• No results found

Samenwerken aan meer kennis zilversmelt: Platform Onderzoekssamenwerking

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Samenwerken aan meer kennis zilversmelt: Platform Onderzoekssamenwerking"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Grote zilversmelt (Argentinus silus) is een pelagische soort die voorkomt in de diepere wateren (500-700 meter) van de Atlan-tische oceaan. Het zilversmelt bestand in de gebieden 27.6.a en 27.5.b wordt onder andere bevist door de vriestrawlers van de Pe-lagic Freezer-trawler Association (PFA) en door Faroese trawlers.

De toestandsbeoordeling van zilversmelt, die de basis vormt voor het wetenschappelijk advies van ICES, was tot 2019 gecatego-riseerd als een data-arm bestand. De kennis en ervaring vanuit zo-wel de Nederlandse industrie als het Nederlandse onderzoek werd in beperkte mate meegenomen in deze bestandschatting. En dat terwijl Nederlandse onderzoekers al sinds het begin van de jaren 1990 onderzoek doen naar zil-versmelt en de Nederlandse in-dustrie sinds 2015 een self-sam-pling heeft geïntroduceerd op zilversmelt.

Drie thema’s

In 2019 is een samenwer-kingsproject gestart tussen Wageningen Marine Research (WMR) en de PFA met als doel om de data en kennis rond zilver-smelt te bundelen en beschikbaar te maken voor de toestandsbe-oordeling, in de hoop om daar-mee een betere basis te krijgen voor de wetenschappelijke advi-sering. Er werden drie belangrijke thema’s benoemd voor de onder-zoekssamenwerking:

1) analyse van vangstsa-menstellingen van pelagische trawlers, zowel vanuit de WMR bemonstering als vanuit de PFA self-sampling,

2) analyse van het vangstsuc-ces van zilversmelt (Catch per Unit Effort; CPUE) van pelagi-sche trawlers, en

3) de verbetering van de toe-standsbeoordeling methodiek.

Terugkijkend kunnen we con-stateren dat de samenwerking tussen industrie en onderzoek een belangrijke impuls heeft ge-leverd voor de toestandsbeoor-deling in ICES. Zo is in 2020 de toestandsbeoordeling methodiek van een data-arm bestand naar een data-rijk bestand veranderd. Hier hoort dan ook een standaard advies volgens de MSY-regel bij.

Kleiner en jonger

Tijdens de analyse van de vangstsamenstellingen van pela-gische trawlers zijn de bemonste-ringsgegevens van WMR vanaf begin jaren 1990 tot nu opnieuw bekeken. Daarbij is bijvoorbeeld duidelijk geworden dat tijdens het begin van de zilversmeltvis-serij in de jaren 90 vissen werden gevangen tot 50 cm in lengte en met leeftijden tot 40 jaar. Al vrij snel daarna liep de maxi-male lengte terug tot ongeveer 40 cm en de maximale leeftijd tot ongeveer 20 jaar. Dit heeft

VRIJDAG 16 APRIL 2021 PAGINA 4

Platform Onderzoekssamenwerking

Samenwerken aan meer kennis zilversmelt

IJMUIDEN – De visserijsector, wetenschap en maatschappelijke organisaties werken in onderzoeksprojecten samen aan duurzaam visserijbeheer, zoals innovaties om selectiever te vissen en verbetering van de bestandsschattingen. De projecten worden gefinancierd uit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij. Over de onderzoekssamenwerking publiceren de projectpartners in een eigen column in Visserijnieuws. Deze week schrijven Martin Pastoors (Pelagic Freezer-trawler Association) en Niels Hintzen (Wageningen Marine Research) over onderzoek naar grote zilver-smelt.

H Verspreidingsgebied en vangsten van zilversmelt in de periode 2011-2018 in de Noordoost

Atlanti-sche oceaan, ICES WGDEEP.

