University of Groningen
Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl Radetzky, Rita
DOI:
10.33612/diss.159234412
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date: 2021
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
Radetzky, R. (2021). Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl. University of Groningen. https://doi.org/10.33612/diss.159234412
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Stellingen behorende bij het proefschrift van Rita Radetzky Tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) en de landschapsstijl te verdedigen op 4 maart 2021 aan de
Rijksuniversiteit Groningen 1. De reconstructie van de werkwijze van Roodbaard bevestigt het beeld dat een tuinarchitect over veel kwaliteiten diende te beschikken: van ontwerptalent, beeldend vermogen tot organisatorische kwaliteiten bij de omgang met zowel opdrachtgevers, collega’s als uitvoerende werklieden. 2. Het
onderzoek naar het netwerk en de contacten van Roodbaard is essentieel om een beter begrip te kunnen krijgen van zijn plaats en het belang van zijn projecten, zoals J. Finch en J. Woudstra dat ten aanzien van Capability Brown betogen in hun onlangs verschenen werk Capability Brown, Royal Gardener: The Business of Place-Making in Northern Europe. (York, 2020), 204. 3. Het vak
tuinarchitectuur aan de universiteiten dient ook in de Nederlandse taal te worden gedoceerd. De terminologie van het vakgebied moet behouden blijven om de continuïteit daarvan in het Nederlands te waarborgen. 4. Bij het uitoefenen van het vak tuinarchitectuur is historisch onderzoek onmisbaar, naast het toepassen van digitale technieken bij het veldwerk. 5. De verspreiding in Nederland van de theorie van de landschapsstijl vanuit Duitsland tussen 1750 en 1850 zou meer aandacht verdienen. 6. De kunsthistorische benadering dient altijd onderdeel te vormen van het interdisciplinaire onderzoek naar het oeuvre van tuinarchitecten. 7. Voor het verrichten van historisch onderzoek is de toegankelijkheid van archieven van eminent belang. Hiervoor is het noodzakelijk dat archiefdiensten de door hun beheerde archieven op wetenschappelijke wijze blijven ontsluiten. 8. De historische en hedendaagse tuinarchitectuur in Midden-Europa dient meer aandacht te krijgen in het Nederlandse universitair onderzoek. 9. Er is een opvallende gelijkenis in emoties bij het horen van het Friese en het Hongaarse volkslied.