohw. is de laatste stap.op twee manieren weergegeven.

E~n waarbij het inkoopdeel als Ohw. b eschouwd en een waarbij het

in-koopdeel als een extern gebeuren beschouwd i~.In de Kosten zal dit

laatste het geval ~jn.

Door de vele onderverdelingen is het uiteindelijke effekt van de

work-cells minimaal. Ondanks een vermindering van het Ohw. met 78% is het

uiteindelijk resultaat slechts 11,7%. De O.F. en submontage samen

geven een vermindering van 13% in het Ohw. De Dlt.verkorting is

van nog kleinere betekenis. Zelfs bU een volledig in serie staan

van de twee nivo's, 04 en 05, is de Olt.verkorting slechts 3,8 dagen.

De invloed van de vermindering van het Ohw. op het geheel

(26)

~erkelUke verbetering

t.o.v. maximaal haalbare

(96 ) 100 - - - -

-=-:::..:_;;;=---.-=----::-:0:::-;== ... - - -...

30 O/13.$' 30 Aantal \/0 rk cells

- Uitgangspunt: ~orkcells met 3 versch. bawerkingen - AIle bewerkingen verdiskonteerd, dus ook 2rt. met

4 bewerkingen waarvan 2 of 3 in een Workcell. - AIleen

e.e.=

04.

(27)

Omschrijving Gehele fabrikage Onderdelen t! (04) Bewerkingen Selektiebewerkin-gen 1 tIm 9 Maximale verbete-ring Werkelijke verbe-tering Verbetering op totaal Gehele fabrikage Submontage (OS) Bewerkingen Selektiebewerkin-gen 1 tIm 9 Maximale verbete-ring Werkelijke verbe-tering Verbetering op totaal Dlt. (dagen) 46,9 16,9 11,9 8,2 3,2 2,5 46,9 16,1 11,1 7,1 2,6 1,3 Resultaten tabel V Ohw. inkl. (%) exkl. 100,0 46,9

I

77,0 70,4 68,9 40,0 78,1 7,5 11,7

I

100,0 9,6

I

15,4 68,9 63, 36,7 50,0 X X 0,8 1,3

(28)

r'(

'"

,

... 01 ).1 'Y. ~ 01 5'.1~ r-... 02- 02., 2.5:3" .2..$.l ,.. I'.... I'.... 03

'1.

0 ~

i"..

03 1.0 ./" ~ ... ... at(

0'

46.,

~ ~6. , '% ['... ... I ... IC""N • • ,., a-3,o % ... "-/Jf.~. I ~ 9 2.2.?-% ~

I"

"-rc;s.~

1'114 Jr.. V'E'Itl"( 9.S.";

1

... ...

i'-..

9-

6

%',

1N1i~ vUt,H.

"-

06 :31%

"

1·S. ¥. I'.. ... ['...

os

9-&% I

t'--..

"

,

~, &r"" G.'~ 1

"'-

... ... 1,&.''-/_ 4 +.111% I

~

['...

,

... rtAJt. tlell!!....,.

t

I.S' Y,

4.*"""'elllt:.

ll'elt...,. o.t/%

Vermindering Onderhandenwerk t.o.v. totaal.

(29)

3.5. Konklusies

De voorgaande resultaten zijn minder eksakt dan de in decimalen weergegeven cijfers doen vermoeden. Naast de gedane aannames ~jn

nog enkele punten van belang.

• Zeals eerder vermeld hebben niet alle b~werkingert een door-looptijd van 5 dagen. C.N.C-bewerkingen en uitbestedingen

hebben een doorlooptijd van 10 dagen. Deze afdelingen ~jn niet in W.C.IS geplaatst. Een groter deel van het Ohw. dan bere-kend zal niet in W.C.'s te plaatsen zijn.

• Tussen in een W.C. te plaatsen bewerkingen aan een artikel kunnen andere bewerkingen nodig ~jn die niet in deze W.C. te plaatsen ~jn. Dit effekt treedt op bij een deel van de artikelen met 3 bewerkingen die ~jet geheel in een

w.e.

te plaatsen zijn. Doordat de 2e bewerking buiten de

w.e.

plaatsvindt, blijft de doorlooptijd onveranderd.

• De bewerki~gstijden zfjn in di t gehele verhaal niet aan de orde geweest. Gesteld is dat bij het overgrote deel van de artike-len de bewerkingstijd verwaarloosd kan worden t.o.v. de door-looptijd. Zeker bij grotere series is dit niet zonder meer toegestaan. Bij een kontrole, van draai- en freesafdeling, werd vastgesteld dat

!

20 % van de orders meer dan 5 uur instel- en bewerkingstijd in beslag neemt. De mogelijkheid om met een order te schuiven binnen een

w.e.

wordt bij lange bewerkingstijden bfj meerdere bewerkingen erg klein, een extra week of het "breken" van de serie kan nodig zijn.

• Het gebeurt weI degelfjk dat een artikel 2 bewerkingen in eenzelfde afdeling direkt na elkaar ondergaat.

Dit wordt als ~~n bewerking aangegeven in de programma output. • Een volgende stap in de fabrikagecyklus kan.pas gezet worden

indien de ~oorgaande geheel voltooid is. De langste fabrikage "serie", veel bewerkingen, zal de doorlooptijd bepalen.

In deze "serie" zal het vaker mogelfjk zijn een aantal bewerkin-gen in een

w.e.

te plaatsen dan in een korte serie.

