• No results found

Jaarverslag 2007

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Jaarverslag 2007"

Copied!
163
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Koninklijke Nederlandse

Akademie van Wetenschappen

Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam

T 020-551 07 00 F 020-620 49 41

knaw@knaw.nl www.knaw.nl

KON

INKLIJKE NEDERLANDSE AKADEMIE V

AN WETENSCHAPPEN JAAR

VERSLAG

2007

ver

slag

2007

JAAR

koninklijke

akademie van

nederlandse

wetenschappen

(2)

– Samenstelling besturen vanaf 1 mei 2005 –

algemeen bestuur President: F.P. van Oostrom Vice-president: J.W.M. van der Meer Algemeen secretaris: R. Kaptein

Overige leden: J.A.M. Bleeker, W.Th.M. Frijhoff, G.J.F. van Heijst, mw. M. Joëls, mw. J.J. Meulman, E. Noort, K.A. Worp, J.W. Zwemmer

dagelijks bestuur President: F.P. van Oostrom Vice-president: J.W.M. van der Meer Algemeen secretaris: R. Kaptein Lid: W.Th.M. Frijhoff

bestuur afdeling letterkunde Voorzitter: W.Th.M. Frijhoff Ondervoorzitter: E. Noort Secretaris: J.W. Zwemmer

Assessoren: Mw. J.J. Meulman, K.A. Worp bestuur afdeling natuurkunde Voorzitter: J.W.M. van der Meer Ondervoorzitter: J.A.M. Bleeker Secretaris: R. Kaptein

Assessoren: G.J.F. van Heijst, mw. M. Joëls

– Directie in 2007 –

Algemene zaken/directievoorzitter: E.A.A.M. Broesterhuizen Onderzoek: T.W. Mulder

(3)

— 1 —

Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

Jaarverslag 2007

(4)

— 2 —

Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam T 020-551 07 00 F 020-620 49 41 knaw@knaw.nl www.knaw.nl isbn 978-90-6984-551-7

© 2008 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van fotokopie, via internet of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende, behoudens uitzonderingen bij de wet gesteld.

– vormgeving – Ellen Bouma, Alkmaar

Françoise Berserik (typografie omslag) – fotografie –

Henk Thomas, Thomas Fotografie, Amsterdam

Eva Conrads, Studio UniFoto.at, Wenen (foto Marcel van der Linden) – interviews nieuwe leden –

Hans Ariëns en Bruno van Wayenburg

– interviews akademiehoogleraren en knaw-onderzoekers – Frans van der Helm

– interviews janneke gerards en rob kaptein Marian Tjaden

– druk –

A-D Druk b.v., Zeist

Het papier van deze uitgave voldoet aan de ∞ iso norm 9706 (1994) voor permanent houdbaar papier

(5)

— 3 —

Inhoud

Voorwoord 5

1 knaw in hoofdlijnen 7

Inleiding 9

Wetenschappelijk genootschap en adviesorgaan 11

Koepelorganisatie voor wetenschappelijke instituten 21

Bedrijfsvoering 29

2 knaw in detail 43

Fondsen, beurzen, subsidies en wetenschapsprijzen 45

Raden en commissies 49

De Jonge Akademie 54

Kwaliteitszorg en onderzoeksevaluatie 56

Internationale samenwerking 63

KNAW-instituten 70

Personeel 111

3. Jaarrekening 2007 117

1. Algemene toelichting op de jaarrekening 2007 118

2. Balans per 31 december 2007 123

3. Exploitatierekening 2007 124

4. Kasstroomoverzicht 2007 125

5. Algemene toelichting – grondslagen 126

6. Toelichting op de balans per 31 december 2007 129

7. Niet uit de balans blijkende verplichtingen 134

8. Toelichting op de exploitatierekening 2007 135

9. Overzicht belangrijke samenwerkingsverbanden 140

10. Accountantsverklaring 141

Bijlagen

Organogram 152

Bijeenkomsten, symposia, workshops 153

Rapporten, publicaties en redactiecommissies 157

Lijst van meest gebruikte afkortingen 159

Interviews

Nieuwe leden, overzicht leden 2007 33

Janneke Gerards – De Jonge Akademie 55

Akademiehoogleraren 58

Rob Kaptein – secretaris internationale zaken KNAW 69

Strategiefonds – onderzoekers van instituten 105

(6)
(7)

— 5 —

Voorwoord

Duurzame wetenschap vereist vernieuwing

Alle jaren zijn belangrijk, maar sommige jaren zijn belangrijker dan andere. Voor

de Akademie lijkt het jaar 2007 zo’n sleuteljaar. Het stond in ieder geval geheel

in het teken van de toekomst. Zo was 2007 het eerste volle jaar voor de uitvoering

van Duurzame Wetenschap, het strategisch plan van de KNAW. Een heel jaar om

spijkers met koppen te slaan. Daarbij was 2007 het voorbereidingsjaar voor het

kroonjaar 2008 waarin het tweehonderdste bestaansjaar van de Akademie

uitge-breid wordt gedacht. Een korte terugblik op het afgelopen jaar langs de lijnen van

het strategisch plan.

In 2007 zijn voorstellen ontwikkeld en getest om de forumfunctie van de

Akademie te versterken. Het accent ligt daarbij op kruisbestuivingen: door

weten-schappers van verschillende disciplines te groeperen rond belangwekkende

the-ma’s en door hen samen te brengen met andere maatschappelijke smaakmakers

uit politiek, bestuur, bedrijven, media en kunst. Met haar adviezen wil de

Akade-mie beter en sneller inspelen op de maatschappelijke vraag en op de bestuurlijke

actualiteit. Door het aantal adviesraden te halveren wordt meer recht gedaan aan

de samenhang der dingen; door de ontwikkeling van een geïntegreerde advies- en

verkenningenagenda wordt gewaakt over de relevantie van de adviezen. Om de

waarde van de Nederlandse wetenschap in het buitenland beter voor het voetlicht

te brengen en om samenwerking en krachtenbundeling te stimuleren, is een

fo-reign secretary toegevoegd aan het bestuur. De KNAW werkt samen met

zusteror-ganisaties binnen en buiten de Europese Unie en bouwt relaties met de

hoofdrol-spelers op het nieuwe wereldpodium China, India en Indonesië. Daarnaast werkt

de Akademie mee aan een wetenschappelijke infrastructuur in Afrika. In het

af-gelopen jaar is het zaad gezaaid voor communicatiebeleid dat meer recht doet aan

de positie van de Akademie en aan haar ambities. Een volwaardige

communica-tieafdeling is gevormd opdat de brug tussen wetenschap en samenleving intensief

verkeer verdragen kan. Omdat het jubileumjaar logischerwijs tal van

communi-catiekansen oplevert, wordt veel aandacht besteed aan de voorbereiding daarvan.

Ook in 2007 toonde De Jonge Akademie zich een waardige vaandeldrager en

am-bassadeur voor het belang van de wetenschap.

Ook voor onze instituten was 2007 een belangrijk jaar – er is vele malen meer

gebeurd dan past in de minimalistische samenvatting die een voorwoord nu

een-maal is. Het belangrijkste begrip in iedere poging tot samenvatting is in ieder

ge-val samenwerking. Samenwerken met de Amsterdamse universiteiten en hun

res-pectieve universitair medische centra aan de oprichting van het Spinozacentrum

voor hersenonderzoek; samenwerken met het Utrechtse Universitair Medisch

Centrum aan uitbreiding van het Hubrecht Instituut voor ontwikkelingsbiologie.

Ook in de geesteswetenschappen wordt vergaande samenwerking voorbereid en

wel in de vorm van clustering van activiteiten rond het thema taal, cultuur en

ge-schiedenis van Nederland. Het is al vaker gezegd en dat is omdat het nu eenmaal

van het grootste belang is: alle KNAW-instituten onderscheidden zich ook in 2007

met excellent onderzoekswerk. Lof en hulde zij hun deel.

In het laatste kwartaal van 2007 boog een evaluatiecommissie onder

voorzitter-schap van prof. dr. L.J. Gunning-Schepers zich over ons werk. Het advies van de

commissie mag gerust bemoedigend en motiverend worden genoemd. De door

(8)

— 6 —

de Akademie ingezette vernieuwingen werden zeer gewaardeerd en de

commis-sie stimuleert ons dan ook de realisatie voortvarend ter hand te nemen. Dat deden

we in 2007 en dat zullen we blijven doen – al is de substantiële korting op onze

financiële middelen bepaald een rem op onze ambities. In dat opzicht is 2007, als

eerste bezuinigingsjaar, een jaar dat wel iets minder opmerkelijk had mogen zijn.

