• No results found

Wat heeft de TH Eindhoven aan vertalers te bieden?: 7 maart 1986

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wat heeft de TH Eindhoven aan vertalers te bieden?: 7 maart 1986"

Copied!
40
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wat heeft de TH Eindhoven aan vertalers te bieden?

Citation for published version (APA):

Technische Hogeschool Eindhoven (THE). Vakgr. Toegepaste Taalkunde (1986). Wat heeft de TH Eindhoven aan vertalers te bieden? 7 maart 1986. Technische Hogeschool Eindhoven.

Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1986 Document Version:

Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website.

• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.

• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers.

Link to publication

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement:

www.tue.nl/taverne Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us at: openaccess@tue.nl

providing details and we will investigate your claim.

(2)

I

I

I

I

I

I

I

i _

I

I

I

--I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

Technische Hogeschool Eindhoven

Wat heeft de TH Eindhoven aan verta1ers te bieden? 7 maart 1986

dee1nemers zijn:

leden van het Nederlands Genootschap van Verta1ers docenten van HBO-op1eiding tot verta1ers

medewerkers van de N.V. Philips

Georganiseerd door de Vakgroep Toegepaste Taalkunde in samenwerking met de Voorlichtingsdienst van de Technische Hogeschool Eindhove~

(3)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

Technische Hogeschool Eindhoven Voorlichtingsdienst

Wat heeft de TH Eindhoven aan verta1ers te bieden? Programma voor 7 maart 1986

09.15 - 09.45 uur 09.45 - 09.55 uur 09.55 - 10.15 uur 10.15 - 10.40 uur 10.40 - 10.55 uur 10.55 - 11.20 uur 11.20 - 11.35 uur 11.35 - 12.00 uur 12.00 - 12.15 uur 12.30 - 14.00 uur 14.00 - 14.15 uur 14.15 - 14.30 uur 14.30 - 14.45 uur 14.45 - 15.00 uur 15.00 - 15.15 uur 15.15 - 15.30 uur 15.30 - 15.45 uur 15.45 - 16.30 uur 16.30 - 17.00 uur

ontvangst co11egezaal 2 van het Rekencentrum inschrijving/koffie

we1komstwoord door de rector magnificus inleiding door dr. J. Ulijn

het vertalen van technische teksten vanuit het Russisch: een THE-cursus door drs. W.A. van HeIden discussie

technlsche termino1ogie door drs. A.J. Vervoorn discussie

voor1ichting vanuit het wetenschapsbedrijf THE door ing. C.T.F. van Keu1en

dlscussie lunch

professione1e en menselijke communicatie, door prof dr. J. Arnbak, vakgroep Telecommunicatie afd. E1ektrotechniek

discussie

energie-aspecten in de werktuigbouwkunde op verwarmingsgebied, door J. Laurense afde1ing Werktuigbouwkunde

discussie

bedrljfskundestudie aan de TH Eindhoven door prof.ir. C. Botter, decaan afde1ing Bedrijfskunde discussie

thee

bezoek aan aan technische demonstratie: keuze a. te1ecommunicatie, afde1ing E1ektrotechniek b. verwarmingsenergie-onderzoek, afde1ing Werktuigbouwkunde

(4)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

WAT KAN DE TH EINDHOVEN DO EN VOOR DE VERTALER* Dr. Jan M. Ulijn

Universitalr hoofddocent Techniek & Communicatie

Aan de TH Eindhoven bestaat een Vakgroep Toegepaste Taalkunde die zich bezig-hbudt met onderwijs in Nederlands: schriftelijke en mondelinge communicatie zo-als snellezen, schriftelljk rapporteren, het houden van een voordracht, verga-der- en dlscussietechniek en nlet te verge ten onderhandelen. Ook onderwljs in vreemde talen wordt gegeven: Engels, Prans, Duits, Russisch, Spaans en Itali-aans. Z1j verzorgt dit onderwijs voor de technische afdelingen. Daarnaast neemt zlj deel aan een nieuwe studiericht1ng Techniek & Maatschappij, waarblnnen zij de opleiding tot technisch communicator verzorgt, inclusief technisch vertaler (z1e b1jlage 1). Hoofdzaak is blj ons onderzoek en daar zal 1k 1n het vervolg wat spacifieker op ingaan. Ik wil in dlt praatje drie puntan met u kort bespre-ken:

1. Waarom is de THE geinteresseerd in technisch vertalen? 2. Wat hebben w1j tot nog toe gedaan aan vertaalonderzoek? 3. Wat kunnen w1j nog doen voor vertalers?

1. Waarom is de THE geinteresseerd in technisch vertalen?

Allereerst natuurl.ijk omdat deze instelling voor technisch~wetenschappe1ijk onderzoek zelf consument is van vertalingen op het gebled van de Bedrijfs-kunde, Informatica, Elektrotechnlek, ScheiBedrijfs-kunde, WerktuigbouwBedrijfs-kunde, Bouwkun-de en Wis- en NatuurkunBouwkun-de. De Vakgroep Toegepaste TaalkunBouwkun-de vertaalt zelf niet, maar bemiddelt bij het vinden van geschikte vertalers. Een tweede re-den is de nieuwe opleiding tot technisch communicator, waarin vooral tech-nisch-wet~n~chappelijk redigeren, technisch voorlichten, technisch schrijven en technisch vertalen aandacht krijgen. Een centraal vak daarin is onder . meer Psycholinguistiek en Technische Communicatie waarln zaken aan de orde komen als menseIijke verwerking en produktie van technische documentatie, technische terminologie en vaktaal, optimale woordvorm in diverse internati-onale technische terminologieen en efficiency en leesbaarheid van gebrui-kershandleidingen in diverse talen (zie bijlage 1).

2. Wathebben wij tot nog toe gedann aan vertaalonderzoek?

~:j.nds 1970 zijn ecn vier'tal Ondf;)l':loekingen uitgevoerd die relevant zijn voor' II Samenvatting van een toespraak, gel lOuden op de najaarsvergadering 1985 van

r!et NGV te Utrecht, lFIet d,mk van de spr'eker aan de redactie.

(5)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-2-vertalen.

2.1. De behoefte aan teehnisch-wetenschappelijke vertalingen van vreemde taal (VT) in moedertaal (MT)

De vertaling is niet altijd een alternatief voor het zelf lezen van een document (Ulijn, 1978:15):

a. de seleetie van wat de moeite waard is om te vertalen vlndt plaats door de opdraehtgever. Wanneer een Nederlandse en een Russlsche on-derzoeker met hetzelfde onderwerp bezig zijn waarover de Rus in zijn eigen taal publiceert, komt er geen vertaling in het Engels, als niet oak het Engelse taalgebied daarin geinteresseerd is. De Nederlander kan dan maar beter zelf Russisch lezen of laten vertalen;

b. vertalen betekent een vertraging van minstens 8 maanden in de inter-nationale communicatie in wetenschap en techniek;

c. vertalingen zijn arbeidsintensief en kostbaar, want

d. er is een groot tekort aan gespecialiseerde technlsch-wetenschappe-lijke vertalers.

Op dit laatste is al door talloze auteurs gewezen: Hilsum, 1976, Fritschy, 1976, en laatstelijk nog door Van Bergeijk, 1985:39, die becijferde dat vanwege bovengenoemd tekort 25

a

30% van de belangrij-ke literatuur wordt vertaald: de oogst is groot, werklleden zljn er .,einig.

Met name het laatste punt heeft ertoe geleid dat de THE een bijdrage wil leveren om in dit tekort te voorzien.

2.2. VT-MT vertalen geeft meer problemen dan VT lezen

Lezen is niet hetzelfde als vertalen, alhoewel een goede vertaler toeh goed zal moeten kunnen lezen. Inzicht in het leesproces van teehnisch-wetenschappelijke teksten zal daarom onontbeerlijk zijn (zie Pugh

&

Ulijn, 1984, en Ulijn & Pugh, 1985, met een aantal bijdragen over verta-len) •

Uit ons onderzoek is gebleken dat de moeilijkheidsgraad van de zinsbouw van een Franse technische tekst geen invloed heeft op het begrijpend le-zen dO(H' Nederlandse technische studenten. Recentelijk is dit bevestigd door het lezen van een Engelse informaticatekst (Strother & Ulijn, 1986), Door hat eemakkelljker maken van de zinsbouw kon er noeh sneller worden gelezen, noch vlugger wor'den begrepen. Een volgend onderzoek over het vertalen van een moeilijke technische tekst bij TH-studenten

(6)

(voor-I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-3-deel van technisch onderlegd zijn) en psychologiestudenten (die het"ap-paraat waar het om ging niet kenden) gaf een ander beeld(Ulijn & Kem-pen, 1916). Bij een gedwongen vertaling speelt de zinsbouw weI een roi. Hetgebrek aan technische achtergrond van de psychologiestudenten gaf vertaalproblemen. V~~r de vertaler spelen beide aspecten mee: vakkennis

Em talenkennis.

