• No results found

Personalisering in 140 tekens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Personalisering in 140 tekens"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

J.J.M. van Holsteyn

Bachelor project Politieke Psychologie

Bachelor scriptie eindversie

Danique de Prez

s1382632

9 juni 2016

7711 woorden

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Inleiding ... 3

Personalisering van de politiek ... 5

Betekenis van personalisering ... 5

Oorsprong van personalisering ... 6

Verkiezingscampagnes in Nederland ... 8

Invloed van de sociale media ... 10

Gebruik van Twitter door politici ... 12

Methoden en data ... 14

Operationalisatie begrippen ... 16

Resultaten ... 17

Algemene resultaten ... 17

Resultaten voor en na de verkiezingen ... 23

Conclusie en discussie ... 30

Literatuurlijst ... 32

Bijlage ... 34

(3)

Inleiding

Het gebruik van de sociale media, zoals Twitter en Facebook, is de laatste jaren erg gestegen in Nederland. In 2012 maakten ongeveer zeven op de tien personen gebruik van de sociale media (van den Bighelaar & Akkermans, 2013, p.2). Ook politici moeten er aan geloven. Maar liefst 93% van de Tweede Kamerleden zat in 2014 op Twitter (de Boer et al, 2014). In de huidige maatschappij is er steeds meer sprake van individualisering en modernisering. Daarnaast daalt de politieke betrokkenheid en de interesse in politiek van burgers (Vergeer & Hermans, 2013). Door deze verschijnselen moeten partijen en politici op zoek naar andere manieren om kiezers voor zich te winnen. Een voorbeeld van een andere manier om kiezers te winnen zijn de sociale media. Het gebruik van sociale media door politici zou grote gevolgen met zich meebrengen. Door de sociale media zouden namelijk de communicatie tussen de politici en de burgers beter worden en daarmee zou de kloof tussen burgers en politiek verkleind worden (Aalberts & Kreijveld, 2011). Daarnaast zou het gebruik van sociale media de betrokkenheid van burgers bij de politiek vergroot worden. Dit zou zo kunnen komen doordat er op de sociale media interactiviteit en direct contact plaats vindt. Een ander gevolg is dat de sociale media voor meer personalisering kunnen zorgen (van Aelst, 2004, p.3). Dit betekent dat er meer nadruk komt te liggen op individuele politici. Dit wordt niet door iedereen als een positief verschijnsel gezien. Door de personalisering gaat het namelijk steeds minder over de inhoud van de standpunten. Als dit steeds verder doorzet, kan dit gevolgen hebben voor de maatschappij. Het gebruik van de sociale media door politici zou kunnen zorgen voor een verandering in criteria waarmee de stemkeuze gemaakt wordt bij de verkiezingen. De vraag blijft wel, vindt er daadwerkelijk personalisering plaats op de sociale media?

Het is wel steeds vaker zo dat politici de sociale media inzetten als campagnemiddel. Kruikemeier (2014, p.136) vond in haar onderzoek dat het sociale medium Twitter dient als een belangrijk communicatiemiddel met het electoraat.Doordat de sociale media gratis zijn, vormt het een goedkoop middel van campagne voeren. Dat het campagne voeren op Twitter stemmen oplevert, is vastgesteld door meerdere onderzoeken. In bijvoorbeeld het onderzoek van Jacobs en Spierings (2016) en Kruikemeier (2014) is vastgesteld dat het gebruik van Twitter leidt tot meer voorkeurstemmen. Dit zou kunnen komen doordat de stijl op de sociale media meer persoonlijker is geworden. Politici leggen bijvoorbeeld vaker de nadruk op het persoonlijk leven.

(4)

Naar het gebruik van personalisering op de sociale media en specifiek op Twitter is nog weinig onderzoek gedaan. Daarom moet dit nader bekeken worden. Dit is ook nodig omdat het gebruik van sociale media door politici gevolgen kan hebben voor hoe de burgers hun stemkeuze bepalen. Het zou kunnen dat burgers alleen nog maar naar personen kijken bij het stemmen. Maar voordat de gevolgen bepaald kunnen worden, moet eerst gekeken worden of er wel personalisering plaats vindt bij de Nederlandse politici op Twitter.

Daarom wordt er in dit onderzoek gekeken of er personalisering in de Twitterberichten van politici te vinden is. Dit wordt gedaan met de onderzoeksvraag: is er personalisering op Twitter? Om te kijken of politici daadwerkelijk een persoonlijke stijl gebruiken tijdens de verkiezingscampagne zal het onderzoek plaats moeten vinden tijdens de verkiezingen. Dit is namelijk het moment voor politici om campagne te voeren. In Nederland waren de laatste Tweede Kamerverkiezingen in 2012. Er zullen data verzameld worden van deze verkiezingen. De data worden verzameld van alle lijsttrekkers van de partijen die een zetel behaald hebben met deze verkiezingen. Er is gekozen voor een periode van vier maanden, twee maanden voor de verkiezingen en twee maanden erna. In deze periode zullen alle originele berichten bekeken worden en gecodeerd worden aan de hand van een codeerschema. Om te kijken of het gebruik van persoonlijke berichten een kenmerkend onderdeel van de campagne is, zal de periode voor de verkiezingen vergeleken worden met de periode na de verkiezingen.

In dit onderzoek zal naar meerdere betekenissen van personalisering gekeken worden. Allereerst zal gekeken worden naar of er meer nadruk op de individuele politicus komt te liggen in plaats van op de partij (van Santen & van Zoonen, 2009, p. 166). Daarnaast zal er ook gekeken worden of het persoonlijke leven van de politicus centraal staat in de Twitterberichten van de lijsttrekkers. Er zal in dit onderzoek niet geprobeerd worden een trend van personalisering aan te tonen.

Voordat de resultaten van dit onderzoek beschreven worden, zal het begrip personalisering verder uitgelegd worden. Daarnaast zal beschreven worden hoe de verkiezingscampagnes zich hebben ontwikkeld in Nederland. Ook zal de invloed van de sociale media en het gebruik van Twitter door politici beschreven worden. Daarna volgen de resultaten van dit onderzoek en tot slot de conclusie.

(5)

Personalisering van de politiek

Betekenis van personalisering

Zoals eerder genoemd, wordt er in dit onderzoek gekeken naar de mate van personalisering op Twitter. In de literatuur bestaan verschillende betekenissen van het begrip personalisering. Van Santen en van Zoonen (2009, p. 166) onderscheiden zeven vormen van personalisering. De eerste vorm is de focus op politieke leiders door de media. Hier staat de media-aandacht voor de persoon in plaats van de partij centraal. De tweede vorm is de toegenomen media-aandacht voor individuele professionele kwaliteiten. De derde vorm is de toegenomen media-aandacht voor het privéleven van de politicus. De toegenomen media-aandacht voor persoonlijke geschiedenis en emoties van politici is de vierde vorm. De vijfde vorm is de partijleider als belichaming van de partij. De institutionele veranderingen waardoor meer nadruk wordt gelegd op individuen is de zesde vorm. De laatste vorm is dat individuele politici zich los maken van de partij en zich profileren als individu (van Santen & van Zoonen, 2009, p. 166).

Hermans en Vergeer (2013, p. 80) hebben ook een betekenis gegeven aan personalisering. Ze onderscheiden drie dimensies. De eerste dimensie is de dimensie professionaliteit (Hermans & Vergeer, 2013, p. 80). Hier gaat het vooral om de prestaties en de competentie van de politicus. De tweede dimensie is thuis en familie (Hermans & Vergeer, 2013, p. 80). Hier gaat het om persoonlijke feiten en de privéomstandigheden van de politicus. De laatste dimensie wordt gevormd door de persoonlijke preferenties (Hermans & Vergeer, 2013, p. 80). Hier gaat het om de persoonlijke belangen en voorkeuren van de politicus.