(30)

• In deze analyse is het kostenaspekt ook nog niet behandeld. Toch is het uiteindelijke doel het verlagen van de Kosten. Door het Ohw. te verlagen, verlaagt men de kapitaalinveste-ring in de produktie. Echter door de toegevoegde waarde per bewerking zal een groep, CC

=

06, een hogere waarde ver tegenwoordigen dan de benodigde inkoopdelen voor deze groep

te maken.

De kosten, rentekosten, zullen dus per "eenheid Ohw." ge-durende de produktie toenemen. Uit de verbruiken van 1984 bIijkt dat deze invloed aanzienlijk is:

Het percentage van de O.F. t.o.v. het geheel in Ohw. bedraagt 77%, in Kosten is dit 60%. De totale vermindering van de Kosten komt dan op ongeveer 9%

(60/77 x 11,3%) door de O.F. en ongeveer 1% door de submontage. Totaal zo tn 10%, in plaats van de berekende 13%J

Gezien deze "harden cijfers is het niet aan te raden om primair deze workcells te gaan invoeren. De 10% verlaging van de Kosten

~jn misschien weI de moeite waard doch de extra Kosten zijn nog niet bekeken. Het herinrichten van de mechanische afdeling vergt inspan-ning en derhalve Kosten. Door het kreeren van kleinere eenheden, workcells, wordt de leegloop groter. Dit kan extra investeringen in machines vergen.

Door de betrekkelijk simpele samenstelling van de W.C.'s en de lage afschrljvingskosten van de machines hiervan zullen de extra Kosten niet zo hoog ~jn. Verder zullen de besturingskosten afnemen door het wegvallen van een aantal administratieve handelingen.

Op dit moment lijkt het echter zinvol om andere meer effektieve bespa-ringen op te zoeken.

(31)

H.4. Magazijntijden. (Ii t. 1)

4.1. Inleiding.

De geplande doorlooptijd is de tijd in werkdagen welke ligt tussen het geplande uitgiftemoment van een order en haar gereedheidsmoment. De artikeldoorlooptijd wordt -berekend door de doorlooptijd van de

bewerkingen bij elkaar op te tellen plus 5 dagen voor magazijnbehande-ling (uitgeven, zagen e.d.).

Uit steekproeven is gebleken dat deze extra doorlooptijd veor magazijn-behandeling aIleen wordt toegevoegd bij artikelen met bewerkingen, zie ook H.2. ~j inkoopdelen en een deel van de artikelen met kalku-latiekode 06 (zij ondergaan geen bewerking) wordt derhalve geen

extra doorlooptijd opgeteld. Het resultaat is dat op 3 nivo's magazijn-tijd is toegevoegd aan de bewerkingsdoorloopmagazijn-tijd.

De verdeling is als voIgt: nivo 04 05 06 4.2. Mogelijke besparingen. plus 5 dagen plus 5 dagen

60% v.d. art.nrs. plus 5 dagen 40% v.d. art.nrs. plus 0 dagen

gemidde] plus 3 c

gen.

Doordat deze magazijntijden op verschillende nivo's veorkomen ontstaan aanzienlfjke besparingen indien het mogelijk is deze tijden te verkorter of geheel weg te laten.

Doordat het gehele systeem is opgebouwd uit doorlooptijden van een werkweek, 5 dagen, of een veelvoud hiervan is het niet.wenselUk

de tUden te verkorten. ~';eglaten is weI mogelUk. Over het toe-laatbare hiervan in de volgende paragraaf maer.

Bij het weglaten van deze tijden ontstaan de maximale besparingen voor zowel het onderhandenwerk als de doorlooptijd.

De vermindering van het Ohw. is met een bewerking van tabel I bereker tabel VI.

(32)

Verbruik 1984.

met magazijn tijd

,

zonder magazijn tijd

CC aanta1 art. D1 t. D1 t. Dlt. 01 t. 01 876 9820 11,2 11,2 9820 02 2908 43519 15,0 15,0 43519 03 783 12045 15,4 15,4 12045 04 4965 83894 16,9 11,9 59084 05 1018 16432 16,1 11,1 11300 06 724 6302 8,7 5,7 4127

totaal (inki.

in-koop). 172.012 139.896

totaal (exkl.

in-keep). 106.628 74.511

tabel VI

Dit geeft de volgende besparingen:

inklusief de inkoopdelen: «172.012 - 139.896)/172.012) x 100%

= 18,7%.

exklusief de inkoopdelen: «106.628 - 74.511)/106.628) x 100%

=

30,1%.

De verkerting van de deorlooptijd is afhankelijk van het aantal onder-liggende nivo's. Een artikel met kalkulatiekode 06 kan eeh nIt. ver-korting van bijvoorbeeld 25 dagen krijgen, zie bijiage 4, maar 0 dagen is ook moge1ijk.

De gemiddelde verkorting van de Dit. is niet gepaa1d, deze neemt in ieder geva1 per nivo toe.

Oe besparingen met deze ingreep zijn zeker de moei te waard. Van het in de fabriek aanwezige onderhandenwerk wordt 30% gevormd door maga-zijntijden. Het probleem is dat erg moeilijk te bepa1en is of ingegrepen

I

kan worden ten koste van deze tijden.

(33)

4.3. Konklusies.

De gedane steekproef bij 20% artikelen met CC = 06 bracht het volgende aan het licht.

