• No results found

Tinder and quarterlife : love at first ‘swipe’?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Tinder and quarterlife : love at first ‘swipe’?"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tinder & Quarterlife

Love at first ‘swipe’?

Roxanne van Leeuwen

Bachelorproject Klinische Psychologie, Universiteit van Amsterdam

Studentnummer: 10363726 Begeleider: dr. Mark Spiering Datum: 28 mei 2015 Aantal woorden: 5645

(2)

2 Samenvatting

Tinder is een nieuwe mobiele dating-Applicatie, die vooral populair is onder Quarterlifers. Quarterlifers, jongvolwassenen met de leeftijd tussen de 18 en 30 jaar, bevinden zich in de overgang van puberteit naar volwassenheid. De ontwikkeling en exploratie van romantische relaties spelen een grote rol in deze overgang. Informele artikelen en sociale media hebben hun stempel gedrukt op Tinder als een ongeschikte manier van de zoektocht naar liefde. Er is echter nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar Tinder. Middels een vragenlijstonderzoek werd onderzocht wat de doelen voor het gebruik en de uitkomsten van Tinder zijn. Er werd gefocust op het verschil tussen mannen en vrouwen, en ‘jonge’ en ‘oude’ quarterlifers. In totaal deden 256 quarterlifers mee aan het onderzoek. Het bleek dat mannen significant hoger scoren op het doel Seks in vergelijking met vrouwen. Ook bleek dat ‘oude’ quarterlifers significant hoger scoren op het doel Seks in vergelijking met ‘jonge’ quarterlifers. Onafhankelijk van geslacht en leeftijd werd er op het doel

Vermaak/tijdverdrijf het hoogst gescoord in vergelijking met de andere doelen. Deze bevinding

bevestigt het beeld wat werd geschetst in informele artikelen. Hoewel dit onderzoek een aantal beperkingen heeft, geeft deze wetenschappelijke exploratie het een eerste inzicht in het gebruik van Tinder onder quarterlifers.

(3)

3 Inleiding

"Tinder is how people meet. It's like real life but better. Tinder is the fun way to connect with new and interesting people around you. Swipe right to like or left to pass. If someone likes you back,

it’s a match!” (www.tinder.com). Met deze propaganda poogde de nieuwe mobiele dating-Applicatie (App) Tinder, de dating-wereld te veroveren. En niet geheel zonder succes is gebleken, Tinder kent in Nederland maar liefst 1.2 miljoen gebruikers en is daarmee een van de meest populaire Apps van dit moment. Deze dating-App wordt vooral gebruikt door jongvolwassenen. Een belangrijke ontwikkelingstaak in deze periode is het onderzoeken en vormen van romantische relaties. De wijdverspreide aard van deze App onder deze doelgroep roept een aantal interessante vragen op. Bijvoorbeeld over de doelen en de uitkomsten van het gebruik van Tinder. Welke verschillen zijn er in het Tindergebruik tussen mannen en vrouwen en tussen ‘jong’ en ‘oud’. Tinder blijkt een aantrekkelijke optie te zijn voor jongvolwassenen, maar is Tinder wel dé manier voor het vinden van een partner?

De integratie van het internet en mobiele apparaten in het dagelijks leven van individuen heeft een fundamentele verschuiving tot gevolg gehad. In het bijzonder is de manier waarop we verbonden zijn en in contact staan met anderen veranderd (Sprecher, 2009). Het gebruik van online communicatietechnologie, zoals Social Networking Sites (SNS), is uitgegroeid tot een middelpunt in het (sociale) leven van jongvolwassenen (Hall, 2014; Fox & Warber, 2013). SNS zijn virtuele communicatiemedia waarin interpersoonlijke relaties centraal staan. Gebruikers creëren een individueel online profiel en presenteren zich aan anderen in woord en beeld over hun dagelijkse ervaringen. Daarbij worden ook de profielen van andere gebruikers bekeken en becommentarieerd. Volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is 91% van jongvolwassenen in Nederland actief op een SNS zoals Facebook. SNS worden voornamelijk gebruikt om vriendschappen te initiëren en te onderhouden. Ook komen steeds vaker romantische relaties tot stand via digitale ontmoetingen. Met de introductie van Tinder in 2013 is online daten toegankelijker gemaakt.

