• No results found

Referentietoets poinsettia : ontwikkeling en beschrijving van het protocol

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Referentietoets poinsettia : ontwikkeling en beschrijving van het protocol"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente ISSN 1385 - 3015 Vestiging Aalsmeer

Linnaeuslaan 2a, 1431 JV Aalsmeer Tel. 0297-352525, fax 0297-352270

REFERENTIETOETS POINSETTIA

Ontwikkeling en beschrijving van het protocol

Projectnummer 2508

A. de Gelder

A.A.M, van der Wurff Aalsmeer, december 1997

Rapport 121 Prijs f 20,00

Rapport 121 wordt u toegestuurd na storting van f 20,00 op gironummer 174855 ten name van PBG-Aalsmeer onder vermelding van 'Rapport 121, REFERENTIE-TOETS POINSETTIA'.

(2)

INHOUD

INLEIDING 5 WERKWIJZE 6 2.1 Hoofdpunten uit het onderzoek voor de ontwikkeling van de methode 6

2.1.1 Verkleuring van de schermbladeren 6 2.1.2 Lichtintensiteit in de uitbloeiruimte 6

2.1.3 Besval 7 2.1.4 Botrytis en transport 7

2.2 TOETSEN BESTAANDE CULTIVARS 7

TOETSPROTOCOL 8 3.1 Het puntensysteem 8

3.2 Materiaal g 3.3 Experimenten g 3.4 Beschrijving van de proeven g

3.4.1 Uitbloeiproef g 3.4.2 Transportproef 10

3.5 Verwerking van de waarnemingen 11

3.6 Samenvatting uitkomsten 15 3.7 Beoordelingsformulieren 17 UITKOMSTEN VOOR BESTAANDE RASSEN 1 g

(3)

VOORWOORD

Voor u ligt het verslag van het ontwikkelen en toepassen van de Referentietoets® Poinsettia. Dit werk is t o t stand gekomen in nauwe samenwerking met de invoe-ringscommissie Poinsettia van de VBN.

Bij de ontwikkeling is veelvuldig gebruik gemaakt van het materiaal van de sorti-mentsopplanting van de NTS, die teeltproeven opzette bij t w e e telers.

Met de afronding van het ontwikkelingstraject kan dit geheel nu overgedragen worden aan de veredelaars en de Stichting Referentietoets® Sierteelt om in de praktijk toe te passen.

Arie de Gelder

(4)

1. INLEIDING

De sortimentsontwikkeling bij Poinsettia gaat niet snel, maar wel gestaag door. Telers en veredelaars werken bij de beoordeling van nieuwe cultivars samen in sortimentsopplantingen. De informatie hieruit kunnen zij benutten bij de samenstel-ling van hun sortiment. Voor de afzet heeft dit echter geen verdere consequenties. Het kwaliteitsbeleid is een zaak van individuele verantwoordelijkheid. Om het kwaliteitsbeleid te bevorderen is de Vereniging van Bloemenveilingen in Nederland (VBN) in 1992 begonnen met een project Referentietoets®, waarin zij streven naar verbetering van de cultivar-gebonden inwendige kwaliteit. In de afzet moet op basis daarvan onderscheid gemaakt worden tussen de cultivars.

Voor het project Referentietoets® wordt per product een methode ontwikkeld om cultivars te kunnen toetsen. Voor het opstellen van zo'n methode stelt de VBN een invoeringscommissie in bestaande uit vertegenwoordigers van veredeling, teelt, veilingen en handel. De invoeringscommissie geeft aan welke kenmerken zij van belang acht voor een toetsmethode op inwendige kwaliteit. Aan het PBG is ge-vraagd om op basis hiervan voor Poinsettia een methode te ontwikkelen. In de periode 1993 - 1997 heeft het PBG samen met de invoeringscommissie gewerkt aan de ontwikkeling van de methode en het toetsen van het gangbare sortiment. Dit rapport vat het onderzoek samen en beschrijft het protocol. Het rapport sluit af met de toepassing van het protocol op cultivars die tijdens het onderzoek zijn getoetst.

(5)

2. WERKWIJZE

De invoeringscommissie Poinsettia heeft in 1993 een notitie samengesteld over Kwaliteitsaspecten die van belang kunnen zijn voor Referentietoets® Poinsettia (VBN -notitie N931502/HH/nvd). Het PBG heeft op basis hiervan een notitie ge-schreven over Toetsmethoden voor Referentietoets® Poinsettia. In deze notitie worden voorstellen gedaan voor onderzoek op vijf aandachtspunten:

1. Meting van bloemverkleuring

2. Invloed lichtintensiteit op houdbaarheid 3. Besval

4 . Botrytis 5. Transport

Deze notitie is vervolgens in de invoeringscommissie besproken, waarbij is afgespro-ken om deze punten nader te onderzoeafgespro-ken. Dit rapport geeft niet de resultaten van de afzonderlijke experimenten, maar vat de hoofdpunten hieruit samen. De resulta-ten en notities zijn apart in een bundel bijeengebracht.

Op basis van deze onderzoeken is een concept toetsprotocol gemaakt. Hiermee is gewerkt voor het toetsen van rassen in de seizoenen 1 9 9 4 / 1 9 9 5 tot en met 1996-/ 1 9 9 7 . Op basis van de resultaten en ervaringen is het protocol aangepast. Het voorstel voor het definitieve protocol is in dit rapport opgenomen.

2.1 HOOFDPUNTEN UIT HET ONDERZOEK VOOR DE ONTWIKKELING VAN DE METHODE

2 . 1 . 1 Verkleuring van de schermbladeren

Voor het meten van de verkleuring van de schermbladeren is gebruik gemaakt van een kleurenmeter(Minolta). Het resultaat van het onderzoek hiermee, dat ook bij Saintpaulia is uitgevoerd, was dat vrijwel altijd een kleurverandering is te meten. De meting is zeer arbeidsintensief en moeilijk te standaardiseren. Kleurverschillen binnen één schermblad zijn een sterk verstorende factor. De interpretatie van de uitkomsten is daarbij zeer lastig. Welke kleurverandering is nog wel acceptabel? Dit is op basis van de uitkomsten van de kleurenmeter moeilijk te kwantificeren. Daar-om is dit niet afzonderlijk opgenDaar-omen in het concept toetsprotocol. Verkleuring is als waarneming onderdeel van de presentatie in de uitbloeiruimte.

2 . 1 . 2 Lichtintensiteit in de uitbloeiruimte

Voor het effect van lichtintensiteit zijn een aantal experimenten uitgevoerd waarin naar het effect van licht in de uitbloeiruimte op de houdbaarheid van Poinsettia is gekeken. Duidelijk werd dat het t o t dan toe gebruikte niveau van 3 W / m2 een gunstiger uitkomst geeft dan een niveau van 1,5 W / m2. Het niveau in de huiskamer in de winter komt waarschijnlijk dichter bij deze waarde. Daarom is voor de stan-daard werkwijze bij Poinsettia het lichtniveau teruggebracht t o t 1,5 W / m2 gemeten op tafelniveau met een PAR-lichtmeter.

In het onderzoek naar lichtintensiteitseffect is een meer gedetailleerde werkwijze voor het waarnemen ontwikkeld om de besval, bladvergeling, bladval en Botrytis beter te beoordelen. Dit is in het protocol opgenomen.

(6)

2.1.3 Besval

Een belangrijk aandachtspunt bij de beoordeling van de houdbaarheid van Poinsettia is het aanwezig zijn van de bessen op het moment van aflevering. Beoordeling op besval gedurende de gehele periode in de uitbloeiruimte is niet nodig, omdat na een beperkte tijd - twee à drie weken - alle planten besval vertonen. Voor de Referen-tietoets® is daarom gekozen voor een beoordeling in de transportproef en gedurende de eerste twee weken in de uitbloeiruimte. Waargenomen wordt het aantal scher-men waarin besval voorkomt en het aantal scherscher-men waarin geen besval voorkomt. Een methode waarbij ook rekening wordt gehouden met het aantal bessen per scherm is zeer arbeidsintensief en geeft meer beschadiging van het scherm.