Ook hierult valt af te leiden dat een goede vertaler verstand moet heb-ben van het technisch-wetenschappelijke vakgebied waarvoor hij/zij ver-taalt.

2.3. Wat is beter: meteen in VT schrijven of eerst in MT schrijven en dan HT-VT vertalen?

Hierover is een verkennend onderzoek uitgevoerd met MEAO-leerlingen (Ulijn, 1977) (zonder deze studenten te willen vergelijken met beroeps-vertalers). Uit een klas werden twee groepen gevormd. De eerste groep kreeg de opdracht om een handelsbrief volgens gegevens meteen in de vreemde taal (het Frans) te schrijven, de tweede groep moest e.er3t eftn goede Nederlandse brief opstellen en deze daarna in het Frans vertalen. Na onafhankelijke beoordeling bleek dat - bij voldoende taalvaardigheid - de brief maar beter meteen 1n de vreemde taal kan worden opgesteld: dat voerde in elk geval tot een bcter inhoudelijk resultaat. Overigens wil. dat niet zeggen dat dezelfde resultaten gelden met betrekking tot het aantal gemaakte taalfouten.

VT schrijven leverde meer problemen op dan MT schrijven en vervolgens MT-VT vertalen.

Een conclusie voor de technische schrijver/vertaler zou hier kunnen zijn dat vertalen van een brontekst die in de moedertaal is geschreven de voorkeur verdlent boven het reviseren van een tekst die geschreven is in een vreemde taal, wanneer de oorspronkelijke auteur die vreemde taal te slecht beheerst. De vertaler moet dan wel verstand hebben van de technische inhoud, wil het inhoudelijke resultaat er niet op achter-uitgaan, want daar gaat het tenslotte om in de technische communicatie: een goede inhoud en een goede taalkundiee weergave gaan hand in hand. Uiteraard zegt dit onderzoek niets over de situatie waarin de oorspron-lijke tekst ook nog slecht geschreven 1::; in de moedertaal.

2.4. Wat is het moeilijkst bij vertalen: .internationalismen, purismen of faux-amis?

(7)

I

II

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

a. internationalismen of cognates, vaak van Latijnse/Griekse herkamst, b.v. Engels page

=

Frans page;

b. purismen of formal contrasts, b.v. Engels bed

=

Frans lit;

c. faux-amis of misleading cognates (valse vrienden), b.v. Engels car i Frans car.

In de tecbniek kunt u zelf soortgelijke termen vinden, b.v. het Engelse woord voor schakelaar: switch. Oat is in het Frans interrupteur, maar interruptor in het Engels is heel iets anders. Het Franse woord compas is in het Nederlands niet kompas, maar passer (zie ook Van der Weijden). Een experiment hierover wel'd ui tgevoerd met twee groepen Vietnamezen, waarvan de ene groep dergelijke termen ui t het Vietnamees naar het En-gels en het Frans moest vertalen, terwijl de andere groep dezelfde ter-men uit tlet Engels en het Frans in het Vietnamees kreeg te vertalen

(Ulijn, Wolfe, Donn, 1984). Uit dit onderzoek bleek, wat u waarschijn-lijk reeds kunt rade~: het gemakkelijkst te vertalen waren de inter~ati­

onalismen. Daarna volgen de purismen en het moeilijkst te vertalen zijn de valse vrienden.

Een implicatie voor de internationale vakterminolagle zou kunnen ziJr. (zie oak Ulijn, 1979) dat inter'nationalismen verreweg te prefereren zijn, hoewel purismen voar leken vaak aantrekkelijk zijn. De faux-~~is

2ijn rlet gevolg van t.:t:n gebr'ek aan internationale standaardisatie (ISO) en zouden vermeden moeten worden. Meer onderzoek is absoluut nodig op dit belangrijke terrein. Misschien kunnen THE en NOV dit sa~en ter hand nemen.

3. Wat kunnen wij nog doen voor vertalers?

We willen geen doublure leveren van bestaande opleidingen in Maastricht.

Am-sterdam of Groningen. De nadruk zal bij de THE liggen op een technische start (minstens 50% van de studietijd) met een vertaalkundige kop (twee vreemde talen). Dit kan op dr'ie munieren:

a. 1e fase: opleiding tot Technisch Communicator (zie bijlage 1);

b. 2e fase: Tectmiek en Linguis.tiek. Aao vertalers die elders hun 1 e fase HBO of WO hebben gevolgd wordt een postdoctoraal jaar aangeboden (liefst in het kader van een werkkring als vertaler) in technische en bedrijfskundige vakken. In ditzelfde jaar kunnen ingenieurs instromen die belangstelllng hebben voar het vertalen en die dan vooral taalkundige en communicatieve vakken volgen (zie bijlage 2);

c. de cursussen uit de 2e fa tie kunnen ook apart worden aangebodenaan reeds

(8)

-5-I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

ervaren vertalers die zich willen her- of bijscholen of zich opnieuw wil-len orienteren in het belang van hun werkkring bij bedrijfsleven, over-heid of particulier.

!let onderzoek dat we kurmen aanbieden ligt in het verlengde van het voor-gaande:

a. leesbaarheid van vertaalde en te vertalen technische teksten: zowel in-houdelijke als taalkundige criter"iu spelen weer een rol. Het FIT Transla-tor's Charter noemt minstens vier artikelen onder de algemene verplich-tingen van de vertaler: wat is exact vertalen, wat is betrouwbaar verta-len?

Sommige origineleG zijn slecht geschreven. Hoe maak je die leesbaarder in een andere taal?

- Soms is het origineel bestemd voor specialisten, de vertaling voor le-ken: een dubbele vertaalslag: van VI naar MT en van vaktaal naar om-gangstaal.

- Vertalen van b.v. westerse naar oosterse talen en v.v. levert onder meer verschil in denk- en dus tekststructuren op die ook moe ten worden weergegeven, vgl. de directc gedachtengang in een Engelse of Neder'land-'se tekst met het circulaire denkpatroon in een Japanse of Chinese

teks t.

- Wat Is het effect van syntactisch, lexicaal of textueel herschrijven? b. hanteerbaartleid en begrijpelijkheid van vaktermen, b.v. in de

informatie-technologie: wanneer internationalismen, wanneer purismen, wat is de op-timaic vorm van een technische term? (zie boven);

c. computer en ver'talen (zie Dide Kalter, 1984, en Sciarone, 1984). Een vraag: gaat on-line-ctocumentatie tekst op papier vervangen?

Wij kunnen u van dienst zijn op drie manieren: a. stages van 2

a

3 maanden \

) door THE-studenten Techniek

&

Commun1cat1e b. afstudeerwerk van 6 maanden I

c. contractresearch (b.v. dissertatie-onderzoek van 4 jaar) vanuit ons nieuwe onderzoekscentrum Dnderzoek van Communicatie en Technische Kennis-overdracht ten behoeve van het NGV.

Wij hopen dat we zowel door onderwijs als door onderzoek de techniek beter op de taal kunnen laten aansluiten om aldus te voldoen aan een vraag vanuit het internationaal georienteerde bedrijfsleven. Uw r'eacties zijn welkoml Het doet ons genoegen vp 7 rniJ,::H't een kleine groep onder u op de TH te mogen ontvangen, zodat we ons gesprek over samenwerking kunnen voortzetten.

(9)

-6-I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-6-Literatuurlijst

Bergeijk, D. van (1985), Wetenschappelijke informatie in een vreemde taal ge-publiceerd. In: Vertalen in theorie en praktijk, TTWia, 21, 32-40

Fritschy, G. (1976), De HTS-er als technisch vertaler. In: G. Fritschy et al (eds), Vertalen vertolkt, Amster'dam: NGV, 256-259

Hilsum, M. (1976), Technisch vertaler: een gespeciallseerd beroep. Zie Frltschy, 107-112

Olde Kalter, A. (1984), Technologische innovatie: nieuwe mogelijkheden voor de letteren. In: J. Ulijn

&

F. Defesche, Taal

&

Beroep, TTWia, 19, 72-80

Pugh, A. v, J. Ulijn (eds) (1984), Reading for Professional Purposes: Studies and Practices in Native and Foreign Languages, London: Heinemann

SCiarone, A. (1984), Ontwikkelingen en problemen bij het automatisch verta-len. Zie Olde Kalter, 59-71

Strother, J.