(4)

4 Tinder is de heteroseksuele versie van Grindr, een oudere dating-App om homoseksuele of biseksuele mannen met elkaar in contact te brengen. De doelgroep van Tinder is breder, men kan zelf aangeven van welke sekse men foto’s wilt zien en tussen welke leeftijdsrange. De App maakt gebruik van informatie uit het Facebookprofiel van gebruikers, om de gebruiker te presenteren aan potentiele kandidaten voor een date. Opvallend aan Tinder is dat beslissingen over het wel/niet aangaan van een match oppervlakkig en laagdrempelig gemaakt worden. Men krijgt profielen van verschillende kandidaten te zien en kan dan middels een simpele veeg (swipe), in een fractie van een seconde afkeuren of goedkeuren. Personen die goedgekeurd worden krijgen een hartje, door naar rechts te swipen. Personen die afgekeurd worden, krijgen een kruisje door naar links te swipen. Als de betreffende kandidaat wederzijdse interesse toont, dan ontstaat een match en kan men chatten. Tinder beantwoordt daarmee aan een intrinsieke menselijke behoefte om tot een initiatie van een relatie met een romantische c.q. seksuele partner te komen. Levinger (1974, aangehaald in Sprecher, 2009) heeft een model ontwikkeld voor relatie-initiatie. Volgens dit model bestaat relatievorming uit vijf fasen: (1) initiële aantrekkingskracht, (2) bouwen van een relatie, (3) continuatie, (4) deterioratie en (5) beëindiging. De eerste twee fasen worden gefaciliteerd door Tinder, namelijk de initiële aantrekkingskracht waarop men bepaald of men wel of niet interesse toont, en het bouwen van een relatie waarvoor men de kans krijgt zodra men een match heeft en kan chatten. Op basis van dit model zou men kunnen aannemen dat Tinder gebruikt kan worden om waardevolle romantische relaties mee te starten.

Tinder vindt zijn populariteit vooral bij jongvolwassenen met de leeftijd tussen de 18 en 30 jaar, de zogenaamde quarterlifers. Quarterlifers bevinden zich in een transitieperiode; de overgang van de puberteit/adolescentie naar de volwassenheid. Belangrijke ontwikkelingstaken in deze periode zijn het verkrijgen van autonomie en het vormen van een volwassen identiteit in interactie met leeftijdsgenoten (Erikson, 1968, aangehaald in Horst, 1995; Arnett, 2000). Onder deze interactie valt ook het hebben van seksuele en romantische relaties met anderen. Bij het succesvol volbrengen van deze transitieperiode, zijn de ontwikkeling van twee vaardigheden belangrijk: zelfpresentatie en zelfonthulling. Zelfpresentatie is het selectief presenteren van het zelf aan anderen. Hierbij leert men zichzelf te presenteren en zichzelf aan te passen op basis van reacties van anderen. Dit stimuleert de

(5)

5 ontwikkeling van identiteit, intimiteit en seksualiteit. Zelfonthulling is het onthullen van intieme aspecten van iemands ware zelf. Zelfonthulling helpt daarom bij het valideren van de geschiktheid van de medegedeelde cognities, emoties en gedragingen. Zelfonthulling kan worden ingezet voor de ontwikkeling van intimiteit en waardevolle romantische relaties. Het zorgt ook voor meer serieuze vriendschappen en relaties doordat men via het principe van wederkerigheid meer informatie met elkaar zal delen (Valkenburg et al., 2011; Sprecher et al., 2004). Op zowel de zelfpresentatie als de zelfonthulling ontvangt men feedback van de omgeving. Door de ontvangen feedback, zal stap voor stap de sociale identiteit gerepeteerd en gevalideerd kunnen worden tot een geïntegreerd geheel (Valkenburg et al., 2011). Quarterlifers promoten deze eigen groei en verandering in de sociale context van hun leven om aan opkomende ontwikkelingstaken te voldoen (Lerner & Castellino, 2002). Deze leeftijdsgroep houdt zich vooral bezig met het exploreren van relaties om zich goed voor te kunnen bereiden op een stabiele romantische relatie (Arnett; Connolly & Mclsaac, 2009; Tuval-Mashiach & Shulman, 2008). Zoals hierboven al werd vermeld, bevind de sociale context van de huidige quarterlifers zich grotendeels binnen de digitale communicatietechnologie. SNS zijn gevoelig voor veel van de ontwikkelingsbehoeften van quarterlifers, inclusief hun behoefte aan intieme verbinding en sociale identiteit. Tinder staat voor ongecompliceerd daten, welke aansluit bij de exploratieve fase van quarterlifers.