Een kritische noot plaatste de evaluatiecommissie bij de representativiteit van het

genootschap. Het is zaak erop toe te zien dat het genootschap een goede

afspiege-ling blijft van de wetenschapsgebieden. De Akademie neemt deze kritiek ter harte

en betrekt haar bij de eerstvolgende reglementaire evaluatie van het genootschap

die voor 2009 op de rol staat. Dan kan ook worden bezien of de verbeteringen die

op dit vlak eerder in gang waren gezet voldoende vruchten hebben afgeworpen.

Het jaar 2007 was ook mijn laatste volle jaar als president van de Akademie –

als u dit jaarverslag onder ogen krijgt, heb ik mijn plaats inmiddels afgestaan aan

Robbert Dijkgraaf. Ik heb hem al vanaf tal van plaatsen succes mogen wensen in

deze wonderschone functie en ik doe dat hier opnieuw. Ik wens hem en de zijnen

veel inspiratie en fraaie resultaten op de weg die leidt naar duurzame wetenschap

voor Nederland.

Frits van Oostrom

president

(9)

— 7 —

Deel 1. KNAW in

(10)

— 8 —

“Als forum, geweten en stem van de wetenschap bevordert

de KNAW de kwaliteit en de belangen van de wetenschap

en zet zij zich in voor een optimale bijdrage van de

Nederlandse wetenschap aan de culturele, sociale en

economische ontwikkeling van de samenleving.”

(11)

— 9 —

Inleiding

In het strategisch plan van de Koninklijke Nederlandse Akademie van

Wetenschap-pen (KNAW) voor 2007 tot 2010 staat de duurzaamheid van de

wetenschapsbeoefe-ning centraal. Zo pleit de KNAW in Duurzame wetenschap voor

langetermijninveste-ringen en voor meer carrièremogelijkheden, vooral voor jonge wetenschappers. De

Akademie wil dit bereiken met een aantal vernieuwingen die meer dynamiek

bin-nen de organisatie zullen creëren. Daarnaast staat het verstevigen van de

gezagheb-bende positie van de Akademie binnen het onderzoeksbestel hoog op de agenda.

Welke stappen de KNAW in 2007 zette om deze ambities te verwezenlijken, leest u

in dit eerste deel van het jaarverslag.

Een nieuwe president in 2008

In oktober 2007 heeft de huidige president Frits van Oostrom, hoogleraar

Neder-landse letterkunde van de middeleeuwen aan de Universiteit Utrecht,

bekendge-maakt dat Robbert Dijkgraaf, hoogleraar mathematische fysica aan de Universiteit

van Amsterdam, door de leden is gekozen om hem in mei 2008 op te volgen.

Belangrijke ontwikkelingen in 2007 met consequenties voor de

komende jaren

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) gaf in 2007 opdracht

voor een externe evaluatie van de KNAW. Dit resulteerde in een positief getoonzet

briefadvies van de Commissie Gunning-Schepers begin 2008. De KNAW is blij

met de waardering en de aanmoediging van de commissie om de

vernieuwings-plannen van de KNAW verder vorm te geven en beschouwt het advies als een

steunbetuiging.

Deze steun staat echter haaks op de subsidiekorting die het rijk in 2007

aan-kondigde. De korting bedraagt 1,5 miljoen euro in 2008 en loopt op tot 5,4 miljoen

euro (6 procent van de rijksbijdrage) in 2010. Een bezuiniging van deze omvang

zal de in gang gezette vernieuwing en modernisering van de Akademie

bemoei-lijken. De KNAW staat voor de lastige opgave om de komende jaren met minder

middelen de positief geëvalueerde koers te vervolgen.

(12)
(13)

— 11 —

Wetenschappelijk genootschap

en adviesorgaan

De Akademie is in 1808 bij Koninklijk Besluit door Lodewijk Napoleon opgericht

en viert in 2008 haar tweede eeuwfeest. In de Nederlandse onderzoekswereld

neemt de KNAW als wetenschappelijk genootschap met 220 op kwaliteit

geselec-teerde leden de plaats in van een onafhankelijk adviesorgaan. Het genootschap

bestaat uit twee afdelingen, Natuurkunde en Letterkunde, die gezamenlijk het

ge-hele wetenschapsveld beogen af te dekken.

De KNAW als een afspiegeling van het hele onderzoeksveld

De Akademie streeft ernaar haar gezaghebbende positie binnen het

wetenschaps-bestel te behouden en verder uit te bouwen door haar leden te selecteren op

we-tenschappelijke verdiensten en spreiding over alle onderzoeksgebieden, inclusief

relatief jongere, multi- en/of interdisciplinaire gebieden. Een goede afspiegeling

van de wetenschapgebieden is voor het genootschap van belang om met gezag te

kunnen optreden.

In 2004 is daarom besloten tot een uitbreiding van het aantal leden van 200

naar 220. Vijftien van de twintig extra plaatsen zijn bedoeld voor relatief

jonge-re, multi- en/of interdisciplinaire vakgebieden en jonge en/of vrouwelijke

weten-schappers, de zogenaamde ‘beleidsruimteplaatsen’. De extra plaatsen zullen de

komende jaren gefaseerd worden ingevuld.

In 2007 werden negen nieuwe KNAW-leden benoemd, waarvan drie op

be-leidsruimteplaatsen. Eind 2007 is een uitgebreide inventarisatie gestart van

on-dervertegenwoordigde vakgebieden binnen het genootschap met het oog op het

beschikbaar stellen van plaatsen in de komende jaren.

Nieuwe KNAW-leden in 2007

mevrouw J.M. Bensing, hoogleraar klinische psychologie en

gezondheidspsy-−

chologie (beleidsruimteplaats)

R. Bernards, hoogleraar moleculaire carcinogenese (beleidsruimteplaats)

H.R. Butcher, hoogleraar observational techniques in astronomy

R. Coehoorn, hoogleraar fysica en applicatie van nanostructuren

G.B.M. Engbersen, hoogleraar algemene sociologie

M. Kalmijn, hoogleraar sociologie

H.L.G.J. Merckelbach, hoogleraar psychologische functieleer

mevrouw B. Meyer, hoogleraar culturele antropologie

R. Rabbinge, hoogleraar duurzame ontwikkeling en voedselzekerheid

(beleids-−

ruimteplaats)

(Zie ook de interviews elders in dit jaarverslag.)

Aantrekken van talent: De Jonge Akademie

De Jonge Akademie (DJA) is in 2004 opgericht om een impuls te geven aan de

gewenste vernieuwing en verjonging van het genootschap. De primaire

doelstel-lingen van DJA zijn:

jonge onderzoekers in aanraking te brengen met vakgebieden buiten het eigen

(14)

— 12 —

hen aan te moedigen visies te ontwikkelen op de toekomst van het eigen

vak-−

gebied en de samenwerking met andere vakgebieden, en op het te voeren

we-tenschapsbeleid

hen te stimuleren hun wetenschappelijke inzichten in de maatschappij uit te

dragen

en hen te steunen in hun eigen ontwikkeling als wetenschapsbeoefenaar.

In 2007 is DJA uitgegroeid tot een genootschap voor jongere excellente

weten-schappers met zestig leden, die zowel binnen als buiten de Akademie actief zijn in

wetenschappelijke adviesorganen, zoals de KNAW-adviesraden en het

Innovatie-platform. De dynamiek van de DJA blijft gewaarborgd doordat de leden niet

lan-ger dan vijf jaar lid mogen blijven en niet lanlan-ger dan twee jaar bestuurslid mogen

zijn. In 2007 werd DJA voorgezeten door Janneke Gerards, hoogleraar staats- en

bestuursrecht aan de Universiteit Leiden (zie ook het interview elders in dit

jaar-verslag).

DJA zet zich ook in om het bredere publiek, en met name jongeren, te

interes-seren voor de wetenschap. Dit doet zij met behulp van aansprekende projecten,

zoals de website DeJongsteAkademie.nl gericht op basisscholen en de

wetenschaps-bus (DJA on wheels). Daarnaast houdt DJA zich actief bezig met onderwerpen van

wetenschapsbeleid, zoals loopbaanbeleid en onderzoeksfinanciering. (Zie voor

een uitgebreider verslag deel 2 van dit jaarverslag; het DJA-jaarverslag is

beschik-baar op www.knaw.nl.)

De KNAW als dé plaats voor het wetenschappelijk gesprek

Van oudsher ontmoeten leden elkaar in de Akademie voor inspirerende

gesprek-ken met collega’s over wetenschap en samenleving (‘forumfunctie’). In de

heden-daagse wetenschappelijke wereld staat deze functie onder druk door de

mondi-ale dynamiek van conferenties, specialistische vergaderingen en nieuwsgroepen

op het web. Voor contact met vakgenoten hoeft men tegenwoordig bepaald niet

maandelijks naar het Trippenhuis te komen. Er is dus een aanleiding om de

fo-rumfunctie van de KNAW in eigentijdse vorm nieuw leven in te blazen. Sinds de

instelling in 2006 ontwikkelt de Commissie Forumfunctie voorstellen om de

fo-rumfunctie te versterken en vernieuwen. Het experiment in juni 2007 met

‘dis-puutsbijeenkomsten’ over enkele aansprekende thema’s was een groot succes.