Ondanks het feit dat er, na ieder nivo met bewerkingen, 5 dagen magazijntijd, zou moeten worden geteld blijkt dit niet op te gaan:

21% van het aantal artikelen krijgt geen extra dagen. 9% krijgt 10 extra dagen, zie bUlage 5.

Waardoor deze situatie is ontstaan is niet duidelijk. WeI duideIijk is dat het nooit ontdekt is. Anders gezegd: De 21% zonder extra tijd voor magazijnbehandeling kunnen blijkbaar toch op tijd in het magazijn afgewerkt worden.

Een ander feit is dat de inkoopdelen (deze krijgen ook geen extra magazijntijd) ook op tijd verwerkt kunnen worden door het maga~jn.

Dit terwijl hier ook nog het zagen aan te pas kan komen.

De vraag rijst of deze magazijntijd weI noodzakelijk is, althans voor de

maga~jnbehandeling.

Door de achterstand van de produktie op het schema wordt de magazijn-tijd opgesoupeerd door de produktie-afdeling. Dit is natuurlijk

een oneigenlijk gebruik. Bij een goede planning mag dit niet voorkomen.

Verkorten lijkt gezien de bevindingen zeker toegestaan. Bij een even-tuele vervanging van de vastgestelde doorlooptijden van een week of veelvoud hiervan door kortere perioden zou dit een mogelijkheid bieden de magazijntijden danig te verkorten zender ze volledig weg te laten. Met deze maatregel neemt aIleen het Ohw. en de werkvoorraad van het magazijn af.Tenminste in theorie. Door het op achterstand werken is een deel van de werkvoorraad van de bewerkingsplaatsen opgebouwd uit deze magazijntijden. Een kleine terugval in produktiviteit is dus mogelijk, dat zou de praktijk moeten uitwijzen.

(34)

H.5. Systeem Cyklus." (lit. b,7,8)

5.1. Inleiding.

In de twee vorige hoofdstukken is reeds gebleken dat de wekel~kse

cyklus verhindert korrekt in te grijpen in het produktieproces.

De stappen waarmee de Dlt. te verkorten is z~n vaak te grof en der-halve niet uitvoerbaar. Verbeteringsprojekten, bijvoorbeeld het op-zetten van produktiebesturingssystemen, in de logistieke sfeer hebben vaak de neiging om, wat betreft Kosten en doorlooptijd,

uit de hand te lopen. Vaak wordt dit veroorzaakt doordat het nieuwe systeem te vee! stoelt op het oude, met de hand uitgevoerde.

Van de fIexibiIiteit van het nieuwe besturingssysteem blijft dan niet veel over. Een verdienste van het komputersysteem is weI de over-zichteIijkheid van het besturingsproces.

De huidige situatie is uitgebreid behandeld in hoofdstuk 2.

D.m.v. schema_ 1 en 2 is de goederendoorloopt~d duidelljk in beeld gebracht. De doorloopt~d is per afdeling verdeeid in bewerkings-doorlooptijd en magazijntijd. De 5 dagen per bewerking en 5 dagen voor magazijnbehandeling geven weliswaar een veilige produktie maar

deze veiligheid wordt duur betaald, een lange doorloopt~d, veel on-derhandenwerk en derhalve hoog oplopende Kosten. Oe lange doorloop-tijd is ook nadelig voor de flexibiliteit van de produktie.

Het systeem reageert slechts traag op marktveranderingen.

Oit is niet bevorderl~k voor de konkurrentiepositie van het bedrijf. Ook kan een artikel na de lange produktietijd reeds inkourant zijn. Op dit moment worden tweemaal per week de nettobehoefte en de dis~

patch-l~sten bepaald. Tweemaal per week wordt dus ge- en/of herpland

en de voortgang van de uitgegeven artikelen gekontroleerd. Oit twee-maal per week doorlopen van de besturingscyklus zet de deur naar een kortere produktiecyklus op een kier.

(35)

5.2. Gewenste situatie.

De meese ideale situatie is die waarin geen waehttijden voorkomen. Ieder artikel zou direkt aIle bewerkingen na elkaar ondergaan.

De dooclooptijd zou dan aIleen nog opgebouwd zljn uit instel-, bewer-kings- en transporttijden. Dit is natuurlljk een onmogelljke zaak. Door fluktuaties in de kapaciteitsbehoefte zou 90% van de tijd een enorme overkapaciteit aanwezig zljn om op de overige 10% van de ar-beidstijd aan de vraag te kunnen voldoen.

Het is dus noodzakelijk om werkvoorraden op te bouwen om zodoende de variatie in de kapaciteitsbehoefte af te vlakken.

Deze werkvoorraden mogen echter ook niet te groot ~jn vanwege het onderhandenwerk. Wil men het onderhandenwerk en dus de

kapitaalbezet-ting laag houden dan zal men de werkvoorraad moeten minimaliseren. Het juiste kompromis dient dus gezocht te worden.

In eerste instantie zal de aandacht moeten uitgaan naar dat deel van de produktie waar de eventuele maatregelen het meeste effekt opleveren, d.w.z. met een Kleine afname in de doorlooptljd een grote

afname van het onderhandenwerk kreeren. De si tuatie bij Aquarius

is verduidelijkt m.b.v. figuren 2:. en 3. Een verandering in de doorloop· tijd van de onderdelenfabrikage heeft een grotere verandering in het onderhandenwerk ten gevolge dan eenzelfde verandering van de

door-looptUd in aen andar deel van d~ produktie zoe hebben.