2.1.4 Botrytis en transport

Voor gevoeligheid voor Botrytis is een praktische benadering gekozen door planten gedurende vier of zeven dagen in dichte dozen te verpakken. Dit is gedaan op basis van onderzoek waarin bij verschillende verpakkingsmethoden en verschillende bewaarduur beoordeeld is op de aanwezigheid van cultivar verschillen in gevoelig-heid voor Botrytis. Aanvankelijk is ook na tien dagen transport beoordeeld maar dit bleek een te zware aantasting te geven waardoor rasverschillen niet meer te zien waren.

In de transportproef wordt verder aandacht besteed aan takbreuk en bladval en bladverkleuring.

2.2 TOETSEN BESTAANDE CULTIVARS

Nadat een concept-protocol was gemaakt is dit vervolgens gebruikt om het sorti-ment zoals opgeplant voor de sortisorti-mentsopplanting, te toetsen.

Dit leverde de gegevens op om berekeningen van waarneming naar punten uit te voeren en de resultaten te kunnen vergelijken met de verwachting van de praktijk omtrent deze rassen. Omdat in de sortimentsopplanting veelal bestaande rassen meelopen, moet dit een goed beeld kunnen geven van de uitkomsten en van een mogelijke grens waaraan nieuwe rassen dienen te voldoen.

Alle gegevens zijn geregeld besproken met de invoeringscommissie om tot een voor de praktijk bruikbaar systeem van beoordeling en berekening van punten te komen. Met name dit laatste was bij Poinsettia een moeilijk punt, omdat veel kenmerken worden beoordeeld en dat voor meerdere herkomsten en teeltwijzen.

(7)

TOETSPROTOCOL

Protocol voor de uitvoering van de Referentietoets® Poinsettia

Op basis van onderzoeken, uitgevoerd door het Proefstation voor de Bloemisterij en Glasgroente (PBG), is de Referentietoets® Poinsettia opgesteld.

Met de Referentietoets® Poinsettia kan voor iedere afzonderlijke cultivar de inwendi-ge kwaliteit worden vastinwendi-gesteld. De cultivar wordt inwendi-getoetst op acht verschillende criteria. De resultaten van de toetsing vormen de basis voor de beoordeling van een cultivar. Daarbij wordt bepaald of de cultivar voldoet aan de minimale kwaliteitsei-sen (Toelatingsnorm) of aan de hoogste kwaliteitseikwaliteitsei-sen (Topnorm).

3.1 HET PUNTENSYSTEEM

De acht criteria waarop een cultivar wordt beoordeeld zijn ontwikkeld in overleg met de invoeringscommissie Poinsettia. De toets bestaat uit twee onderdelen: een transportproef en een uitbloeiproef. In de transportproef zijn maximaal 30 punten te scoren en in de uitbloeiproef maximaal 70 punten. In de transportproef en tijdens de uitbloeiproef worden de planten beoordeeld op 17 onderdelen, die samengevat zijn in zes plantkenmerken. De resultaten uit de beide proeven worden hiervoor bij elkaar genomen. In de tabel is een overzicht gegeven van de maximale score voor de zes plantkenmerken.

Een cultivar voldoet aan de toelatingsnorm als deze in het eerste jaar van toetsing niet onder de grenzen voor de onderdelen komt of als het bij toetsing in meerdere jaren niet op meer dan twee onderdelen per jaar of twee keer op hetzelfde onder-deel onder de grens komt.

Criteria

Plan tkenmerken Besval

Bladkwaliteit

Gevoeligheid voor Botrytis Takbreuk Presentatie uitbloei Presentatie transport Proef totalen Totaal uitbloei Totaal transport Maximale score 7,5 35 20 2,5 30 5 70 30 Toelatings-norm (commissie-voorstel) 3,5 22,5 15 2 15 3 45 23 Toelatings-norm op basis resultaten 1994/1997 3,5 20 13 2 18 3 35 20 Totaal 100

(8)

3.2 MATERIAAL

In alle proeven voor de Referentietoets® w o r d t gebruik gemaakt van planten met minimaal vijf schermen (5-koppers). Deze planten moeten bij aanvang van een proef voldoen aan kwaliteitsklasse A1 en rijpheidsstadium 2 , zoals vastgelegd in het aanvoervoorschrift Poinsettia van de VBN. Bij teelt door derden, bijvoorbeeld in een sortimentsopplanting kan de veredelaar voor aflevering aangeven of de geteelde planten aan deze eis voldoen.

Voor kortdurend, rechtstreeks transport van de kwekerij naar de uitvoerende instel-ling worden de planten ingehoesd in geperforeerde hoezen en ruim verpakt. Bijvoor-beeld acht planten in een open Deense doos.

3.3 EXPERIMENTEN

Voor de Referentietoets® Poinsettia worden in twee opeenvolgende jaren proeven uitgevoerd.

In beide jaren vinden proeven plaats voor zowel een teelt met verduistering als een teelt met normale daglengte. Het aanvangstijdtip voor de proeven in een teelt met verduistering ligt tussen 1 en 15 november en voor een teelt bij normale daglengte tussen 25 november en 10 december.

Voor de proeven zijn per teelt en jaar planten nodig van t w e e verschillende herkom-sten met duidelijk verschillende teeltsystemen.

De proeven zijn: Uitbloeiproef

Transportproef

Houdbaarheid gedurende maximaal acht weken in een ruimte bij een lichtintensiteit van 1,5 W/m2, na een transportsimulatie

van vier dagen in het donker.

Bewaring gedurende vier en zeven dagen in een gesloten verpakking.

3.4 BESCHRIJVING VAN DE PROEVEN

3.4.1 Uitbloeiproef

Condities

In de ruimten waarin deze proef w o r d t uitgevoerd heersen de volgende klimaatcon-dities: Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid Belichting Lichtniveau Lamptype Luchtverversing Uitbloeiruimte 20 ± 1 °C 6 0 ± 5 %

12 uur per etmaal

1,5 W / m2 op tafelhoogte TL 58 W. kleur 8 4

1 maal per 2 4 uur

Transportcel 15 ± 1 °C 70 ± 10 % geen n.v.t. n.v.t.

1 maal per 2 4 uur

Het lichtniveau wordt gemeten met een PAR-licht meter.

Voor deze test zijn tien planten nodig van de te testen cultivar en tien planten van een in dezelfde teelt opgekweekt vergelijkingsras. Voor de transportsimulatie

(9)

wor-worden de planten zonder hoes op tafels gezet met een maximale dichtheid van acht planten per netto m2. Tijdens de periode in de uitbloeiruimte w o r d t voldoende water gegeven via een eb-/vloedsysteem.

Waarnemingen in de uitbloeiruimte

De planten worden aan het begin en na één en twee weken in de uitbloeiruimte beoordeeld op:

* besval aantal schermen waarin bessen zijn afgevallen aantal schermen zonder besval

De planten worden aan het begin en daarna éénmaal per week beoordeeld op de volgende punten

* bladvergeling : aantal duidelijk gele bladeren

* bladval : verhouding tussen het kale deel van de plant en het met groen blad bezette deel in vijf klassen :

0 = geen afgevallen blad

1 = minder dan 2 5 % afgevallen blad 2 = 2 5 - 5 0 % afgevallen blad

3 = 5 0 - 7 5 % afgevallen blad 4 = meer dan 7 5 % afgevallen blad

* Botrytis : aantal plekken in bessen, schermbladeren, groene bladeren en op takken

* presentatie : algemene beoordeling op sierwaarde op een schaal van 0 t o t 5

5 = zeer goed, geen uitbloeiverschijnselen en/of schade 4 = goed, op één punt lichte verschijnselen van

veroude-ring

3 = voldoende, op meerdere punten lichte verschijnselen van veroudering of op één punt matige veroudering 2 = matig, op meerdere punten matige veroudering 1 = slecht, op één punt sterke veroudering

0 = zeer slecht, op meerdere punten sterke veroudering of op één punt zeer sterke veroudering

N.B. Besval geeft een vermindering van de waardering met 1 punt ongeacht de ernst van de besval.