Bo-vendien vond op 8 mei voor de eerste keer een diesviering plaats, waarbij leden

van de Akademie en DJA elkaar ontmoetten.

Ter illustratie een aantal opvallende bijeenkomsten in 2007:

Op 21 mei hield de president tijdens de Verenigde Vergadering zijn Jaarrede

met als titel ‘Markt en ziel’. Van Oostrom hekelde in zijn rede het doorschieten

van het marktdenken in de wetenschap en bepleit het uitdragen van een nieuw

en eigen geluid.

Ter gelegenheid van de 300-ste geboortedag van Carolus Linnaeus vond op 1 en

2 oktober in samenwerking met de Zweedse ambassade en de Linnean Society

of London een internationaal symposium plaats over verleden, heden, en

toe-komst van onderzoek naar de biodiversiteit op onze planeet.

Op 14 mei en 26 november vonden twee bijeenkomsten plaats, waarin een

ac-−

tueel thema vanuit een wetenschappelijke invalshoek werd belicht,

respectieve-lijk ‘De toekomst van het Nederlands landschap’ en ‘Onzekerheden en

klimaat-verandering’.

Op 17 oktober organiseerden NWO, TNO, VNO/NCW, de VSNU en de KNAW

een gezamenlijk symposium over braingain met als titel ‘NL: Pleisterplaats voor

talent’. De partijen reikten de minister van OCW vijf thema’s aan om

Neder-land aantrekkelijker te maken voor talent.

(15)

— 13 —

De Akademie stelt ook eigen middelen beschikbaar voor het organiseren van

colloquia, waarin een selecte groep van maximaal vijftig wetenschappers uit

bin-nen- en buitenland bijeenkomt om van gedachten te wisselen over een actueel

wetenschappelijk thema. In 2007 ging het om zes colloquia. Daarnaast verstrekte

de Akademie in 2007 voor een bedrag van 340.000 euro subsidies aan

internatio-nale wetenschappelijke congressen in Nederland.

Hoewel er dus nieuwe vormen worden bedacht voor de ontmoetingsfunctie,

blijft het Trippenhuis in Amsterdam de centrale plaats waar wetenschappers

el-kaar kunnen ontmoeten. Ook de restauratie en herinrichting van het Trippenhuis

blijven (onder meer) daarom van belang voor het opereren en profileren van de

KNAW. In 2007 is in opdracht van de Rijksgebouwendienst een begin gemaakt

met de werkzaamheden. Deze zijn vanwege het tweede eeuwfeest in 2008

onder-broken en zullen in 2009 worden voortgezet.

Stimuleren van excellentie

De KNAW is als hoeder van de kwaliteit van de wetenschap dé organisatie bij

uit-stek voor het toekennen van wetenschapsprijzen aan excellente onderzoekers, al

dan niet via speciale programma’s.

Het meest prominente programma is momenteel het Programma

Akademie-hoogleraren (PAH). Het heeft tot doel excellente Akademie-hoogleraren aan Nederlandse

universiteiten aan het einde van hun loopbaan vrij te stellen van bestuurs- en

be-heerstaken. Zo kunnen zij al hun tijd besteden aan innovatief wetenschappelijk

onderzoek en het opleiden van onderzoekers. Doordat de KNAW het salaris van

de Akademiehoogleraar geheel financiert, komen voor de universiteiten middelen

vrij die voor het aanstellen van jonge talentvolle onderzoeksleiders kunnen

wor-den ingezet. Hierdoor draagt het programma op dubbele wijze bij aan stimulering

van excellentie en vernieuwing van het onderzoek.

In 2007 werden vijf Akademiehoogleraren benoemd:

J.M. ten Cate, hoogleraar experimentele preventieve tandheelkunde

H.W. Lenstra, hoogleraar fundamentele en toepassingsgerichte wiskunde

P.C. Muysken, hoogleraar algemene taalwetenschap

J. Oerlemans, hoogleraar meteorologie

mevrouw D.S. Postma, hoogleraar pathofysiologie van de ademhaling

(Zie de interviews met de vier Akademiehoogleraren die in 2006 werden

be-noemd elders in dit jaarverslag).

Het programma Akademiehoogleraren werd in 2007 geëvalueerd door een

commissie onder leiding van P.J. van der Maas, hoogleraar maatschappelijke

ge-zondheidszorg. De uitkomsten zullen in 2008 bekend worden.

In 2007 werd filosoof L.W. Nauta benoemd op een KNAW-Mullerleerstoel tot

bijzonder hoogleraar filosofie van de middeleeuwen en renaissance.

Nieuwe programma’s

Om talentvolle universitaire studenten nauwer te betrekken bij de wetenschap

heeft de KNAW in juni 2007 samen met het Interstedelijk Studenten Overleg aan

minister Plasterk voorgesteld om zogenaamde Akademie-assistenten in te

voe-ren. Het Programma Akademie-assistenten heeft tot doel getalenteerde studenten

de kans te geven om mee te werken aan een onderzoek onder leiding van een

en-thousiaste en inspirerende universitair docent of hoogleraar. De Akademie hoopt

hiermee een belangrijk nieuw instrument toe te voegen aan de bestaande

formu-les voor universitair onderwijs en loopbaanbeleid.

Een ander nieuw programma is het Visiting Professorship Program (VPP). Met

het VPP kunnen internationale topwetenschappers voor beperkte perioden naar

(16)

— 14 —

Nederland worden gehaald en zo een stimulans geven aan bepaalde

onderzoeks-projecten, -gebieden of -groepen. Het gaat in 2008 van start.

Private fondsen

Een andere manier waarop het genootschap bijdraagt aan het stimuleren van

we-tenschappelijke excellentie, is door de beoordeling van kandidaten voor

leerstoe-len gefinancierd uit erfstellingen, legaten en schenkingen. De KNAW beheert ook

een aantal private fondsen voor het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek

in binnen- en buitenland. Hiermee worden onderzoekers of een leerstoel

gefi-nancierd, prijzen uitgeloofd, lezingen georganiseerd of reisbeurzen verstrekt. (Zie

deel 2 van dit jaarverslag voor een gedetailleerd verslag over de private fondsen.)

Het brede publiek betrekken bij de wetenschap

De KNAW wil nadrukkelijk een breder publiek betrekken bij wetenschappelijke

ontwikkelingen dan alleen leden en collega-wetenschappers. Wetenschap is in

vele opzichten van belang voor de culturele, sociale, economische en

technologi-sche ontwikkeling van de samenleving. Resultaten van wetenschap beïnvloeden

het leven van alledag steeds meer. En voor het op peil houden van de

onderzoeks-inspanningen is ook een breed publiek draagvlak nodig.

De laatste jaren is in de wetenschapscommunicatie een overgang zichtbaar van

het verschaffen van informatie over wetenschap naar het betrekken van een breed

publiek bij wetenschap. Samen met andere organisaties wil de KNAW deze

be-trokkenheid opwekken bij een breed publiek. Het onderwijs krijgt daarbij een

bij-zonder accent, om jong talent te stimuleren en te wijzen op een loopbaan als

on-derzoeker.

Het tweehonderdjarig bestaan van de KNAW in 2008 leent zich er uitstekend

voor om de wetenschap een jaar lang voor het voetlicht te zetten. Onder het motto

‘Magie van wetenschap’ wil de Akademie de fascinatie, de uitdaging en het

avon-tuur van wetenschap voor iedereen zichtbaar maken.

In november 2007 is hiermee een begin gemaakt door de lancering van de

spe-ciale jubileumwebsite www.knaw200.nl. Naast het jubileumprogramma met

ac-tiviteiten en lezingen bevat de site onder meer bijzondere KNAW-collecties,

in-spirerende gastcolumns en een videoboodschap van KNAW-president Frits van

Oostrom.

Omdat zowel de Akademie als Teleac/NOT de toegankelijkheid van kennis voor

een groot publiek van belang vinden, hebben zij op 21 juni 2007 een alliantie

ge-sloten. Zo wordt er een gezamenlijk crossmediaal aanbod op het gebied van

we-tenschap en technologie ontwikkeld. Ook de tournee langs scholen van jonge

aca-demici (DJA on wheels) past in dit kader. Jongeren kunnen zo in levende lijve

ken-nismaken met onderzoekers en ervaren dat wetenschap uitdagend en boeiend is.

“Wat adviseert de KNAW?”