5.3. Mogelljke oplossing.

Ben mogelljke oplossing ontstaat door de dispatch-lljsten dagelljks uit te geven en de netto-behoeften slechts lx, of zoals nu 2x

per week te bepalen. Deze oplossing kombineert het stabiele van de wekelijkse cyklus met de Korte doorlooptijd van een dagelijks gerund systeem.

De administratieve handelingen nemen nauwelljks toe. AIleen het

melden van gedane bewerkingen moet dagelljks gebeuren. Het programma, (zie bljlage 6 voor een gedeelte van de output) dat deze kontrole-lijsten uitgeeft neemt niet veel rekentijd in ~sTag, ongeveer een uur.

(36)

~<:erkvoo rraad ( _ ) , 1:/0" (cl) I. Figuur .2 '':Jerkvoorraad ( - ) ~ 1(101 )f

AIleen te gebruiken voor varhoudingen, getalwaarden uit tabel I.

Figuur 3

Aol::variatie dlt. a.0QFl.variatie Ohw-.

in

a.F.

tgv A.ol

407:::: variatie ahw. in tot. prod. tgv Ad.

Periode (dagen)

Periode (dagen)

(37)

De mogelijkheden van dit systeem zijn ~egio, van summier tot ver door-gevoerd.

In eerste opzet zou het als voIgt ingevoerd kunnen worden:

• De doorlooptijd per nivo op een wekelijkse cyklus laten staan •

• De montage, nivo 06, ook met de huidige doorlooptijd behandelen.

• De onderdelenfabrikage en maga~jnbehandeling met deze nieuwe cyklus behandelen.

Deze stap is te vergelljken met de in H.3. behandelde workcells. Een belangrljk verschil is dat met dit systeemallebewerkingen, de uitbestedingen· ultgezonderd, een kortere doorlooptijd kunnen krijgen. Een eenvouc:!ig voorbeel~:Draaien plus bankwerk plus magazijntijd

nu: 5 + 5 + 5

=

15 dagen. dit zou kunnen worden: 3 + 1 + 1 = 5 dagen.

De doorlooptijd kan nu veel funktioneler worden vastgesteld, rekening houdend met:

- instel tijd bewerkingstijd - seriegrootte - bewerking

V,an' enkele afdelingen is nagegaan hoe groot de gemiddelde series en hun instel- en bewerkingstijden zijn (tabel VII )'Voor een vloeiende produktie is een bepaalde werkvoorraad noodzakelljk.

Afdeling Draaien Frezen Montage Gem. serie grootte. (stuks) 18 7 10 Tabel VII

Gem. instel- plus bewerkings-tijd. (uren, min.)

3.30 6.00 10.°0

De bewerkingstijden, inklusief insteltijden, zijn inderdaad maar een klein deel van de bewerkingsdoorlooptljd van 5 dagen, 35 uur.

(38)

Zeker geldt dit voor de onderdelenfabrikage, draaien 10% en frezen 17%. Voor bankwerk geldt een nog lager percentage.

Met de verbruikscijfers van 1984 is bepaald wat het aantal artikelen is dat per dag een nivo passeert (tabel VIII ).

1 jaar

=

230 dagen.

Nivo Art.nrs/jaar Art.nrs/dag Verbr./jaar Verbr./dag Gem. SE rie grootte

cc

(st.) (st. ) (st.) (st.) (stuks) 04 4965 21,6 97.682 425 20" 05 1018 4,4 10.526 46 10 06 724 3,1 12.035 52 17 Tabel VIII

In de onderdelenfabrikage worden per dag bijna 22 verschillende artike-len bewerkt. Ondanks het feit dat deze weer verdeeld zijn over ver-schillende bewerkingsplaatsen is dit toch een aantal waar een redelijke bezetting uit op te bouwen is, eventueel met de werkvoorraad van

enkele dagen.

Het vaststellen van de doorlooptUden kan met dit systeem funktioneler. In het huidige systeem echter worden doorloop-tUden naar bewerking bepaald, d.w.z. voor draaien, frezen, bankwerken etc. 5 dagen, voor draaien CNC. 10 dagen. HierbU wordt in het geheel geen aandacht besteed aan seriegrootte

en instel- en bewerkingstUd. Zodoende wordt voor zowel een kleine serie met zeer korte instel- en bewe,rkingstUd als een grote serie met lange instel- en bewerkingstUd eenzelfde dlt. gepland. De eigenlUke behandelingstUd kan varieren van bUvoorbeeld een half uur tot 35 uur.

Wil men de doorlooptUd funktioneel bepalen dan zal zeker rekening gehouden moeten worden met deze faktoren. oit en het snel kunnen herzien van de dlt., bU een misrekening of aen veranderde situatie, maakt het gebruik van de komputer bU het bepalen van de dlt. nodig.

M.b.v. de ganoemde faktoren die de behandelingstUd geven kan een een voudige formule worden samengesteld:

(39)

Dit is echter aIleen de behandelingstUd. Op deze manier zou er in het geheel geen werkvoorraad ontstaan. Er dient dus el<'stra t:Ud te worden toegevoegd, bUvoorbeeld d.m.v. een varibele faktor

(f).

De formule wordt dan:

ol~.= «serie x bew.tUd)+ inst.tUd)x f.

Voor de dlt dient de verkregen waarde afgerond te worden op hele dagen. Met deze faktor is het mogeluk een "speling" in te bouwen in de dlt, dit voor het opbouwen van een werk-voorraad. De praktUk bepaald de grootte van de faktor.

