• No results found

Minder maaien, meer natuur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Minder maaien, meer natuur"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● 36 Praktijkonderzoek 2000-4

De laatste jaren is in Nederland steeds meer aandacht gekomen voor natuur in landbouwge-bieden. Dit heeft verschillende oorzaken. Op de eerste plaats beseffen steeds meer mensen dat het te realiseren netwerk van natuurgebieden, de ecologische hoofdstructuur (EHS), niet voor alle planten- en diersoorten zal leiden tot duur-zame populaties. Veel soorten in Nederland en andere delen van Europa zijn tegenwoordig vooral aangewezen op cultuurlandschappen. Voor sommige van deze soorten, zoals broeden-de weibroeden-devogels en overwinterenbroeden-de ganzen, heeft Nederland een grote internationale verant-woordelijkheid. Daarnaast is voor sommige soorten, waaronder de boomklever, aangetoond dat meer ruimte voor natuur in landbouwgebie-den de duurzaamheid van populaties in nabijge-legen delen van de EHS kan vergroten. Onge-veer 70 % van het landoppervlak in Nederland is landbouwgebied. Daarom wordt hier het eerst gezocht naar een structurele versterking van de natuurwaarden. Op de tweede plaats maken ontwikkelingen in de landbouw en andere delen van de maatschappij een verbreding van het landgebruik noodzakelijk. Landbouwgebieden zullen een sterker multifunctioneel karakter krijgen, waarbij naast natuur ook recreatie en waterbeheer een groter beslag op de ruimte zullen leggen (zie artikel Oosting op pagina 4).

Inmiddels is ervaring opgedaan met natuur-productiebetaling. Het Programma Beheer van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bouwt hier op voort. Dit soort regelingen gelden vaak alleen voor een beperkt aantal gebieden, en zijn bovendien sterk gelimiteerd in hun budget. Ze vormen dus nog geen goed antwoord op de kansen en problemen in de landbouwgebieden in het algemeen. Vooralsnog zal een vergroting van de natuurwaarden dus weinig landbouwproductieruimte of geld mogen kosten. In Flevoland wordt dit gerealiseerd door een ander beheer van de kavelsloten.

Minder vaak maaien

De vegetatie in de kavelsloten op de kleigron-den in Flevoland bestaat vooral uit riet. Veel kavelsloten worden tweemaal per jaar gekle-peld, waarna het maaisel blijft liggen.

Rijkswaterstaat Directie IJsselmeergebied heeft tussen 1993 en 1995 een proef uitgevoerd met nieuw slootkantbeheer. Hierbij wordt de rietve-getatie op de twee taludzijden en kruinen afwis-selend gemaaid. Per zijde wordt nog maar één-maal per twee jaar in het najaar gemaaid, en het maaisel wordt vervolgens afgevoerd (figuur 1, zie ook foto’s). Om een goede waterafvoer te garanderen wordt de slootbodem wel elk najaar geschoond. Wat is nu het voordeel van dit andere beheer? Zeker in de eerste jaren mag geen grote toename worden verwacht van het aantal plantensoorten. Het gaat hier immers om grond die van zichzelf veel voedingsstoffen heeft en die daardoor weinig soortenrijk is aan planten. Maar het aantal diersoorten en de aan-tallen individuen nemen wel sterk toe, doordat zowel gedurende het groeiseizoen als in de winter meer vegetatie aanwezig is. Het gaat hier onder andere om dagvlinders, libellen, vogels en zoogdieren (figuur 2). Het afwisselende maaibeheer leidt ertoe dat ook in de winter aan één van de twee slootzijden nog rietvegetatie aanwezig is. Insecten en zoogdieren vinden hier een betere schuilplek en meer voedsel dan in kavelsloten die voor de winter in hun geheel zijn gemaaid. Ook voor vogels is er een groot

Minder maaien, meer natuur

Kavelslotenbeheer in grootschalige landbouwgebieden

Marcel Huijser Ook in grootschalige landbouwgebieden is het mogelijk om natuurwaarden op relatief eenvoudige wijze te vergroten. Dit kan onder andere door de vegetatie in de kavelsloten minder vaak te maai-en. Dit hoeft niet tot hogere kosten of problemen met de waterafvoer te leidmaai-en.

