Algemene taalkennis

EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU

UNIFORM EIMDEXAMEN MULO 2008

DATUM: WOENSDAG 09 JULI 2008 TIJD : 09.30 – 10.15 UUR

DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.

---5kl

1

In welke zin is het werkwoord “worden” goed gevormd?

A Zonnen word door de meeste mensen als een toppunt van zaligheid gezien.

B Maar als je te lang in de zon blijft, word je binnen de kortste keren zo rood als een tomaat. C Een goede zonnebrandcrème word geadviseerd. D Word je huid snel rood, dan moet je een hoge factor zonnebrandcrème gebruiken.

10kl 2

Waar zijn beide woorden op de juiste wijze afgebroken? A angs-tig fiets-er B ont-doen rant-soen C schat-je snoep-en D arts-en bar-sten 15kl 3

Geef de correcte werkwoordsvormen.

De man (besteden) te veel tijd aan zijn hobby’s en (verwaarlozen) zijn werk.

A besteedde – verwaarlooste

20br 4 In welke zin staan spelfouten?

A De goochelaar vergastte ons op geraffineerde trucjes.

B Gebakken vis met een lekker sausje, vind ik een delicatesse.

C De in het abatoir geslachtte dieren worden in gestolen auto’s gedistribueerd.

D Hij houdt hardnekkig vol dat hij nooit een functie bij het K.P.S. heeft vervuld.

15h 5

De van moord . . . man was bijna door de woeden- de menigte . . . . A verdachte - gelynchd B verdachte - gelyncht C verdachtte - gelynchd D verdachtte - gelyncht 24h 6

Vanwege een staking van . . . werd de krant vandaag niet . . . .

A kranteverkopers - verspreid B kranteverkopers - verspreidt C krantenverkopers - verspreid

7

Een van de ernstigste moeilijkheden waarvoor de regering zich gesteld ziet bij haar pogingen tot vergrote productie te komen, is een nijpend tekort aan geschoolde vaklieden.

Welke spelfouten staan er in de zin? A vergrote B productie C nijpend D geen fouten 6br 8

In welke rij is de verdeling in lettergrepen correct? A vege-ta-risch ; ves-ting ; ver-ga-der-ing. B boor-dje ; sys-te-ma-tisch ; ra-di-cal-er. C re-eel ; of-fi-ci-e-le ; e-te- rij.

D ex-a-men ; wink-e-lier ; fan-ta-sie. 37kl

9

In welk woord is de apostrof verkeerd gebruikt? A Beatrix’ hoed B ge-sms’t C A4’tje D s’ morgens 30h 10

Op . . . 15 juli aanstaande zal notaris . . . overgaan tot de verkoop van onroerende goederen.

A dinsdag - van den Berg B dinsdag - Van den Berg C Dinsdag - van den berg D Dinsdag - Van den Berg

11

In welke rij zijn de meervoudsvormen correct? A wasmachine’s – garage’s – dictees –

chimpansees.

B orchideën – ceremoniën – trofeën – koloniën.

C musea’s – media’s – cups – bureau’s. D programma’s – ski’s – taxi’s – baby’s.

32kl 12

Hij bood mij nederig zijn excuses aan. Wat is het gezegde in deze zin? A ww. gez: bood

B ww. gez.: bood aan C nw. gez.: bood aan

D nw. gez.: bood zijn excuses aan 33kl

13 Herlees de zin van vraag 32. In deze zin is “nederig”: A een bijvoeglijk nw B een bijwoord C een zelfstandig nw D een voornaamwoord 3h 14

De brand in de straat werd door ons geblust. Wat voor woordsoorten zijn werd en ons?

A hulpwerkwoord en persoonlijk voornaamwoord B hulpwerkwoord en bezittelijk voornaamwoord C koppelwerkwoord en persoonlijk voornaamwoord D koppelwerkwoord en bezittelijk voornaamwoord

15

Die ramp heeft veel mensen het leven gekost.