Een nadeel van een faktor is dat een artikel met een grate behandelingstUd een enorme dlt krUgt. Een voorbeeld:

- BehandelingstUd= 35 uur

- Faktor= 4 geeft een dlt= 140 uur

- In dagen. naar boven afgerond, dlt= 18 dagen. Dit is natuurlUk te lang. Deze artikelen zouden handmatig een andere dlt mo~ten krUgen.

Buiten het gebruik van een foktor kan oak gebruik gemaakt worden van een "term" (t), deze telt een ekstra dlt op bU

de behandelingstUd. Wordt deze term groat genoeg voor artikelen met een lange behandelingstUd dan wordt de dlt van "kleinere" artikelen te groat. E.en kombinatie van faktor en term geeft ook een oplossing:

Olt= «(serie. x bew.tUd)+ inst.tUd)x f)+ t. Een nadeel van deze formule is dat nu twee variabelen invloed uitoefenen op de dlt.

5.4. Aandachtspunten.

Bij de invoering van di t "dagelijkse" systeem dienen bepaalde punten in de produktiebesturing extra belicht te worden.

1. Kapaciteitsplanning. 2. Seriegrootte. 3. Prioriteiten. 4. Produktiviteit. 5. Komputersysteem. Ad 1. Kapaciteitsplanning.

Omdat een planning per dag meer variatie in de kapaciteitsbehoefte zal geven dan een planning per week is het van belang dat b~ het inzetten van een order de kapaciteitsbelasting berekend wordt.

(40)

Oit wil zeggen dat een Hoofd Produktie Plan (H.P.P.) gewenst, zo niet noodzakel~k is. De kapaciteitsbehoefte zal aangepast moeten worden aan de beschikbare kapaciteit. Dit kan door behoeftepieken te verschuiven of door een gehele order te verplaatsen.

Hiervoor zullen verschillende produktieplannen doorgerekend moeten worden. Daar dit met de hand nauwelijks mogel~k is, is een H.P.P.

minimaal gewenst.

Ad ,2. Seriegrootte.

Een artikel met een grote minimale serie bezet veel van de beschik-bare kapaciteit. Andere artikelen met eenzelfde bewerking krijgen dan snel een grote wachttijd. Een motief om te streven naar Kleine series.

Ander~jds vergt het vaker instellen van de machine voor een bepaalde

bewerking ook tijd. Oeze insteltijd wil men over zoveel mogelijk pro-dukten verdelen, grote series tot gevelg hebbend.

Door de insteltijden te verkorten, m.b.v. meer flexibele inspan-mechanismen, kan de seriegrootte afnemen zonder dat de instel- plus bewerkingstijd per artikel teveel toeneemt.

Ad 3. Prioriteiten •

. Doordat de gehele produk tieduur afneemt is het van bel ang dat de juiste produkten op het juiste moment behandeld worden. Er is met het ineenschuiven van de produktieduur veel minder gelegenheid tot schuiven met de eigenlijke produktiedatum en dit bij een volgende bewerking weer goed te maken.

Bij een goed prioriteitenstelsel is het mogelijk om artikelen met

veel bewerkingen en een lange doorlooptijd ftkrapper" in te plannen da: artikelen met een gering aantal bewerkingen, bijvoorbeeld veor draaie: slechts 1 dag i.p.v. 2. Oit krapper ingeplande artikel krijgt dan een hogere prioriteit dan gemiddeld.

Ad 4. Produktiviteit.

De produktie per machine per tijdseenheid zal bij het afnemen van de werkvoorraad eveneens afnemen. Over de grootte van deze afname valt weinig te zeggen.

(41)

H.P. Wiendahl heeft dit gekwantificeerd voor een bepaaid voorbeeld . (lit. 3)

c.

Helaas is het in dit stadium niet mogelljk om voor de onderdelenfabrikage eenzelfde analyse op te stellen.

,

Ad 5. Komputersysteem.

Bij het invoeren van dit besturingsprincipe, dagelUkse

kontrole van de voortgang in de produktie, neemt de afhankelijkheid van een goed werkend systeem toe. Het uitvallen van de komputer is bij het niet aanwezig zijn van een "noodplan" katastrofaal.

Suiten de omscheven mogel1jkheid van het aIleen toepassen op de onder-delenfabrikage is het natuurlljk ook mogelljk om dit systeem voor de gehele produktie in te voeren.

Montagewerkzaamheden nemen vaak, net als de onderdelenfabrikage, slechts een klein deel Van de doorlooptijd in beslag. Montage en magazijnbehandeling kunnen goed in 1 week afgehandeld worden.

De week doorlooptijd of veelvoud hiervan, per nivo, kan achterwege blijven. De doorlooptijd van een nivo hoeft dan niet meer op weken, naar boven, te worden afgerond.

- Toekomstmuziek is waarschijnlljk de stap waarblj geen doorlooptijden meer worden vastgesteld. De komputer bepaalt vanuit:

• order

• instel- en bewerkingstijd • overige orders

waar en wanneer een artikel welke bewerking ondergaat. Hierblj is het beginpunt van produktie niet meer direkt gekoppeld aan de gereedheidsdatum van het eindprodukt.

(42)

Slot.

Uit de voorgaande hoofdstukken kan worden gekonkludeerd dat nog het nodige te verbeteren is op het gebied van de produktiebesturing

b~ Aquarius B.V. Dit is overigens niet aIleen de mening van de student, direkteur en medewerkers delen deze mening.