&

J. Ulijn (1986), Does syntactic rewriting affect EST compre-hension. In: J. Devine, P. Carr'ell & D. Eskey (eds), Research in Reading in a Second Language, TESOL, Rowley (Mass.): Newbury

Ulijn, J. (1977), Het belang van taalpsychologisch onderzoek voor de leer-planontwikkeling t.b.v.· de moder'ne vreemde talen. In: TTWia, 3, 148-169

Ulijn, J. (1978), Frans als vreemde taal in de ingenieursopleiding, diss. KU Nijrnegen

Ulijn, J. (1979), Le registre scientifique et technique et ses constances et variantes supra-linguistiques, Fachsprache, 1 (4), 126-152

Ulijn, J. & G. Kempen (1976), The role of the first language in second lan-guage readi~g comprehension: some experimental evidence. In: G. Nickel (ed), Proceedings of the 4th International Congress of Applied Linguistics,

Stuttgart: Hochschul Verlag, 495-507

Ulijn, J.

&

A. Pugh (1985), Reading for Professional Purposes: Methods and. Materials in Teaching Languages, Leuven: Acco

Ulijn, J., S. Wolfe & A. Donn (1984), French Influence on Vietnamese English. In: U. Rothe (ed), Glottometrika, 7, 101-139

Weijden, C. {1969}, Enige wenken voor correspondenten van Engels-georienteer-de bedrijven, Van Taal tot Taal, 13 (2), 15-19

(10)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

BIJLAGE 1

DE NIEUWE ,e FASE-OPLEIDING TOT TECHNISCH COMMUNICATOR (o.a. technisch schrijver en vertalerl AAN DE TH EINDHOVEN (binnen Techniek & MaatschappiJ)

een oproep voor afstudeerstages

Techniek is geen doel op zich, maar een middel: de ingenieur bedenkt. ontwerpt. of verbetert technische produkten die het leven vergemakkelijken of veraangena-men, kortom, die toegepast worden.

De ingenieur bepaal t echter slechts in geringe mate welke nieuwe technische pro- . dukten er i!omen, welke verbeteringen worden aangebracht of zelfs maar welke

technische vern1euwingen bedacht wor'den. Op die ontwikkeling zijn allerlei niet-technische factoren van invloed: economische, sociale, financiele, juridische, psycho10gische, enz. Of de krant ooit vervangen wordt door het beeldscherm hangt maar in geringe mate van de techniek af. Vooral de ingew1kkelde combinatie van a1 de factoren die een 1"01 spelen maakt het moeilijk vast te stellen welke kant de techniek op gaat of op moet gaan. Wie met a1 die factoren rekening wil houden moet universee1 geschoold zijn, een 'helicopterview' hebben en bovendien goed kunnen communiceren.

De toepassing van de techniek wordt vaak juist door niet-technici bepaald: voor-af worden vraag en mogelijkheden vastgesteld, achtervoor-af wordt de vraag zo moge-lijk gecreeerd. De niet-techn1ci stellen de randvoorwaarden. Z1j moeten dan de technicus du1delijk maken wat ze precies Willen, gezien de marktsituatie, enz. De technicus gaat aan het werk en maakt dan duidelijk wat haalbaar ls. Op de achtergrond speelt bovendien de vraag of die nieuwe ontwikkeling wenselijk is, binnen de instellillg, blnnen de maatschapp1j, 1n onze wereld. Hier ontstaan nog-al eens prot;lemen: men kent elkaars yak niet, men ziet de mogelijkheden of be-perkingen niet of men ziet (a1 dan niet opzettelijk) de consequentles niet. Met als extra moeilijkheid: de gesprekspartners zijn geen corBmunicatlespeciallsten, ze spreken elkaars taal niet.

Daarom is het soms betel" als de ingenieur spreekt met iemand die zijn yak kent, a1thans begrijpt, en die bovendien de produktionele, juridische, financiele, economische, enz. context ervan een beetje kan overzien. remand die een over-zichtsbeeld heert en die dan ook goed kan communicer'en. Vaak ook zal het goed zijn als de ingenieur zelf zich wat minder met de techniek op zlch en wat meer met de gevolgen ervan, de oorzaken ervan of de communicatie (ook internationaal) .erover bezighoudt.

Verwachte beroepsmogelijkheden

---De beroepsuitoefening zal op vele toepassingsgeb1eden kunnen plaatsvinden. Er

(11)

-2-I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

' j

-.

-kan, bIjvoorbeeld, gedacht worden aan iemand dIe goed thuis is in de belangrijk-ste fysische principes, zonder diepgaande kennis van theorieen en experimentele methoden, en die in staat is de ontwikkelingen in de verschillende onderdelen van de fysica goed te beschrijven ten behoeve van de industrie met het oog op mogelijke toepassingen in produktontwlkkellng, verbetering van vervaardigings-technieken, aanpasslng van het bedrijf aan gewijzigde sltuaties ten aanzien van energie, materialen, milieu, etc. Kortom, iemand die op het betreffende toepas-singsgebied voldoende kennis en inzicht heeft om belangrijke van onbelangrijke zaken te kunnen onder'scheiden, weet waar en hoe belangrijke kennis te verwerven is, weet voor wie die kennis van be1ang is en hoe hij die kennisdaar (geaccep-teerd) krijgt. In plaats van de fysica uit het voorbeeld zijn natuurlijk ook an-dere gebleden van wetenschap en techniek te noemen.

a. Beroep

Andere mogelijkheden tot beroepsultoefening zljn: Technisch voorlichter, technisch-wetenschappe1ijk redacteur, technisch schrijver, technisch verta-1er, technisch-commercieel onderhandelaar, verkoper of inkoper van kennis, enz. AIle liggen op terreinen waar technisch-wetenschappelijke vakkennis moet samengaan met kennis en inzicht in communicatieve processe~ mede in verschil-lende talen en culturen naast kennis en inzicht in het gebruik van communica-tietechnieken.

b. 0pleiding

Daarom .worden ze nu opgeleid aan de Technische Hogeschool in Eindhoven: stu-denten die een propaedeutisch examen hebben afgelegd in de technische vakken (Bedrijfskunde, Informatica, Elektrotechniek, Scheikunde, Werktuigbouwkunde, Bouwkunde en Wis- en Natuurkunde) kunnen als verdere studierichting Techniek en Maatschappij (kortweg TEMA) kiezen. Zij blijven dan voor 50% hun techni-~ vakken volgen, maar doen er voor een deel andere vakken bij: economie, rechten, psychologie, sociologie, enz. Maar de nadruk valt op de communica-tieve vakken, zoals techniek & communicatie; taal, techniek

&

maatschappij; communicatieve vaardigheden; wetenschapsvoorlichting; onderhandelen en diver-se vreemde talen als Engels, Duits, Frans, Russisch en Spaans. Al deze vakken worden op toegepaste basis gegeven: de student leert n1et zozeer 'communica-tiewetenschap' als wel technisch-wetenschappelijke of bedrijfscommunicatie. Hij/zij studeert dan ook,bij de vakgroep 'Toegepaste Taalkunde'.

Stageplaatsen gevraagd

---Om te zorgen dat die studenten ook inderdaad een toegepaste opleiding krijgen 1s het noodzakelijk dat ze nlet alleen studeren, maar ook met de praktijk in aanraking komen. Vandaar dat er op het ogenblik dringend behoefte is aan af-studeer-stageplaatsen van + 6 maanden.

(12)

-3-I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-3-Zoue~

op het gebied van de communicatie in uw instelling nog iets

verbete~d

kunnen wO~den d.m.v. toegepast wetenschappelijk onderzoek, sCh~ijr onsdan of bel ons op. Wij zullen dan bezien of wij u d.m.v. een afstudeerstageof anderszins van dienst kunnen zijn.

c. Onderzoek

Thema's Zouden kunnen zijn:

*1. Menselijke verwerking en produktie van technische communicatie 2. Technisch-cornmercieel onderhandelen

*3. Technische terminologie en vaktaal

4. Wetenschapsvoorlichting, public relations & reclame

5. Taal en informatica. Onderwerpen zijn b.v:

1. Taal, cultuur en onderhandelen in exportsituaties

*2. Optimale woordvorm in diverse internationale technische terminologieen

*3. Efficiency en leesbaarheid van gebruikershandleidingen in diverse tal en 4. De presentatie van taal op beeldscherm

5. Hoe technisch moet het taalgebruik binnen bedrijven zijn om

eeneffi-cH~nte communicatie te waarborgen?