De KNAW heeft een belangrijke adviesfunctie. Met ad-hoc adviezen en

langlopen-de wetenschapsverkenningen draagt langlopen-de Akalanglopen-demie bij aan langlopen-de ontwikkelingen in langlopen-de

wetenschap en aan het te voeren wetenschapsbeleid. In het strategisch plan voor

de jaren 2007 tot 2010 stelt de Akademie dat zij haar advies- en verkenningentaak

wil versterken. Zij wil nog meer aandacht besteden aan de implementatie van

ad-viezen en verkenningen. En ze is van mening dat er meer aandacht moet komen

voor bredere en interdisciplinaire advisering.

(17)

— 15 —

Stappen om de adviesfunctie te versterken

In 2007 heeft de interne Werkgroep Adviesfunctie het rapport Adviseren is

voor-uitzien opgesteld. Het bestuur van de Akademie heeft de aanbevelingen vrijwel

ongewijzigd overgenomen. In de voorgestelde nieuwe adviesstructuur heeft het

KNAW-bestuur een meer actieve regisserende rol en wordt het aantal adviesraden

met ingang van 1 januari 2008 teruggebracht van tien naar vijf (voor de

geestes-wetenschappen, de sociale geestes-wetenschappen, de natuur- en technische

wetenschap-pen, de aard- en levenswetenschappen en de medische wetenschappen). Dit ter

bevordering van samenwerking over disciplinegrenzen heen en een meer

effi-ciënte werkwijze.

Andere belangrijke voorstellen richten zich op het sneller inspelen op de

ac-tualiteit en verbetering van de externe communicatie. In 2007 is een start

ge-maakt met één advies- en verkenningenagenda voor alle adviesraden. Tot dusverre

hadden alle raden ieder hun afzonderlijke agenda’s. In de tweede helft van 2007

zijn voorbereidingen getroffen om de overgang naar de nieuwe adviesstructuur in

2008 goed te laten verlopen.

Verkenningen

Jaarlijks voert de KNAW een aantal wetenschapsverkenningen uit. Met deze

ver-kenningen wil de KNAW richting geven aan het denken en discussiëren over

we-tenschappelijke ontwikkelingen in een bepaald wetenschapsgebied.

In 2007 verschenen er drie verkenningen. Begin 2007 verscheen De toren van

Pisa rechtgezet, over de toekomst van de Nederlandse archeologie, onder

voorzitter-schap van D.G. Yntema, hoogleraar mediterrane archeologie, over de wankele

po-sitie van de academische archeologie en de kloof met de commerciële

archeolo-gie. Als uitvloeisel is op initiatief van de Akademie een Platform Archeologie

op-gericht met vertegenwoordigers van de academische en de commerciële

archeolo-gie, NWO en het ministerie van OCW.

In juni is de verkenning Duurzaamheid duurt het langst. Onderzoeksuitdagingen

voor een duurzame energievoorziening aangeboden aan de minister van OCW. Dit

rapport bespreekt alle energiemogelijkheden, van kernenergie tot biomassa, en

geeft heldere keuzes aan voor toekomstig natuurwetenschappelijk

energieonder-zoek in Nederland. Voor de implementatie heeft de minister J.H.W. de Wit,

hoog-leraar corrosietechnologie en elektrochemie, gevraagd als voorzitter van een

com-missie die de bestaande voorstellen rond energieonderzoek met elkaar in

overeen-stemming moet brengen.

Tot slot verscheen in december het rapport Samenspel in samenhang onderwijs

en onderzoek in communicatie, media en informatie. In dit rapport onder

voorzit-terschap van hoogleraar televisie, media en cultuur mevrouw J.F.T.M. van Dijck

wordt geconcludeerd dat institutionele versnippering de samenwerking tussen

communicatie-, media- en informatiestudies (CMI-studies) tegenwerkt.

Techno-logische en maatschappelijke ontwikkelingen maken meer samenwerking in het

onderzoek steeds belangrijker. Ter bevordering van meer afstemming van het

on-derzoek en een betere presentatie naar buiten toe, zal een Platform CMI-studies

worden opgericht.

De verkenningen biowiskunde en regeneratieve geneeskunde worden in 2008

verwacht.

Adviezen

KNAW-adviezen kunnen gaan over wetenschapsinhoudelijke zaken, maar ook

over bijvoorbeeld het loopbaanbeleid van onderzoekers of de Nederlandse

bijdra-ge aan grote internationale projecten. Adviezen worden – bijdra-gevraagd en onbijdra-gevraagd

– uitgebracht aan parlement, ministeries, universiteiten en

onderzoeksorganisa-ties, geldverdelende organisaties en internationale organisaties.

(18)

— 16 —

In 2007 verschenen de volgende adviesrapporten:

Onderzoeksmasters in de sociale wetenschappen; eerste ervaringen

. Het blijkt dat er

een grote verscheidenheid aan onderzoeksmasters in de sociale

wetenschap-pen bestaat. De aanbevelingen van de Sociaal-Wetenschappelijke Raad zijn

ge-richt op een betere aansluiting tussen onderzoeksmasters en opleidingen.

Bodembeweging in Nederland.

Advies over een aanpak om de diverse

meetresul-taten en bestaande kennis van de bodembeweging in Nederland te bundelen

en op elkaar af te stemmen.

Gezondheidsonderzoek: het investeren waard.

Advies om meer te investeren in

Nederlands gezondheidsonderzoek om op internationaal niveau excellent

ge-zondheidsonderzoek te kunnen blijven verrichten.

Gedragscode

Biosecurity. Deze gedragscode voor onderzoekers is gericht op

be-wustwording van de mogelijke risico’s van het misbruik van

levenswetenschap-pelijke kennis.

(Zie deel 2 van dit jaarverslag voor een uitgebreid verslag van de adviezen.)

De KNAW en het onderwijs

Voor de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek in de toekomst is het van

groot belang dat er jaarlijks voldoende gekwalificeerde studenten instromen in de

universiteiten. De KNAW adviseert daarom ook over het onderwijs. In zijn

jaarre-de in mei 2007 jaarre-deed jaarre-de presijaarre-dent een oproep om het universitaire onjaarre-derwijs, en

dan vooral de bacheloropleidingen, veel inspirerender en inhoudelijk uitdagender

te maken. In november 2007 heeft de president een openingslezing gehouden op

het Nationaal Onderwijs Congres met als prikkelende titel: ‘Van sjoelen naar

ski-en’. Hij pleitte voor het doorbreken van de verkokering binnen het Nederlandse

onderwijsbestel. Keuzes voor een bepaalde vakinhoudelijke richting worden al op

jonge leeftijd gemaakt, waarna veranderen nauwelijks meer mogelijk is.

Boven-dien betoogde hij dat leren niet meer alleen voorbehouden moet zijn aan

jonge-ren. Levenslang leren is in Nederland te zwak ontwikkeld.

Ook in het werk van de verschillende adviesraden staat het onderwijs in de

belangstelling, bijvoorbeeld in het advies van de Sociaal-Wetenschappelijke Raad

over de onderzoeksmasters in de sociale wetenschappen. De KNAW heeft de

afge-lopen jaren diverse activiteiten ontplooid in verband met het vakinhoudelijke

on-derwijs. Bijvoorbeeld door een bijdrage te leveren aan

onderwijsvernieuwingcom-missies voor scheikunde, biologie, wiskunde, natuurkunde en

aardwetenschap-pen. Meerdere KNAW-leden waren betrokken bij de profielcommissie Natuur en

Techniek/Natuur en Gezondheid die in 2007 haar eindadvies heeft aangeboden

aan staatssecretaris Bijsterveldt van OCW.

Zorg voor de kwaliteit van de wetenschapsbeoefening

De Akademie speelt een belangrijke rol op het gebied van kwaliteitszorg en

onder-zoeksevaluatie. Het gaat daarbij niet alleen om actieve betrokkenheid bij

beoorde-lingen van instituties en opleidingen, maar ook om het denken over kwaliteitszorg

in de wetenschap. De Commissie Kwaliteitszorg onder voorzitterschap van P.C.

van der Vliet, emeritus hoogleraar moleculaire biologie, constateerde in 2007 dat

de kwaliteitszorg in Nederland complex is geworden en werkt een voorstel uit om

een aanzienlijke vereenvoudiging te bewerkstelligen. Dit zal in 2008 worden

in-gebracht in de discussie over de vernieuwing van het Standaard Evaluatie Protocol

(SEP) uit 2003 voor de evaluatie van het onderzoek aan de Nederlandse

universi-teiten en de instituten van KNAW en NWO.