Een ander onderscheid is het onderscheid dat Kriesi (2012, p.826) maakt. De eerste vorm van personalisering is volgens hem meer aandacht naar de politicus in plaats van de partij, instituties of issues. Daarnaast kan personalisering de verandering van criteria betekenen waarmee we politici beoordelen (Kriesi, 2012, p.826). Dit betekent dat politici bijvoorbeeld meer beoordeeld worden op hun persoonlijkheid in plaats van de competentie. Er komt hiermee meer nadruk te liggen op het persoonlijke leven van de politicus.

In het eigen onderzoek zullen niet al deze betekenissen gebruikt worden. Wat bij meerdere betekenissen naar voren komt bij personalisering is de nadruk op de individuele politicus in plaats van de partij en de nadruk op het persoonlijk leven van de politicus. Deze

(6)

twee aspecten zullen centraal staan in het eigen onderzoek. Dit is ook hoe Kruikemeier het in haar onderzoek omschrijft (Kruikemeier, 2014, p.132).

Oorsprong van personalisering

Voor de jaren ’60 van de 20e eeuw kon het stemgedrag van burgers bij de verkiezingen in Nederland verklaard worden door de scheidslijnen sociale klasse en religie (Andeweg & Irwin, 2002). De uitkomst van de verkiezingen kon al voorspeld worden voorafgaand aan de verkiezingen. Bij het campagne voeren werd ook voornamelijk gericht op de eigen achterban. Deze periode staat bekend als de periode van verzuiling. Hierbij leefden mensen in georganiseerde sociale groepen, waar een politieke partij bij hoorde (Andeweg & Irwin, 2002, p.28). Het was daarbij gebruikelijk om altijd op deze partij te stemmen.

Maar vanaf de jaren 60 liep de verzuiling tot een eind. Mede door het secularisatieproces werd de scheidslijn religie minder sterk (Wielenga, 2009, p.237). Op deze ontzuiling had de komst van de televisie een grote invloed. Elke zuil had zijn eigen programma’s, maar op een gegeven moment gingen mensen ook naar de programma’s van de andere zuilen kijken. Hierdoor vervaagden de scheidslijnen (Wielenga, 2009, p.248). Andere factoren dan de vroegere scheidslijnen werden bepaalden nu het stemgedrag van de kiezers. Korte-termijnfactoren, zoals de politici zelf, werden steeds belangrijker bij het stemmen (Dalton, 2002, p. 207). Er is tegenwoordig steeds meer sprake van zwevende kiezers, burgers maken steeds vaker op het laatste moment de keuze op wie ze stemmen en vaker kijken ze naar de personen bij deze stemkeuze (Andeweg & Irwin, 2002, p.86).

Personalisering wordt naar alle waarschijnlijkheid versterkt door de media. Door de komst van de televisie werden individuele politici zichtbaarder (McAllister, 2007, p. 578). De media willen zo veel mogelijk kijkers of lezers. Bij de competitie om een zo groot mogelijk publiek te krijgen, maken de media gebruik van een aantal methoden. Dit zijn personalisering, negativiteit, conflict en drama (Kriesi, 2012, p.826). Dit proces wordt commercialisering genoemd. Het persoonlijke leven van de politicus wordt door de media steeds meer bericht. De media krijgen hierbij namelijk meer kijkers of lezers dan als ze het alleen maar over minder begrijpelijke politieke onderwerpen hebben. Bij de nieuwe media is te zien dat er nog meer nadruk ligt op de individuele politici. Personalisering wordt versterkt door de sociale media, omdat hierbij de individuele politicus op de voorgrond wordt geplaatst (Kruikemeier et al, 2013, p.55). Een individu maakt een account aan en zendt uit

(7)

zijn naam berichten de wereld in. Ook kan de politicus op de sociale media meer laten zien van zijn persoonlijk leven.

In het heden in Nederland bestaat er geen consensus of er personalisering te vinden is. Volgens van Holsteyn en Andeweg (2008) hebben personen in Nederland wel invloed op het stemgedrag. Maar deze invloed geldt primair binnen de partij, weinig mensen zouden een individuele politicus volgen als hij naar een andere partij zou gaan (van Holsteyn & Andeweg, 2008). Er lijkt dan ook vooral sprake van personalisering bij het uitbrengen van voorkeursstemmen. Van Holsteyn en Andeweg (2012, p. 166) noemen dit tweede orde personalisering. Bij eerste orde personalisering gaat de voorkeur voor de persoon vooraf aan de keuze voor de partij (van Holsteyn & Andeweg, 2012, p. 166). Mensen zouden volgens het onderzoek van van Holsteyn en Andeweg (2008) in dit geval voor de partij kiezen en daarna voor een persoon. Kriesi (2012) vindt in zijn onderzoek een trend van personalisering van de politiek in Nederland. Hij heeft gekeken naar de aandacht voor individuele politici en de aandacht voor persoonlijke kwaliteiten in de media. Hij vond dat in Nederland de personalisering meer was geworden door de tijd heen. Er kan dus gesteld worden dat er wel personalisering in de media te vinden is, maar dat het minder een rol speelt bij het uitbrengen van een stem bij de verkiezingen.

(8)

Verkiezingscampagnes in Nederland

De verandering die de personalisering in Nederland mee heeft gemaakt, hangt samen met de verandering in de manier van campagne voeren in Nederland.De manier van campagne voeren in Nederland kan opgedeeld worden in een aantal fases. De eerste fase is dat van de traditionele of premoderne campagne (van Praag & Brants, 2008, p.23). Deze vorm vond vooral plaats tijdens de verzuiling. Door het partijbureau wordt de campagne voorbereid en uitgevoerd door lokale partijleden. Het geld wat voor de campagne wordt uitgetrokken, is beperkt. Er wordt vooral gebruik gemaakt van dagbladen die bij de partij horen en van posters. Dit is zo omdat de traditionele campagne er vooral op is gericht om de eigen achterban te mobiliseren (van Praag & Brants, 2008, p.23).

Na de traditionele campagne komt de moderne campagne. Deze vorm van campagne voeren kwam op met de komst van de televisie (van Praag & Brants, 2008, p.23). Deze vorm is professioneler en er wordt meer geld aan besteed. Deze professionaliteit is bijvoorbeeld terug te zien in de presentatie van politici.Doordat politici op televisie komen wordt er meer nagedacht over de presentatie van de politici. Bij de moderne campagne is dus ook al iets van personalisering te zien, aangezien er op de presentatie van individuele politici gelet wordt. Daarnaast wordt niet meer alleen geprobeerd de eigen achterban te mobiliseren, maar om een brede groep mensen aan te trekken (van Praag & Brants, 2008, p.24).

De derde fase is dat van de postmoderne campagne. De manier van campagne voeren wordt nog professioneler door de nieuwe technologische ontwikkelingen. Er wordt ook steeds meer geld aan de campagne uitgegeven. Bij de postmoderne campagne is er ook steeds meer sprake van personalisering (van Praag & Brants, 2008, p.25). Personen staan nog meer centraal. Bij de postmoderne campagne is er eigenlijk sprake van een permanente campagne.

De technologische ontwikkelingen zijn niet gestopt. Door de sociale media is de manier van campagne voeren verder veranderd. Door de sociale media zijn de campagnes individualistischer en persoonlijker geworden (Vergeer & Hermans, 2013, p.401). De twee belangrijkste kenmerken van campagne voeren op het internet zijn interactiviteit en personalisering (Kruikemeier, 2014, p.132). Bij interactiviteit vindt er directe communicatie plaats tussen meerdere personen. Aan de campagnes op de sociale media is ook wel de naam gepersonaliseerde campagne gegeven (Vergeer, 2015, p.745). Voor de komst van de sociale media waren de politici en ook de burgers vaak afhankelijk van de journalisten bij het

(9)

uitdragen van de boodschap. Maar bij de sociale media zijn de politici niet afhankelijk van journalisten en kunnen ze zelf de boodschap bepalen (Kruikemeier, 2014, p.131). De sociale media geven de politicus daardoor meer autonomie bij het campagne voeren. Ook is de trend van personalisering versterkt door de sociale media (van Aelst, 2004, p.3).