*=

relevant voor ver·talers? Graag uw reacties aan:

Vakgroep Toegepaste Taalkunde, THE,

t.a.v. drs. P.H. Westendorp (040-472911) of dr. J.M. Ulijn {040-4745691,

Postbus 513, 5600 MB Eindhoven (secr. 040-472741)

Informatie Over de studierlchting bij:

(13)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

BIJLAGE 2

Voorstel postdoctorale opleidin~ van 1 jaar Techniek & L1ngu1stiek (vertalen & onderhandelen) (concept)

Kontakten met EEG en bedrljfsleven wijzen uit dat er een groeiende behoefte be-staat aan:

1. technische vertalers met een ingenieursopleiding

.2. ingenieurs die internationaal inzotbaar' zijn in technisch-commercHHe func-ties waarin onder'hLindelen de bov~lltoon voert.

Aan de THE kan een eenjarige postdoctorale opleiding worden gevestigd waarin algemene technische vakken en communicatieve vakken (gebaseerd op linguistiek

en psychologie) de tloofdmoot vormen.

TH- en HTS-ingenieurs die instromen specialiseren zich in de taalvakken (tech-nische terminologie, Engels, Frans, Duits, Spaans, Russisch, Chinees, Japans of Arabisch). Vertalers llIet universitaire of HBO-opleiding (in Nederland nooit een technische!) speciallseren z1ch in de technische vakken. Ook wordt psychologie aangeboden, die in dit verband talig, cognitief of cross-cultureel van aard is (begrijpelijkheid van vakteksten, onderhandelen). Afgestudeerden van deze op-leiding kunnen effici~nt vertalen enlof onderhandelen tussen diverse taal- en

culluuq~ebieden in de wer'eld over' tectmischo onder'wer'pen. De secUe Onderwijs-research kan zorgdragen voor een pr-ot'essioncle cur'riculumontwikkeling en evalu-atia.

Waarom aan de THE?

1. De essentiele technische vakgebieden ZlJn aanwezig.

2. De vakgroep Toegepaste Taalkunde doet al ervaring op met contract-onderwijs (Philipscursus: 'Onderhandelen en de Franse cultuur').

3. De opleiding sluit aan op een Center of Excellence OCTO, hetgeen weer con-tract-research kan opleveY'en.

4. De ople.1ding slu1t aan op de algemene variant van TEMA, m.o. afstudeerthema Techniek & Communicatie.

5. Er is een goede samenwerking met de Hogere Opleiding voor Vertalers te Maas-tricht en die van de Copenhagen School of Economics, UMIST (Engeland) en Carnegie - Mellon University (VS) in verband met onderzoek naar technische communicatie en met de bedr'ljven (w.o. de EEG) die de afgestudeerden willen afnemen.

Zelfbekostiging moet na 5 jaar startsubsidie geen probleem zijn.

(14)

-2-I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

-2-Deze opleiding van een jaar wordt n1. in de eerste plaats aangeboden ais post-academische cursus aan ingenieurs en vertalers die reeds werkzaam zijn bij de internationale overheid (EEG b.v.) en aan een rijk geschakeerd, internatlonaal georienteerd bedrijfsleven.

(15)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

TECHNISCH-WETENSCHAPPELIJK RUSSISCH AAN DE THE

Drs. W.A. van Helden, Vakgroep Toegepaste Taalkunde, THE

In1e1d1ng

Het gaat bier vandaag om de vraag wat de THE voor de verlaler kan doen. Daar-bij kunnen twee dingen onderscheiden worden: wat doet de THE nu a1 voor de vertaler en watzou er nog meer gedaan kunnen worden?

Nu a1 beeft de THE een grote bibliotbeek, die vrij toegankelijk is voor ver-talers en niet alleen specialistiscbe woordenboeken voor veel talen en veel vakgebieden bevat, maar ook alle wetenschapsinboudelijke informatie berbergt die een technisch vertaler nodig kan hebben. V~~r de taal van mijn verhaal, het Russisch, is het van belang te weten dat aan de bibliotheek een specialist Russische technisch-wetenschappelijke informatie verbonden is, de beer Simons, die iedereen die met Oosteuropese bronnen te maken heefl verder op weg kan helpen.

Als bel erom gaat wat de TH nog meer zou kunnen doen, dan zou ik willen

wij-zen op de gigantische know-how op techniscb en natuurwetenschappelijk gebied die hier op de TH rondloopt, en die gezien de taak van bet. wetenscbappelijk onderwijs ten aanzien van kennisoverdracht en maatschappelijke dienstverlening ook best gemobiliseerd zou kunnen worden om de vertaler te helpen met zijn vakinhoudelijke problemen.

Uitwerking hiervan laat ik graag aan anderen over. (De THE zou bijvoorbeeld een eollectief dienstverleningscontract met het NGV kunnen sluiten). Ik zou bet verder willen hebben over mijn eigen taak aan de TH, het geven van onder-wijs in het teehniscb-wetensehappelijk Russiseb (verder afgekort lot TWR). Het

is nog te bezien of dit onderwerp wel onder het ehapiter hulp aan verta1ers

valt. Ik kan me voorstellen dat er onder U zijn die dit onderwerp eerder be-schouwen als het op de markt brengen van beunbazen. Daar zal ik straks meer over zeggen, maar eerst ga ik bescbrijven vat ik dan wel doe.

(16)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

2

1. Language for Special Purposes

Ik maak deel uit van de vakgroep toegepaste taalkunde. Er is een tak van de toegepaste taalkunde die Language for Special purposes (LSP) genoemd wordt. LSP gaat van de stelling uit dat de beheersing van een vreemde taa1 ontleed kan worden in dee1vaardigheden die tot op grote hoogte onafhankelijk van el-kaar verworven kunnen worden. LSP vindt bijvoorbeeld dat iemand Chinese nieuwsberichten op de radio moet kunnen leren verstaan zonder dat hij tege-lijkertijd Ieert in Bel-jin de weg te vragen en LSP ontwikkeit. all daar be-hoefte aan is. de methode om de aangewezen specifieke deelvaardigheden bij te brengen op de voor de student meest economische manier. Natuurlijk is de prak-tijk van LSP ouder dan het begrip zelf. In mijn tijd werd het althans normaal geacht dat veertienjarige gymnasiasten Griekse en Latijnse militaire teksten leerden Ie zen zonder dat verondersteld werd dat ze dan ook met een Romein over het weer konden praten.

In mijn geval wordt als afzonderlijk te verwerven deelvaardigheid afgezonderd bet lezen van Russ1sche techn1sch-wetenschappe11Jke teksten. in bet bijzon-der op bet eigen vakgebled van de lezer. Daarbij zijn twee vragen te stellen: is de behoefte aan zo'n vaardigheld er en is die als deelvaardigheid af-splitstbaar, dus geisoleerd te onderwijzen van de 'rest' van het Russisch? Gezien het feit dat ruim een kwart van de tecbnisch-wetensehappelijke publica-ties in de wereid in het Russiseh verschijnt en dat het Russiseh hiermee na het Engels de belangrijkste taal is. lijkt de behoefte aan de omscbreven deel-vaardigheid duidelijk: veel technici en natuurwetensehappers, die anderszins niet in het Russiseh geinteresseerd zijn, zullen gediend zijn met de vaardig-beid om Russiscbtalige bronnen zelf te kunnen raadplegen. Bijna aile afdeIin-gen van de THE (en overiafdeIin-gens ook de TH Delft) erkennen daarom TWR als keuzevak. Dat afzonderlljk onderwijs in het lezen van teehnisch-wetensehappelijk teksten mogelijk is. blijkt uit de resultaten: er worden studenten afgeleverddie

Rus-silche teksten op bet aigen vakgebied kunnen lezen en verder van het Russlseb welnig afwelen. Of daarblj al een voor de studenten maximale economie is be-'reikt, is nog de vraag. Ik schets hieronder hoe ik te werk gao

(17)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

3 2. lIerbdjze

Mijn ·methode· bouwt voort op wat eerder aan de THE ontwikkeld is door mijn voorganger, de heer P. Wouters, en aan de TH Delft door mijn eollega Julie Wards.

De cursus bestaat uit 25

a

30 wekelijkse eolleges van twee uur, aangevuld met veel buiswerk.