Waar jaren geleden online-dating sites nog gezien werden als een wanhopige en ongemakkelijke manier om zich te adverteren, is het tegenwoordig meer een acceptabele manier om potentiële partners te vinden. Dating sites zijn in de algemeenheid in populariteit gestegen en worden niet alleen meer gebruikt door volwassenen maar ook door jongvolwassenen. Zo heeft één op de tien volwassenen wel eens een dating site of App gebruikt (Smith & Duggan, 2013). Tinder is een goed voorbeeld van hoe geaccepteerd en toegankelijk het online-dating is geworden.

Er is nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar Tinder. Wel zijn er veel informele artikelen die Tinder beschrijven. Deze artikelen beschrijven dat Tinder vooral geschikt zou zijn voor het vinden betekenisloze seks en het zo veel mogelijk scoren van dates (zie bijvoorbeeld: Spitsnieuws, 2014; NOS, 2014; NRC Handelsblad, 2014). Hoewel dit geen wetenschappelijke evidentie is over hoe Tinder gebruikt wordt, geven deze populaire media wel inzicht in de kijk van mensen op Tinder. Om

(6)

6 te beoordelen of deze stempel terecht is, is wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van de populaire App nodig.

In deze these staan doelen en uitkomsten van Tindergebruik bij quarterlifers centraal. Specifiek wordt onderzocht of en welke verschillen er bestaan tussen (1) mannelijke en vrouwelijke quarterlifers en (2) jonge-quarterlifers en oude-quarterlifers.

Mannen versus vrouwen

Eerder onderzoek heeft aangetoond dat mannen en vrouwen (seksuele) relaties verschillend beleven en verschillende doelen hebben in het nastreven van dergelijke relaties. Het blijkt bijvoorbeeld dat mannelijke studenten meer bezig zijn met hooking up waar vrouwelijke studenten meer bezig zijn met het vinden van een intieme relatie (Bradshaw et al., 2010). Hooking up is een seksuele afspraak tussen twee vreemden van elkaar of twee vaag bekenden (Paul et al., 2000; Bradshaw et al., 2010). Een wetenschappelijk perspectief die dit verschil in seksueel gedrag verklaard zijn de socio-biologische benadering en ouderlijke-investeringstheorie, die stelt dat mannen en vrouwen verschillende doelen hebben omdat ze anders geëvolueerd zijn (Oliver & Hyde, 1993; Trivers, 1972). Een vrouw kan slechts één keer per periode van 9 tot 12 maanden bevrucht worden waar een man zich achtereenvolgens kan voortplanten. Daarnaast maakt een vrouw een grotere ouderlijke investering door de kinderen bij zich houden en opvoeden, terwijl een man indien er geen langdurige romantische relatie is ontstaan, van het toneel kan zijn verdwenen (Trivers, 1972, aangehaald in Oliver & Hyde, 1993). Dit betekent dat een vrouw vanwege beperkte productievermogen van eicellen en een grotere investering te verliezen heeft, selectiever is in het kiezen van een voortplantingspartner dan een man. Op basis van dit verschil in selectiviteit en ouderlijke investering stelt men dat mannen veel meer open staan voor seksuele avonturen dan vrouwen, die veel meer bezig zijn met het vinden van een betekenisvolle relatie (Oliver & Hyde, 1993).