Samen met de VSNU en NWO adviseert de KNAW over de ontwikkeling van

het SEP. De KNAW huisvest de Meta Evaluatie Commissie Kwaliteitszorg

Weten-schappelijk Onderzoek (MEC), die is ingesteld om het functioneren van het SEP

(19)

— 17 —

te monitoren. In 2007 bracht de MEC een rapport uit onder de titel Trust, but

ve-rify. De MEC concludeerde dat het SEP over het algemeen goed voldeed, maar

maakte ook een aantal kritische kanttekeningen. De MEC concludeerde onder

meer dat te weinig zichtbaar was wat er gebeurde met de oordelen van de

evalu-atiecommissies, en ook dat er gaandeweg een ernstige cijferinflatie was

opgetre-den. Deze opmerkingen zullen meewegen in het ontwerp van een nieuw SEP.

De KNAW ziet met de Erkenningscommissie Onderzoekscholen (ECOS) toe

op de kwaliteit van Nederlandse onderzoeksinstellingen door ze voor zes jaar te

erkennen. In 2007 volgde H.W. Lintsen, hoogleraar geschiedenis van de techniek,

J.A. Michon op als ECOS-voorzitter. Daarnaast adviseert de Akademie in

samen-werking met de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) over de

ac-creditatie van research masters.

Met de VSNU, NWO, Quality Assurance Netherlands Universities (QANU)

en de HBO-raad neemt de Akademie deel aan ERiC, onder voorzitterschap van

Henriette Maassen van den Brink, hoogleraar empirische arbeidseconomie. ERiC

staat voor Evaluating Research in Context en richt zich op de ontwikkeling van

me-thodieken ter beoordeling van de maatschappelijke kwaliteit van onderzoek. In

november 2007 organiseerde de Akademie voor ERiC een internationale

work-shop over methodiekontwikkeling. Dat sluit aan bij het feit dat steeds meer

activi-teiten op het gebied van kwaliteitszorg en evaluatie zich internationaal afspelen,

in het bijzonder op Europees niveau. De Akademie zal daarnaast een leidende rol

vervullen in de All European Academies (ALLEA) werkgroep ‘Evaluating for

sci-ence’, en is tevens actief in een drietal fora op dit gebied van de European Science

Foundation.

Ook verricht de Akademie enkele incidentele activiteiten op het gebied van

kwaliteitszorg en evaluatie. Zo werd in 2007 door de Akademie een commissie

geïnstalleerd voor de evaluatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De

evaluatie zelf vindt in het voorjaar van 2008 plaats. Daarnaast leverde de

Akade-mie de voorzitter van de begeleidingscommissie voor de evaluatie van de

Vernieu-wingsimpuls. Beide voorbeelden getuigen van de gezaghebbende en

onafhanke-lijke rol van de KNAW.

Internationale uitwisseling van wetenschappelijke kennis

Omdat de internationale activiteiten van de KNAW de afgelopen jaren sterk zijn

uitgebreid, is in 2007 de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor internationale

sa-menwerking in handen gegeven van algemeen secretaris Rob Kaptein, emeritus

hoogleraar chemie. Dit gebeurde op advies van de Commissie Internationaal

Be-leid (Committee for International Policy, CIP). De secretaris internationale zaken:

vertegenwoordigt de KNAW bij bijeenkomsten van Europese en andere

inter-−

nationale organisaties waarvan de KNAW lid is,

is lid van de Commissie Internationaal Beleid van de KNAW,

is voorzitter van de China-commissie van de KNAW,

vertegenwoordigt de KNAW in de Board en Executive Board van CO-REACH

(het netwerk Co-ordination of Research Between Europe and China waarvan de

KNAW trekker is voor de Europese Commissie),

en geeft leiding aan internationale bezoeken van delegaties van en naar de

KNAW.

Strategische samenwerking

Op hoog niveau wetenschap beoefenen veronderstelt een actieve opstelling van

onderzoekers én instituten in internationale netwerken en

samenwerkingsver-banden. De Akademie vertegenwoordigt Nederland in diverse internationale

net-werkorganisaties. Zie voor een overzicht van alle lidmaatschappen van de KNAW,

(20)

— 18 —

deel 2 van dit jaarverslag. De Akademie is bijvoorbeeld lid van de Executive

Com-mittee van de InterAcademy Panel on International Issues (IAP), een netwerk van

92 academies van wetenschap wereldwijd. De IAP is verantwoordelijk voor het

opstellen van richtlijnen voor een gedragscode Biosecurity, waarvan de KNAW in

2007 een Nederlandse uitwerking presenteerde. Op initiatief van de KNAW zal

het IAP een statement uitbrengen over biobrandstoffen.

Als lid van de European Academies Science Advisory Council (EASAC), een

samenwerkingsverband van de nationale academies van EU-lidstaten, heeft de

Akademie in 2007 onder meer een bijdrage geleverd aan het EASAC rapport

Tac-kling antibacterial resistance in Europe. Daarnaast werd meegewerkt aan een

state-ment over de impact van migratie op infectieziekten in Europa. In 2007 werd

vice-president van de KNAW, Jos van der Meer, benoemd tot vice-voorzitter van

EASAC.

Het secretariaat van de in 1994 opgerichte ALLEA is gehuisvest bij de

Akade-mie. In 2007 heeft de Akademie bijgedragen aan de visie van ALLEA op de Green

Paper van de Europese Commissie over de ontwikkeling van de European

Re-search Area (ERA, of Europese OnderzoeksRuimte). In oktober 2007 was de

Akademie gastheer van een ALLEA-conferentie over regionale samenwerking

tus-sen Zuidoost-Europese academies.

In 2007 is de samenwerking van de KNAW met het Network of African

Sci-ence Academies (NASAC) voortgezet. Er is een serie wetenschappelijke

conferen-ties voor Europese en Afrikaanse wetenschappers gepland. De Akademie heeft in

2007 op verzoek van het directoraat-generaal Internationale Samenwerking van

het ministerie van Buitenlandse Zaken een adviesrapport opgesteld over de rol

van wetenschappelijke academies in Afrika.

Bevorderen wetenschappelijk onderzoek

Het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek gebeurt binnen tal van

samen-werkingsprogramma’s, hoofdzakelijk gericht op China en Indonesië. In het kader

van uitwisselingsovereenkomsten onderhoudt de Akademie ook contacten met

zusteracademies in Australië, Frankrijk, Hongarije, India, Israël, Oostenrijk,

Po-len, Rusland, Slowakije en Tsjechië. In 2007 vonden er veertien werkbezoeken

plaats, waarvan tien inkomend.

china

De samenwerking met China vindt ten eerste plaats via het China Exchange

Pro-gramme (CEP). Het CEP stimuleert al meer dan 25 jaar

onderzoekssamenwer-king tussen Nederland en China. In 2007 heeft de KNAW tien aanvragen voor

uit-zending van Nederlandse individuele onderzoekers en 24 voorstellen voor

geza-menlijke Chinees-Nederlandse onderzoeksprojecten van wederzijds belang

geho-noreerd. Binnen een ander KNAW-programma werden in 2007 tevens zes

PhD-aanvragen gehonoreerd. In 2007 vond de selectie plaats voor de volgende fase van

het Programma Strategic Scientific Alliances, met als doel de totstandkoming van

één of meer structurele wetenschappelijke samenwerkingsverbanden met China.

De Akademie ontplooit ook in Europees verband initiatief voor samenwerking

met China. Ze neemt deel aan het Zesde Kaderprogramma project CO-REACH

(Co-ordination of Research between Europe and China), met als doel om

uitein-delijk één of meerdere nieuwe Europese onderzoeksamenwerkingsprogramma’s

met China op te zetten. Het jaar 2007 stond voor CO-REACH voornamelijk in het

teken van prioriteiten voor nieuw op te zetten pilotprogramma’s.

(21)

— 19 —

indonesië

Het Scientific Programme Indonesia Netherlands (SPIN) heeft tot doel om

lang-durige wetenschappelijke samenwerking tussen onderzoekers en

onderzoekscon-sortia uit Indonesië en Nederland te stimuleren en te financieren. In 2007 zijn

vier nieuwe Prioriteitsprogramma’s van SPIN van start gegaan.

In het kader van het East Kalimantan Programme for Coastal Zone Research

Netherlands-Indonesia selecteerde de Akademie in 2007 samen met twee andere

partners drie Indonesisch-Nederlandse onderzoeksprojecten en een

onderzoeks-cluster. Daarnaast is op gezamenlijk initiatief van de KNAW en de Indonesische

Academie in februari 2007 M.A. Yunita Winarto door de Gadjah Mada

Universi-teit in Yogyakarta feestelijk als Academy Professor Indonesia (API) geïnstalleerd.

Een ander samenwerkingsverband met Indonesië is de Joint Working

Commit-tee on Indonesia (JWC). In 2007 heeft de JWC besloten om voor 2007 in te zetten

op het thema ‘Agriculture beyond Food’ om de wetenschappelijke achtergronden

van biobrandstoffen nadrukkelijk te agenderen.