Ha een korte algemene inleidlng be steed lk enkele weken aan het alfabet. Het lljkt tijdversplillng om aan die onbenullige 32 letters, die in een half uur te leren zijn, zoveel tijd te besteden. Het probleem is ook niet het leren van de letters zelf, maar het verwerven van een woordbeeld. De student weet in het begin niet welke lettercomb1nat1es er veel of weinig, resp. nooit voorkomen. iets waar bij het lezen onbewust rekening gehouden wordt. en wordt daardoor gedwongen onnatuurlijk veel energie te steken in het letter voor letter ont-cijferen van woorden. Dit vertraagt het tempo en werkt demotiverend. Daarom worden er de eerate weken vooral spelletjes gespeeld met letters en woorden. De woorden melden ze zelf aan. Woorden als wodka en pravda en vooral veel eigennamen worden uit den treure en om het hardst in alfabetische volgorde en omgekeerde alfabetische volgorde gezet. (Het woordbeeld zou natuurlijk nog sneller komen als men de kans had om eerst een poos Russisch in transliteratie te leren en daarna pas op CyrilliBch over te gaan. Het lesmateriaal moet daar-voor aangepast worden. een investering waardaar-voor het geld ontbreekt.)

Aan uitspraak wordt minimale aandacht besteed. Helemaal zonder uitspraak gaat natuurlijk niet, maar gestreefd wordt naar een soort wer1cu1tspraaJc, die de studenten in staat stelt om enigszins distinctief met elkaar en met mij over de woorden te spreken en ze te onthouden, en niet naar een voor Russen herken-bare uitspraak. WeI wordt in tweede instantie enige theoretische aandacht be-steed aan uitspraakaspecten die een verklaring geven voor anders moeilijk ver-klaarbaar gedrag van het geschreven Russisch (zoa1s het verschil tUlsen

"harde' en 'zachte' medeklinkers).

Vervolgens wordt overgegaan op de grammatica van het Russisch. In het algemeen doet LSP weinig aan grammatica. Bij het lezen van technisch-wetenschappelijke teksten in West-Europese talen kan men zich veelal behelpen met woord-voor--woord Ie zen en de samenhang tussen de woord-voor--woorden opmaken uit dekontekst en de kennis van het onderwerp. Het lezen wordt daar, door de grote syntaktische ge~ lijkenis met het Hederlands en de aanwezige schoolkennis van de grammatica,

(18)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

vooral nOI bevorderd door de uitbreidinl van de woordenkennis. Bij het Rus-sisch lillen de zaken in zoverre anders. dat juist de tecbniseh-wetenschappe-lijke stijl lekenmerkt wordt door ingewikkelde syntactiBcbe strukturen met een van bet Nederlands afwijkende woordvolgorde. waarbij veel informatie·over de

samenhang tussen woorden en zinsdelen gedragen wordt door de uitgangen. Hoewel bet in de praktijk niet nodig zal zijn om elke zin te ontleden, moet vol-doende inzicbt in de grammatica bijgebraebt worden om bij probleemzinnen op een vorm van analyse terug te kunnen vallen.

Bij het onderwijzen van de grammatica. die met van woordenlijsten voorziene themazinnetjes op de 'klassieke t wijze geoefend wordt. maak ik onderscheid tussen enerzljds beredeneerbare. verklaarbare. anderzijds toevallige, arbi-traire zaken. Over de naamvalssystemen valt bijvoorbeeld tot op zekere hoogte te redeneren; over de vraag waarom een stoel een stoel beet is men gauw uitge-praat. Blj de beredeneerbare zaken simpllficeer ik weinig. Ik geef zoveel mogelijk een echte taalkundile uitleg. Ik ga ervan uit dat voor volwassen stu-denten van het wetenschappe111k onderwijs een wetenschappelijke verklaring de beste systematisering is, dat ze leboeid kunnen worden door, zelfs onopge-loste, taalkundige problemen en dat ze efgescbrikt worden door vuistregels waarvan ze ne verloop van tijd zelf merken dat ze niet opgaan. De arb1tra1re zaken probeer ik zoveel mogelijk als oninteressant door te verwijzen naar woordenboeken en opzoeklijsten. WeI tracbt ik bet opzoekwerk te minimaliseren door arbitraire zaken met anecdotes minder arbitrair en dus 'interessantert te laten lijkenen zo op die manier voor het gebeugen aanvaardbaarder te maken. Daarbij is alles geoorloofd: van de allerwetenschappelijkste etymologie tot de domste ezelsbrug. (In het a1gemeen vindt LSP etymologie een extreem voorbeeld van ballast; maar onder bepaalde omstandigheden. n1. waar het mnemotechnische rendement groter is dan de belast1ng. kunnen woordafleidingen dus tocb

weer van stal gebaald worden).

Het resultaat van bet grammaticaonderwijs is dat de studenten na enkele maan-den de weg weten in een refereotiegrammatica met tabellen, sebematische opmer-kingen en zoeklijsten. Deze grammatica hebben ze via de oefeningen geleidelijk verkend: in les 1 bijvoorbeeld de aerste naamval en de tegenwoordige tijd; in les 7 de derde naamval; in les 10 de deelwoorden. (Aan de grammatica. waarin uiteraard alle na~vallen in 'en tabel bij elkaar staan. wordt nog veel ,e-sleuteld. Nu wordt b.v. gewerkt aan een standaardproeedure voor bet vertaalge-richt analyseren van ingewikkelde zinnen; niet opdat de studenten.nu elke zin

(19)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

5

zo aan gaan, pakken. maar opdat ze zonder paniek aan het werk kunnen als een zin niet zonder meer duidelijk is.)

In het derde deel van de cursus, dat ongeveer tien weken duurt, wordt geoefend met onbewerkte en, qua moeilijkheidsgraad van bet Russisch. niet voorgeselec-teerde Russisch-technisch wetenschappelijke teksten. Voor sommige studenten is deze oefening voldoende. anderen vertalen thuis nog extra stukken als oefening voor het tentamen. Het tentamen bestaat uit het vertalen van een stukophet eigen vakgebied met gebruik van naslagwerken naar eigen keuze.

(20)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

6 3. Problemen

om

een al te schone voorstelling van zaken te vermijden zou ik ook een aantal problemen willen noemen die ik bij het onderwijs ondervind.

Ten eerste verwachten veel studenten iets anders van de cursus dan de cursus beoogt. Zij hebben er, hoewel gewaarschuwd, moeite mee dat ze na maanden nog steeds geen Rus welterusten kunnen zeggen. Dit demotiveert. Een algemenere op-zet van de cursus zou echter de haalbaarheid van de specifieke door de THE ge-formuleerde doeleinden van de cursus binnen de gestelde tijd in gevaar brengen. Een tweede probleem. De bijgebrachte vaardigheid in het opzoeken van woorden en andere informatie levert naar het idee van de studenten onvoldoende compen-satie voor het tempoverlies dat door het opzoeken ontstaat. De student wil meer uit het hoofd kennen. Niets belet de student natuurlijk om alles uit het hoofd te leren, er worden ook per vakgebied frekwentiewoordenlijsten ver-schaft, maar klassieke aandacht voor woorden leren zou het tempo van de in-structie weer verlagen en de aandacht verleggen naar de arbitraire aspecten van de taal, waarvoor in principe geen docent nodig is. Op de langere termijn bieden electronische woordenboeken en daaraan gekoppelde morfologische pro-gramma's natuurlijk een oplossing, maar daarin zal dan eerst geinvesteerd moe-ten worden.

Het gevolg van het bovengenoemde probleem is dat ook nog tijdens het tentamen het toegestane vertaaltempo vrij laag ligt: men krijgt 150 minuten voor ruim 150 woorden tekst. WeI komt bet er bij de studenten zelden op het laatste uur aani wie aIle tijd echt nodig heeft, blijkt meestal ook ondanks aIle geraad-pleegde informatie te veel fouten te maken. Een echt hoog leestempo wordt ech-ter toch pas in de praktijk na het tentamen ontwikkeld.