De laatste dertig jaar is de situatie voor vrouwen veranderd door de komst van voorbehoedsmiddelen zoals de anticonceptiepil. Hierdoor kan de vrouw nu zelf bepalen op welk moment ze ontvankelijk is voor voortplanting. Het verschil in seksualiteit, ontstaan door evolutie,

(7)

7 tussen mannen en vrouwen is wel degelijk vager geworden, door bijvoorbeeld de toegankelijkheid van anticonceptie en de meer accepterende houding tegenover seksualiteit. Onderzoek laat zien dat het stigma van vrouwelijke seksuele exploratie verminderd is (Banker et al., 2010; Meier et al., 2009). Echter, onderzoek heeft uitgewezen dat vrouwen nog steeds meer negatieve associaties hebben met

hooking up en minder comfortabel zijn met idee van betekenisloze seks (Vanwesenbeeck, 2009;

Burdett et al. 2009). Daarbij kost evolutionaire aanpassing aan de hernieuwde omgeving tijd, waardoor men er van uit kan gaan dat het verschil in genderrollen nog wel degelijk bestaat.

Een aanvullende theorie die de genderverschillen in romantische relaties verklaart is de scripttheorie (Gagnon & Simon, 1969). Volgens deze theorie zijn seksualiteit en seksueel gedrag sociale processen, welke worden gerepresenteerd aan de hand van scripts. Drie niveaus van scripts worden onderscheiden: culturele scenario’s, interpersoonlijke scripts en intrapsychische scripts. Een cultureel scenario roept een bepaald interpersoonlijk script op, waarin een interactie ontstaat met een ander persoon. Intrapsychische scripts zijn de verwachtingen vanuit iemand zijn interne gedachtegang. Deze scripts bestaan uit de individuele richtlijnen voor gepast seksueel gedrag gevormd door culturele opvattingen en interacties met anderen. De scripts van mannen en vrouwen zijn tegenovergesteld en vullen elkaar ook aan (Wiederman, 2005; Sakaluk et al., 2012). De scripts van mannen richten zich vooral op fysiek perspectief van seksualiteit, terwijl vrouwen een meer relationeel perspectief van seksualiteit hebben (& Clark, 2006; Sakaluk et al.).

Beide theorieën ondersteunen elkaar en stellen dat mannen meer dan vrouwen zich richten op seks/voortplanting en dat vrouwen zich meer dan mannen richten op stabiele relaties. Op basis hiervan zijn een tweetal hypothesen opgesteld. Hypothese 1 stelt dat mannen in vergelijking tot vrouwen Tinder meer gebruiken met als doel seks. Hypothese 2 stelt dat vrouwen in vergelijking tot mannen Tinder meer gebruiken met als doel romantische relatie.

Jonge versus oude quarterlifers

Volgens Arnett (2000) hebben de meeste quarterlifers het geloof dat men hoort te experimenteren met romantische relaties, om zich adequaat voor te bereiden voor de serieuze relatie. Deze experimentele fase wordt gefaciliteerd en ondersteund door de sociale media. Erikson (1968)

(8)

8 stelt dat in het begin van deze leeftijdsfase men de focus heeft om zijn eigen identiteit te ontwikkelen en te integreren tot een geheel. Exploratie staat in deze fase centraal, men is nog niet op zoek naar een vaste relatie want men is nog vooral bezig met zelfontwikkeling. Pas als de identiteit is ontwikkeld, door middel van de eerder besproken zelfpresentatie en zelfonthulling, kan men overgaan tot het vinden en vormen van waardevolle romantische relaties. Op basis van deze ontwikkeling, is het aannemelijk dat deze verschuiving zichtbaar is en dus dat gedurende de quarterlife men zal veranderen van focus in doelen voor het aangaan van seksuele/romantische relaties. Dit is consistent met eerder onderzoek dat heeft aangetoond dat quarterlifers met een oudere leeftijd meer zijn geëngageerd in romantische relaties dan quarterlifers met een jongere leeftijd (Montgomery, 2005). De ‘jonge’ quarterlifers zullen vooral nog bezig zijn met het exploreren van relaties en het integreren van de identiteit als geheel. De ‘oude’ quarterlifers zullen al een beter geïntegreerde identiteit hebben en al meer klaar zijn voor een serieuze en waardevolle romantische relatie.