‘veel mensen’ is redekundig ... A onderwerp B lijdend voorwerp C meewerkend voorwerp D bijwoordelijke bepaling 20kl 16

De theeplant groeit goed ...a... het klimaat warm en vochtig is, ...b... in een koud klimaat groeit hij niet.

Welke woorden passen op de plaats van de puntjes? a b A als en B tenzij maar C toen terwijl D indien doch 24kl 17

Welke zin staat in de passieve of lijdende vorm? A Sonja wordt later apotheker in het district Nickerie.

B Er wordt altijd veel huiswerk opgegeven door deze meester.

C Bij ons in de buurt schoot men dit jaar veel Kunstvuurwerk af.

D De regering ontvangt volgende week een buitenlandse delegatie.

18

Para is een gebied geworden, waar omwonende plantagefamilies hebben gebouwd, kostgrondjes hebben aangelegd en er nog steeds jagen en vissen. Een lijdend voorwerp in deze zin is

A een gebied.

B omwonende plantagefamilies. C kostgrondjes.

D er staat geen lijdend voorwerp in deze zin. 23br

19

Tijdens de discussies merkte een der inleiders op, dat de industrie niet de enige schuldige was, als het om luchtvervuiling ging.

Wat is juist?

A Tijdens = bijwoord.

B één = onbepaald lidwoord.

C dat = aanwijzend voornaamwoord. D schuldige = zelfstandig naamwoord.

24br 20

De zin hierboven telt 3 onderwerpen. Eén van de onderwerpen, is

A tijdens de discussie. B de enige schuldige. C het D luchtvervuiling 35h 21 Vul het juiste voegwoord in

We kunnen geen zaken doen, . . . u bereid bent een korting te geven.

22

De dammers Rodjan, Wazir en Kemradj zullen Suriname vertegenwoordigen op het Curaçao Open Damtoernooi terwijl Malone naar

Nederland afreist, waar hij is ingeschreven voor deelname aan het Bijlmertoernooi, dat in de eerste week van juli wordt gehouden.

Deze samengestelde zin bestaat uit A twee zinnen B drie zinnen C vier zinnen D vijf zinnen 14kl 23

Iemand die ergens de dupe van geworden is, is ...

A ergens als kind aan huis. B een kind van zijn tijd.

C zo onschuldig als een pasgeboren kind. D het kind van de rekening

40h 24 Maak de uitdrukking af.

Denk eraan dat mijn broer geen blad voor de mond zal ... A houden B nemen C vegen D zetten 25

Het verkeerslicht op de hoek van de Keizer-en Rust en Vredestraat was lange tijd buiten werking. Pas toen er een aanrijding met

dodelijke afloop plaatsvond, werd dat hersteld. Welke uitdrukking is op deze tekst van

toepassing?

A het tijdelijke met het eeuwige verwisselen B van de wal in de sloot raken.

C gedeelde smart is halve smart.

D de put dempen, als het kalf verdronken is. 38br

26

Het heeft de hele middag geregend en een verraderlijke kuil in de weg is volgestroomd. Een niets vermoedende auto komt aangereden, Dendert met linker voorwiel in het onzichtbare gat, de rest volgt; de chauffeur heeft geen keus. De auto erachter gaat met een boog om die plek heen, een tweede volgt evenzo.

Een toepasselijk spreekwoord is:

A wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in B Een schip op het strand is een baken in zee. C Tussen schip en kade vallen.

D Van de wal in de sloot raken. 25kl

27

Welk vetgedrukt woordje is goed gebruikt? A Varkensvlees die geroosterd wordt, smaakt lekker.

B Natuurkundelessen die op de mulo gegeven worden, zijn niet te moeilijk.

C Het kind wat vaak geslagen werd, kon zich niet goed concentreren.

D De straf dat je gekregen hebt, is je verdiende loon.

28

In welke zin is het vetgedrukte woord foutief gebruikt?

A Een bedrijf dat nu opgezet wordt, moet aan bepaalde eisen voldoen.

B Een compositie die aan alle voorwaarden voldoet, wordt als beste gekozen.