(10)

Invloed van de sociale media

De ontwikkeling waarin de sociale media vallen wordt aangeduid met web 2.0 (Vergeer & Hermans, 2013, p.400). De sociale media verschillen op een aantal gebieden van web 1.0. Als eerste kunnen gewone burgers zonder veel technische kennis en geld een account aanmaken en berichten de wereld in sturen, als tweede wordt web 2.0 gekenmerkt door de interactiviteit (Aalberts & Kreijveld, 2001, p.11-12). Web 2.0 zou de kloof tussen de politiek en de burger verkleinen, doordat burgers makkelijker met politici in contact kunnen komen en zich daardoor beter kunnen informeren over de politiek (Aalberts & Kreijveld, 2011, p.61). Daarnaast zouden politici, doordat ze meer contact hebben met burgers via de sociale media, beter weten wat er onder de burgers leeft. Door de sociale media kan vrijwel iedereen meedoen en ideeën direct uitwisselen met anderen (Blumler & Gurevitch, 2001, p.5). Een account is namelijk gratis en relatief makkelijk aan te maken. Burgers zijn door de sociale media niet meer afhankelijk van de oude media, zoals de televisie en de kranten, om aan hun nieuws te komen. Pieter Omtzigt (CDA) zei hierover: ‘’via de tijdlijn is nieuws vaak uren eerder beschikbaar dan via traditionele media’’ (de Boer et al, 2014, p.3).

Er wordt gesteld dat door de sociale media de politieke betrokkenheid en participatie toenemen (Kruikemeier et al, 2013, p.54, Kruikemeier, 2014, p.132). Door de sociale media wordt de politiek dichter bij de burger gebracht. In het onderzoek van Kruikemeier et al (2013) werd door middel van een experiment gekeken of politieke personalisering, in de vorm van de focus op individuele politici, en interactiviteit op sociale media zorgen voor meer politieke betrokkenheid. Ze vonden dat hoe meer personalisering en interactiviteit er was, hoe meer de burger zich politiek betrokken voelde.

Daarnaast kan de ontwikkeling van sociale media een positieve ontwikkeling zijn voor kleine partijen. Voor de komst van de sociale media waren kleine partijen afhankelijk van de dure en ontoegankelijke massamedia (Vergeer, 2015, p.748). Ook kregen kleine partijen minder aandacht, omdat de meeste aandacht werd gegeven aan de grote partijen. Bij een politiek debat op televisie worden vaak alleen de grote partijen gevraagd. Maar de sociale media zijn gratis en door campagne te voeren op de sociale media zouden de kleine partijen toch aan meer aandacht en eventueel ook aan meer macht kunnen komen (Vergeer, 2015, p.748). Hier is nog weinig bewijs voor gevonden. Dit zou kunnen komen doordat, de ontwikkelingen door de sociale media niet meteen, maar langzaam veranderen (Vergeer, 2015, p.749). Uit onderzoek blijkt daarentegen dat de oude partijen meer volgers dan

(11)

nieuwe kleine partijen op Twitter hebben, waardoor het bereik van de kleine partijen alsnog minder groot is dan het bereik van de grote partijen (Vergeer & Hermans, 2013, p.412).

Een gevolg voor individuele politici is dat het gebruik van Twitter zou leiden tot meer voorkeurstemmen. Kruikemeier (2014) deed onderzoek naar het gebruik van Twitter tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2010. Ze keek naar wat de invloed was van het gebruik van Twitter op het aantal stemmen dat een kandidaat kreeg. Zij vond een positief effect van het gebruik van Twitter op het aantal voorkeurstemmen. Ook Jacobs en Spierings (2016) vonden dit effect. Ze hadden dit bekeken bij de verkiezingen van 2010 en 2012. Zij vonden in hun onderzoek dat dit effect zou kunnen liggen aan het feit dat de communicatie persoonlijker is geworden op de sociale media.

(12)

Gebruik van Twitter door politici

Hoe gebruiken de politici Twitter? En gebruiken ze persoonlijke berichten? Aalberts en Kreijveld (2011, p.61) noemen het gebruik van politici van web 2.0 ook wel politiek 2.0. Het aantal politici dat gebruik maakt van web 2.0 is de laatste jaren erg gegroeid. In 2014 zat 93% van de Tweede Kamerleden op Twitter (de Boer et al, 2014). Het verschilt per politicus of er gebruik wordt gemaakt van de voordelen die de sociale media bieden. Hieronder valt bijvoorbeeld het reageren op burgers en andere politici. Niet elke politicus maakt gebruik van de interactiviteit die de sociale media bieden. Diederik Samsom (PvdA) is een politicus die hier bijvoorbeeld wel goed gebruik van maakt. Van de ongeveer 900 tweets die hij plaatste in de onderzoeksperiode waren er ruim 870 een reactie op iemand anders. Ook Alexander Pechtold (D66) maakt hier gebruik van. Hij hield bijvoorbeeld een vragenuur op Twitter, waarbij volgers vragen aan hem konden stellen.

Uit interviews met politici blijkt dat weinig politici bewust hebben nagedacht over de reden van het gebruik van de sociale media (Aalberts & Kreijveld, 2011, p. 72). Vaak hadden ze al een account voordat ze politiek actief werden. Ook werd aangegeven door de ondervraagde politici dat er geen partijbeleid is wat betreft de sociale media. Inmiddels zou dit wel zo kunnen zijn, aangezien dit onderzoek verouderd zou kunnen zijn. Politici ontwikkelen een strategie door de jaren heen terwijl ze met de media bezig zijn. Dit kan voor een negatief effect zorgen als politici zomaar wat plaatsen zonder er bij na te denken. Als een politicus hiermee iemand beledigt kan dit een politieke rel opleveren (Vergeer, 2015, p.746). Politici zelf zijn nog niet helemaal overtuigd van het positieve effect van de sociale media blijkt uit het onderzoek van Aalberts en Kreijveld (2011, p.76). Toch gebruiken ze de sociale media, omdat ze niet achter willen blijven bij de rest. Hoewel politici veel nadelen zien aan de sociale media, geloven ze ook dat het positieve effecten heeft, zoals het verhogen van de transparantie en een beter begrip van de burger voor wat politici doen (Aalberts & Kreijveld, 2011, p.78).

Politici denken dat burgers meer behoefte hebben aan persoonlijke berichten. (Aalberts & Kreijveld, 2011, p.79). Berichten over de politiek zouden door de burgers als saai worden opgevat en daardoor verliezen burgers interesse. De sociale media lenen zich hier goed voor. Burgers zitten niet te wachten op alleen maar politieke berichten waar ze vaak niet veel van snappen. Het tonen van emotie zou hierbij kunnen helpen. Maar niet iedere politicus lijkt hier gebruik van te maken. Er zijn politici die bijvoorbeeld alleen maar over

(13)

politieke onderwerpen berichten, terwijl anderen ook over hun persoonlijke leven vertellen (Aalberts & Kreijveld, 2011, p.70).

Kruikemeier (2014) beschouwt de nadruk op het persoonlijke leven op Twitter als onderdeel van personalisering. Ze heeft onderzoek gedaan naar de berichten van politici tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2010. Personalisering verdeelde ze in drie categorieën, namelijk: de nadruk op het persoonlijk leven, het tonen van emoties en het noemen van professionele en persoonlijke activiteiten (Kruikemeier, 2014, p.134). In haar onderzoek vond ze dat er meer tweets waren tijdens de verkiezingen. Daarnaast gingen meer tweets over de politicus zelf dan over de campagne. Er was personalisering aanwezig in de Twitter berichten (zie voor de aantallen tabel 1). Voor de verkiezingen werd er in 34,2% van de gevallen emotie getoond. De nadruk op het professionele leven was 24,7% en voor het persoonlijke leven was dit 17,1%. In alle drie de gevallen nam het percentage iets af.

Tabel 1, personalisering voor en na de verkiezingen (Kruikemeier, 2014, p.136).