Een vierde probleem is dat, in overeenstemming met de doeleinden van de cur-sus, geoefend wordt met zeer specialistische teksten, terwijl de cursus ge-volgd wordt door studenten van verschillende studierichtingen: een oefentekst is altijd weI voor een deel van de klas inhoudelijk slecht toegankelijk. Com-promisteksten zijn nauwelijks te vindeni zelfs wetenschapsjournalistieke tek-sten zijn stilistisch al te afwijkend. Het uitsplitsen van de klas riaar stu-dierichting is te duur. WeI kan tot op zekere hoogte van de nood een deugd ge-maakt worden door de studenten aan elkaar de portee van de tekst uit te laten

(21)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

7

Een laatste probleem is dan nog dat hel aanwezige lesmateriaal onvoldoende is. De bestaande leerboeken zijn nog te uitgebreid en bovendien Engelstalig, het-geen voor de technisehe studenten bij het leren van een derde taal als een hinderlijke extra barriere ervaren wordt. Het door mij gebruikte materiaal is plak- en knipwerk van mijn voorgangers en mij. waara an door het Cyrillisehe alfabet nog geen tekstverwerker te pas is gekomen. Het loopt aehler. ook bij mijn eigen inzichten.

De meeste van deze problemen hangen eigenlijk samen met de algemene problema-tiek van LSP, die van economische aard zijn. Het is technisch en methodolo-giech best mogelijk om doelgericht specifieke taalvaardigheden aan te leren en daarbij te bezuinigen op de leertijd van de student. Maar naarmate de deel-vaardigheid specifieker is, moet de eursus zorgvuldiger ingericht en opgebouwd worden en moet dus meer tijd geinvesteerd worden in speur- en ontwikkelings-werk ten behoeve van de cursus. Eehter, naarmate een cursus specifieker isfis de gebruiksmogelljkheld, en dus de investeringsbereldheid, kleiner. V~~r TWR betekent dit dat het onderwijs. met aan de THE een landelijke inzet van 1/5

arbeidsplaats Inclusief onderzoek en ontwikkellngswerk, weI altijd suboptimaal zal blijven. d.w.z. achter zal blijven blj wat teehniseh en methodologiseh mo-gelijk is.

4. N1e is de beunhaas: de techn1cus of de taalkund1ge?

Over de maatschappelijke gevolgen van de cursus. vat do en de studenten met hun kennis? Dat loopt uiteen.

Allereerst is er een grote groep die er nagenoeg niets mee doet. Ze hebben hun tentamen gedaan en daarmee Is de kous af. Dit is geen sehande en wil niet zeg-gen dat de cursus nutteloos is geweest. De studenten zijn geconfronteerd met een uitdaging van een ander soort dan ze tot nog toe gewend waren geweest, hetgeen, in de woorden van een groot onderwijskundige. hun probleemoplossend vermogen vergroot. Ze hebben ook een zeker inzicht gekregen in de manier waar-io talen van elkaar kunoeo versehilleo en een groter respect voor de bezigheid van de professionele vertaler. Een hoog cijfer voor TWR kan bij sollicitaties all bewijs van intellectuele flexibiliteit gelden.

Een tweede groep vat belangstelling op voor het Russisch als zodanig en in zijn culturele context. Hen zie je na het tentamen in de weer met verhalen van Tsjechov en met goedemorgen in het talenpraeticum van de THE. De cursus

(22)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

8

dig deze culturele belangsteillng overlgens weI aan en geef buiten het pro-gramma om facultatieve colleges voor de uitspraak en het lezen van literatuur. Dan is er een groep die van de verworven kennis op de bedoelde manier gebruik maakt en in hun latere carriere in onderzoek en ontwikkelingswerk met

Rus-sischtalige bronnen werkt. Dit kan varliren van het ontcijferen van titels tot het lezen en vertalen van hele artikelen voor ziehzelf of voor collega's. Tenslotte zijn er enkelingen die in de oetroolwereld terecht komen of voor geld teehnisch gaan vertalen.

Op de laatste twee groepen zouden eventuele verwijten van beunhazerij zich kunnen richten. Er wordt immers techniseh vertaaid door mensen die minder dan tweehonderd uur taalkundige seholing voor de taal gehad hebben. Ik zou bij voorbaat willen proberen dat verwijt te relativeren.

Talen hebben behalve een vorm- een betekenisaspeet: ze versehillen van elkaar in de ~ijze waarop ze de werkelijkheid segmenteren en institutionaliseren. Een eenvoudig voorbeeld: in het Russiseh is de hand een deel van de arm (of, zo U wilt, de arm een deel van de hand); bij ons niet. De leek ziet aIleen de vorm en beseft de institutionele verschillen tussen de talen niet. Daarom is het bijvoorbeeld zo van belang dat literaire vertalers taaikundig geschoold zijn en oog hebben voor de segmenteringsverschillen ('~ag ik Uw arm drukken?"). Ook bijvoorbeeld juridische vertalers zullen er oog voor hebben dat met de taal-'verschillen verschillen in rechtssystemen kunnen samenvallen. waarbij dezelfde

werkelijkheid op uiteenlopende wijze in juridische termen geduid wordt. (Het bekende verhaal van de vier Franse woorden voor het Nederlandse verdachte). Bij teehnisch-wetensehappelijk vertalen ligt de zaak naar mijn idee echter an-ders. De geinstitutionaliseerde werkelijkheid van een scheikundige tekst is de scheikunde: een uiterst gecompliceerd semantisch netwerk waarin men pas ne ja-ren studie de weg weet. Ais men van de veilige stelling uitgaat dat een verta-ler aIleen goed kan vertalen als hij begrijpt wat hij vertaalt, dan rijst de vraag wie de grootste beunhaas is: een scheikundige zonder taalkundige scho-ling of een taalkundige zonder seheikundige schoscho-ling. En ik geloof argumenten te hebben om minder zwaar te tillen aan de taalkundige achterstand van de scheikundige dan aan de scheikundige achterstand van de taalkundige.

Ten eerate is julst bij de natuurwetenschappen het semantische netwerk voor aIle talen 1dent1ek. De Russen mogen hun lichaam misschien iets ander inde-len dan wij. de scheikunde is daar niet anders gestructureerddan bij ons: pe-riodiek systeem is pepe-riodiek systeem. Op dat punt heeft de chemicus er taal-kundig niets meer bij te leren. In principe weet hij a1 wat er in een schei-kundige tekst zou kunnen staan. Dit geeft hem een grote voorsprong op de taal-kundige.

(23)

I

I

I

I

I

I

I

I'

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

9

Ten tweede is de vormkant voor hem niet zo'n Iroot probleem. TWa artikelen worden leschreven in een strenl leformaliseerde en leuniformeerde stijl, die weliswaar zeer ingewikkelde constructies hanteert, maar daar uiteindelijk toch maar een zeer beperkt repertoir van kent.

Deze twee omstandigheden zetten naar mijn idee vertalers met een technische opleiding op een onoverbrugbare voorsprong, vooropgesteld dat ze zicb bij hun technische leest houden.

Hen kan zich afvragen of dit economisch realistisch is. Is er in Nederland ruimte voor een Russisch-Nederlandse biochemische vertaler of moet hij zijn vertaalrepertoir om economiscbe redenen verbreden? In dat geval moet reper-toirverbreding met behoud van professionaliteit naar mijn idee eerder in het talenrepertoir (naast Russisch ook Engels, Portulees en Japans) gezocht worden dan in het technisch repertoir (naast biochemie ook astronomie en economie). En dan tekent zicb een heel aardig opleidingsprofiel voor de techniscb-weten-schappelijke beroepsvertaler af. Hij of zij heeft een lespecialiseerde tech-niscbe opleiding op eerste-fase-niveau. Daarna ontvangt hij of zij een compac-te LSP-opleiding in een aantal talen, uicompac-teraard wel diepgaander dan de zojuist bescbreven cursus voor eerstefasenstudenten, die hem of haar binnen bet spe-cialisme breed inzetbaar maakt, niet alleen als vertaler, maar ook als ontwik-kelaar en gebruiker van electronische vertaalbulpmiddelen. Over een dergelijke "post-doctorale" opleiding, waarbij de THE echt lets voor de vertaler zou kunnen doen, wordt binnen en buiten de THE al gefilosofeerd, maar andere bij-dragen dan de mijne zullen U daar verder over informeren.

(24)

I

I

I

I

Enige tijd ge/eden is in Luxemburg een congres gehouden over

terminolo-gle en de overdracht van technologie. Ik geloofniet dat er ingenieurs onder

de ongeveer honderd taalkundigen, terminologen en vertalers aanwezig

waren. Toch is mij gedurende het congres steeds duidelijker geworden welk

I

belang hi} en welke rol in de vorming van vakterminologie de ingenieur

heeft, vooral in internationaal we.,:k. . __ .