C Een gebouw dat is afgebrand, kan herbouwd worden.

D Een programma die de meeste reacties krijgt, wordt vaker uitgezonden.

8br 29

In welke rij staan geen correcte lidwoorden. A het logo – het roomijs – het origineel B het televisiestation – het filmdebuut – het regisseurschap.

C de bureaula – de kantoorsleutel – de glas- schade.

D de autowiel – de fietsstuur – de bagage- drager.

29kl 30

Waar zijn de lidwoorden allemaal goed gebruikt?

A de pupil – het bankgebouw – het eindsprint B de casino – het diploma –de schoolgebouw C het congres – het jongetje – de medaille D de rotonde – de verkeerspolitie – de televisieprogramma

31

Verdorie nu heb ik mijn sleutels weer vergeten. Welk leesteken komt na het zinsdeel

“verdorie”? A dubbele punt B aanhalingstekens C komma D puntkomma 17br 32

Hoeveel keer moet ik in de volgende zin de aanhalingstekens openen + sluiten?

Wat hebben jullie een rijke natuur, zei de Amerikaanse toerist tegen de tourleider.

De tourleider antwoordde, dat de natuur alleen mooi is, als je er goed voor zorgt. Dat is waar beaamde de toerist, en als je er ogen voor hebt. Aanhalingstekens openen en sluiten:

A één keer B twee keer C drie keer D vier keer 41br 33

De veelbesproken documentaire van het filmfestival

Beperkt Houdbaar laat zien hoe de pers en de reclame

wereld vrouwen een onmogelijk ideaalbeeld voorspiegelen.

Geconstateerde fout in de tekst:

A Beperkt Houdbaar → kleine letters. B reclame wereld → aaneenschrijven. C voorspiegelen → voorspiegelt

34

De oorlogstijd, ...hij zulke vervelende herinneringen heeft, vergeet hij liever snel. A waarin B waaraan C waarbij D waarover 32h 35 Vul de juiste voorzetsels in:

Zij vindt veel voldoening . . . haar werk als verpleegkundige, daarom gaat ze . . . . plezier. . . het werk.

A door - voor - op B door - van - naar C in - met - aan D in - door - op

29br 36

Sommige werkwoorden/uitdrukkingen hebben een vast voorzetsel.

Waar moet het voorzetsel in komen te staan.

A We staan ...de vooravond van de vernieuwingen. B We hebben vertrouwen ... de zaak.

C Ik heb geen behoefte ... geld. D Ik zit niet verlegen ... geld.

37

In welke zin hebben de vetgedrukte woorden dezelfde betekenis?

A Ik kies ervoor om mijn verstandskies nog niet uit te trekken.

B We namen plaats op de bank aan de overkant in afwachting van de openingstijd van de bank.

C Toen mijn pad onverwachts haar pad kruiste, moest ik haar wel een hand geven.

D Nadat de sjouwers de trossen bananen aan boord van het vrachtschip hadden gebracht, werden de trossen losgegooid.

39h 38

De vergrijzing in tal van binnenlandse

dorpen is een steeds groter wordend probleem. Het vetgedrukte houdt in:

A de dorpsmensen worden vroeg oud.

B de jongeren trekken weg, de ouderen blijven. C de mensen worden grijs van zorgen.

D steeds meer grijsaards gaan zich in de dorpen vestigen.

32br 39

Welke zin is goed geconstrueerd, als we op de woord keus letten?

A Overal zie je petflessen liggen, ze lijken wel een monster dat door de hel is uitgebracht. B Er is een kinderspeelplaats geopend tegenover Fernandes-bakkerij. Over het gezicht van de kinderen was blijdschap af te lezen.

C Er zijn nog heel wat dingen die op zijn plaats gezet moet worden.

D Heerlijke warme bami verkrijgbaar, je gaat er van watertanden.

40 Waar staat een tegenstelling? A bevestigen – beamen

B begrip opbrengen voor – zich distanciëren van C prioriteiten stellen – de voorrang geven boven D ondersteunen – accoord gaan