Deel van

personalisering

Voor de verkiezingen Na de verkiezingen

Tonen van emotie 34,2% 27,9%

Nadruk op het professioneel leven 24,7% 18,4% Nadruk op het persoonlijk leven 17,1% 15,6%

Vergeer en Hermans (2013) hebben in hun onderzoek bekeken of bepaalde kenmerken, zoals ideologie en geslacht, uitmaken bij het gebruiken van Twitter. Ze vonden allereerst dat niet uitmaakt of de politicus in een gevestigde of nieuwe partij zit. Ook ideologie maakt niet uit (Vergeer & Hermans, 2013, p.410). Wat wel opviel, was dat partijen die bij de voorafgaande verkiezingen verloren hadden, vaker gebruik maakten van Twitter. Geslacht maakt niet uit, maar leeftijd wel, oudere politici maakten minder gebruik van Twitter (Vergeer & Hermans, 2013, p.411). Tot slot vonden ze dat hoe meer volgers een politicus heeft, hoe meer tweets hij of zij plaatst (Vergeer & Hermans, 2013, p.409).

(14)

Methoden en data

Zoals eerder vermeld wordt de mate van personalisering onderzocht op Twitter. Er is voor Twitter gekozen om een aantal redenen. Allereerst is het sociale medium Twitter het meest populair onder de politici. Naast dat bijna elke politicus op Twitter zit, gaf 86% van de Tweede Kamerleden aan dat twitter de belangrijkste sociale platform voor hen is (de Boer et al, 2014). Daarnaast zijn de data het makkelijkst te verkrijgen van Twitter tegenover het verkrijgen van data van de andere sociale media.

Of er personalisering plaats vindt op Twitter zal bekeken worden tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september 2012 met een periode van vier maanden. Er zullen twee maanden voor de verkiezingen genomen worden en twee maanden erna. Dit betekent dat er data verzameld zijn van de periode 12 juli tot en met 12 november. Bij de vergelijking van de periode voor en na de verkiezingen is er voor gekozen om de berichten op 12 september, de verkiezingsdag, niet mee te nemen. Dit is gedaan omdat er op een gegeven moment op 12 september niet meer gestemd mag worden en het dus niet duidelijk is of de berichten op 12 september bij voor of na de verkiezingen horen. De data zijn door middel van een computerprogramma verkregen. Dit programma transporteert de tweets naar een bestand, wat weer geopend kan worden in een Excel of SPSS bestand om de data te kunnen analyseren1.

Dit onderzoek is gedaan onder alle lijsttrekkers van de partijen die in de Tweede Kamer zijn gekomen (zie tabel 2). Mark Rutte (VVD) is niet meegenomen, omdat hij geen eigen Twitteraccount had. Er was alleen een account met de naam minister-president waarbij ook stond dat het account door zijn medewerkers werd beheerd.

Lijsttrekkers zijn het gezicht van de partij, mede daarom is het interessant om te kijken wat de lijsttrekkers doen.Nemen ze de rol aan van het hoofd van de partij? En richten ze zich daardoor vooral op de politiek? Of is er toch personalisering te vinden in de tweets van de lijsttrekkers? De lijsttrekkers vormen dus een uniek geval om te onderzoeken. Doordat de lijsttrekkers voor de partij staan, zal niet direct verwacht worden dat ze veel gebruik maken van personalisering. Daarom zijn juist de lijsttrekkers zo interessant om te onderzoek. Er valt te verwachten dat als er al personalisering bij de lijsttrekkers gevonden wordt, dit bij de rest van de politici al helemaal het geval zou kunnen zijn.

1 Naast het bericht zelf staat in dit bestand ook wat de datum van het bericht is, hoeveel retweets en favorites het bericht heeft en welke hashtags en mentions gebruikt worden.

(15)

Alleen originele berichten worden in dit onderzoek meegenomen. Dit betekent dat de replies en retweets niet meegenomen zullen worden. Replies zijn de antwoorden van de politicus op berichten van anderen. Dit zal niet meegenomen worden, omdat dan het hele gesprek tussen de politicus en de ander bekeken moet worden, omdat anders de betekenis van het antwoord niet goed duidelijk is. Daarnaast zijn deze gesprekken niet altijd terug te halen. Retweets zijn het bericht van een ander opnieuw plaatsen onder de eigen naam. Dit wordt niet meegenomen, omdat dit niet de eigen communicatie betreft en het daardoor minder gaat om de eventuele personalisering van de berichten van de politicus zelf.

Alle originele berichten in de periode van 12 juli tot en met 12 november zullen geanalyseerd worden door middel van een codeerschema. Dit codeerschema is bijgevoegd in de bijlage. Allereerst is er gekeken hoe vaak de politicus zichzelf of zijn eigen partij noemt. Als de politicus zichzelf noemt zegt hij zijn eigen naam of het woord ik. Soms staat er in een bericht impliciet het woord ik. Dit is niet gecodeerd voor of de politicus zichzelf noemt. De politicus maakt namelijk een bepaalde keuze en als hij het woord ik niet noemt, zal hij het noemen van zichzelf minder belangrijk vinden. Bij het noemen van de partij wordt uiteraard de partij zelf genoemd, dit kan uitgeschreven zijn of de afkorting van de partij. Er zal ook gekeken worden of er een politiek issue genoemd wordt in de tweet, zoals de zorg of de Europese Unie. Daarnaast is gekeken naar het noemen van een politieke gebeurtenis. Zaken die te maken hebben met de verkiezingen horen hier niet bij, omdat deze zaken gecodeerd worden bij de campagne.

Het meten van personalisering in de berichten is gecodeerd aan de hand van een aantal vragen. Dit zijn vragen over het persoonlijke leven, professionele activiteiten naast de politiek, het noemen van familieleden, het tonen van emotie, religie en het noemen van hobby’s en persoonlijke voorkeuren. Bij het persoonlijke leven horen zaken die de politicus meemaakt buiten zijn politieke of andere professioneel leven. Als de politicus beschrijft hoe hij of zij zich voelt hoort dit bij het tonen van emotie. Daarnaast zijn ook emoticons meegenomen als het tonen van emotie. Het laten zien van een hobby of een persoonlijke voorkeur is onder één vraag gecodeerd. Hier gaat het erom of de politicus laat weten wat hij graag in zijn vrije tijd als hobby of wat zijn persoonlijke voorkeur voor iets is, bijvoorbeeld zijn muzieksmaak.

De politicus kan naast het schrijven van een bericht in 140 tekens een link toevoegen aan zijn bericht. Deze link kan bijvoorbeeld een foto, nieuwsartikel of filmpje zijn. Ook dit is

(16)

meegenomen in het onderzoek. Per link is beschreven wat voor soort link het is. Daarnaast is gekeken of de partij en de politicus genoemd worden. Voor een foto gekeken of de politicus op de foto staat en of dit alleen is of met meerdere mensen.

Operationalisatie begrippen

In het kort kan personalisering de verhoogde aandacht voor de politicus in plaats van de partij of de verhoogde aandacht voor het persoonlijke leven betekenen (Kruikemeier, 2014, p.132). In dit onderzoek wordt aan beide betekenissen aandacht besteed. De verhoogde aandacht voor de politicus wordt bekeken door te kijken of de politicus vaker zichzelf noemt of zijn partij. Als de politicus vaker zichzelf noemt, kan dit wijzen op personalisering. Daarnaast zal er gekeken worden naar personalisering in de tweede betekenis. Dit wordt bekeken door te kijken hoe vaak de politicus naar aspecten uit zijn persoonlijke leven refereert. De belangrijkste aspecten die bekeken worden zijn: aandacht voor het persoonlijk leven, aandacht voor het professionele leven en het tonen van emotie. Personalisering wordt vaak als een trend door de tijd gezien. Dit zal in dit onderzoek niet geprobeerd worden aan te tonen. Het gaat er meer om of er in de specifieke periode van rond de verkiezingen personalisering op Twitter te vinden is.

(17)

Resultaten

De politici die zijn onderzocht staan in tabel twee vermeld. Daarnaast staat het aantal originele tweets, het aantal tweets voor de verkiezingen en het aantal tweets na de verkiezingen erbij.