* Opmerkingen : alle opvallende zaken worden genoteerd.

Als een plant voor presentatie de waardering 0 of 1 krijgt wordt de plant wegge-gooid.

Als een plant is afgeschreven w o r d t de waarneming voor presentatie een 0 voor de resterende periode.

3 . 4 . 2 Transportproef

Condities

In de ruimte waarin deze proef w o r d t uitgevoerd heersen de volgende klimaatcondi-ties

Transportcel Temperatuur 15 ± 1 °C Relatieve luchtvochtigheid 70 ± 1 0 %

Belichting geen Luchtverversing 1 maal per 2 4 uur

(10)

Voor deze proef zijn achttien planten nodig van de te toetsen cultivar en 66 planten van een in dezelfde teelt opgekweekt vergelijkingsras. Als in dezelfde proef één of t w e e andere cultivars worden getoetst zijn respectievelijk slechts 48 en 3 0 planten nodig van een vergelijkingscultivar.

Van een cultivar worden de achttien planten verdeeld over zes afsluitbare dozen ( 6 0 * 4 0 * 6 0 ) . De planten worden ingehoesd verpakt. Per doos komen drie planten van een te toetsen ras. In één doos kunnen drie te toetsen rassen, zonodig worden t w e e rassen vervangen door planten van het vergelijkingsras. Daarnaast worden drie te beoordelen planten en twee extra planten van het vergelijkingsras meeverpakt, zodat er totaal veertien planten in een doos staan. Een voorbeeld van de verdeling van de planten over de dozen is opgenomen als bijlage III. Tijdens de periode in de doos w o r d t geen water gegeven.

Na vier en zeven dagen bewaring in het donker vindt een beoordeling van de negen planten per cultivar plaats (drie dozen). De planten worden daarna weggegooid.

Waarnemingen na transport De planten worden beoordeeld op: * besval

* bladvergeling * bladval

* slappe en gebroken takken

* botrytis :

* presentatie

Opmerkingen

aantal schermen waarin bessen zijn afgevallen, aantal schermen zonder besval

aantal duidelijk gele bladeren aantal afgevallen bladeren

aantal takken

aantal plekken in bessen, schermbladeren, groene bladeren en op takken

algemene beoordeling op sierwaarde op een schaal van 0 t o t 5

5 = zeer goed, geen uitbloeiverschijnselen en/of schade

4 = goed, op één punt lichte verschijnselen van veroudering

3 = voldoende, op meerdere punten lichte

verschijnselen van veroudering of op één punt matige veroudering

2 = matig, op meerdere punten matige veroudering 1 = slecht, op één punt sterke veroudering

0 = zeer slecht, op meerdere punten sterke verou-dering of op één punt zeer sterke verouverou-dering alle opvallende zaken worden genoteerd.

3.5 VERWERKING VAN DE WAARNEMINGEN

In de proeven worden zowel na transport als tijdens de uitbloei veel gegevens verzameld. Deze hebben betrekking op in totaal 17 onderdelen per teelt/herkomst-combinatie. In de invoeringscommissie is daarvoor een gedetailleerde onderverdeling van de punten gemaakt. Daarbij is tevens aangegeven wanneer naar het oordeel van de invoeringscommissie een waarneming aan de planten t o t de score 0 zou leiden. Deze detaillering van de verdeling van de punten is gebruikt voor de verwerking van de waarnemingen.

(11)

Overzicht detaillering puntenverdeling Kenmerk

Uitbloeiproef

besval bladvergeling bladval Botrytis bes scherm blad tak presentatie Totaal houdbaarheid

Transportproef

besval bladvergeling bladval slappe en gebroken takken Botrytis bes scherm blad tak presentatie Totaal transport Totaal Maximale score 5 12,5 12,5 2,5 2,5 2,5 2,5 30 70 2,5 5 5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 5 30 100

Bij welke waarneming is de score in punten gelijk aan 0

Als alle schermen vanaf het moment van inzetten besval vertonen

Bij gemiddeld 5 gele bladeren per plant

Als de planten vanaf het begin meer dan 75% bladval vertonen = Gemiddelde waarneming 4

Bij gemiddeld 1 plek met aantasting op de bessen Bij gemiddeld 1 plek met aantasting op de schermbla-deren

Bij gemiddeld 1 plek met aantasting op de groene bladeren

Bij gemiddeld 1 plek met aantasting op de tak Als alle planten een waardering 0 krijgen

Als de voorgaande punten bij de uitbloei een 0 score hebben

Als alle schermen besval vertonen = 100 % Bij gemiddeld 5 gele bladeren per plant Bij gemiddeld 5 afgevallen bladeren per plant Bij gemiddeld 1 gebroken of slappe tak per plant

Bij gemiddeld 2,5 plek met aantasting op de bessen Bij gemiddeld 2,5 plek met aantasting op de schermbla-deren

Bij gemiddeld 2,5 plek met aantasting op de groene bladeren

Bij gemiddeld 2,5 plek met aantasting op de tak Als alle planten een waardering 0 krijgen

Als alle voorgaande punten bij transport een 0- waarde-ring hebben

(12)

Het aantal punten voor een onderdeel wordt bepaald als deel van de maximale score, die te behalen is op dat onderdeel.

Dit wordt in een algemene formule uitgedrukt als

Punten = maximale score x waarneming waarneming nul score

Voor de verschillende kenmerken is deze formule verder ingevuld. Waar mogelijk is de schrijfwijze van de formule vereenvoudigd.

Uitbloeiproef

Bij alle berekeningen wordt eerst een gemiddelde per plant over de waarnemingspe-riode berekend, daarna wordt het gemiddelde over de tien planten berekend. Is een plant eerder weggegooid dan de maximale periode van acht weken, dan wordt het gemiddelde over deze kortere periode berekend.

* Besval

Uitgangspunt is de verhouding tussen het aantal bloemschermen waarin besval optreedt en het totaal aantal schermen.

Per plant wordt een gemiddelde berekend voor de beoordelingen bij het inzetten en na één en twee weken in de uitbloeiruimte.

Besval = 5 x percentage besval/100 Percentage besval is het gemiddelde over de 10 planten.

* Bladvergeling

Uitgangspunt is het gemiddelde aantal gele bladeren per plant gedurende de periode dat de plant daadwerkelijk in de uitbloeiruimte staat.

Bladvergeling = 12,5 x (1 - geelblad/5) Geelblad is het gemiddelde aantal gele bladeren over de 10 planten.

Bij meer dan vijf gele bladeren per plant is de uitkomst van de berekening een nega-tief getal. De score wordt dan gesteld op 0.

* Bladval

De berekening is vergelijkbaar met bladvergeling.

Bladval = 12,5 x (1 - afgevallen blad 14) Afgevallen blad is de gemiddelde beoordeling over de 10 planten.

(13)

* Botrytis bes, blad, scherm en tak

Dit zijn vier afzonderlijke onderdelen die allemaal op dezelfde wijze worden bere-kend.

Uitgangspunt hiervoor is het aantal aangetaste plekken per keer. Botrytis = 2,5 x (1 - aantal botrytis) Aantal Botrytis is het gemiddelde aantal plekken met Botrytis-aantasting per plant.

Bij gemiddeld meer dan één aantasting per plant is de uitkomst van de berekening een negatief getal. De score wordt dan gesteld op 0.

* Presentatie

Uitgangspunt hiervoor is de presentatie per week. Als een plant binnen de acht weken is weggegooid wordt voor de resterende weken een 0 ingevuld. Het gemid-delde voor een plant is gebaseerd op de gehele periode van acht weken.

Presentatie = 6 x beoordeling presentatie Beoordeling presentatie is het gemiddelde over de 10 planten.

