Proeftoets Haags Studiepunt
EC – 3HV – ELEMENTAIRE ECONOMIE: H4 ONDERNEMINGEN –
JPB
1a. Wat is arbeidsproductiviteit?
b. Wat is geografische arbeidsverdeling? 2a. Wat zijn transactiekosten?
b. Wat doet de opkomst van nieuwe communicatiemiddelen met transactiekosten? 3a. Wat is een bedrijfskolom?
b. Wat betekent een verdeling in horizontale en verticale richting op deze kolom?
4. Wat gebeurt er met een bedrijfskolom als het maken en het kleuren van een spijkerbroek door twee verschillende bedrijven wordt gedaan?
5a. Wat is toegevoegde waarde?
b. Vertel wat de toegevoegde waarde van een visstick is.
6. Geef voor de volgende bedrijven/organisaties aan in welke sector zij worden ingedeeld. a. Philips
b. Shell
c. Boer Harmsen & zijn boerenbedrijf d. Haags Studie Punt
e. Scheepsbouwbedrijf ShipYarding f. DSM (chemieconcern)
g. Rabobank h. Meavita thuiszorg
7. Stel je wilt een architectenbureau opstarten. Kies de volgens jou geschikte ondernemingsvorm en beargumenteer volledig waarom je hier voor kiest. Je kunt kiezen uit: VoF, BV, NV of CV. Noem minimaal 2 eigenschappen en argumenten van de door jou gekozen ondernemingsvorm. 8a. Noem 1 voor- en 1 nadeel voor de staat (d.w.z. alle mensen in een land tezamen), om een particulier bedrijf in staatshanden te nemen.
b. Noem 1 voor- en 1 nadeel voor een bedrijf, om met de staat samen te werken/door de staat te worden overgenomen.
9. Op basis waarvan wordt er een verschil gemaakt tussen midden- en kleinbedrijf en multinationale ondernemingen. Denk hierbij aan de verschillende 'maatstaven' uit het boek!
10. Noem en beschrijf de 4 onderdelen van een jaarverslag. 11. Zet de volgende gegevens in een balans.
Vorderingen € 20.000,- Aandelen vermogen € 500.000,- Machines € 150.000,- Schuldeisers € 10.000,- Reserves € 15.000,- Voorraden € 50.000,- Leningen € 14.000,-
Kas, bank giro € 30.000,-
Proeftoets Haags Studiepunt
EC – 3HV – ELEMENTAIRE ECONOMIE: H4 ONDERNEMINGEN –
ANTWOORDEN
1a. Met arbeidsproductiviteit bedoelt men de productie per werknemer in een bepaalde periode, bijvoorbeeld een jaar, een week of een uur.
b. Geografische arbeidsverdeling is het erop letten dat bv in Frankrijk wijnboeren zijn en in Nederland bollenkwekers. Per land verschilt dan het soort werk dat mensen doen.
2 Transactiekosten zijn de kosten die worden gemaakt om transacties goed te laten verlopen. b. De komst van communicatiemiddelen zorgt er in de meeste gevallen voor dat de transactiekosten lager uitvallen.
3a. Een bedrijfskolom is de weg die een product doorloopt van de oerproducent naar de consument. b. Vindt er een horizontale verdeling plaats, dan is er sprake van specialisatie, vindt er een verticale verplaatsing plaats, dan is er sprake van differentiatie.
4. Er is dan sprake van differentiatie. De kolom wordt in verticale richting langer.
5a. De toegevoegde waarde geeft weer wat er aan de verticale as van de bedrijfskolom is toegevoegd.
b. In het geval van een visstick is dit alles wat erbij komt om van een vis naar een stick te gaan. 6a. tertiair b. tertiair c. primair d. tertiair e. secundair f. secundair g. tertiair h. kwartair 7. Antwoorden kunnen verschillen, let op argumentatie.
8a - voordeel: kennis en expertise van bedrijven, het openbaar belang behartigen (dit staat in het boek), of: je hebt een vaste contractpartner, waardoor je efficiënter kunt werken.
- nadeel: ook als het 'bedrijf' verlies lijdt, zal de staat de rekening moeten blijven betalen (evt. hogere belastingdruk).
b - voordeel: meer zekerheid, je gaat minder snel failliet of: geen concurrentie. - nadeel: meer controle, meer regels.
9. omzet, aantal werknemers, aantal vestigingen, balanstotaal of omvang aandelenvermogen. 10. - directieverslag
- balans & winst & verliesrekening - wettelijk voorgeschreven toelichting - accountantsverklaring
11.
Activa Passiva
Vaste activa Eigen vermogen
Gebouwen € 300.000,- Aandelen vermogen € 500.000,-
Machines € 150.000,- Reserves € 15.000,-
Vlottende activa Vreemd vermogen
Voorraden € 50.000,- Leningen € 14.000,-
Schuldeisers € 10.000,- Vorderingen € 20.000,-
Kas, bank giro € 30.000,-