● ● ● ● ●●● ●● ● ● ● ● ●● ● ● ● ● ●● ●● ● 1995 2000 2005 2010 2015 0 20 40 60 80 100 120 Jaren Paaibiomassa (1000 ton) ● ● ● ● ●●● ●● ● ● ● ● ●● ● ● ● ● ●● ●● ● ● ● ● ● ●● ● ● ● ● ● ● ● ● ●● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Benchmark 2020 Advies 2019 − relatief 1995 2000 2005 2010 2015 0.0 0.1 0.2 0.3 0.4 Jaren Visser ijdr uk 1995 2000 2005 2010 2015 0 20 40 60 80 100 Aanw as (miljoenen) Jaren

H De nieuw geschatte trends tussen het oude 2019 advies en de benchmark voor zilversmelt.

OSW

Foto: Henk Heessen

waarschijnlijk te maken met de relatief lage groeisnelheid van deze soort.

Vervolgens is in detail geke-ken of het mogelijk was om een vergelijking te maken tussen de bemonstering door WMR en de self-sampling door de PFA. Het aantal monsters dat de sector zelf door kan meten ligt hoger dan wat WMR uitvoert binnen het Wettelijke Onderzoekstaken (WOT) programma. WMR voert zowel lengtemetingen als leef-tijdsbepalingen uit. Deze mon-sters worden aan boord van de PFA-schepen genomen door de bemanningen en ingevroren voor analyse door WMR. De self-sam-pling van de PFA is vooral ge-richt op soortensamenstelling en lengtemetingen. De onderzoeks-vraag was of het mogelijk is om op verantwoorde wijze de lengte en leeftijdsgegevens te kunnen combineren zodat nauwkeurige-re schattingen van de vangst en leeftijd zouden kunnen worden verkregen.

Vangstsucces

Allereerst werd gekeken naar die monsters die nagenoeg ge-lijktijdig en op nagenoeg dezelf-de plek werdezelf-den genomen voor dezelf-de self-sampling als voor analyse door WMR. Daarbij werden vaker dan verwacht verschillen tussen de lengtemetingen van de sector en die van WMR gevonden. Dit zou veroorzaakt kunnen worden doordat net iets andere trekken gemeten waren door de sector als voor WMR als monster werd ge-selecteerd.

Maar het zou ook te maken kunnen hebben met de bemon-steringsmethode of met daad-werkelijke verschillen die bestaan op kleine ruimtelijk en temporele schaal. Het is zowel voor de PFA als WMR duidelijk dat deze ver-schillen eerst verklaard en op-gelost moeten worden voordat er daadwerkelijk begonnen kan worden met het combineren van de twee soorten bemonstering.

Het tweede deel van het on-derzoeksprogramma ging over de ontwikkeling van een indicator van vangstsucces (CPUE) in de pelagische visserij die gebruikt zou kunnen worden voor de

toestandsbeoordeling als rela-tieve maat voor de verandering in biomassa van jaar tot jaar. Voor een dergelijke tijdseries is het van belang dat deze een flink (>5) aantal jaren bestrijkt en dat de tijdserie van CPUE onafhan-kelijk wordt van met welk schip, in welk vangstgebied of op welke diepte werd gevist. De gegevens over vangstsucces werden ge-bruikt uit de PFA self-sampling (2015-2019) en vanuit een aan-tal historische vangstlijsten die beschikbaar zijn gemaakt door individuele schippers. Daardoor konden we een tijdserie van 2005

tot en met 2019 maken.

Doordat de samenwerking met onderzoekers op de Faroer ook behoorlijk was verbeterd tij-dens dit project, werd het moge-lijk om een gezamenmoge-lijke CPUE reeks te maken van de Faroese schepen en de PFA schepen. Deze nieuwe tijdserie is nu beschik-baar gemaakt en word ingezet voor de toestandsbeoordeling en het wetenschappelijk advies.