* Transporttest in een gesloten verpakking

Aan elke plant wordt slechts éénmalig waarnemingen gedaan. Per cultivar wordt een gemiddelde waardering berekend over alle achttien planten na vier en zeven dagen transportsimulatie. De score per onderdeel wordt volgens de onderstaande formules berekend.

* Besval

Uitgangspunt is de verhouding tussen het aantal bloemschermen waarin besval optreedt en het totaal aantal schermen.

Besval = 2,5 x percentage besval/100 Percentage besval is het gemiddelde over de 18 planten.

* Bladvergeling

Uitgangspunt is het gemiddelde aantal gele bladeren per plant Bladvergeling = 5 - aantal geelblad

Aantal geelblad is het gemiddelde aantal gele bladeren over de 18 planten.

Bij meer dan vijf gele bladeren per plant is de uitkomst van de berekening een nega-tief getal. De score wordt dan gesteld op 0.

(14)

* Bladval

De berekening is identiek aan bladvergeling. Bladval = 5 - aantal bladval

Aantal bladval is het gemiddelde aantal afgevallen bladeren over de 18 planten.

Bij meer dan vijf afgevallen bladeren per plant is de uitkomst van de berekening een negatief getal. De score wordt dan gesteld op 0.

* Slappe en gebroken takken

Uitgangspunt hiervoor is het aantal gebroken of slappe takken per plant. Takbreuk = 2,5 * (1-aantal takbreuk)

Aantal takbreuk is het gemiddelde aantal slappe en/of gebroken takken over de 18 planten. Bij meer dan één afgebroken of slappe tak per plant is de uitkomst van de bereke-ning een negatief getal. De score wordt dan gesteld op 0.

* Botrytis bes, blad, scherm en tak

De berekening voor de vier onderdelen is gelijk.

Uitgangspunt hiervoor is het aantal aangetaste plekken per plant. Botrytis = 2,5 - aantal Botrytis

Aantal Botrytis is het gemiddeld aantal waargenomen plekken over de 18 planten.

Bij gemiddeld meer dan 2,5 aantasting per plant is de uitkomst van de berekening een negatief getal. De score wordt dan gesteld op 0.

* Presentatie

Uitgangspunt hiervoor is de presentatie per plant.

Presentatie = Gemiddelde Presentatie Gemiddelde presentatie is het gemiddelde over de 18 planten.

3.6 SAMENVATTING UITKOMSTEN

Per jaar wordt een cultivar in twee teelten en voor twee herkomsten beoordeeld. Dit geeft voor het stellen van normen een te groot aantal uitkomsten. De uitkomsten worden daarom per jaar samengevat. Hierbij worden vergelijkbare eigenschappen uit de transportproef en uitbloeiproef bij elkaar genomen. Over beide teelten en her-komsten wordt per onderdeel het gemiddelde berekend. Vervolgens worden verge-lijkbare onderdelen uit de beide testen bij elkaar geteld. Dit is in onderstaand sche-ma weergegeven, waarin de verbinding wordt gelegd tussen de waarnemingen en het puntensysteem.

(15)

Overzicht samenvatting resultaten in punten Kenmerk Besval Bladvergeling Maximale score bij Transport 2,5 5 Maximale score bij Uitbloei 5 12,5 Bladkwaliteit Bladval

Slappe en gebroken takken

bes scherm 5 2,5 2,5 2,5 12,5 2,5 2,5 Botrytis blad tak Presentatie houdbaarheid Presentatie transDort Totaal houdbaarheid Totaal transnort Totaal 2,5 2,5 5 3 0 2,5 2,5 3 0 7 0 100 Maximale score in Punten systeem 7,5 35 2,5 2 0 3 0 B 7 0 3 0 100

(16)

3.7 BEOORDELINGSFORMULIEREN

Voor de uitvoering van het onderzoek worden veel waarnemingen gedaan. Om dit op een éénduidige wijze te doen zijn er formulieren gemaakt, die bij de beoordeling gebruikt kunnen worden.

Referentietoets Poinsettia

Test op houdbaarheid gedurende maximaal 8 weken in een ruimte bij een lichtinten-siteit van 1,5 W/m2

Beoordelingsformulier per plant Cultivar Herkomst Start experiment Plantnummer Daq Besval Aantal schermen Bladvergeling aantal Bladval Ot/m 4 Botrytis aantal Presentatie 5 t/m 0 zonder met bes scherm blad tak 0 7 14 21 # 28 # 35 # 4 2 * 49 * 56 * Opmerkingen

(17)

Referentietoets Poinsettia Test op Transportgevoefigheid Beoordelingsformulier per doos Herkomst Start experiment Beoordelingsdag Cultivarnummers

1 =

2 =

3 =

v =

Cultivar Plant Besval aantal schermen Bladvergeling aantal Bladval aantal Slappe en gebro-ken takgebro-ken aantal Botrytis aantal Presentatie 5 t/m 0 zonder met bes scherm blad tak V 1 2 3 1 1 2 3 2 1 2 3 3 1 2 3 Opmerkingen

(18)

UITKOMSTEN VOOR BESTAANDE RASSEN

Uitgaande van het concept-protocol is in de periode 1 9 9 4 - 1 9 9 7 de toets uitgevoerd voor cultivars uit de sortimentsvergelijking, aangevuld met bestaande cultivars. In totaal zijn in deze jaren 32 cultivars in één of meerdere jaren getoetst. Een overzicht hiervan staat in Tabel 1.

In 1 9 9 5 / 1 9 9 6 is naast de outillage van het PBG gebruik gemaakt van uitbloeiruimte elders. In deze ruimten bleek de luchtvochtigheid minder goed te regeleren, waar-door duidelijk meer aantasting waar-door Botrytis optrad. De resultaten van dit deel van de planten zijn buiten de gegevens voor de berekeningen gelaten.

Cultivars, waarvan door verschillende oorzaken de gegevens van een herkomst of teelt ontbreken, zijn buiten de hier gegeven overzichten gelaten.

Tabel 1 - Overzicht van de per jaar getoetste cultivars

Cultivar 718 725 Angelika Bonita

Candlelight Dark Red (174-001)

Capri Capri Pink Cortez Goldfinger

Late Blooming Freedom Liberty Bright Red Liberty Pink Liberty Red Lilo M-92 Menorca Pepride Peterstar Red Fox 0267 Red Fox 2969 Regina Veredelaar Paul Ecke Paul Ecke Gutbier Fischer Dummen Dummen Dummen Fischer Gebr. Man Paul Ecke Royal Eveleens Royal Eveleens Royal Eveleens PLA Gross Dummen Paul Ecke Jacobson Dummen Dummen Gutbier 1994/1995 X X X X X X 1995/1996 X X X X X X X X X X X X X X 1996/1997 X X X X X X X X X X X X

(19)

Cultivar Veredelaar 1994/1995 1995/1996 1996/1997 Ria Salmonstar Santé Claus ( PR 213) Sonora Sonora Pink Sonora White Steffi Success (559) Tabaluga

(Capri Bright Red •

Tangostar •513-008) White Christmas (PW 356) Dummen Royal Eveleens Selecta Fischer Fischer Fischer Gutbier Paul Ecke Dummen Fischer Selecta X X X X X X

De uitkomsten voor de acht criteria en het totaal aantal punten zijn voor de 3 2 cultivars per jaar, teelt en herkomst vermeld in de tabellen 4 tot en met 12 opgeno-men aan het eind van dit rapport.

4.1 NORMERING

Op de gegevens uit de seizoenen 1 9 9 4 / 1 9 9 5 t o t en met 1 9 9 6 / 1 9 9 7 is een analyse uitgevoerd. Hieruit blijkt dat voor alle criteria, naast een cultivarverschil, sprake is van een jaareffect. Bij meerdere criteria is daarnaast sprake van een herkomst- en teeltinvloed. De gemiddelden voor de criteria per jaar zijn vermeld in tabel 2. Daarbij is opgenomen w a t de standaardafwijking voor een verschil tussen twee rassen is (s.e.d). Een ras dat tenminste dit aantal punten boven het gemiddelde zit verschilt in beoordeling van een ras dat dit aantal punten onder het gemiddelde zit.