Figuur 1 Schematische dwarsdoorsnede

kavelsloot met een maaibeheer waarbij de taluds en kruinen één-maal per twee jaar worden gemaaid. De slootbodem wordt elk jaar geschoond.

riet

jaar 1 jaar 2

(2)

37

● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●

Praktijkonderzoek 2000-4

voordeel. In het voorjaar kunnen in het overjari-ge riet soorten als de kleine karekiet en de blauwborst hun nesten bouwen.

Proef op de Waiboerhoeve

We weten inmiddels dat minder vaak maaien van kavelsloten een positief effect heeft op de natuurwaarden, zelfs op rijke gronden in groot-schalige landbouwgebieden. Daarom hebben we dit beheer in 1999 ook ingevoerd op het proefbedrijf ‘De Waiboerhoeve’. Tegelijkertijd willen we nog een aantal vragen beantwoord zien. Het gaat hierbij vooral om de mogelijke verbreiding van minder gewenste grassen en kruiden en eventuele vraatschade door dieren. Uit een voorlopige analyse van de beheerkosten blijkt in elk geval dat minder vaak maaien niet duurder hoeft te zijn dan het standaardbeheer. Deze analyse heeft echter nog geen rekening gehouden met mogelijke transport- en verwer-kingskosten van het maaisel. Compostering op het bedrijf zelf lijkt vooralsnog de beste oplossing. Mocht u overwegen om ook over te gaan tot het minder vaak maaien van kavelsloten, dan is het belangrijk om vooraf ontheffing van de schouw-plicht aan te vragen bij het waterschap.

Figuur 2 Het aantal waargenomen soorten

zoogdieren langs sloten met een standaardbeheer (twee maal per jaar klepelen) en een afwisselend maai-beheer (taluds en kruinen éénmaal per twee jaar maaien en afvoeren) (naar Remmelzwaal & Voslamber, 1996). In totaal werden een kleine 20 soorten zoogdieren waargeno-men. 10 8 6 4 2 0 1993 1994 1995 Riet Standaard Aantal waar genomen soorten

zoogdieren per sloot

Een kavelsloot met een stan-daardbeheer (twee maal per jaar klepelen) (links) is veel minder aantrek-kelijk voor insecten, vogels en zoogdieren dan een kavel-sloot waarbij aan één zijde de rietvegetatie blijft staan (rechts).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aantal ingevoerde watervogeltellingen per winter in de watervogeldatabank sinds 1995 (situatie juli 2007), met onderscheid tussen tellingen die op papier zijn doorgegeven (groen)

Minder collectivisme zou in de zorg en de sociale zekerheid bijvoorbeeld aantrekkelijk kunnen zijn, juist om deze betaalbaar te houden voor hen die echt tekort komen?. Meer

Bram van Ojik (PPR-voorzitter): 'Het wordt steeds moeilijker uit te leggen waarom we wèl gezamenlijk een fractie vormen in het Europees Parlement, wèl in veel gemeen-

Niet omdat D66 onder juristen niet meer populair zou zijn (het tegendeel lijkt het geval), maar omdat de liefde voor de directe democratie in de partij zelf bekoeld lijktJ.

Als universiteiten meer studenten moeten opleiden voor minder geld, heeft dit gevolgen voor het wetenschappelijk onderwijs én onderzoek inclusief de toepassing van nieuwe

wat is de huidige voorraad in het ligt er genoeg voorraad in het controleren mogelijkheid order. order mogelijk volgens

Het verschil in CAR tussen de beide groepen valt te interpreteren als een optelsom van verschillende factoren: wanneer voor de gehele dataset gevonden wordt dat

De verschillende onderwijsvormen van hoger onderwijs in Vlaanderen worden bovendien in het buitenland stilaan bekend dankzij het Naric-net- werk waarin Naric-Vlaanderen een actieve