Voortdurend wordt gewerkt aan uitbreiding en verbetering van het besturingssysteem. Op korte term~n staan o.a. een uitbreiding van de kapaciteitsplanning en een Hoofd Produktie Plan (H.P.P.) op het programma. Oit voortdurende bezig z~n met de produktiebestu-ring is zeer zeker geen overbodige luxe.

Altijd zullen er verbeteringen mogel~k bl~ven. Een kritische noot is op ~jn plaats. Door deze toch weI zeer frekwente aanpassingen bevindt het besturingssysteem zich nooit in een uitgeb~lanceerde

toestand. Het gescheiden onderkennen van invloeden van verschillende aanpassingen is vaak niet mogel~k.

Oit maakt het, zeker voor een buitenstaander, extra moeil~k om

mogel~ke ingrepen aan te geven. Zeker ook doordat de praktische

uitvoering niet geheel vlekkeloos ver100pt. De mechanische afdeling werkt voor een groot deel in achterstand. Werkel~ke doorlooptijden

z~n dan moeil~k te achterhalen. Terwijl een M.R.P.-systeem is

ont-worpen om d.m.v. herplannen achterstanden te voorkomen.

Oat de besturingsproblematiek kompleks is mag bl~ken uit het feit dat in dit rapport aIleen echt is komen vast te staan dat de in-vloed van workcells gering is. De andere twee verbeteringen z~n

aIleen als mogel~kheden aangegeven. Over de praktische haalbaarheid en hun kwantitatieve invloed is niets definitiefs gezegd.

Ze bieden perspektief. Het is, zeker bij het loslaten van de wekelijk-se cyklus, van belang dat de invloed op de praktijk onderzocht wordt, p.a. t.a.v. bezettingsgraad en vermindering in de kosten.

Een goede mogel~kheid tot toetsing van de haalbaarheid van een ingreep, wederom zeker bij het 10s1 aten van de wekelijkse cyklus, is het opzetten van een proefplanning.

(43)

D.w.z. voor een bepaalde periode vanuit de klantenorders een volledige kapaciteitsbehoefteplanning opzetten met de verkorte doorlooptijden. Voor kwantitatieve invloeden kan deze vergeleken worden met de huidige planning. Maar ook dan zal de praktijk

moe-ten uitwijzen of de gedane aannames uitvoerbaar zijn. Zo leidt, zoals zo vaak, het ene onderzoek het andere in.

(44)

(1) BedrUfshandboek Aquarius

a.v.

BUlage 'Begrippen' update: 20.09.'84 (2) produktiebesturing en Voorraadbeheer als

onderdeel van de totale bedrUfsbeheersing. afstudeerverslag E. Bergmans

T.H. Eindhoven ~982

(3) Realisierung alternativer Fertigungssteuerungs-strategien.

H.P. ~iendahl , ~. Buchmann VDI- Z. 126, 1984 Heft 10

(4) Autonome Fertigungsinseln fur die Fertigung von Kleinteilen.

Prof. Dr. -lng. W. Massberg

Ruhr-Universitat Bochum- Lehrstuhl fur Produktionssysteme

(5) Betriebs Organisation fur lngenieure. H.P. Wiendahl

Carl Hanser Verlag MGnchen- Wien. 1983 (6) Materiaal behoefte planning.

Originele titel: Material Requirements Planning. J. Orlicky, McQraw- Hill, Inc.

vert.: ir. 8. Cox

Kluwer Technische Boeken. 1981

(7) Paradox: Invoering flexibele techniek kan lei den tot verstarring Organisatie.

ire H. Timmerman -n.a.v. lezing van J.A. Sinoo Management,

(8) De aanpak van logistieke verbetaringsprojecten. ire M. de Vaan

(45)

DR l--HUC:N:. _ .. __ ilitAAIEN ... _._._ .. EREElHL._. __ . fRE:£ZEtf ... _Ii.Rf.lAlr:!:L_~ .. _ " ___ \JLG~. _'. . ... t<L.EIM GROOT __ KLEUL. GROOl _ _ . . :::'C..t1'i •. C_L:

.NfL __ . 1\f1NTAL ... __ UllOOL 101002 t02UJH .. _..U';:i,ifJ"!._. _ .... 1{)~.!'9~_._ .•. __ . __

I. 10 -, .1 1. ____ . 12 ..•.... ____ .. __ .9 4 .13 - 73 U. ___ .. 230 15 ' . 1 16 12. 1 Z .. _ .10 HI 21 19. 298 20 21.. 21. 2 23 24 25 d6 27 23 _ '11 11 . ZEL.. '1. . 29 (153 ___ 3.0. _ ... _ _ .. __ i·~ -• . __ .;U 15 32 2 _33 __ ._ ... _ 4_ 31 __ .... 1 .011 ___ 35:~_*v __ 113 34 13 43 _" 37_v, 2 3IL_ ... ____ . .i ~() :_~_"J2 .. _ ;: __ ... 4.11..__ 1. 62~ ••• _!lL_ .... _. ___ 195 _ v _ _ _ ~4a ___ ~~ ____ , ~~ o. () II () o Q ii oj) Q f ~ lJ Ii U \I IL._ _Ii ~--.. - Q. .0. II __ 3i. _. __ 0. II .V i) Q o o 11 o •• _"_" .. _4l.. ____ ._ .Il • () ... _'l'L __ .... _. '!:.?~; -'~q 47 48 41'_ ... 'jt) .. _ 1; v"._~l __ . __ ~ _ •• ~v _ _ . . ~ _ _ ~~_~. ,., 'I_'io ~ .1 1 l'l 73 4 \I o B o (I o (j tl o o o I) o o o I) o Q.-- .---Q_-- -_._--_ .. _.-(j o I) I) Q Q . I) I) o (I o o lJ o 1 .1 . 1 1 .1 _ t 1 _ 1 1 I . 1 U .0 .II. Q .. _____ J_ .. ___ ~ ___ .. _._._ 'L . _Q---. -- "--Il Q Q Q-o j) o .0 o () 1 1 1 1 1 1 1. L.,._~_. Q . ___ 1 ___ _Q. 1 1 1 1_ .1 . ___ . l.. ____ .. _ ...