Dit gegeven is gebruikt om een grens voor de toelatingsnorm voor te stellen. Hier-mee komt er enige mate van betrouwbaarheid in de uitspraak.

Het is gelet op jaar-, herkomst- en teeltinvloed niet mogelijk om precies aan te geven hoe groot de kans is dat een ras ten onrechte wordt afgewezen voor de toelatingsnorm, omdat de teelt niet goed is uitgevoerd. In de voorgestelde toepas-sing van de norm w o r d t hiermee rekening gehouden door als het eerste jaar één of t w e e punten onvoldoende zijn, deze cultivar opnieuw te toetsen. Als een cultivar in het eerste jaar op alle onderdelen boven de grens komt, is dit ras potentieel goed te telen. Voor de teelt is het hierbij belangrijk dat per jaar t w e e duidelijk verschillende systemen worden gehanteerd, omdat teelt duidelijk effect op de uitkomst heeft.

(20)

Tabel 2 - Gemiddelden per seizoen voor de acht criteria en het totaal aantal punten Seizoen Criterium Besval Bladkwaliteit Botrytisgevoeligheid Takbreuk Presentatie uitbloei Presentatie transport Totaal uitbloei Totaal Transport Totaal 1994/ 1995 4,2 23,4 17,7 2,2 23,2 3,8 46,9 23,7 70,6 1995/ 1996 5,1 20,7 14,9 2,2 19,9 3,8 39,2 23,6 62,8 1996/ 1997 4,1 24,7 15,1 2,4 19,6 3,4 42,2 23,8 66,0 gemiddel-de 4,5 22,9 15,9 2,3 20,9 3,7 42,8 23,7 66,5 s.e.d 1,0 2,5 2,5 0,3 3,0 0,6 6,0 2,8 7,5 op basis van resultaat voorgestelde norm 3,5 20 13 2 18 3 35 20

De toelatingsnorm zoals opgesteld door de commissie en de norm op basis van de analyse van de resultaten zijn toegepast op de cultivars die in de afgelopen drie seizoenen zijn getoetst. Dit is opgenomen in tabel 13 en 14 aan het eind van dit rapport. De uitkomsten zijn samengevat in tabel 3.

Tabel 3 - Aantal cultivars per advies bij toepassing van de voorsgestelde normen op basis van de toetsen in drie seizoenen.

Advies

voldaan aan toelatingsnorm toelatingsnorm nog mogelijk niet voldaan aan

toelatingsnorm Normering commissie 7 8 17 Normering op resultaten 15 10 7

Duidelijk is dat het voorstel van de commissie strenger is dan op basis van het resultaat.

Aan de invoeringscommissie wordt geadviseerd o m , bij de verdere invoering van de Referentietoets® Poinsettia, te starten met de normen op basis van de resultaten van de afgelopen jaren. De normering, zoals voorgesteld door de commissie, is een doel om naar te streven.

(21)

Ol 33 os TJ TJ v O CO m

§ <

o o £ O ) 't-1 <o 1 OT ^ < O) V co TJ (D TJ "O

1

o

co (0 R3 ^ co 01 • C c 0 ) *-CO o < co •c »» co Q . c QJ

S

p •£ co «0 .9>

•8

.c

"1

co •O. V. O §

S

** <TJ ^ a co co ft: t > w 0 ) co en O ) r -m OJ oo in O) O J O ) f — c CU o N '5 C/3 -o CD 4-> CA TJ CO > co TJ 03 TJ •o CO O "5 co E o

z

TJ CO co "5 'S co > co co 1-m < m < 03 < E o 03 I < o » , f^ * * m o co T- m ' t in co co co * * * ^ . * t ^ q * » * co « q q , * „ % co CM CM in in co ' t co co in co I D t q „ % o * - r ^ „ q "^ „ * * * q * 0 ° ° . ° ° . * "I q °° ""L q ' t CM CO co CO CO c o co ( N O i o co r» oo oo co in in *~» °*l * m~ * * *"*. "*. °1 * q "l * * * * °. * *~» ° . ^ * 'H "t. °°, "l q * "* * * ""*

o o co ö oo" in" ö o ö d o ' ^ in in" co" CM" o in 't" C M co co in co co co co t t co ' t in co r-> in ' t 't" co" co O) „ CM , „ T- CM q + CD CM + „ + + r- ,, q r-^ •* « r> I*. q ^ CM , ' t o in in ' t m oo <t co c o ^ i - ' t ' t m t ' t ' t "- ° » * "„ «l * "Ie 0.* * ^ t ^ * ""t * °° * * °° t * * q * * *-. * <H <H * in ' t in co in m in ' t co CM in in ^ - ( O in m co m

* * q* ^.q* q q * * ^ q q * q * q* * q q * * q * * « • °>o*

in ^ t co ' t o in co co r^ ' t q „, c N M t Tt co" co in co r« r-. * * m w ' t TJ- co CM r- oo „ q , co , „ ^ q „ » c o , „ co i n LD co m "tf co m in co r- m co „ u> » , B » * * r* CM q „ ' t , r- „ t r» co t + -* „ + r L „ q c nt ' t ' t i - in co in co in ' t in co ' t m in m m r> in q q o^ , f ; ^ , TO ' t » %

in ^t co* rv co" in" co' in •* co co co

co co oo „ q + t ,, » r» «^ + „ q , + q , q œ + ^ co m m co in

* * q • *

'T.

* °l *

w * * * • ' t CO CM 't 't « ^ » • • • • • « H • • » • • * « • • • in m co" * * " ^ . * * • > * co CM CO i -« q * * » * ' ? . " ^ . * * * * * " ^ . * * 1 0. * * *1 0» * * * CM ' t CM * *c* i * ' ^ . * q * * * *C N! ., i' i . * * * * *{ Ni * *L fi * * *c >! . * * * * * . * * co * * ' » * * r- O O in in co co co m in • * * * m m in co co •o co cc co O O) (0 \p oo 03 C 0 .

q * * •

E o TJ V co - o C3J

* «nq*

c o co * • * * • * * m % * in co

* * q • * *

in

* * q * * *

in - E co o O) o c = ra = ra » m o , - E " i c i o . € ï 2 « B N .h in w , - ^ TJ ~ .E co co o. cc O © S co co CM OJ O CM CM O c S 2 iE iE ra Ç £ c CO U S . ,

ss!

o o !fc Ü ro ra £ o co CM" in CM 't"

q

in"

q

in" in CM •*" co

q

CM"

q

in" co TJ co TJ TJ co

a

(22)

fl> •D •g 'E fl) a m re re

§ <

o Z p * T3 O 4-" CO CD en "2 < en « a> x> a> • a •a

1

a> m re ra § < CQ >!fc <u S c fl> o

is

Q. C 0) o •ta <u c: 'S Q> "O , 4 4

s

*-1

- V Ta -2 •Q O §

S

*-> «0 ,*-3 to Q> cc co O) en • * ^ en en *— LO cn en cn cn •-c a> o N *5 co • o 03 + J <n '5 •o 0) > a> T J TD "Î5 re E o z • o ka fl) 4-» CO '5 T3 V > 03 a> \-U J < CO < CQ < *-• E o a> X r-» «o pC 't" CM CM CD 00 ö co CO CM co co" «o co' co CM ' t 00 in" in co CM CM « -en" o d * CM CM to co in o CM * CM in cn * d cd co cn pC ö * o CM co r-0 r-0 CD pC TT" CM CM in co CM r -CD cd CM CM « -""« O CD pC c d CM" CM CM CM cn ^t co pC - t CD CM CM t -CM -CM C D cd in CD CM CM « -CO CM CD ' t

- ö *

oo oo co co r- O * 00 co m r» -* in * CM CM 00 cn CM en cd CM co CM 00 00 co CM e n r - c M i n c o c n c o ^ t l O O t en o ^t ' t r>» C M C O C M t - CM CM CM CM p» co in CM cn ^f CD i - CM 0 0 CO CD r^ ' t r» C M C M C M r - CM CM CM CM in CM~ CM co cd CM i n p> oo CM_ co CM o q co r>s pC cn i n * CM C D CO" CM CO" * co" *