Tabel 2, Tweets per politicus per periode

Politicus Aantal originele tweets

Voor de verkiezingen Na de verkiezingen

Diederik Samsom 28 18 9

Alexander Pechtold 170 97 68

Emile Roemer 42 14 27

Sybrand van Haersma

Buma 100 38 60 Geert Wilders 81 56 24 Arie Slob 225 124 93 Jolande Sap 44 31 12 Marianne Thieme 1075 625 422

Kees van der Staaij 80 44 34

Henk Krol 230 152 75

Totaal 2075 1199 824

Algemene resultaten

Allereerst blijkt dat Twitter inderdaad ingezet wordt als campagnemiddel, aangezien het aantal tweets voor de verkiezingen steeds meer worden en na de verkiezingen weer minder (zie grafiek 1). Het hoogtepunt is 240 tweets in een week, dit is in de week voorafgaande aan de verkiezingen. De verkiezingen vonden plaats in week 37. In de week na de verkiezingen is het aantal tweets gehalveerd. Dat Twitter ingezet wordt als campagnemiddel blijkt ook uit hoeveel tweets er over de campagne gaan. In ongeveer de helft van de berichten voor de verkiezingen gaan de tweets over de verkiezingscampagne. Bij Kees van der Staaij (SGP) gaat zelfs 66% van de berichten over de verkiezingen. Geert Wilders (PVV) besteedt het minste aandacht aan de verkiezingen, bij hem gaat 18% van zijn berichten over de verkiezingscampagne. Een aantal voorbeelden van tweets die over de verkiezingscampagne gaan zijn: ‘’Nu campagne voeren bij Kromhout kazerne in Utrecht! SGP is beste keus voor Defensie!’’ van Kees van der Staaij en van Sybrand van Haersma Buma: ‘’Van Buitenhof nu

(18)

door naar de Telegraaf om aan de #CDA verkiezingskrant te werken. #samenkunnenwemeer’’.

Er zullen eerst wat algemene gegevens gepresenteerd worden in tabellen, daarna zullen gegevens gecombineerd worden. Er is vergeleken hoe vaak de politicus zichzelf en zijn of haar partij noemt (zie voor de aantallen tabel 32).

Tabel 3, Politici en verwijzingen naar eigen persoon of eigen partij

Politici Verwijzingen naar: Totaal N Eigen persoon Overig Eigen partij Overig Diederik Samsom 7% 93% 7% 93% 100% 28 Alexander Pechtold 7% 93% 22% 78% 100% 170 Emile Roemer 12% 88% 24% 76% 100% 42 Sybrand van Haersma Buma 8% 92% 30% 70% 100% 100 Geert Wilders 9% 91% 25% 75% 100% 81 Arie Slob 8% 92% 35% 65% 100% 225 Jolande Sap 23% 77% 21% 79% 100% 44 Marianne 1% 99% 8% 92% 100% 1075

2 Bij alle tabellen zijn de percentages afgerond.

32 65 55 70 95 132 147 231 240 234 107 122 105 80 17 71 133 129 10 0 0 50 100 150 200 250 300 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 Aan tal Weeknummer

Grafiek 1, aantal tweets door de tijd heen

(19)

Thieme Kees van der Staaij

6% 94% 23% 77% 100% 80

Henk Krol 8% 92% 19% 81% 100% 230

Totaal 5% 95% 16% 84% 100% 2075

Uit de gegevens blijkt dat de lijsttrekkers vaker de eigen partij noemen dan zichzelf. In 16% van de gevallen word de partij genoemd tegenover 5% waarin politici zichzelf noemen, dit is een verschil van 11%. 3Op basis van deze gegevens kan er in ieder geval niet gesteld worden dat er meer nadruk ligt op de politicus zelf in plaats van op de eigen partij.

Om te kijken hoe vaak een bericht over en politiek onderwerp gaat is er gekeken naar hoe vaak de politicus een politiek issue of politieke gebeurtenis noemt (zie voor de aantallen tabel 4). Een voorbeeld van een bericht waarin een politiek issue wordt genoemd is een bericht van Marianne Thieme: ‘’Okee, je gaat heel veel zorgpremie betalen, maar je mag wel gewoon blijven roken van minister Schippers’’.

Tabel 4, Het noemen van een politiek issue of politieke gebeurtenis

Politici Verwijzingen naar: Totaal N Politiek issue Overig Politieke gebeurtenis Overig Diederik Samsom 36% 64% 11% 89% 100% 28 Alexander Pechtold 28% 72% 4% 96% 100% 170 Emile Roemer 43% 57% 5% 95% 100% 42 Sybrand van Haersma Buma 21% 79% 9% 91% 100% 100 Geert Wilders 51% 49% 4% 96% 100% 81 Arie Slob 26% 74% 5% 95% 100% 225 Jolande Sap 48% 52% 2% 98% 100% 44 Marianne Thieme 30% 70% 1% 99% 100% 1075

Kees van der Staaij

23% 77% 4% 96% 100% 80

Henk Krol 8% 92% 1% 99% 100% 230

Totaal 28% 72% 2% 98% 100% 2075

In totaal wordt er in 28% van de berichten een politiek issue genoemd en in 2% een politieke gebeurtenis. Dit verschilt dus aanzienlijk. De percentages bij politiek issue verschillen wel erg per persoon. Zo is het percentage verwijzingen naar een politiek issue bij Geert Wilders 50%

3 Deze verschillen zijn niet significant, maar de gegevens worden beïnvloed doordat het aantal tweets niet gelijk zijn per politicus en doordat het aantal verwijzingen erg beperkt is.

(20)

en bij Henk Krol 8% 4. Het maximale percentage verwijzingen naar een politieke gebeurtenis is 11% van Diederik Samsom. Verder zijn de percentages wel ongeveer hetzelfde.

De belangrijkste onderdelen van personalisering in dit onderzoek zijn, het persoonlijk leven, het professionele leven en het tonen van emotie (zie tabel 5 voor de aantallen). Een voorbeeld van een bericht waarin over het persoonlijk leven wordt gesproken is een bericht van Geert Wilders: “Wat was het een geweldige show van Lady Gaga vanavond in Ziggo Dome inclusief mijn favouriete nummer Alejandro! #veelleukerdanprinsjesdag”. Een ander voorbeeld is een bericht van Henk Krol: ‘’Triest, onze puppy Loeki is overleden. Ik had nooit gedacht dat je al na een paar dagen zo gehecht kunt zijn aan zon beestje’’. Een voorbeeld van het tweede aspect, het noemen van het professionele leven is van Emile Roemer: ‘’Zo dadelijk gastspreker bij boekpresentatie Beestmensch van @arnoldkarskens over oorlogsmisdadiger Faber. Boek is indrukwekkend’’. Het laatste aspect is het tonen van emotie. Een voorbeeld hiervan is Diederik Samsom met dit bericht: ‘’Kippenvelspeech Obama. Als ie ditmaal deze vechtlust, inspiratie en energie wel vasthoudt, worden het prachtige #fourmoreyears’’. Een bericht waarbij gebruik wordt gemaakt van een emoticon is te zien in een bericht van Alexander Pechtold: ‘’Lekker windje op het Sneekermeer #nuvooruit :-)’’.