,-

--i Q !l_ o u o ,) o II !) . -~ ._--, .. _ tL ... Ii o o Q 1 1 1 (l (, . i) . 9 _l! .) ~ L 1 1 It ._ .. i) ___ . I)

-_

.. ,,-Q -() II .!I 1 l !l o u 0 g 0 .L .0 (1 ~ ._ .. Jl .l 1 0 ____ l! . 0 o - ! .1 (1 Q .0 _ .. It q 0 !l (1 Ii (1 U 'I 1J " II ,) 11 --... .1._._ .... _ .. ___ . 1 1 Q _ 1 IL L _ .. _ .. ~ .. __ ._l!._. __ ._ .. ____ .. 1 ~--Il 0 1

I ij 1 Q I . -9_ 0 ____ ... ___ _ o o .. _______ . ~ II o 1 {} ~ 1 o 9. Ii ._. _____ .. , o I Ii II --1 II .) 1I u __ 11... ______ -"- _. _____ ._-"c __

II,

"1

.,

4'-> 4'-> ~ (» 0 0 0 0 Q 0

0 0 ro c=: Q

....

Q) CO ~--'---",,-- CD 0 I\) J 9 ~

(46)

., '-:.1 68 10 09 35'1 72 7b I I 78 :Ill 30 81 92 83 84 8:5 _ cb :5 J 1;; 1 ... 11 1 Il .... -c---- ... 1 -,-,-, -~_.- g ... 1. :t.. __ ._ ... ....J . __ . L .. .1 I I 1 .1 1 L 1 ... fl'7 _ ... ,. __ . _ ... 1. 1\4411. D'"" o ( ~ l ~ S

.. _IlRAAIEt!_ ... _F REEZErL .. , . _ .ER.EEZEtI~ _ . lif< MIU £fi GR DOT ....: ... _._.J~.l.E t!:j _.~·!iROl,lI.._;~~_ 1;. N., C. "

.l!)llltl.£._~ __ ~_.l.l!£QjU_. _ J.!!~q!"!.!L,..._ .. _ ... _1 .1._ .. _. II 0 0 0 q Q II Il 0 \I ... 1 " , .- .! L 1 ___ .... 1 '''''''(}It __ lN' I

~f

"lo -;t.{ / Il .•. 0 0 0 0 t.

-_.,,--.. k.". ';,,5' 1t9)~1·9 II, £.l ~ 3 0,0 r; (i 1 i 6 t o '0 o ._ .. q..:.-' . o '-'0'·' 1 o o II 11 o " ' i j (J -~ .~ .. -- ._----il iI o

o

I a' o Il II Ii t 0 1 , il n"-'-. '--'n 0 0 0 0

0 0 0 () .) 0

o

) .,) m 0- t.:: ... ... ID !l) !a. (0" Il\) co } ~. ~

(47)

DRI:,(,TEa Ui .. C- i(t .. EIN NI~,' "H,,:n(lL '-l()11l11l ;:·f{i,:;A:-FFr'· . GROOT latU()::! FREEli') KLEIN -1ijL~Onl Fi~Ei::"TI~ CPOOT }IL'I) :j2 1 --'1 75 . - . ~.' 0'" 1 1 - ' (t'" , 11 2 ... ----~ •. l' ... ~-... '!J'-.- '0' ... _.- '0"" -"--"-'-0 3 7114---'--·ij II 0 - ' - - - - ' - ' - ' - 0 ' ':,j(AAIEN C,N.C. lOStlllll ... , . ( t -o 0' ",," '--"---'-2~- ()---'----'-- --.-. -'-"0-'''''--'-.----'-'-i/.-'--'-,.--' ,---.,.' {} ' - ' .-.-,., ... , O· .-:---- 5 r8t.-·.. I i ' - - ' - ---'-0--- ----.----',,---'----.. ---'-6-- """"---'--'oZ-- .-.. o---'''~--'-"''----"-'-'-T--- ---6 6 ' - - - , :s-.. - ... ,. -,--.---~ rr'--····"-'--n-~~-····-'·-·-1 '1 1 TZ 13 14 15 1 <)9 IF;, '3-I ;:> 11:l 2 : "I c~ 0 2 I 2 ::~.' :' ~ -:~ 4,:) 4 ~ ~? t,) :5 :) ... ; 1 20 1 29 15 30 9 31 1 .3 :? 6 3:5 2 34 4 -,.. .;.., '1 S6 1 37 3 :m 3 39 ~ 'lU H 4:J 1 -,t;j o ') a [) '1 I) . o o !I 1 t 1 1 1 G - 1 o 1 o ---1 0 " ' " t T II r n I U-() .... I 0 o (I U I II II \l o n o n () II 1 I' t, " o o () o 1 A~. /lJr.,. '1~

i/t

-:u.z.