C M C M C M CN C N C N C N CM CM p ^ i n i n co o P>> CT> T- p> cd o •* * cd ö ^t" in" oo" * «-" * - • - - • pg 0 0 CM oo o CD en in" ^" pC * «-'od * CM CM r « « -CD 00 co ^ , ' c n TO œ J» co" co" CM * -i n CM CN CM in q t i-^ cn" o" pC * pC CM co CM 1-CM CM CO CM 0 0 O 0 0 CD" *-" r-" * CM CO CM «- ' t * * ö o d CM « -CM -CM -CM -CM -CM p»_ CM co en in in cn" ^r" 't" rC T - « - CM CM CM CO * * od * * CM in pC CM CD en" CM co en" CM CM CM" CM oo r-» co Ti-ed «-" co" * in" co co CM « » -CM CM" en o_ >* co r^ co" cd in" * *-" «o

T- CD . _ co" oo" CM C D CM in" co" pC CM CM CM » CM f -00 * **" oo en q CM" ed pC CM «-co en *t" cn" co oo cn" co 0 0 CD 0 0 CD CM in" od cd * »- en" * CM CM «- r - T - CM 00 co in 't" * en p» . -o" ö o-o" co co CM CM cn o «-" CD" cd » * co" en m co co CM « r -co oq od in"

* q

co" p-T CM T -p»" ed en co o" CM" CM CM 0 0 CM"* CM CO O P^ * c o * e d * P C * CM CM CM * « O CD * CM" o" CM CM • * * * en CM" CM 00 oo" CM 00 O * CM CM T l " " * CM CD CM 00 r - ' * OM O CM CO CM CO CM en cd CM CM t - 00 O * co"* ~ * * * * CM CM 00 CM ' t * C D * CM CM CM • o V CC k . re O

f

CM CM E o •o (D » TJ

£ £

CM_ P ^ *C cd CM i -00 r ^ c5 en" CM T -i n p^ r-" O CM CM co en CM CM oo

o"

CM CM

o"

CM CD CD CM CO CM CM en ed cn p»" OM in CM CM CM" CM in CM

q

p»" CM cn pC CM 00 CMv CO 1 - " * oo" pC CM « T -CD -CD 0 0 't" * 't" CD" CM T T -0 -0 00 00 e n p> o d pC CO 00 . - ' oo TJ-CM r- w-en CM CD * t

o"-"*

CM CM CM CD • * " CM en CM in CM co CM fl) o 5 ^ r^ en CO (O CM cn ,_ O CM V) 3 a) * . t : CM CM 00 in" CM CO m CM CO CM" CM

o

CM CM O CM CD en co CM~ CM CD CM" CM CM CM od CM in CM a> 2 <D T3 "D Ë 0)

(23)

fi to "è5 03 TJ, oj TJ TJ 03 C3 IV O) O ) co en en "2 03 +•• V) 3 "S < V > 43 TJ V TJ • o E 03 O 00 (0 CU 03 Ä C cu o te 03 o.

s

c 0) p eo .«J .C •o

•s

co O ) m in en (T) o

z

• o » V + J CO 'S "S < 03 > 0) TJ a> TJ TJ E a> O m «3 É <

£

V o § •Ç) 43

1

£

43 V. O § in o> CD en O) r— c 03 O N ' 5 en z T J n> +•• V) '5 "E 03 > 03 03 1-03 < F o 03 X fv 1 -rv" ' t m (0 co co <3> CD r*- T— IV lO ' t LO fv

o

O) CO OT i-_ co"' CO* CS CO O O O OD r»" r>" co oo co co' CO CM CO oo «- CM rv o co O - • * lO «- co i n CM co 00 N CO i -* CM" * * c d co o ï * o d od * * * * o d * CM" tv" co" * „ j e s c o r-. c o i n i - o r» i - r-* £ r-* r-* r-*r-*cnr-*«-"r-* r-Tco"r-* r-* r-* r-* '""r-* - " - " " r-* co co" * CS o * o > LO i n es -l en « o 00 CS co CO ' t ' t ' t 00 r- iv O) CM CO t v CO i -' t -' t P> CS[ 03 e s «-" rv co" co" Cn Cn 0 0 CO 0 0 CM i n CO CM CM-CO 00 co i n co" i n i n oo co v' "~ ^" ' t in Ö * es in" * * * * ' t * m t" es * „3- Ö in rv" 't" * ' t * * t— »— f f t— f " V f T— f— T— T— »"™ m in 00 es o en o co en en co es m • - c o m rv 00 i n ' t es rv «- r» o 00 es CD CO ' t en CM 00 en ' t r-to «-0 «-0 e s t^> e n i n o co" CD r-" co es" 00 es en 00 o en p-s < o es* cd 00 en _* rv «o o e s rv o cn «- ._ ._ m en 1- ' t co c o r - ^ - * m o * e s o * * c o c n c M * o * ^ * , ƒ co * * o * * e s * m — * co co en rv 0 0 o> °°

co" in" ' t * od in" * o d c d * * °.'"l *1 R *, °*{ ^ ^ o d c o " c d * 0 0 * •« * * -~ -~ * * ~ ^ * *

i n co i n m co co* cd en es m O i n in en"* t 0 0 * r— rv L O * ' t ' t pC * *~ in 0 0 es in 00" T ~ es^ co" i n 00 00 fv en" "~ co 00 *~

q o

CM" CO" co IV en" en co 00 en" co en 00 en" 0 0 es es en" i v * * * * * * * * es re E o •o 03 0) "O cc c f . 'E e»-^ -o M f C = 03 _ h_ § , § ^ 0 : 0 : = re» °- N | S "r2r*r » .s ij •= r Ä S „ c e t i n g i c c a a t S » » » » TJ 0) CC re Q re o> c CL iv en co co es en , _ O CM S « « x x ï <S *i o o M g S B I L I L en 5. S T3 "O m ç - 3 •o S +-» re O m 03 °- > co 5. re re re « 2 ' w w k. ._ 03 _s ^ re co 0 ra c co re F +•< (0 w s: O 0) 4-» x-co • * " en in" eo en" CM 00"

o

in" 03 03 TJ TJ

1

03

(24)

Ol 0)

S

3

S s. o §

I

CO as a> T3 TJ 03 O m (0 (0 o 1rs en CO CO co CO T --o " os *-• in '3 "5 < 03 > 03 TJ 03 TJ TJ

1

03 O m (O RI

§ <

o

z

Im TJ m CD ^ ço " > "O - r co c < 03 03 1«- > 03 TJ 03 TJ •o

I

03 O m re

i<

o

z

in p m CD S « - . 2 c o ! < co » c ••* *•* o 03 E N co « 'it in

* * * * « <"l "* * t. * * * * *

C N C N C M CN CM CM CM CM CN i n , ^ in in , iq io n io * t in CM CN CM CN CM CM CM CN CM CN * * "t in in « i ß , * in co in * f ^1" * * * * in * ** in in » in i n ^ i n r t , m , „ m CMCM CM CM" «-^ CM" CMCM CM CN CM CM" CM CM" CM" CM" CM" CM CM CM in « 't » » in CM in » in 't » * * * in » * iq w , ini in co IO m , m , , in CM" CM" CM" CM" CM" CM" CM CM CM" CM" CM" CM" CM" CM" «-^ CM" CM" CM" CM" in in » * * » in in in * in in » * * * i n * in Tt in * in in in in CM » i n » » ml CM" CM" CM CM" CM" CM CM CM CM" CM CM CM" CM CM" CM" CM CM" CM CM"

^ "î. * "t. * * °l ^ *". * °i ^ * * * * "î. * r.