(21)

Tabel 5, verwijzingen naar het persoonlijk leven, professioneel leven en het tonen van emotie Politicus Verwijzingen naar: Totaal N Persoonlijk leven Overig Professioneel leven

Overig Emotie Overig

Diederik Samsom 4% 96% 0% 100% 36% 64% 100% 28 Alexander Pechtold 27% 73% 2% 98% 11% 89% 100% 170 Emile Roemer 12% 88% 7% 93% 21% 79% 100% 42 Sybrand van Haersma Buma 26% 74% 0% 100% 10% 90% 100% 100 Geert Wilders 9% 91% 1% 99% 17% 83% 100% 81 Arie Slob 26% 74% 2% 98% 19% 81% 100% 225 Jolande Sap 14% 86% 0% 100% 25% 75% 100% 44 Marianne Thieme 4% 96% 0% 100% 6% 94% 100% 1075 Kees van der Staaij 15% 85% 0% 100% 8% 92% 100% 80 Henk Krol 29% 71% 0% 100% 3% 97% 100% 230 Totaal 13% 87% 1% 99% 9% 91% 100% 2075

Van de drie onderdelen van personalisering wordt het meeste over het persoonlijk leven geplaatst op Twitter, met een totaal van 13%. Daarna wordt het meeste emotie getoond, namelijk in 9% van de gevallen. Er wordt bijna nooit verwezen naar het professionele leven naast de politiek, sommige politici doen dit zelfs helemaal nooit. Het is overigens niet zo dat als een politicus veel over het persoonlijk leven plaatst, dat hij of zij daarnaast ook meer emotie toont of andersom. Diederik Samsom (PvdA) toont in 36% van de berichten zijn emotie, maar hij verwijst maar in 4% van de berichten naar zijn persoonlijk leven. Bij Henk Krol (50plus) is dit andersom. Hij verwijst in 29% van de berichten naar zijn persoonlijk leven, maar hij toont maar in 3% van de berichten emotie. 5

Er is ook gekeken naar de linkjes die politici bij het bericht kunnen plaatsen. Welke soort linkjes het meeste gebruikt worden, zijn te zien in grafiek 2. Helaas werkte in 38% van

(22)

de gevallen de link niet meer, dus deze konden ook niet gecodeerd worden. Voor de linkjes die wel gecodeerd konden worden, bleek dat in de meeste gevallen een foto of een nieuwsartikel werd geplaatst. Er werd geen enkele keer naar het andere sociale medium, Facebook, verwezen. Voor een foto is gekeken of de politicus zelf op de foto staat en of er meerdere mensen op de foto staan. In 37% van alle foto’s stond de politicus zelf op de foto. Van deze 37% stond de politicus in 19% van de gevallen als enige op de foto. Als er een ander persoon op de foto staat is dit het vaakst een andere politicus, namelijk in 14% van de gevallen. In de 63% van de gevallen waar niemand op stond, was dit bijvoorbeeld een foto van een landschap of van een verkiezingsposter.

Om te vergelijken hoeveel berichten over de politiek gaan en hoeveel over het persoonlijk leven zijn een aantal gegevens bij elkaar opgeteld. Voor het aantal politieke berichten zijn de berichten waarin een politiek issue en een politieke gebeurtenis wordt genoemd bij elkaar genomen. Voor de persoonlijke berichten zijn de berichten over het persoonlijke leven, de emoties en het professionele leven bij elkaar genomen6. Door dit bij elkaar op te tellen werd gevonden dat 30% van alle tweets over de politiek gaan en dat 23% van de tweets over het persoonlijke leven gaan. De berichten gaan dus vaker over de politiek dan over het persoonlijk leven. Omdat personalisering is opgedeeld in persoonlijk leven,

6 Er zijn nog meer vragen gesteld die kunnen wijzen op personalisering, zoals hobby’s en persoonlijke voorkeuren. Maar als er een hobby in het bericht staat, is dit ook gecodeerd als persoonlijk leven, door dit allebei mee te rekenen komen er gegevens dubbel te staan. Er moet wel bij gezegd worden dat het nog steeds mogelijk is dat er dubbele berichten bij staan, maar deze kans is niet groot.

20 4 20 0 10 7 38 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45

Foto Website Nieuwsartikel Facebook Filmpje Anders Link werkt niet

Pe

rcentag

es

Soort link

(23)

professioneel leven en het tonen van emotie, kan nu geconstateerd worden dat 23% van alle berichten personalisering bevat.

Er is ook gekeken hoe bepaalde zaken met elkaar samenhangen. Hiervoor is de correlatie berekend7. Zoals verwacht is er een negatief verband tussen het noemen van een politiek issue en het verwijzen naar het persoonlijk leven, namelijk -0,215. De grootste samenhang is te vinden tussen persoonlijk leven en het noemen van hobby’s, namelijk 0,545. Tussen persoonlijk leven en het tonen van emotie is er een positief verband van 0,146 te vinden. Wat ook interessant is, is dat er een negatief verband van -0,156 is tussen het noemen van de campagne en het verwijzen naar het persoonlijk leven.

Resultaten voor en na de verkiezingen

Bij deze resultaten zijn de aantallen vergeleken van voor en na de verkiezingen (voor de aantallen voor en na de verkiezingen zie tabel 2). Ook hier is gekeken naar het verschil tussen het noemen van de politicus van zichzelf en de partij (zie grafiek 3). Voor het noemen van de eigen persoon is een lichte stijging te zien na de verkiezingen. Voor het noemen van de partij is daarentegen een grote daling te zien. Ook met de gegevens uitgesplitst is te zien dat voor en na de verkiezingen vaker de partij wordt genoemd. Als de gegevens per week worden weergegeven (zie grafiek 4) wordt nog duidelijker dat de het noemen van de partij sterk afneemt na de verkiezingen. Na de verkiezingen in week 37 is een sterke daling te zien van het noemen van de eigen partij. Het noemen van de eigen persoon is iets hoger voorafgaand aan de verkiezingen, maar verder blijft het ongeveer gelijk.

7 Alle genoemde verbanden zijn significant.

(24)

5 20.2 5.3 9.7 0 5 10 15 20 25 Persoon Partij Pr ocen t

Grafiek 3 verwijzingen naar de eigen persoon en partij

Voor Na 0 10 20 30 40 50 60 70 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 aantal Weeknummer

Grafiek 4, verwijzingen naar persoon en partij door de tijd

heen

(25)

Vervolgens is ook gekeken naar het noemen van een politiek issue en een politieke gebeurtenis (zie grafiek 5 en 6 voor de aantallen). Bij vijf van de tien politici worden vaker politieke issues genoemd na de verkiezingen. Bij vier politici is het percentage politiek issue meer voor de verkiezingen. Geert Wilders plaatst evenveel politieke issues voor als na de verkiezingen. Bij Diederik Samsom, Emile Roemer en Geert Wilders wordt er na de verkiezingen meer dan de helft over een politiek issue bericht, dit is best een groot aantal.

0 10 20 30 40 50 60

Samsom Pechtold Roemer Buma Wilders Slob Sap Thieme vd Staaij Krol

Pr

ocen

t

Politicus

Grafiek 5, het noemen van een politiek issue

Voor Na 0 5 10 15 20 25 30 35

Samsom Pechtold Roemer Buma Wilders Slob Sap Thieme vd Staaij Krol

Pr

ocen

t

Politicus

Grafiek 6, het noemen van een politieke gebeurtenis

(26)

Bij het noemen van een politieke gebeurtenis valt op dat op Sybrand van Haersma Buma (CDA) na geen enkele politicus voor de verkiezingen en politieke gebeurtenis noemt. Voor elke politicus worden er dus meer politieke gebeurtenissen genoemd na de verkiezingen.

Vervolgens zijn de gegevens die op personalisering kunnen wijzen gepresenteerd, namelijk aandacht voor het persoonlijk leven, het tonen van emotie en aandacht voor het professionele leven buiten de politiek (zie grafiek, 7, 8 en 9).

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

Samsom Pechtold Roemer Buma Wilders Slob Sap Thieme vd Staaij Krol

Proc

en

t

Politicus

Grafiek 7, verwijzingen naar het persoonlijk leven

Voor Na 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45

Samsom Pechtold Roemer Buma Wilders Slob Sap Thieme vd Staaij Krol

Pr

ocen

t

Politicus

Grafiek 8, het tonen van emotie

(27)

Bij acht van de tien politici gaan er meer tweets over het persoonlijk leven na de verkiezingen. Alleen bij Diederik Samsom, die helemaal geen tweets over zijn persoonlijk leven na de verkiezingen heeft, en Sybrand van Haersma Buma is dit andersom. Het noemen van het persoonlijk leven gaat dus omhoog na de verkiezingen. Bij het tonen van emotie is dit andersom. Vier van de tien politici tonen meer emotie na de verkiezingen. De meerderheid laat dus meer zijn gevoelens zien voor de verkiezingen, dus tijdens de campagne. Vijf politici hebben geen enkele keer iets vermeld over het professionele leven buiten de politiek. Bij de overige politici zijn er drie die meer over het professionele leven plaatsen na de verkiezingen. Marianne Thieme en Arie Slob laten meer van het professionele leven zien voor de verkiezingen.