In Europees verband is de Akademie in 2007 als partner toegetreden tot het

Ze-vende Kaderprogramma project van SEA-EU-NET. Het SEA-EU-NET consortium,

bestaande uit zeventien partners uit geheel Europa en Zuidoost-Azië zal in 2008

formeel van start gaan. Hoofddoel van het project is het integreren en versterken

van de EU-ASEAN dialoog over wetenschap en technologie.

(22)
(23)

— 21 —

Koepelorganisatie voor

wetenschappelijke instituten

De KNAW is een koepelorganisatie voor zeventien instituten die wetenschappelijk

onderzoek verrichten en collecties opbouwen op het gebied van de

geestesweten-schappen, sociale wetenschappen en levenswetenschappen. Ongeveer 84 procent

van het KNAW-budget komt ten goede aan de instituten, waar bijna 1.100

men-sen werken. Ieder instituut wordt geleid door een instituutsdirecteur, als regel

een vooraanstaand onderzoeker op een van de vakgebieden van het instituut. De

KNAW-directie leidt de koepelorganisatie onder toezicht van het bestuur.

De KNAW-instituten hebben drie centrale taken:

Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek van hoge kwaliteit.

1.

Het aanvullen, beheren en ontsluiten van unieke wetenschappelijke collecties.

2.

Dienstverlening aan wetenschap en maatschappij.

3.

De instituten zijn verdeeld in twee clusters: het cluster Geestes- en Sociale

Weten-schappen (GSW) en het cluster LevenswetenWeten-schappen (LW). Het zwaartepunt van

de GSW-instituten ligt op het terrein van de (sociale) geschiedenis, taal en cultuur.

Voor een deel betreft dit de taal, cultuur en geschiedenis van Nederland (Meertens

Instituut, Fryske Akademy en Huygens Instituut), terwijl het werkterrein van

an-dere instituten ook meer internationaal georiënteerd is (KITLV, NIOD, IISG en

RSC). De focus van het NIDI ligt meer op de sociale wetenschappen.

DANS is te zien als een faciliterend instituut ten behoeve van de verrijking van

data en de verzorging van de bereikbaarheid hiervan voor het geestes- en sociaal

wetenschappelijk onderzoek. VKS is het e-research onderzoeksprogramma van de

KNAW. De VKS bestudeert de gevolgen van ict in onderzoek en biedt

ondersteu-ning aan wetenschappers die experimenteren met nieuwe vormen van

samen-werking en onderzoek. Het NIAS bevordert onderzoek op het terrein van de

gees-tes- en sociale wetenschappen door faciliteiten te bieden voor wetenschappelijke

verdieping en reflectie.

De LW-instituten richten zich op biologische (CBS), biomedische (Hubrecht,

ICIN, NIN) en ecologische wetenschappen (NIOO). Ook werd eind 2007 een

sa-menwerkingsovereenkomst getekend voor de oprichting van het Spinozacentrum

voor hersenonderzoek. (Zie deel 2 van dit jaarverslag voor meer informatie per

instituut.)

Het Rathenau Instituut vervult een brugfunctie tussen wetenschap en

maat-schappij. In 2007 is de Waddenacademie opgericht, die naar verwachting per mei

2008 met haar activiteiten zal beginnen.

(24)

— 22 —

Overzicht van de KNAW-instituten

KNAW-instituten

Vakgebied

Personeel (fte)

1)

Gerealiseerde baten 2007 (x € 1.000) Bijdrage KNA

W (%) 2 e en 3 e geld-stroom (%) Laatste externe evaluatie

geestes- en sociale wetenschappen

Data Archiving & Networked Services (DANS) Data-archivering 20,7 3.332 58,6 18,5 3)

Fryske Akademy2) Friese taal, cultuur en geschiedenis 45,1 1.648 2002

Huygens Instituut Literatuur en wetenschapsgeschiedenis 30,1 2.520 94,4 3,6 2007

Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG)

Sociale en economische geschiedenis 97,4 7.683 61,1 21,2 2003 Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en

Volkenkunde (KITLV)

Taal, cultuur en geschiedenis van Zuidoost-Azië, het Zuidzee- en het Caraïbisch gebied

45,2 4.505 69,5 17,4 2005

Meertens Instituut Nederlandse taal en cultuur 51,5 3.466 80,7 19,3 2006

Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD)

Geschiedenis WOII 58,3 4.774 58,3 39,0 2003

Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI)

Demografie 43,8 4.788 45,1 52,9 3)

Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS)

Faciliteren van onderzoekers 14,6 2.691 83,5 5,4 2000

Roosevelt Study Center (RSC) 2) Geschiedenis en cultuur van de VS en de Nederlands-Amerikaanse betrekkingen

9,0 441 – – 2005

Virtual Knowledge Studio for the Humanities and Social Sciences (VKS)

E-research GSW 9,4 1.215 78,9 19,8 3)

levenswetenschappen

Centraalbureau voor Schimmelcultures (CBS) Schimmelonderzoek 47,6 4.633 65,6 15,2 2002 Hubrecht Instituut Ontwikkelingsbiologie en stamcelonderzoek 140,7 13.257 43,8 45,5 2002 Interuniversitair Cardiologisch Instituut

Nederland (ICIN)

Cardiovasculaire systeem 83,1 6.589

37,7 61,2 2005

Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) Ecologie en biodiversiteit 192,1 15.559 67,2 30,9 2006 Nederlands Instituut voor

Neurowetenschappen (NIN)

Neurowetenschappen 140,9 14.468 67,8 26,0 2004

overig

Rathenau Instituut Technology assessment en science system assessment

35,0 5.087 93,2 5,0 2006

1) 31 december 2007

2) Gelieerde instituten, alleen KNAW-subsidie weergegeven.

3) NIDI wordt in 2008 geëvalueerd. DANS en VKS zijn relatief nieuw en worden in 2010/2011 geëvalueerd.

Directeurswisselingen in 2007

De directeuren van de KNAW-instituten vervullen een sleutelpositie binnen de

Akademie en hebben een vergaand mandaat. Ze worden voor vijf jaar benoemd

met een mogelijkheid tot herbenoeming. In 2007 vonden de volgende

directeurs-benoemingen plaats:

W.H. van Gilst (hoogleraar cardiovasculaire en klinische farmacologie) –

herbe-−

noemd tot directeur ICIN

P. Kabat (hoogleraar klimaathydrologie) – voorzitter van de Waddenacademie i.o.

P.R. Roelfsema (hoogleraar neurobiologie van cognitie en gedrag) – directeur van

het NIN

mevrouw M.J. Schwegman (hoogleraar vrouwengeschiedenis) – directeur van het

NIOD

E.E. van der Wall (hoogleraar cardiologie) – directeur ICIN

C.I. de Zeeuw (hoogleraar neurowetenschappen en anatomie) – projectdirecteur

(25)

— 23 —

Daarnaast werd in 2007 afscheid genomen van R.H.A. Plasterk als directeur

Hu-brecht Instituut vanwege het aanvaarden van zijn ministerschap. J.C.H. Blom

ging in 2007 als directeur NIOD met pensioen en C.J.G. Wensing trad in 2007

terug als interim-directeur NIN vanwege de vervulling van deze vacature. Zeer

be-treurenswaardig was het in 2007 overlijden van ICIN-directeur C.A. Visser.

Opvallende ontwikkelingen in 2007

Oprichting Waddenacademie

In 2007 heeft de Akademie ingestemd met de komst van een nieuw instituut: de

Waddenacademie. De Waddenacademie zal zich gaan bezighouden met de

pro-grammering van onderzoek naar het waddengebied, van ecologie tot

cultuurge-schiedenis. Het instituut zal naar verwachting in de loop van 2008 van start gaan.

De Waddenacademie wordt geheel gefinancieerd door het Waddenfonds en de

provincie Friesland.

De doelstellingen van de Waddenacademie zijn:

Het identificeren van domeinoverstijgende kennisleemtes ten behoeve van een

1.

duurzame ontwikkeling van het waddengebied en het articuleren van relevante

onderzoeksvragen.

Het bevorderen van een samenhangende onderzoeksprogrammering op

natio-2.

naal en internationaal niveau.

Het bevorderen van informatievoorziening en kennisuitwisseling tussen

ken-3.

niswereld, overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.

Herstructurering Fryske Akademy

In 2007 is een begin gemaakt met de voorbereidingen voor de herstructurering

van de zakelijke afdelingen van de Fryske Akademy. Een aantal taken zoals de

boekwinkel, de productie van uitgaven en het congrescentrum It Aljemint wordt

afge-stoten. Het herstructureringsplan zal in het voorjaar 2008 worden uitgevoerd.

Herstructurering NIDI

In 2007 is het NIDI gereorganiseerd om ruimte te scheppen voor inhoudelijke

vernieuwing en om de financiële positie te versterken. Het aantal

onderzoeksafde-lingen is teruggebracht van drie naar twee. De inhoudelijke vernieuwing betrof in

het bijzonder een impuls in het gezondheidseconomische onderzoek, dat binnen

de nieuwe afdeling Projections, Migration & Health zal plaatsvinden.