"I

"t. * t "* "l ^ t * "* * *

CMCM CM « - CN CM C M C M CM C M C M C M C M C M C M C N C M CN CM m m CM » m co * q in * * 1 1 ° l * "* * «*> * * t t . * °° * * » * « t • C N C M C M «-CM CMCM C M C M « - CM CM CMCM «- CM CMCM * * "l * ^. <H * °l "l * * t "l "* » t * » * * « « * * » * * «* • m *- * CM « - CM « - CM C M C M C M C N C M C M C M CM C M C M C M in in «* * œ ' t * in m. * * 't 't. 't * t„ * 't * * » *fr , * co , » m , m m » CM" CM" CM" « - C M CM CM CM CM CM CM CM CM" CM" T-" CM" CM" CM" * " l ° l * " l *".. * ^ t * * "* " l *1 * * * » » , CM r-K , N N r - CMCM « - C M C M C M « - CM i - C M C M « - CM « - CM

">'*'-.• °. "I * °l t • * t "l °° * "l * t * * "* t * * *-.. * * « * «- t *

C M C M C M O N « - C M C M C M « - CM CM C M C M « - CM C M C M t » n. t • N. t " » * " . • • t t t ^ * * » « » "t * * q , » » m * * * C M C M C M « - C M « - C M C M CN

* * 3* * 3* S* 5 32 3. • ». • .

3

. . .

* •

u

i * * "t * "i *

m CM" CM CM « - C N CM CM CM m CM"

• • °i • • °l • °i * °l * • • • *, S * * • • * 'H * •

N

. * • • »t * • *

CM O CM m CM" „ , r N * » CM * CM » " + » * * » C M m » » * * * * * » C O » » « ^ » » » CM CM CM CM CM" C N CM ' t CM"

e

o T 3 03 03 T 3

£&

• o 03 ce m O rs co co co CM co ,_ O C M • J <T3 03

•si

' t CM" CM" m CM" co CM" CM_ CM" co CM" ' t CM" CM CM cg CM" co CM" co co CM" 03 •32 03 X5 TJ Ë 03 es

(25)

S

S

I

eu Ci.

s

(U CO .<u

•s

•g eu 3

S

S O § 3 co 0 0 CU •a

1

a> m m

i<

o z r» p en 5J en +•> < - V) m co en "2 < en a> «- > tu 0) -o •o

I

0) O 03 a> -o

1

a> O m m m E h . o Z en « eu o> 53 o a> t .u H o co S X oo m r-» - «o CM r-r-" oo CM » -co -co * t ' t «O CM CM CM ? * CM CM t " CM en ^ «-co CM »-" ' t " CM CM i -CM W » - " C M " CM CM co co oo r - r » O O CO * CM CM T -co »-^ œ co" CM" r-" * CM CM r co « -CM -CM 20, 1 22, 8 00 CM CD_ CN r -0 -0 CO -0 -0 t CM « -in »t en r » co_ i - m t n co co" i-~ co" co" » - « - CM CM CM O 00 CM 00 «s en" co CM r - 00 * ^ N ' N i - ' O * CO" * * » - C M * - ^ r - CM CM CM en r-^ r-» o CM" * en" CM" r-»" C M « CM i -CM CM CO T - CO ' t * -Tf I ß Ifl CO 00 m co CO CD O i - CM r - r - CM CM N m oo en en CM m CM CM « - CM CM T - * o CM en * co" r-T d r->" o d * en CM CM CM T - « - CM CM CM * -CM CO "*" CM CO CM CM W CM c o en en CM co t «-^ r* co" en CM CM r * » -CM r - i n CM en" * »-" co" i ~ CM CM i n » t i n r v i n CM" in" d co" CM" I - t - CM CM CM CM CO^ CM^ ' t co r» * *-" en N T- T- T— T— 0 0 co CM * CO" CM~ CM » - C M (Q m E h . o Z co "O en 5 en +J »- S2 in .2 en c: en a> »- > < CD < 0 0 CD CM »t co" co" CM i » -« * O -«tf CM" r«." 't" N l r -r* «-^ i-^ lO CD od CM CM i -CM CM

cn£

°t

'P.

co" r»T en co CM" OO" CM i -c o CM" CM CM co c» co" oo" CM i -» - r~ *- en in co r« in *- oo CM C M C M « -i-> o co r-co co oo i^ in CM CM CM

't.

t

°R,

co" co" r*" CM CM T -CM ' 0 0 CM « -CO -CO r C * «" CM r» o oo c o en CM CM co co" VI l-J ^ »— »— • œ- » - * w c o CO 00 CM in oo CM CM ' t CM" 0 0 CD CO * t - * CD CM CM CM CM i m i -in oo en" oo" CM CM CM" en" CM »-t ' P . co" in" CM i -»-" oo" oo co d CM" CM CM CM CM co »t oo * * d * d co" * CM CM T -m t " CM o r— CM in oo" m -t" CM CM m co" CM co co CM m in d co" CM en co r»" r»" r-» ** r- CO CO O CM CM i -"t en * * r j * * ^ * ^ * ri**** c i c j * * * * * m * * * * * * ( & * * * CM en CM co CM 00 CM m"* CM 00 ^ * CM * CM en co"* CM m"* r»"* CM CM 0 0 * t d * r-."* CM r-en oo CM oo CM" CM CM co d * «" CM CM o r* t " * m" CM CM CM CM i n «o co" CM" CM CM i n CM_ CM" »-" CM CM px" »-" r - CM m CM co" co" CM CM CM CO CD" CM CM CM 0 0 CM" CM CM CO co" CM CM. co" CM en CM co t " CM CM 00 CM CO CM in CM en d CM +3 0 0 m m TD a> ce re O «-' JZ. .Ç? ' S E o T3 CU JU T3

£&

. 5 JE i> . t ; "o c CL •c -c É a a en-» 5 en o i p 03 m 'cZ TJ a> ce m € CM o e o 9: n CU T3 Q. r». en co co CM en uO N S x x

t) o °

e d d (Q C ,_ to - ^ • = c S o o o j t ü w co w m JZ lo O O (U

(26)

*-S

O V. Q .

S

s

I

CO to •8 o

S

to O § c « a to

?

CD x j CO XJ x>

I

CO CQ CO CO

§ <

r^ en O) CD o> o> XJ m CO +•< CO "5 "B < CD > CO XJ CO XJ XJ

I

CO O 03 (0 (0

§ <

co - o0 3

s »

O l * J < - .!2 O) a> «- > CD a> T3

I

CO O CQ LO O ) O l o> c co o N '5 CO re re E o

z

p CO + j CO '5 "5 CO > +•* CO CO 1 -< m < * • • CO E o j * h— co X co co „ to + , q ^ t » «o <H. * * * * <P. • ^ ^ " . * CO CN 00 T t CO CO CO **• CO CM CO CO r-> co o> cq ^- , i - ^ + t m CM CO CO CO CO ' t i« „ t » „ „, o> CN co + co co » « « „ IO , oi N to , ^ °°. ° l ^ " t • °°

rj-'co co" r f c o c o ' t ' t co CM" co" co «-^ co" oo" co" oo" ' t * *

CM 0 0 ^ , OlI , » CO CO O) , CO CO , , , , O , N 't 05 , i- T- CM CO CO CM CM CO CO CM CM i-r-^ r» CN CO CN CN CO CO CO CO co o + 05 , » œ CM co , in rs + + , # a> , ^ co n , co co co * co , co , , coj 't <* CO 't 't 't •* 't CO N 't 't TtTj-Tj-Tj-Tj- CO o n , mt + co en cq » " * < * > * „ , , < o » o> co co „ co * q m ^ , C N# , o •*ƒ r-^ CO CM CO CM C O " * CO f * CO P ) N CO ' t Co" CM CO CM r^ r^ cq , N <n + o> « I • • * « i <*! * °> * "> * * °> CO CO CO CO CO CO CO t t CO CO CO CM-CO t " * * « I . * CO r-» t O ) O l co co" CO * • «H * <*> 9. * *7- <H * * " ü> °5 * S * ° l • * *?>"?-• * T» * * v-/- * CO Tf ' t ^- 1" t CO CO CO ' t ' t co „ r» ' t co" co" ^ °> °i * ^ °°- * <°. ' t * * ^ °°. 9 * «H * «1 * * <° «"l * * °1 * * <o * «7 « * ^ CO * ^ * * * * ^ Tt ' t t CO * ' t