Ook bij voor de periode voor en na de verkiezingen is gekeken hoeveel berichten over de politiek gaan en hoeveel berichten personalisering bevatten. Voor beide soorten tweets is te zien dat het toeneemt na de verkiezingen (zie grafiek 10). Er wordt dus meer over de politiek, maar ook over het persoonlijke leven getweet na de verkiezingen. Als gekeken wordt naar het aantal politieke en persoonlijke tweets door de tijd heen is te zien dat beide soorten tweets toenemen voorafgaand aan de verkiezingen(zie grafiek 11). Na de verkiezingen nemen beide soorten tweets af, maar er zijn ook nog enkele pieken te zien. Zo wordt er bijvoorbeeld in week 39, dus twee weken na de verkiezingen, meer getweet over het persoonlijke leven. Maar in week 44 is juist weer een grote piek te zien met het aantal politieke tweets. 0 2 4 6 8 10 12

Samsom Pechtold Roemer Buma Wilders Slob Sap Thieme vd Staaij Krol

procen

t

Politicus

Grafiek 9, verwijzingen naar het professioneel leven

(28)

Tot slot zullen de gegevens van dit onderzoek vergeleken worden met het vergelijkbare onderzoek van Kruikemeier (2014) van de verkiezingen van 2010. In tabel 6 is te zien dat bij het onderzoek van Kruikemeier de aantallen van personalisering veel hoger zijn. Ook gaan bij 2010 alle percentages naar beneden, terwijl dit in 2012 alleen geldt voor het tonen van emotie.

0 5 10 15 20 25 30 35 40

Tweets over de politiek Tweets met personalisering

procen

t

Onderwerp

Grafiek 10, het aantal politieke en persoonlijke tweets

Voor Na 0 10 20 30 40 50 60 70 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 Aan tal Weeknummer

Grafiek 11 aantal politieke en persoonlijke tweets door de

tijd heen

(29)

Tabel 6, vergelijking van de mate van personalisering bij de verkiezingen van 2010 en 2012 Deel van personalisering Jaar Voor de verkiezingen Na de verkiezingen

Het tonen van emotie 2010 34,2% 27,9% 2012 10,1% 8,3% Nadruk op het professioneel leven 2010 24,7% 18,4% 2012 0,5% 1% Nadruk op het persoonlijk leven 2010 17,1% 15,6% 2012 10,9% 16,3%

(30)

Conclusie en discussie

In dit onderzoek is geprobeerd een antwoord te geven op de vraag: is er personalisering op Twitter? Voor personalisering is allereerst gekeken of de lijsttrekker vaker zichzelf noemt of zijn partij. Als gekeken wordt naar de algemene resultaten kan geconcludeerd worden dat lijstrekkers vaker de eigen partij noemen dan zichzelf. Dit wijst niet op personalisering, omdat bij personalisering er meer nadruk zou moeten liggen op de politicus zelf. Als gekeken wordt naar het noemen van de politicus of de partij door de tijd heen is te zien dat het noemen van de partij erg afneemt na de verkiezingen. Het noemen van de partij lijkt dus duidelijk een onderdeel te zijn van de campagne. In totaal gaat 30% van alle berichten over de politiek tegenover 23% van de berichten die op personalisering wijzen. De berichten over de politiek en de berichten met personalisering nemen beide toe in de aanloop naar de verkiezingen. Als alle berichten van voor de verkiezingen vergeleken worden met de berichten van na de verkiezingen is te zien dat het aantal berichten met personalisering toeneemt na de verkiezingen. Maar als naar alle berichten door de tijd heen gekeken wordt, is dit verschijnsel niet heel duidelijk terug te zien. Er is ook gekeken hoeveel procent van de berichten voor de verkiezingen over de campagne gingen. Dit is in ongeveer 50% van alle gevallen zo. Hieruit kan geconcludeerd worden dat Twitter door de politici ingezet wordt als campagnemiddel.

Er is ook gekeken naar de resultaten van het onderzoek van Kruikemeier (2014) ter vergelijking met het eigen onderzoek. Daaruit kan geconcludeerd worden dat er in het eigen onderzoek minder personalisering is gevonden. Ook gaan bij haar onderzoek alle vormen van personalisering naar beneden, terwijl in het eigen onderzoek dit alleen geldt voor emotie. Opvallend is ook dat bij haar onderzoek maar 16,7% over de verkiezingscampagne ging en dat het in dit onderzoek bijna 50% is. De uitkomst van dit onderzoek is dus erg anders dan het onderzoek van Kruikemeier (2014). Voor een groot deel zou dit kunnen liggen aan het feit dat in dit onderzoek alleen de lijsttrekkers zijn bekeken. Dat er in haar onderzoek zoveel minder over de campagne bericht wordt, zou kunnen komen doordat de lijsttrekkers zich veel meer focussen op de verkiezingscampagne ter vergelijking met de andere politici.

Er kan dus geconcludeerd worden dat er niet echt sprake is van personalisering in de tweets van de lijsttrekkers. Het percentage personalisering gaat zelfs omhoog na de verkiezingen. Daarnaast gaan berichten vaker over de politiek en de campagne. Ook ligt er

(31)

helemaal geen nadruk op de politicus zelf, maar juist op de eigen partij. Er kan toch wel geconcludeerd worden dat lijsttrekkers de rol als lijsttrekker van de partij zeer serieus nemen. Dit is zo omdat de helft van de berichten over de campagne gaan en ook wordt de partij hier vaak bij genoemd. Dat Twitter een onderdeel van de campagne vormt is ook terug te zien in het feit dat het aantal tweets voorafgaand aan de verkiezingen erg omhoog gaat. Overigens verschilt het wel per politicus hoeveel aandacht er aan het persoonlijke leven besteed wordt. Er kan dus geconcludeerd worden dat aan de verwachting is voldaan, dat lijsttrekkers inderdaad de rol als hoofd van de partij aannemen. Hierdoor is er niet veel personalisering te vinden in de berichten van de lijsttrekkers.

Om te onderzoeken of dit echt uniek is voor de lijsttrekkers zal in een volgend onderzoek de gegevens van de lijsttrekkers vergeleken moeten worden met de andere politici. Hierbij zullen dus alle politici meegenomen moeten worden om een algemeen beeld te kunnen geven. Hopelijk zal ook het probleem van de significantie opgelost worden. Een goede mogelijkheid hiervoor zijn de verkiezingen van 2017.

(32)

Literatuurlijst

Aalberts, C. & Kreijveld, M. (2011). Veel gekwetter, weinig wol. De inzet van sociale media door overheid, politiek en burgers. Den Haag: SDU Uitgevers.

Andeweg, R.B. & Irwin, G.A. (2002). Governance and Politics of the Netherlands. Basingstoke: Palgrave Macmillan.

Blumler, J.G. & Gurevitch, M. (2001). The new media and our political communication discontents: democratizing cyberspace. Information, Communication and Society, 4(1), p.1-13.

Dalton, R.J (2002). Political cleavages, issues, and electoral change. In L. L. et al, comparing

democracies 2: new challenges in the study of elections and voting. London: Sage, p.189-209. De Boer, N. et al (2014). Twitter en de Tweede Kamer. Weber Shandwick.

Hermans, L. & Vergeer M. (2013). Personalization in e-campaigning: A cross-national comparison of personalization strategies used on candidate websites of 17 countries in EP elections 2009. New Media & Society, 15(1), p.72-92.

Jacobs, K. & Spierings, N. (2016). Saturarion or maturation? The diffusion of Twitter and its impact on preference voting in the Dutch general elections of 2010 and 2012. Journal of Information Technology & Politics, 13(1), p.1-21.