Digitaal Wetenschapshistorisch Centrum bij het Huygens Instituut

Het Digitaal Wetenschapshistorisch Centrum (DWC) is een KNAW-initiatief dat

in 2007 werd ondergebracht bij het Huygens Instituut. Het DWC gaat

functio-neren als een virtueel en interactief centrum voor de Nederlandse

wetenschaps-geschiedenis en zal ook toegang bieden tot de Akademiebibliotheek. Het DWC

zal eind 2008 operationeel zijn, waarna in 2009 en 2010 de uitbouw zal volgen.

Voor de ontwikkeling is in 2007 € 290.000 toegezegd uit het KNAW-Programma

Strategie en Infrastructuur. Daarnaast zal het Huygens Instituut met ingang van

2008 jaarlijks € 150.000 ontvangen ten behoeve van het DWC.

Opening Maastricht Studio VKS

In november 2007 opende J.M.M. Ritzen, voorzitter van het college van bestuur

van de Universiteit Maastricht, de Maastricht Studio, een samenwerkingsverband

tussen deze universiteit en de KNAW. Daarmee heeft de VKS nu drie vestigingen:

een hoofdvestiging in Amsterdam, de Erasmus Studio aan de Erasmus

Universi-teit en de Maastricht Studio.

(26)

— 24 —

Algemeen beleid ten aanzien van de instituten

Financiering

De Akademie wil de organisatorische, infrastructurele en financiële voorwaarden

scheppen om hoogwaardige prestaties van instituten mogelijk te maken. De

insti-tuten kregen de afgelopen jaren een vaste lumpsum van de KNAW, zonder

flexi-bele prestatieafhankelijke bijdragen. Dit is een bewuste keuze, omdat onderzoek

‘van de lange adem’ gebaat is bij structurele financiële stabiliteit.

Naast de basisfinanciering verwerven de instituten zelf middelen uit de tweede

en derde geldstroom, die volledig ten goede komen aan het instituut. In

tegenstel-ling tot veel universiteiten, kent de Akademie geen centrale afdracht voor

huisves-ting en overhead bij de verwerving van externe middelen. Dat de instituten

suc-cesvol zijn in het verkrijgen van extern onderzoeksgeld, blijkt uit het feit dat de

externe werfkracht in enkele jaren meer dan verdubbeld is.

Kwaliteitsbeleid

Eens per zes jaar evalueert een internationale commissie van vakgenoten de

we-tenschappelijke koers en prestaties van de instituten aan de hand van het

Stan-daard Evaluatie Protocol. Tussentijds wordt een midterm-evaluatie uitgevoerd. In

2007 zijn twee KNAW-instituten extern geëvalueerd.

Externe evaluatie Meertens Instituut

Begin 2007 verscheen het rapport van de evaluatiecommissie onder leiding van

P. Schnabel, die het Meertens Instituut in oktober 2006 visiteerde. De

commis-sie kwalificeert het Meertens Instituut als geheel als very good en sommige

onder-delen van de afdeling variatielinguïstiek als excellent. Dit beeld wordt onder meer

bevestigd door het grote aantal extern verworven subsidies. De commissie

conclu-deert verder dat het instituut zeer actief en succesvol is in het “valoriseren” van de

resultaten van het onderzoek: onderzoekers van het instituut dragen intensief bij

aan het maatschappelijk debat en zijn goed zichtbaar in de media.

Externe evaluatie Huygens Instituut

In oktober 2007 werd het Huygens Instituut gevisiteerd door een

Nederlands-Vlaamse evaluatiecommissie onder leiding van H. Bertens. Begin 2008 zal het

evaluatiedossier openbaar worden gemaakt.

Daarnaast is een externe evaluatie uitgevoerd van het Centrum voor Holocaust-

en Genocidenstudies (CHGS), waarin het NIOD-KNAW samenwerkt met de

Uni-versiteit van Amsterdam. De commissie onder leiding van C.J.M. Schuyt heeft

haar waardering uitgesproken voor wat het CHGS op het gebied van

wetenschap-pelijk onderwijs en onderzoek heeft bereikt. De aanbevelingen betroffen de

ver-dere vormgeving van het activiteitenprogramma, in het bijzonder de samenhang

ervan.

Een belangrijk permanent adviesorgaan voor de instituutsdirecties en de

Akade-miedirectie zijn de wetenschaps commissies. Een wetenschapscommissie volgt

het beleid van een instituut kritisch en vormt zo een belangrijk klankbord voor de

instituutsdirecteur. De KNAW vindt het bestaan van deze

wetenschapscommis-sies zeer belangrijk en minimaal eens per jaar vindt overleg plaats tussen de

direc-teur Onderzoek en de voorzitters van de wetenschapscommissies.

Sinds enkele jaren worden kerncijfers per instituut verzameld. Deze cijfers zijn

bedoeld om buiten de evaluatiemomenten om de halfjaarlijkse discussies tussen

het centrale en instituutsmanagement te voeden met relevante kengetallen en

worden gebruikt voor het jaarverslag. Over langere termijn maakt dit het mogelijk

om de ontwikkelingen van een instituut te volgen.

(27)

— 25 —

Strategiefonds

De Akademie beschikt over een Strategiefonds van ruim 2 miljoen euro per jaar

voor strategische vernieuwingen in instituten. Zowel de instituutsdirecteuren als

de centrale directie kunnen initiatieven nemen voor het inzetten van middelen uit

het Strategiefonds.

In 2007 zijn de volgende meerjarige projecten gehonoreerd:

De samenwerking tussen het Hubrecht Instituut en het CBS in het project

‘Bioprospecting of fungal metabolites using zebrafish embryos’. Via dit project wordt

onderzocht welke onontdekte potentiële geneesmiddelen de unieke collectie

van het CBS herbergt.

De samenwerking tussen het NIDI, het IISG en de VKS in het project ‘

Span-ning past and present: Infrastructure for interdisciplinary research on 150 years of life

courses and families’. Voor dit project is een voorlopige reservering gemaakt. De

definitieve toekenning is afhankelijk van de honorering vanuit het

subsidiepro-gramma NWO Groot.

De vernieuwing van het Vogeltrekstation dat een cruciale rol speelt in het

vo-−

gelonderzoek dat door het NIOO en andere instellingen in Nederland wordt

gedaan.

Het sociolinguïstisch symposium ‘

Micro and Macro Connections’ dat in april

2008 in Amsterdam door het Meertens Instituut wordt georganiseerd.

Het gezamenlijke project van het IISG en de VKS ‘

Global Hubs for Global

His-tory’.

De ontwikkeling van de ICT-infrastructuur van het RSC zodat het instituut een

digitaal portaal voor Amerikanistiek kan verwezenlijken.

Behaalde prijzen en beurzen

P.T.V.M. de Jong van het NIN, hoogleraar epidemiologie van oogziekten, heeft

de Alcon Research Institute Award 2007 ontvangen.

E.J.W. van Someren, werkgroepleider bij het NIN, heeft in 2007 een

VICI-sub-−

sidie ontvangen.

E. Berezikov en L.J. de Windt van het Hubrecht Instituut hebben een

Vidi-sub-−

sidie van NWO gekregen.

J.A. van Gils, onderzoeker bij het NIOO ontving de Nederlandse zoölogieprijs.

G.A. Kowalchuk, senior-onderzoeker bij het NIOO en bijzonder hoogleraar

Plant-microbial interactions aan de Vrije Universiteit, ontving een

VICI-sub-sidie.

A.F.W. van der Steen, ICIN-hoogleraar, werd benoemd tot Simon Stevin

Mees-−

ter van STW.

Samenwerking

Bij alle KNAW-instituten wordt strategische samenwerking met andere instituten

en universiteiten sterk gestimuleerd. Dit komt tot uitdrukking in

samenwerking-programma’s en -projecten, uitwisseling van gast onderzoekers en

overeenkom-sten voor het delen van faciliteiten en promotie vergoedingen. Illustratief is dat in

2007 76 onderzoekers van de KNAW-instituten als hoogleraar verbonden waren

aan Nederlandse universiteiten. In 2007 zijn opnieuw enkele onderzoekers tot

hoogleraar benoemd. P.F. Wouters, programmaleider van de Virtual Knowledge

Studio (VKS), is benoemd tot bijzonder hoogleraar Kennisdynamica aan de

Eras-mus Universiteit Rotterdam. Mevrouw S. Wyatt, senior-onderzoeker bij de VKS,

is benoemd tot bijzonder hoogleraar Digital Cultures in Development aan de

Uni-versiteit van Maastricht. M. van Oostendorp, leider van de onderzoeksgroep

Va-riatielinguistiek bij het Meertens Instituut, is benoemd tot bijzonder hoogleraar

(28)

— 26 —

Fonologische Microvariatie aan de Universiteit Leiden. E. Cuppen,

werkgroeplei-der bij het Hubrecht Instituut, is benoemd tot hoogleraar genoombiologie aan de

Universiteit Utrecht.