1/

(I .... 0 - - " " II o u !) 1 1 o 1.1" I I) . o " n () u !J l) U U II 0"-- --_. , O· ._--".- .. -'" " 0 " - ' '-'" a--'"'' -.---0", ... , - " ... II t t 0 il 0 U n i U 0 0 1 0 0 - 0 (I 0 0 0 0 II Il " II Ii Fil':;::ZEN ::.N.C. lu4uuI) () o II 0'-' , II ' 1) a 1 ._, .... ':--'-1"" . ., 0-'

'-'0---BANKWEi<KEN L~SSEN ~BANKWER~

?LhATWERK C.N.C. 2Dl~OO 20JOOr!20J002 204000 u o " Q 0 '0- 1 0---' r----:-'· , - '0 1'---'---'-'''''' --r---t··,----,,·-- r' -- - - ' , - - - - ' - - ,.. 0"'" ' "-'--"'-~l'---:-' -'.-"-" ,,--' , '1 ,-- o--~'-'----.n--~·--'-·--'L=--' .. '~----"--" ;) . '1 o o 1 o (I II 0--'-- 0---o 0' _¥~_ 4 "--'--1-'~-"---- '--0---" -- 0 ' . -0' 0 - '0 tJ 1 Ii 1 IJ I IJ J U U 0 , lJ I II t U 1 0 t-0 1--0 .j u 0 0 1 H 1 I) I) lj 1

I,

I 'I " U 1 "1" U t 0 !) () 'I il 1 u i 0 t , U , . \1 1 \l () (r t 0 I) 1 o II ;) 11 i! Ii u u I) Il U u ii (j o (I o t) () (I l) iJ (I 0 0 ;) I ) , 0 ~ *

..

,

'~: 0

I

0 1

I

'J )' ) :) :) J ) OJ ) OJ c: ... ... Q) Q) a. (Q (l) tJ,I N I "

(48)

31J&wEltlc ""'~ )

t!e::°lt dIht.tI ""UC#i /V~

..,

WCWI<Cl-u~ : I . z ,c~

"

"

~£f-

I(J)

3 '

..

:6 .:2. BEw

I

C> 1 ___ -a.4

r

I •

.l

IS

I i 1

I

til '2..1

r

7 I i () , ttl> I

,

~ 2 ! I

I

!

)

.

3

I

12

i

i IA/

I

t/ I. r::C~ O~ , ) ) ~ ,J

!

3$""(3 VE.4/!.-v'

01

,

b

.-

I 268 ... 2- W~i<E.# I

I

I

t--Z::) j '-;Scl'1C1 wteJ<

,

1 • , ~ f I-f ,-iL ,J! 't-l i

-,

r:c;iJs-

0 SI r: log_ ~ -~~ 10 .; z.. :}

I

II J( 3 ..,;tJo: 1.v 0 I i ?J.IQ wek~N /i { A ~ i

!

j /1' 3 I ! '2. l' '" Cv £. E ~ IZ (-] 'T I

4

I L. J , I , ,-

i

I I

I

/3 i 2- I ~

.

i t • !

I~

I ! , J

IL,-I

~ I. " I , I

,-J ' , I I

I

I l i ' J I i I / , I. J ~6 2 ), I /:}-Ie) '} Z-1';1 " z

,

a ' 0 j 3 I - - i (i) I 2.U i 66 ""-< > I ~! 2-1 ) I 7 -,

'---

13 ,

...

/6 ) OJ OJ c.:::: ::.1 .< :;t 1 ... t-' j. m m .~t/

I

~ 3

,

Q. to :~ (J) 1. )

I

g-) t-'

'.

lH r 2.0 1 / 2 , j

z..t

·

;. I '1 I

I

Z ,1

·

t} 3

,

,.

I,"~ +-< :} .i. ') I •

I

I i I I ), ;

.

>()

.

"'f" ,-,~,-... ~~ -i .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1. De medewerkers kunnen het systeem gaan ervaren als een controlemechanisme. Doordat de resultaten die behaald worden veel inzichtelijker en overzichtelijker worden, is

Om de consument te ondersteunen bij zijn keuze zou er gebruik gemaakt kunnen worden van xenstalen, zodat de consument niet geconfronteerd wordt met xken x die de

Er zijn tijdens de survey 2 mosselstrata (M1 &amp; M2) en 3 kokkelstrata (K1 t/m K3) onderscheiden met ieder een andere verwachting voor het aantreffen van de mosselen en

• Richt de meter verticaal omhoog op de lampen en houdt de meter waterpas (zoveel mogelijk) • Eventueel kan de lichtmeter op een plukkar gemonteerd zijn (let op waterpas

Veel van dit materiaal is heden ten dage voor de bouw in- teressant; tras, gemalen tuf is zeer geschikt als specie voor waterdicht metselwerk.. Bims, puimsteenkorrels tot

Beenbreek is actueel dus een indicator voor venige, natte omstandigheden van het hei- de-ecosysteem, meer bepaald in de contact- zone tussen het overwegend mineraalarme grondwater met

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

Sinds de werkgroep startte met het onder de aandacht brengen van de Nacht van de Nacht zijn er binnen de gemeente al succes- sen geboekt op het gebied van