Een tweetal hypothesen werden opgesteld. Hypothese 1 stelt dat de ‘jonge’ quarterlifer in vergelijking tot de ‘oude’ quarterlifer Tinder meer zou gebruiken voor experimentele en explorerende doeleinden. Hypothese 2 stelt dat "oude quarterlifer in vergelijking tot de ‘jonge quarterlifer’ Tinder meer zou gebruiken voor relationele doeleinden.

Hypothesen werden onderzocht middels een zelf-gerapporteerde vragenlijst waarin verschillende demografische gegevens werden uitgevraagd alsook de verwachtingen, doelen en uitkomsten van het Tindergebruik. Ook werd gevraagd naar de doelen op romantisch gebied buiten Tinder en naar de tevredenheid over het gebruik van Tinder. De vragenlijst is op basis van het eerder besproken onderzoek van Van de Wiele (2007) opgesteld.

Op basis van de bovenstaande opgestelde hypothesen werd verwacht dat: (1) Mannen meer seks als motief rapporteren dan vrouwen. (2) Vrouwen meer romantische relatie/vriendschap als doel rapporteren dan mannen. (3) Jonge quarterlifers meer seks als doel rapporteren dan oude quarterlifers. (4) ‘Oude’ quarterlifers meer romantische relatie als doel rapporteren dan jonge quarterlifers. Verder werd nog exploratief gekeken naar de uitkomsten van het Tindergebruik, tevredenheid over het Tindergebruik en de samenhang tussen de doelen en uitkomsten van het Tindergebruik.

(9)

9 Methode

Deelnemers

Deelnemers waren 256 quarterlifers. Deze deelnemers zijn geworven met behulp van social media platforms (N = 210), zoals Facebook, en het uitdelen van papieren versies (N = 46) op verschillende scholen in de omgeving van Amsterdam. Inclusiecriteria waren (1) leeftijd vanaf 18 tot en met 30 jaar, (2) gebruik maken van Tinder, (3) en adequaat begrip van de Nederlandse taal. In totaal werden 184 quarterlifers in het onderzoek geïncludeerd, waarvan 78 man en 106 vrouw. Deelnemers werden geïncludeerd in maart en april 2015.

Materialen

De Quarterlife & Tinder vragenlijst werd speciaal opgesteld voor dit onderzoek en meet de verwachtingen, doelen en uitkomsten van het gebruik van Tinder (zie Bijlage 1). De vragenlijst bestaat in totaal uit 15 items.

Er werd één item geformuleerd om het doel van Tindergebruik te meten. Het item werd als volgt geformuleerd: “Op Tinder wil ik het liefst bereiken.” De vraag kon worden beantwoord door middel van zes 7-puntsschalen van niet van toepassing (1) tot volledig van toepassing (7) bij de volgende antwoordmogelijkheden: Zelfvertrouwen, Seks, Vriendschap, Vermaak/tijdverdrijf,

Romantische relatie, Daten/afspreken. Deze antwoordmogelijkheden zijn overgenomen van de

referentie (van de Wiele, 2007). In dit onderzoek is vooral ingegaan op de antwoordmogelijkheid Seks en Romantische relatie.

Er werd één item geformuleerd om de uitkomst van Tindergebruik te meten. Het item werd gesteld met de vraag: “Wat heb ik bereikt met Tinder.” De vraag kon worden beantwoord door middel van zes 7-puntsschalen van dezelfde soort als hierboven besproken. Er werd één item geformuleerd voor het doel van Tinder. Het item werd gesteld met de vraag: “Op Tinder heb ik bereikt.” In dit onderzoek is vooral ingegaan op de antwoordmogelijkheden Seks en Romantische relatie.