Kriesi, H. (2012). Personalization of national election campaigns. Party politics, 18(6), p.825-844. Kruikemeier, S. (2014). How political candidates use Twitter and the impact on votes. Computers in

Human Behavior, 34, p.131-139.

Kruikemeier, S. et al (2013). Getting closer: the effects of personalized and interactive online political communication. European journal of communication, 28(1), p.53-66.

McAllister, I. (2009). The personalization of politics, in: R.J. Dalton, H.-D. Klingemann (eds.), The Oxford Handbook of Political Behavior. Oxford: Oxford University Press, p.571-588. Parmelee, H.J. & Bichard, S.L. (2011). Politics and the Twitter revolution: how tweets influence the

relationship between political leaders and the public. Plymouth: Lexington Books.

Van Aelst, P. (2006). Toeschouwer, speler of scheidsrechter? Een empirische studie over de rol van de media in de verkiezingscampagne van 2003. Antwerpen: Universiteit Antwerpen.

Van den Bighelaar, S. & Akkermans, M. (2013). Gebruik en gebruikers van sociale media. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek, p.1-12

Van Holsteyn, J.J.M. & Andeweg, R.B. (2008). Niemand is groter dan de partij: Over de personalisering van de Nederlandse electorale politiek, in: G. Voerman (red.), Jaarboek

Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen 2006. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen/DNPP, p.105-134.

Van Holsteyn, J.J.M. & Andeweg, R.B. (2012). Tweede Orde Personalisering: Voorkeurstemmen in Nederland, Res Publica, 54(2), p.163-191.

Van Praag, P & Brants, K (2008). Professioneler, harder en populistischer, veranderingen in de campagnecultuur na 2002, Bestuurskunde, 17(3), p.22-29.

(33)

Van Santen, R. & van Zoonen, L.(2009). Popularisering en personalisering in politieke communicatie. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 37 (2), p.155-176.

Vergeer, M. & Hermans, L. (2013). Campaigning on Twitter: microblogging and online social networking as campaign tools in het 2010 general elections in the Netherlands. Journal of Computer‐Mediated Communication, 18(4), p.399-419.

Vergeer, M. (2015). Twitter and political campaigning. Sociology Compass, 9(9), p.745-760. Wielenga, F. (2009). Nederland in de twintigste eeuw. Amsterdam: Boom.

(34)

Bijlage

Codeerschema 1. Politicus: - Diederik Samsom - Alexander Pechtold - Emile Roemer

- Sybrand van Haersma Buma - Geert Wilders

- Arie Slob - Jolande Sap - Marianne Thieme - Kees van der Staaij - Henk Krol

2. Datum van het bericht

3. Hoe vaak is het bericht geretweet? 4. Hoe vaak is het bericht favoriet gemaakt? 5. Het originele bericht

6. Wordt er een specifiek politiek issue genoemd? Nee: 0

Ja: 1

7. Wordt er een specifieke politieke gebeurtenis genoemd? Nee: 0

Ja: 1

8. Noemt de politicus zijn eigen persoon (naam, ik)? Nee: 0

Ja: 1

9. Noemt de politicus zijn eigen partij? Nee: 0

Ja: 1

10. Noemt de politicus het eigen politieke handelen? Nee: 0

Ja: 1

11. Geeft de politicus zijn eigen mening over een politiek onderwerp? Nee: 0

Ja: 1

12. Gaat het om het eigen professionele leven van de politicus? (buiten het zijn van een politicus)

Nee: 0 Ja: 1

13. Worden er andere personen genoemd in het bericht? Nee: 0

Ja: 1

14. Is deze andere persoon een politicus? Nee: 0

(35)

15. Is deze andere persoon een familielid? Nee: 0

Ja: 1

16. Is deze andere persoon een vriend/vriendin? Nee: 0

Ja 1

17. Wordt een andere partij genoemd? 0. Nee 1. VVD 2. PvdA 3. D66 4. SP 5. CDA 6. PVV 7. CU 8. GL 9. PvdD 10. SGP 11. 50Plus 12. Anders 13. Meerdere partijen

18. Gaat het bericht over de verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer? Nee: 0

Ja: 1

19. Roept de politicus op om op zijn partij te stemmen? Nee: 0

Ja: 1

20. Roept de politicus op om op de politicus zelf te stemmen? Nee: 0

Ja: 1

21. Gaat het bericht over het persoonlijke leven van de politicus? Nee: 0

Ja: 1

22. Gaat het bericht over de situatie thuis bij de politicus? Nee: 0

Ja: 1

23. Gaat het bericht over iets anders dan de politiek? Nee: 0

Ja: 1

24. Gaat het bericht over de persoonlijke voorkeuren of hobby’s van de politicus? Nee: 0

Ja: 1

25. Noemt de politicus zijn religie/religieuze activiteiten? Nee: 0

Ja: 1

26. Beschrijft de politicus hoe hij/zij zich voelt? Nee: 0

(36)

Ja: 1

27. Waar ligt de oorzaak van deze gevoelens van vraag 26? Publieke sfeer: 1

Privé sfeer: 2 Niet duidelijk: 3

28. Bevat het bericht een link? Nee: 0

Ja: 1

29. Waar verwijst de link naar? 1. Foto 2. Website 3. Nieuwsartikel 4. Facebook 5. Filmpje 6. Anders

7. Link werkt niet

30. Wordt de politicus genoemd bij de link? Nee: 0

Ja: 1

31. Wordt de partij genoemd bij de link? Nee: 0

Ja: 1

32. Wat is het hoofdonderwerp van de link? 1. Nationale issues/gebeurtenissen 2. Internationale issues/gebeurtenissen 3. Kunst, mode, entertainment

4. Sport

5. Werkzame leven, niet politiek 6. Privéleven

7. Wetenschap 8. Anders

33. Gaat de link over de verkiezingscampagne? Nee: 0

Ja: 1

34. In het geval van een foto, Staat de politicus op de foto?

35. In het geval van een foto, staat de politicus als enige op de foto? Nee: 0

Ja: 1

36. In het geval van een foto, heeft de politicus een selfie gemaakt? Nee: 0

Ja: 1

37. In het geval van een foto, staan er familieleden op de foto? Nee: 0

Ja: 1

38. In het geval van een foto, staan er vrienden op de foto? Nee: 0

(37)

39. In het geval van een foto, staan er andere politici op de foto? Nee: 0

Ja: 1

40. In het geval van een facebook of website, is het een link naar de eigen facebook of de eigen website?

Nee: 0 Ja: 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op donderdag 30 juli werd Hans Dijkstal (55) door de fractie gekozen als opvolger van Frits Bolkestein. De vice-pre- mier keerde terug naar de Tweede Kamer. Dijkstal beschikt

h:y~giën:isch ingerichte melildabrieken, zien dat niet meer zo.. Want daardoor verslapt de inter·esse voor de coöperatie en krijgen de groter·e boeren de kans

Het netwerk wordt geleid door een sterke onderneming; • het machinenetwerk: in dit netwerk zijn de verschillende ondernemingen sterk gespecialiseerd en is sprake van een

By exploring both more objective, external play-based methods, as well as our more subjective, internal experiences of play, the study proposes to clarify the central

De dichter Paul Haimon droeg Oote onder veel hilariteit voor, begeleid door een jazzbandje, en was waarschijnlijk zo onder de indruk van zijn eigen succes dat hij het

6 � Hoeveel tanden duurt het voordat dit tandrad een halve draai gemaakt heeft.. 7 � Na hoeveel tanden is bij dit tandrad de gekleurde tand op z’n hoogste

Wanneer recente en historische gegevens specifiek voor een bepaalde vissoort worden opgevraagd om in de databank te kunnen inbrengen, kunnen andere fiches worden gebruikt waarop ook

Hoewel moeilijk te voorspellen valt hoeveel kinderleed met een beter functionerende samenwerking binnen en buiten de jeugdzorg voorkomen (had) kunnen worden voorkomen, moge