Spinozacentrum

Op 18 december 2007 werd op initiatief van de KNAW een

samenwerkingsover-eenkomst getekend tussen NIN-KNAW, de Universiteit van Amsterdam, de Vrije

Universiteit, het Academisch Medisch Centrum, de Vrije Universiteit Medisch

Centrum en de gemeente Amsterdam voor de oprichting van het Spinozacentrum

voor Neuro-Imaging. Deze partijen willen samen een grootschalige faciliteit met

3T en 7T fMRI scanners voor geavanceerd hersenonderzoek creëren en zo het

her-senonderzoek op een hoger plan tillen. Het uiteindelijke doel is een interstedelijk

samenwerkingsverband op het gebied van de neurowetenschappen als

herken-baar onderdeel van een landelijke taakverdeling.

Uitbreiding Hubrecht Instituut

In 2007 startte de KNAW gesprekken met het Universitair Medisch Centrum

Utrecht (UMCU) voor gezamenlijke investeringen in ontwikkelingsbiologisch

en stamcelonderzoek. Het doel van de samenwerking is uitbreiding van het

Hu-brecht Instituut in termen van fte’s en infrastructuur, waardoor het zich verder

kan ontwikkelen tot een beeldbepalend internationaal topinstituut.

Instituut voor Geschiedenis, Taal en Cultuur van Nederland

In 2007 vonden verkennende gesprekken plaats over de kansen en

mogelijkhe-den voor een Instituut voor Geschiemogelijkhe-denis, Taal en Cultuur van Nederland.

Hier-voor is gesproken met wetenschappers en maatschappelijk prominente figuren

waaronder (oud-)politici. Het werd duidelijk dat het overkoepelende thema

bena-derd zou moeten worden vanuit een interdisciplinair en

internationaal-vergelij-kend perspectief. Deze en andere bevindingen zullen in 2008 worden

meegeno-men in de discussie over verdergaande sameegeno-menwerking, schaalvergroting en

ver-nieuwing bij de geesteswetenschappelijke KNAW-instituten.

Alfalab

De ontwikkeling van Alfalab weerspiegelt de genoemde toegenomen

samenwer-king. Een aantal geesteswetenschappelijke KNAW-instituten (DANS, de Fryske

Akademy, het Huygens Instituut, het Meertens Instituut en de VKS) hebben

sa-mengewerkt bij de realisatie van een projectplan voor Alfalab. Zo’n faciliteit zal de

toegang tot, het experimenteren met en de verspreiding van

geesteswetenschap-pelijke ICT-tools en data bevorderen. Hierbij zullen ook externe partijen

betrok-ken worden, zodat Alfalab gezien kan worden als een door de KNAW geïnitieerde

stimulans voor het geesteswetenschappelijk onderzoek in Nederland. In 2008 zal

het plan nader worden uitgewerkt.

Collectiebeleid

Een aantal instituten heeft fysieke en/of digitale collecties en databestanden. Bij

de GSW-instituten zijn dit: het Meertens Instituut, de Fryske Akademy, het

Huy-gens Instituut, het KITLV, het NIOD, het RSC en het IISG. Bij de LW-instituten

gaat het om het CBS, het NIN en het NIOO. DANS speelt een landelijke rol op

het terrein van open access tot publiekgefinancierde data op het terrein van alfa- en

gammawetenschappen.

(29)

— 27 —

Werkgroep Collectiebeleid

In 2007 is de werkgroep Collectiebeleid uitgebreid met het NIOO. De werkgroep

werd in 2006 opgericht om kennis en ervaring uit te wisselen en om

gezamen-lijk beter te kunnen anticiperen op toekomstige ontwikkelingen op het terrein

van digitalisering. De overige leden zijn vertegenwoordigers van DANS, de Fryske

Akademy, het IISG, het KITLV, het Meertens Instituut en het NIOD. Er werd

ge-werkt aan een gezamenlijk programma ten behoeve van massadigitalisering.

Tijdens de bijeenkomsten in 2007 werd informatie uitgewisseld over

onder-werpen als open access, zoekfaciliteiten, catalogiseringsystemen, EPrints en

digita-liseringsprojecten.

Inventarisatie digitale duurzaamheid

In mei 2007 werd de Nationale Coalitie Digitale Duurzaamheid (NCDD)

opge-richt, een initiatief van DANS-KNAW en de Koninklijke Bibliotheek. De KNAW,

NWO, SURF, het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Nederlands Instituut

voor Beeld en Geluid en het Nationaal Archief maken deel uit van de coalitie. De

NCDD zal in 2008 een verkenning uitvoeren van welke Nederlandse instanties

welke typen digitale informatie bewaren en hoe dit gebeurt. Daarom is eind 2007

binnen de KNAW een inventarisatie gestart van de duurzaamheid van het digitale

materiaal van KNAW-instituten.

Proefdierbeleid KNAW-instituten

De KNAW is vergunninghouder in het kader van de Wet op de Dierproeven

(WOD). In drie KNAW-instituten wordt dierexperimenteel wetenschappelijk

on-derzoek verricht: in het Hubrecht Instituut, het NIN en het NIOO. In het

proef-dierbeleid van de Akademie staan de drie V’s centraal: vervanging, vermindering

en verfijning. Er worden zo weinig mogelijk dieren voor experimenteel onderzoek

gebruikt en de dieren die gebruikt worden, wordt zo min mogelijk ongerief

toege-bracht door gebruik te maken van proefdiersparende onderzoektechnieken. Een

onafhankelijke Dierexperimentencommissie en twee proefdierdeskundigen

(arti-kel 14-functionarissen uit de WOD) houden toezicht op het dierexperimenteel

on-derzoek in de drie instituten.

Dierproeven zijn, mede door de Partij voor de Dieren (PvdD), in de afgelopen

jaren in toenemende mate onderwerp van maatschappelijke discussie geworden.

Naar aanleiding van een verzoek in het kader van de Wet Openbaarheid van

Be-stuur heeft de Akademie de Kamerfractie van de PvdD in 2007 uitgenodigd voor

een gesprek om het proefdierbeleid toe te lichten. In dit gesprek is aangegeven

dat dierproeven een onvermijdelijk onderdeel zijn van biomedische en

biologi-sche onderzoeksprojecten aan de KNAW-instituten. De onderzoeksprojecten zijn

gericht op het verkrijgen van (fundamentele) kennis van biologische processen en

mechanismen. Deze kennis speelt ook een rol bij het oplossen van

gezondheids-vraagstukken.

Naar aanleiding van de toegenomen aandacht voor dierexperimenten is de

Akademie betrokken bij de totstandkoming van een Code Openbaarheid

Dier-proeven, die in samenwerking met de VSNU en de Nederlandse Federatie van

Universitair Medische Centra wordt opgesteld.

Overigens neemt de Akademie vanuit het genootschap via de Commissie

Dier-proeven en Biotechnologie ook in landelijk verband deel aan het debat over meer

open(baar)heid rondom dierproeven.

(30)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze scriptie is onderzoek gedaan naar de rol van het jaarverslag in vermogensbeheer bij grote beleggers sinds de kredietcrisis van 2007 en de invloed van

op wiens netwerk deze nummers zijn aangesloten erop te wijzen dat de aankiesbaarheid van deze nummers dient te worden beëindigd, zodat deze telefoonnummers niet meer kunnen

Na vijftien ononderbroken telseizoenen krijgen we een goed beeld van het belang van de Zeeschelde voor watervogels.. Sinds het eerste telseizoen is er los van de

b) bij de PvdA is het verschil tussen het ledental van 1 januari 2008 en (het onder voorbehoud gegeven) ledental van 1 januari 2009 enerzijds en het verschil tussen het aantal in-

e) gecorrigeerd ten opzichte van de opgave van januari 2007 (27.154) f) gewijzigd door aanpassing ledentallen D66, GroenLinks en SGP N.B.: De PVV heeft geen leden; het is

We kiezen voor deze aanpak omdat we óók op het terrein van advisering meer burgers en organisaties willen mobiliseren om mee te doen, vanuit de overtuiging dat ook hier burgerkracht

Conform de toezegging die aan het college is gedaan, is in het privacyreglement de tekst opgenomen dat er aan de burger vooraf toestemming wordt gevraagd om gegevens te mogen

Een schorsing duurt volgens de regels van het Inrichtingsbesluit WVO (Wet Voortgezet Onderwijs) maximaal 5 schooldagen. De leerling dient daarna weer toegelaten te worden op