(10)

10 Er werd één item geformuleerd om de doelen die de deelnemer op dit moment had op romantisch gebied te meten. Het item werd gesteld met de vraag: “Op dit moment zou ik op romantisch/seksueel gebied graag willen …”. De vraag kon worden beantwoord met behulp van de volgende antwoordmogelijkheden: vriendschappelijke relatie, romantische relatie, seks en overig met open antwoordmogelijkheid.

Er werden twee items geformuleerd voor leeftijd. Zowel een objectieve operationalisatie, namelijk de leeftijd van de deelnemer, als een subjectieve operationalisatie, namelijk het gevoel van volwassenheid van de deelnemer. De objectieve leeftijdsvraag werd gesteld als "Ik ben ... jaar oud" waarbij men via een open antwoord zijn/haar leeftijd kon doorgeven. Het subjectieve volwassenheidsitem werd als volgt geformuleerd: “Op een schaal van 1 tot 7 voel ik mij …”. De vraag kon worden beantwoord door middel van een 7-puntsschalen van adolescent tot volwassen.

Er werd één item geformuleerd voor de tevredenheid met Tinder. Het item werd gesteld met de vraag: “In hoeverre ben je tevreden met Tinder?” De vraag kon beantwoord worden door middel van vijf keuzemogelijkheden van heel erg ontevreden (1) tot heel erg tevreden (7).

Er werden vier items geformuleerd voor persoonlijke vragen. Hieronder valt sekse, opleidingsniveau, seksuele voorkeur en relationele status. Er werden twee items geformuleerd voor het Tindergebruik. Hieronder vallen de vragen over het wel/niet gebruiken van Tinder en over de Tinderfrequentie.

Procedure

Alle studieprocedures werden goedgekeurd door de Medisch Ethische Commissie van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De studie bestond uit het uitzetten van de vragenlijst, die op basis van eerder onderzoek (van de Wiele et al., 2007) en consensus tussen de onderzoekers is samengesteld. Alle deelnemers werden geïnformeerd via een informatiebrochure en gaven toestemming voor het gebruik van gegevens door de vragenlijst in te vullen en op te sturen.

De vragenlijst werd zowel online als op papier aangeboden. De online vragenlijst was beschikbaar via Qualtrics, een survey-software programma, waarvan de link naar de vragenlijst werd verspreid via social media platforms (Facebook). De papieren versie werd uitgedeeld en daarna gelijk

(11)

11 weer ingeleverd bij de verantwoordelijke onderzoeksleider, op dat moment aanwezig. De papieren versie is uitgedeeld op de Universiteit van Amsterdam en verschillende ROC scholen.

Analysen

Om verwachtingen 1 en 2 te testen werden t-testen voor onafhankelijke steekproeven uitgevoerd, om te kijken hoe mannen en vrouwen verschillen bij de verschillende doelen van het Tindergebruik. Om verwachtingen 3 en 4 te testen werd een correlatiematrix geïnspecteerd. Daarnaast werden leeftijd en mate van volwassenheid gedichotomiseerd op de mediaan, om op die manier twee gelijke groepen te creeëren, en werden vervolgens de gemiddelden van de verschillende groepen onderzocht met t-testen voor onafhankelijke steekproeven.

Verder werd er nog exploratief naar de data gekeken, zoals naar de uitkomsten van het Tindergebruik en naar de tevredenheid van het Tindergebruik. Dit werd door middel van t-testen en correlatiematrixen gedaan.

De richtlijnen voor de interpretatie van effectsizes en correlaties werden gevolgd vanuit Cohen (1988, aangehaald in De Boo & Spiering, 2009): d = .20 en r = .10 zijn kleine effecten, d = .50, r = .30 zijn middelmatige effecten, d = .80 en r = .50 zijn grote effecten.