T- o> o + m»cei + < q i ot , « I "^ "^ # « l • ^ • * » ° l • * » * * o> • i o o > ,

C M C O C M COCM C N C N ^ f ' f r C N CO CN CNCO CN CM COCO

C O C M ^ » ^ C O » T f t N , , N N O ) , T f » C O » , CO CO ' t N ' t ' t • * ' t CO T- 0 0 0 5 ^ • * ^l * * «1 * 0 0 » O) 00 CO ' t CO N CO 00 00 • * « • * ® • "« • °» • • • • *•; "I • • * • • o * * t • • • *-i • • • c o c o c o c o » t o o ' t C O T t N < * C O C O a > * a > * c 0 . * * * * ^ . ( P . * * * * * « l * * CO T t CO N 't" N to * * * **c * * * t • * C O C O C O C O ^ - 0 0 C O C M ' t • * ° i * • ^ * S * - « * * * * * j - z > * * * * • - i * * " > • • * - t * * * CO CO 0 0 C O CO" N «-^

co" co" co" co" in 't"

* S- * * I} * H' * H~ * * * * 5 !^ * * * * * * * * "^ * * * °« * * *

^ t v ^ • co co ^> TJ CO cc J* u re o E o TJ CO CO T3 " - cc . E jc O V - E -g » o ^ CO

— .s

agmfccE

» O ) CO CD N O) ,_ O N re co

a. ?

<o 2 re x : co" N co" co co"

o

t " co ' t N co" co" 00 co" co" CD 2 CD XJ XJ Ë co CD

(27)

&

s

V i •C Ü3

s

s

03 •8 03

I

•a

a

s

o §

»5

03 xj <o •o T3 03 m ra m

§ <

o

z

co 5 co +-• co 1 co ^ < CD 0) - > 03 XJ m T3 -o 03 O CD (0 m

§ <

o 00 03 *•• 10 "5 "S < 03

>

03 X I 03 • o X I

1

03 CO ra ra

Ë<

B T 5f f l CD 't-« W

il<

O) 03 «- > c a 03 03 O 03 M I -03 CO O o od cd O CM pC CM m ' t CM i -d 't" •«t ' t in eg r-" co" in ' t cd co" ' t «-co eg" CM CO CM CO CO CO CM CO l O r > O T t t o t o o " < * ' t CO co ' t q d to cd * ' t ' t CM N O N od cd r-" ' t ' t co co in o CM m CM co ' t co ' t 't" cd p-T ^ ' t N

*~ *l

°-cd P«~ ' t * -* co co CM ' t ' t p» co q cd «o cd ' t CM CM i - i n ' t CM^ «-^ cd to CM CO CM i n p»" eg" CM t 00 ^ ' t co" * - CM ( O ( O cg in to cd ' t co q ps c d CM" in ' t e j t q in cd * ' t co to co co t -p-." cd t ' t T— CO O cd m ' t in co cd d t m t o P-« tv cd * in m r- en «s d CO ' t ' t CO CN ' t CM CD in m t CN ' t O^ N IO d in in in 1 — cd* t CO CM i -« - O CO ' t in co in CM ' t m to oo oo po d in in p-' <T> * co CO ' t ' t ' t oo o in ' t r* co t * t CO CM * m co p C * t co d * t co CM 't ' t co 't ' t ps* ' t co ' t CO o d ' t 00 cd ' t

q

cd i n

o *

' t co p - " * co co c d * co co ' t * co CM P-» CM CO P» t -cd -cd co co co o cd cd co co m CM_ cd d CM co co ' t

q

i n ' t CO in ' t

q

cd ' t ' t ' t co i n 't p* cd i n ' t p-" ' t K * ' t CM c d *

o

't * i n co p C * ' t 00 t

q

m m

d

co i n CM co od ' t to cd in cd in co in co co co p* * od co ' t t ' t t co PN CM N N «-' * od in * in cd * * cd t " cd t CO CO t t - CO CM CO CO CM « - ' t CM * CM* O * i - O 00 m in co CM t i n CM m m ' t co co co in in in co co CM CM * ' t in co in od CM CO m t " eg co co CM

d

CM CO 00

d

co <N cq r-" in co co ' t in eg in ' t co co co cd od * ' t CM tô in CM co co ej cd cd co ' t ' t PN

d *

in ' t ' t co d ' t 0 0 m co

d

' t co cd ' t co co ' t en t cq CD <-" * co co co co cd d co co T - CM ' t ó> CO CM O N r»" p»" CO CM CO CM t co o in ' t co ' t co o » - co * * i n * * e d * i n * o * * * * c d t " * * * * * p-T* * O * * * P C * * * ' t ' t ^ t i n ' t ' t ' t w ' t oo ' t co in m - * * * * pC *•" ' t ' t co in co cd t * * co in co co c d * * c d * d * ' t * * * ' t <* t ' t N N CO d o * * * * * ' t ' t co co CM" • * pC * * • ' t ' t in cd in co oo

d * * *

<rt-m m cd t cd

o

o"

m m co CM ' r-t in oo co" t -o 03 cc ra O +•» o ra \P co

< 3 ^

03 ra — ra 03 . t : x i f? c c c o r a c co eg" m E o X I 03 03 X I

£ •

03 4_, co-in q PN i d 0 0 ' t p% i n p<" cd ' t ' t in m 00" 't * * * * * 0" i n en eg" m in in ' t 03 s

._

t

S «E

m ra ra o .0 n c . E 03 CQ 0 . CC

èTë£

03 03 03 X I .Q S3 CM o «n N < m u u ü u ü j j j j j P* co to co CM CO w o eg o o, IS g g g 0 . 2 T 3 T 3 Ä 03 03 03 03 5 0- Cu cc cc 03 , _ «3 . * =

« a .s €

*-> ra n^ < ia 5 ^ ra ra ra S .E C " O O O Ï : Ü o . i c c c c ï o 0 3 . S r a r a o o o < = 3 c c c c œ w c o c n c o c r t c o ra ra 3 ra £3 ra 1 -VI 0 CQ C ra 03 , • ; "E

5

CM CM~ CO cd •>t CD in" ' t co co CM CD 0 0 00^ cd ' t co ' t co 0 0 in co in cd ' t O) cd ' t en cd ' t CN ' t O cd ' t co cd ' t 03 03 XI TJ E 03

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het laatste kwart van onze eeuw wordt gekenmerkt door snelle technologische ontwikkelingen. Dat geldt bijzonder sterk voor de informatietechnologie. T ele- communicatie en computer

Objectives This study describes the impact of cash grants and parent- ing quality on 854 children aged 5–15 (South African and Malawi) on educational outcomes including

Daar is veral vyf pogings om aan te toon dat die homoseksualiteit waar- teen Paulus dit hier het ’n perverse soort is en dat ons daarom nie Romeine 1:26-27 kan gebruik

In de zorg betekent de toenemende diversiteit dat voor de één individueel maatwerk belangrijk is, terwijl voor een ander juist de inbedding van zorg in een gemeenschap van belang

In die tweede fase word die hele gemeenskap ingesluit, want hier word 'n gemeenskaplike voorvader vereer (Hearn, 1907:92;94). In die derde fase van Shinto is die

Registreer hier de bijzonderheden over de beleving.. b) Aanbeveling: ​ ​ Bij meisjes signaleren van lichamelijke aspecten ten aanzien van de seksuele ontwikkeling. Bijzonderheden

[buitenmaat). Hierdoor zouden slechts zeer kleine hoeveelheden water uit de put gewonnen kunnen worden voor bijvoorbeeld drinkwater en water voor persoonlijke verzorging.

-In meicirculaire 2014 meer inzicht, ook in meerjarige ontwikkeling (informatie beschikbaar eind juni 2014) -Vanaf 2016 worden middelen verdeeld via objectief