_

S

ommige den en gebeurterussen omstandighe- de vakterm ligt de vakkennis beslo-ten. Die kan nooit zomaar letterlijk lyk een paar len. Engels en sleutelcul~!lren, Fr~ns ZlJn hoofd-

-la-I

krijsen opeens een sym- vertaald worden, omdat in andere ro~£e~~rs, zoals Ul LI.!-~emburg

bollSChe betekenis. Dat landen of cultureri flU eenmaal an- dUI eliJk bleck. Dan ~Jn er de

wu ook gezegd kunnen d d h k d Of ontvangende landen, dle zuchten

worden van de zeer dille mist o!.rs t~t a~~~n !e~e~n~:"~a:bar~ onder de last van .de vreemde

~er-I

gedurende de openingszitting, dat veel deelnemers moeite had-w- Franse woordspeling te zeggen: Ie mot n'estpas neutre. Een hoge- yan men .en technologle; de J~nBe landen naar een elgen worst~ling den het ultra moderne Jean Mon- drukleiding is niet overal hetzelf- Ident~telt ~~at vaak gepa~d met de net-gebouw te vinden. De moder- de, omdat niet ieder bedrijf ofland ontw.ikke . ng .yan een elgen taal. ne technologie wordt versluierd (en nu blijf it nog maar binnen Het is dwdebJ~ dat. tale~ als

N~-I

dooreen onauidelijke technologie, West-Europa) hetzelfde onder ho- derlands of Dwts hier ~der ~l-of vaag taalgebruik in het afge- ge druk verstaat. Hoog is niet over- rect aan .d~ orde k<?men; WlJ bedle-meen. Vee! van de lezingen waren al evenhoog, en zondeuoevoeging nenonsUlUlternatlonalecontacten indrukwekkende programma's van een goede omschrijving is een vo?ral van het Ef!:els. De

reuzen-I

voor wereldwijde, of op z'n mirlSt toch internationale,systemen voor vakterm dan ook vrijwel onbruik-baar. Met een hogedrukleidingim- stnJd tussen gels nam oV~f1gens h~t r~ns In L~xe~~.urg en het

En-technologie en elektronische data- porteert men dus een stukje cuI- een, bela}fe;IJk~ plaats In, z~. het

banken. Of het waren ideallstische tuur. Vaktermmologie is dus pas II.1dlr~ct. et directe front bevtndt

I

verhalenvanmensenuitontwikke-lingslanden, waar alles op het g~- geheel van taalkundig verantwoor-bruikbaar, als een samenhangend sprekende Quebec Zlch hef?-Zlch Ul Canada, waar ~et Fr~-bied van laal en termen nog vanwt de termen met de bijbehorende weert tegen de computer, de h~ -het Diets moet worden opgebouwd. definities, eventueel in de vorm ware en .. het verdere En$else Jar-Ben Duitse industrlevertegen- van tekeningen, gegeven wordt. In gon. Pa~Js s~unt deze strlJd ~<:t de

I

woordiger riep dan ook al aan het de praktijk betekent dit dat goede aanweZlgheld van hoge politleke eind van de eerste ochtend uit: terminologie dan ook slechts door figuren e!l met .geld. Omdat de "Zijn we hier nu op een congres een comolfiatie van vakman en confe~entle vanult Canada w~ ge-overtaalpolitiekofoverterminolo- terminoloog-taalkundige opge- orgaruseerd en ook al omdat Ul d.e

I

gie". Die politiek is voor de inge-nie~eeno~gewenste(ofafw~.zige) steld kan worden. Het is een van de gevaren van een terminologen- EEG . het. Frans weer zeer doml-nant is, nep de Engelse professor

franJe aan ZlJn vakterm, aIs hiJ Zlch bijeenkomst dat daar de termtno- Sager reeds in de eerste middag dat

al reaIiseert dat iedere term een logie een doel op zichzelf gaat wor- "het Frans, in tegenstelling tot wat politiek aspect heeft. Maar voor de den, en pracbti~ concepten en u rou denken op grond van wat

I

mensen ult technologie-importe- theorieen zicb los van de praktijk hier .sebeurt, niet de taal van de rende landen is het een vanzelf- gaan zingen. Een termtnoloog termmologie is". Bij de Engelsen sprekend aspect: nemen we Engel- moet vooral beschrijven welke ter- en Amerikanen heerst overigens se, Franse of Russische termen men hij tegenkorr:.t, daarbij mag hij slechts de verbazing van de

an-l

over? Of gaan we all~s. vertalen best corrigerend en adviserend aan s9tuldigen, als Zf! merken boeveel naar het Tonga, Swahih of Ara- de vakrnan optreden. Voorschrij- met sleeds posltieve reacties de bisch? Nemen we met de lermen yen hoe het moet kan de termino-- Engelse techilische termen oproe-een denkpatroon of cultuurbeeld 100g nooit; dat is een ta~ voor pen. "Niemand is lOch verplicht

l

over dat niet bij ons past? Wie eenmaal door de coca- cola-nisatie vakverenigingen. normalisatie-in-stituten oftaalakademies in samen kopen?" Maar wie geen eigen met het ding ook het woord te

is gegrepen, raakt verslaafd aan de werking met de terminoloog of woord heefl. heefl ruet vee! keus., bijbenorende cultuur; in de reela- taalkundig. Het is de moeile waard En zeker in landen met vee I anaffa- . me is geen sprake van ee.~ produkl om de rol van de verschillende ~eten of met een sterk orale cultuur

I

maar van een levensstlJI. Onder tal en in het lerminologisch wereld- IS het voor een goede communica-elke term ligt een concept, een toneel nog wat nader te bekijken, lie nodiS dat het woord een zekere denkbeeld. Zelfs de meest lechru- w'n inlernationale bijeenkomst natuurhJkheid heeft. Zau het Bra-sche aanduiding past in een sy'~- geefl daartoe wei aanleidin~ Er ~iaanse straatjongetje ec~t gebaal