(12)

12 Resultaten

Steekproefbeschrijving

256 deelnemers begonnen aan de vragenlijst. In totaal was data van 184 deelnemers geschikt voor analyses; 30 deelnemers werden geëxcludeerd omdat zij geen vragen hadden beantwoord of omdat zij missende waarden hadden op doel en/of uitkomsten, negen deelnemers werden geëxcludeerd omdat zij buiten de leeftijdsgrens van 18 tot en met 30 vielen, en 31 deelnemers werden geëxludeerd omdat zij aangaven nooit Tinder gebruikt te hebben. De demografische gegevens van de geïncludeerde deelnemers wordt gepresenteerd in Tabel 1. Er werden geen significante verschillen in demografische gegevens gevonden tussen de geïncludeerde en geëxcludeerde deelnemers.

Tabel 1. Demografische Gegevens van de Steekproef Opgesplitst naar Sekse.

Mannen vs. Vrouwen

Allereerst werd gekeken naar de gemiddelde score van de mannen en vrouwen op de doelen

Seks en Romantische relatie van het Tindergebruik. Deze zijn beschreven in Tabel 1.

Demografische gegevens Man Vrouw

Aantal 78 (42%) 106 (58%) Leeftijd objectief, M (SD) 22.2 (3.0) 21.9 (2.4) Leeftijd subjectief, M (SD) 5.2 (1.4) 4.4 (1.5) Relationele status, N (%) Single Relatie 54 (69%) 23 (30%) 76 (72%) 25 (24%) Seksualiteit, N (%) Homoseksueel Heteroseksueel Biseksueel 29 (38%) 49 (62%) 0 (0%) 24 (23%) 73 (69%) 9 (8%) Opleidingsniveau, N (%) MBO HBO WO 21 (27%) 24 (31%) 49 (42%) 11 (10%) 28 (26%) 67 (64%)

(13)

13 Tabel 1. Gemiddelde Score op Seks en Romantische relatie als Doel voor Tindergebruik, opgesplitst

naar Sekse

Man Vrouw

Seks 3.38 (2.20) 2.00 (1.99)

Romantische relatie 3.29 (2.32) 3.29 (2.25)

Uit de t-test voor onafhankelijke steekproeven bleek dat mannen significant hoger scoren op het doel Seks voor Tindergebruik dan vrouwen, t(169) = 4.29, p < .001, d = .66. Dit resultaat bevestigd hypothese 1. Hypothese 2 werd verworpen, er werd geen significante verschil gevonden tussen mannen en vrouwen in het doel Romantische relatie voor Tindergebruik. Mannen en vrouwen scoren gemiddeld even hoog op dit doel, zie Tabel 1 en Figuur 1.

Er zijn geen significante verschillen tussen mannen en vrouwen gevonden in uitkomsten van Tindergebruik.

Figuur 1. De gemiddelde score per doel van Tindergebruik opgesplitst naar sekse

0 1 2 3 4 5 6 Man Vrouw

(14)

14 Jong vs. Oud

Tegen verwachting bleek de objectieve leeftijd (leeftijd berekend vanaf geboortejaar) niet gecorreleerd te zijn met de subjectieve leeftijd (het gevoel van mate van volwassenheid): r = .089, p = .233. Beide variabelen worden daarom hieronder apart behandeld.

Objectieve leeftijd

De correlatiematrix voor de relatie tussen objectieve leeftijd en doelen wordt gepresenteerd in Tabel 2. De doelen Seks, Romantische relatie en Daten/afspreken bleken significant positief gecorreleerd te zijn met de leeftijd van de deelnemer: hoe hoger de leeftijd van de deelnemer, hoe hoger hij/zij scoort op de doelen Seks, Romantische relatie en Daten/afspreken bij het gebruiken van Tinder.

Om het verschil tussen ‘jonge’ en ‘oude’ quarterlifers per subgroep te kunnen onderzoeken, werd leeftijd gedichotomiseerd naar de mediaan: 22, zodat er gelijke groepen ontstaan. Met de leeftijd dichotoom is een t-test voor onafhankelijke steekproeven uitgevoerd. Uit deze test kwam naar voren dat het gemiddelde van jonger zijn dan 22 verschilde het gemiddelde van ouder zijn dan 22 ouder zijn op het doel Seks; t(168) = 2.32, p < .023, d = .28. Hoe ouder iemand is, hoe hoger de score op het doel

Seks.