Het derde punt van de sa-menwerking was de verbetering van de methode van toestands-beoordeling. Hierbij is de exper-tise vanuit WMR ingebracht om

verschillende gegevensbronnen met elkaar te combineren in een bestandschattingsmodel om tot een solide toestandsbeoordeling te komen. Daarbij worden nu verschillende nieuwe gegevens-bronnen gebruikt, waaronder de commerciële CPUE en de Schotse diepwatersurvey. De nieuwe me-thode heeft ertoe geleid dat het bestand nu wordt gezien als een categorie 1 bestand (data-rijk analytische toestandsbeoorde-ling) en dat in 2021 voor het eerst advies gegeven zal worden aan de hand van deze nieuwe toe-standsbeoordeling.

Nieuwe inzichten

De samenwerking tussen WMR en PFA heeft belangrijke nieuwe inzichten opgeleverd, zo-wel inhoudelijk rond de kennis van zilversmelt, maar ook meer algemeen over de samenhang tussen pelagische bemonstering door WMR en de self-sampling door PFA. Omdat de self-sam-pling natuurlijk relatief nieuw is, is er over de afgelopen jaren behoorlijk wat ontwikkeling ge-weest. Het is belangrijk om de resultaten daarvan onder ogen te zien en te vergelijken met de gegevens vanuit WMR. De ver-gelijking is gericht op het verkrij-gen van optimaal inzicht in de ontwikkeling van de pelagische bestanden.

Ook is er een eerste start ge-maakt met het beschrijven van de opslag van sectordata in databa-ses in beheer van WMR. Hierbij zijn aspecten zoals eigenaar-schap, verantwoordelijke voor de kwaliteitsborging alsook toegang tot deze data voor wetenschap-pelijke analyses belangrijke dis-cussiepunten. De samenwerking tussen sector en onderzoek heeft door dit project weer een extra betekenis gekregen.

In het project is wel al proef-gedraaid met het combineren van de datasets. Zo werd op basis van de leeftijdsbepa-ling van WMR een zogeheten lengte-leeftijd verdeelsleutel gemaakt. De lengtegegevens van de PFA bemonstering wer-den zo ook vertaald naar een leeftijdsverdeling die op haar beurt dan weer werd gebruikt in de bestandschatting van zilversmelt. Grootste obstakel in deze aanpak was het be-perkt aantal leeftijdsmonsters dat beschikbaar was per jaar waardoor de lengte-leeftijds-verdeling per jaar er nogal hakkelig uitzag. Met andere woorden, niet voor iedere cen-timeterklasse zijn voldoende leeftijdsmonsters beschikbaar in de WMR data terwijl de aantallen per centimeterklasse wel hoog zijn in de PFA gege-vens. Met geavanceerde statis-tische methodieken kon deze lengte-leeftijdsverdeling wel ‘glad gestreken’ worden, maar dat had forse consequenties voor de bestandschatting die hierdoor minder betrouwbaar werd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

for example, an unstable POlitical environment. Needless to say, a SWOT·analysis should involve consultations between teachers, industry and parents More importantly,

Directe implementatie obv wetenschappelijk onderzoek (implementatie GOUD) Complexiteit, congruentie met huidige werkwijze, zichtbaarheid uitkomsten.. Wetenschappelijk

Dit onderzoek dient antwoord te geven op de vraag ‘Wat zijn de knelpunten bij de dienst PO&O van GGz Groningen ten aanzien van kennismanagement en welke

Aan het eind van de proef in week 47 2003 is van het geoogste gewas van alle behandelingen de opname aan hoofd – en spoorelementen vastgesteld door berekening.. In bijlage 12 b

Met deze vragen wordt getoetst of het belangrijk is voor de medewerker om kennis te ontwikkelen.. Het gaat hierbij niet om de mening van de medewerker maar of op grond van

Het blijkt dat maar weinig medewerkers nieuwe ideeën opdoen in de kennisteams en dat vooral de mensen die veel nieuwe kennis kunnen inbrengen (mensen met veel expertise op

De Hermelijn staat vooral bekend als een echte konijnenvan- ger en komt dan ook overal voor waar deze soort voorkomt.. Let wel: een Konijn is veel groter dan de

Mijn promotieonderzoek zal namelijk niet alleen gericht zijn op het helpen van GIST patiënten, maar ik ga proberen mijn methode zo te ontwerpen dat het in principe werkt op