.1

~~~~::d~~~:ldo~: g~ b::~.r(~

~:is~~ed~:;~fsd~a~t~~~~jk t~ui~~:

V1~r~:tv~~r:: d~!ak~~=~

I

I

I

(25)

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

I

logie natuurlijk ruet zozeer taal aJSwel technische kennis. Over de invloed van de moderne technolo-gie op het hele terminolotechnolo-giepro- terminologiepro-bleem is uiteraard ook het noClige opgemerkt. Wie vroeger techni-sche produkten exporteerde, lever-de simpel gezegd een concreet, me-chanisch produkt. Bij een roestvrij stalen mes of een ploeg hoort nau-welijks of geen documentatie. Wei-rug termmologie derhalve. De teChniek veranClert echter steeds' meer van losse dingen naar syste-men. Denk aan telecommunicatie waar centrales en netwerken gele-verd worden. Het is duidelijk dat hier een veel uitgebreidere termi-nologie en documentatie bijhoort. De overdracht van technologie is hier ook de overdracht van kennis. Er moeten mensen opgeleid wor-den voor onderhoud, bediening en beheer van de technische syste-men, die anders waardeloos zijn.

Als een land een telefooncentrale koopt, koopt het daarmee automa-tisclie een grote hoeveelheid taal . en terminologie. In een

ontwikke-lingsland is ieder technologisch ob-ject te~elijkertijd een "object de valeur' , zoals een spreker uit Zan-zibar het uitdrukte. ~r is geen neu-trale techniek. Welnu, dan is de keus voor de bijbehorende termen dus ook niet neutraal. Goede over-dracht van technologie houdt van de ontvangende kant een adoptie in die tegelijkertijd een adaptie moet zijn.-Van de leverancierskant wordt dit wet altijd begrepen. Een voorbeeld van ho~ goed het gaat, levert Siemens. Oat bedrijf !ieeft met zijn terminologieproject TEAM duidelijk succes geboekt. Het opstellen van een agrarische termenlijst voor het land Tonga is een prachtig voorbeeld van een verrijkende wisselwerking tussen taal en techniek. Voor de Neder-landse ingerueurs is het goed te beseffen dat het bijleveren van ver-antwoorde en goed gedelinieerde termen bij een technologisch pro-. dukt een extra verkoopargument

kan zijn in Afrikaanse of Arabische landen. Het leveren van terminolo-gie zal ongetwijfeld vaker geeist worden. Oat die term en dan m het Frans of hel Engels geleverd wor-den, is voor miJ als Neerlandicus geen bezwaar. Ik ben ervan over-tuigd dat goede vertahngen slechts mogehjk zijn, als er eerst goede Nederlandse termen en definities zijn. De invloed van computerop-slag en terrninologiebanken in in-ternationaal verband werkt hcil-zaam, ook vaor het Ncdcrlands.

(26)

I

uit _~~~rsinformatie van 15 novan~r 1985

I

T AAL

EN

TECH~IEK

I

~

-_

.. --".-- --.-- - ----. -~---

de vertaalde

:vaktenn

In Ingenieurs Informatie nr. 19 van 17 mei

schreef drs. A.

J.

Vervoorn een artikelover

I

technische terminologie en de overdracht van

technologie. De ingenieur speelt een belangrijke

I

rol in de vorming van vakterminologie, vooral in

internationaal werk. Dr. H. H eestermans,

hoofdredacteur van de nDikke Van Dale"

I

plaatst een paar kanttekeningen.

D

e vragen die naar aanleiding van ik me de termen een denk- of Vervoorn's stelling is dat we met

cultu~r-Vervoorns artikel heb beeld overnemen. Ik ben dat ruet

I

gesteldziindevolgen- met hem eens: We

pa~sen

onze

( l e . : J cultuur hOOgUlt aan dIe andere

. ald cultuur aan. Dat komt dan niet 1. Kunnen vaktermen verta d h t woord maar door het

worden? ~r e . '

I

2 Is het noodzakelijk dat ze ver- ~g. Bovendien: alleen woorden

~ worden? Ult de algemene taal. zoals ham-3. Zijn er oorzaken/redenen voor burger •• coca cola en platboy ~eb­ aan te wijzen dat we woorden on- ben Z? n extra cult~e e lading.

I

verandera uit andere talen overne-men? Technische termen ruet. Wat bete-kent hardware an~ers da~ tfet 4. Is het noodzakelijk dat we dat voo~erp waarnaar et verwljs doen? . 3. ZiJn e~ ~orzaken of rcdenen voor

Op de eerste vraag kan ik geluk- aan te wlJzen dat we vre;mde.

va~-I

kig een genuanceerd antwoord ge- taal~oorden overnemen. J a, lk Zle . ven: ja en nee. Ja. want er is weinig er dHnet' I d aarUl't het vreemde

tegen om een receiver gewoon a. e an '!" ..

weer ontvanger te noemen. En woord ko~t.~ de UltvlDder .van de

I

waarom zou een tuner niet radio zaak en w~J ZlJ.n gemakzuc~tlg. kunnenheten? b. EfficI~ntle •. economle. Het

Nee. want hoe vertaal je video- ~reemde woord lS kort en kernach-clip? Als liedjesfllm zoalS de En- tlg. \liI"

geIs-Nederlaridse Van Dale doet? c.~et ontleende woor~ heeft meer

I

Daar stel ik me een fllm(pje) met prestige! e~~ fa.ctor die v.an grote Catherina Valente bij voor, niet lDvloed IS blJ taalve~andenng.

een videoclip. Hoe vertaalje truck? 4. Is het nOOdzakeliJk om vreemde Als"vrachtauto met een dfaaibaar woorden over te nemen?

I

onderstel?" Veel te veel woorden! Hier moet een splitsing gemaakt 2. Is het noodzakeUjk om vakter- worden tusse.~ vaktaal en algeme-men te vertaleri.? ne taa!. Welenschappers maken

We hebben aItijd al ruim aan van hun vaktaal gebruik voor de

I

vreemde talen ontleend, zeker als zogenaamde vakinteme discussie. we technische vindingen overna- Het is nuttig als er voor een be-men. Zolder. kelder en straat stam- paald begrip een intemationaal men uit het Latijn, machine uit het aanvaarde term is. Het bevordert Frans, boiler uifhet Engels. het internationale wetenschappe~

I

lk ben geen rabiate purlSt (om eens lijke contact. In een vakwoor3en-twee vreemde woorden te noe- boek moeten dan wei de termenzo men). lk ben ook geen taal anar- systematisch worden beschreven chist die vindt dat ieder maar moet en gedefinieerd dat de

terminolo-I

doen waar hij lin in heeft. Maar giscbe samenhang gemakkelijk te wat zouden we moeten zonder ba- overzien is.

by, whiskey en playboy? Ik wil ook Anders li~t het aIs vaktaalwoor-niet dac we overwoekerd worden den do~rdr~ngen tot de algeme~e

I

crista! joor hard ware, software en liquid display. Vaktaal blijft vak- taal. categone Nederiandse. M~hien moeten we eq~valen-v~or dIe

taal en niet te begrijpen voor een ten gaan scheppen. MlSSCll1e~ be-leek. of de termen nu Nederlands vordert d~t de verstaan~aarheld ... zijn ofEngeIs of Swahili. Maar, lk zeg h.et e.~ ultd~~eliJk

I

I

olj. vertalen is een dIng, of de ver-taalde woorden ing~g v~den ee~

ande~: De taalgebruilCer IS een el-genwlJs mens. Als we een computer rekentuig willen noemen en de taalgebniiker wenst dat niet. dan ge beurt het niet.

, Dr. H. Heestermans

Repliek .

H

elder en exact zijn trefwoorden waar-mee het werk van de technicus geken-schetst zou kunnen worden. Evenmin als in de wiskun-dige formules mogen in de taal-kundige formuleringen fouten of onduiaelijkheden zitten. Nu is taa! een oneindig veel ingewikkelder systeem dan wiskuncfe. zodat er veel meer fout kan gaan. Dat wordt dan gecompenseera door de goede verstaander die aan een halfwoord genoeg heeft, en door de redu~­

aantie die in het taalsysteem Zit. Het Nederlands is een buitenge-woon rijke taal. waarin alles heel helder gezegd kan worden. Dat had in 1"854 ook de geniale techni-cus Simon Steviri al ontdekt. V oor

~at jaar publiceerde bij zij~ boeken m net Frans of het LatlJn, toen-maals internationaal gang bare we-tenschapstalen. Hij kwam echter tot het oesef dat hiJ zijn gedachten aIleen in zijn moedertaar echt pre-cies kon formuleren, en hij deed

datdan ook! Anders dan Heester-mans was Stevin bereid nieuwe Nederlandse woorden te stellen in de plaats van algemene aanvaarde Latijnse vaktermen. En .daaraan danken wij 4an onze WlSkunde. meetkune, driehoek. vierkant en nog zovele oernederlandse woOr-denmeer.

Heestermans vraagt zich af"wat we zouden moeten zonder baby. playboy of truck. Nu kan ik al heel miJn leven prima zonder playboy en hoeveel eeuwen hebben Neder-landers hun zuigelingen in de wieg gelegd zonder daar het Engelse woord baby voor te gebruiKen? In Heestermans' eigen.dikke Van D~­

Ie komt baby nog mC:l eensvoor.lD 1904! En een tuner is geen radl~,

maar een afstemeenheid. terwlJl het natuurlijk niet klopt dat "vrachtauto met een draaibaar on-derstel" de verta.l.ing is van t~.ck;

het is een omschnJvende deflmtle. Het betoog over de samenhang tussen termen en een bijbehorende denk- of cultuurbeeld zal ik bier niet herhalen. Heestermans kan

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

terdam aan het werk zagen , met name wat betreft de jonge leeftijden van twaalf tot twintig jaar. Ik zie deze 'stadion tudies' als oriën tatie voor de wijze waarop de rellen

Dit is te herleiden uit opmerkingen als ‘iets te veel pr’, ‘minder informatie, liever concretere informatie dan procesmatige verhandelingen’, ‘er ontbreekt

DELIVER AND SUPPORT DOMAIN 4.2.10 Manage service levels for Qmuzik environment COBIT defines this IT process control objective as follows: “Effective communication between IT

Nienhuis, who was able to obtain a perturbation series expansion for the begin- and endpoints, in his model for the hexagonal phase of the square-triangle random tiling

Gehaltes aan calcium, borium en andere elementen in 1999, in vergelijking met referentiewaarden Relatie calciumgehalte grond met calciumgehalte knoloogsten Relatie

Achtereenvolgens wordt dieper ingegaan op de geschiktheid van het gebied ten zuiden van de A12 als leefgebied voor edelhert en wild zwijn, het huidig voorkomen van beide soorten

Andere argumenten voor het niet ambtelijk werken die door deze groep geestelijk verzorgers gegeven zijn, zijn onder andere: ‘De meerwaarde van het ambt is voor mij

Hoewel op locatie 52399 grondsporen zijn aangetroffen en ook het aantal vondsten in de moder-B-horizont nog zeer groot is, blijkt ook deze site deels geërodeerd.. De bodemerosie