Examen Vennootschapsrecht januari 2016
Vraag 1: ging over een NV van drie vrienden die ieder zo wat hun taken hadden en daar
waren 3 subvragen bij; waarbij bij de 3 vragen het thema bevoegdheid van raad van bestuur was.
Eerste subvraag: ging over de prokura richtlijn Tweede subvraag: ging over belangenconflicten Derde subvraag: ging over vennootschapsbelang -> Deze vraag was te doen
Vraag 2: Je kreeg een krantenartikel over 2 vennootschappen waarvan de ene (denk ik) een
kapitaalverhoging deed en de andere daarop geïnvesteerd heeft. Dan kreeg je veel cijfertjes. Dan werd er ook gezegd dat de AV niet is samengekomen en dan ook nog een artikel uit de statuten over het maatschappelijk en geplaatst kapitaal en dat ze niet van plan waren om dit aan te passen. Je moest dan zeggen hoe de kapitaalverhoging in zijn werk was gegaan: van waar een bepaalde prijs kwam, hoe het zat met de voorkeursrechten, ... In feite helemaal analyseren
-> Deze vraag kon bijna niemand
Vraag 3: ging over een vennootschap die zo een beetje aan het uitbollen was omdat zijn
hype was afgelopen en dan zeiden ze da ze vreesden da ze niet uit de schulden gingen geraken en dat er een leverancier was die veel druk zette en dat de boekhouder zei dat het op faillissement afstevende. De vraag was dan of er nog alternatieven waren (maw of het echt per se op een faillissement moest uitdraaien?