De correlatiematrix voor de relatie tussen objectieve leeftijd en uitkomsten wordt gepresenteerd in Tabel 3. De uitkomsten Vermaak/tijdverdrijf en Daten/afspreken bleken significant gecorreleerd te zijn met de leeftijd van de deelnemer. Hoe ouder de deelnemer, hoger de leeftijd van de deelnemer, hoe hoger hij/zij scoort op Vermaak/tijdverdrijf en Daten/afspreken als uitkomst bij het gebruiken van Tinder.

Met de leeftijd dichotoom is een t-test voor onafhankelijke steekproeven uitgevoerd. Uit deze test kwam naar voren dat het gemiddelde van jonger zijn dan 22 verschilde het gemiddelde van ouder zijn dan 22 ouder zijn op de uitkomst Seks; t(160) = 2.54, p = .012, d = .40, en Daten/afspreken;

t(160) = 3.33, p < .001, d = .52. Hoe ouder iemand is, hoe meer Seks en Daten/afspreken als uitkomst

(15)

15

Subjectieve leeftijd

De Tinderdoelen Vriendschap, Vermaak/tijdverdrijf en Romantische relatie bleken significant gecorreleerd te zijn met de kwalitatieve leeftijd van de deelnemer, zie Tabel 2. Hoe meer volwassen de deelnemer zich voelde, hoe hoger de deelnemer scoorde op doelen Vriendschap en Romantische

relatie bij het gebruiken van Tinder. Deelnemers die aangaven een lage(re) mate van volwassenheid

te voelen, scoorden hoger op het doel Vermaak/tijdverdrijf bij het gebruiken van Tinder.

Hierna is gevoel van volwassenheid gedichotomisseerd naar de mediaan: 5. Met het gevoel van volwassenheid als dichotome variabele t-test voor onafhankelijke steekproeven uitgevoerd. Uit deze test kwam naar voren de verschillen voor een hoog en laag gevoel van volwassenheid significant verschilden bij het doel Romantische relatie, t(165) = 3.68, p < .001, d = .91. Hoe meer volwassen iemand zich voelde, hoe hoger hij/zij scoorde op het doel Romantische relatie.

De Tinderuitkomsten bleken niet significant te correleren met de kwantitatieve leeftijd van de deelnemer, zie Tabel 2.

Tabel 2. Correlatiematrix voor Leeftijd, Mate van Volwassenheid & Doelen van het Tindergebruik.

Note. *p < .05, **p < .01 1 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 1. Leeftijd ,089 ,019 ,180* ,030 ,015 ,172* ,295** 2. Mate van volwassenheid -,023 ,112 ,243** -,179* ,322** ,142 3. Zelfvertrouwen ,020 ,236** ,265** ,081 ,106 4. Seks ,158* -,129 ,323** ,384** 5. Vriendschap ,016 ,393** ,229** 6. Tijdverdrijf/ vermaak -,257** -,158* 7. Romantische relatie ,699** 8. Daten/ afspreken

(16)

16 Tabel 3. Correlatiematrix voor Leeftijd, Mate van Volwassenheid & Uitkomsten van het

Tindergebruik.

Note. *=p<.05, **=p<.01.

Exploratief

Tussen alle verschillende doelen en uitkomsten was er significante positieve samenhang, ongeacht de sekse en leeftijd. De correlatie tussen doel en uitkomst Zelfvertrouwen was r = .546, p < .001. De correlatie tussen doel en uitkomst Seks was r = .432, p < .001. De correlatie tussen doel en uitkomst Vriendschap was r = .417, p < .001. De correlatie tussen doel en uitkomst

Vermaak/tijdverdrijf was r = .397, p < .001. De correlatie tussen doel en uitkomst Romantische relatie

was r = .259, p < .001. De correlatie tussen doel en uitkomst Daten/afspreken was r = .530, p < .001. Hiermee kan de voorzichtige aanname worden gedaan dat Tinder zijn doel faciliteert.

Dit gegeven is niet terug te vinden in de tevredenheid over het gebruik van Tinder, zowel de mannen als vrouwen hebben 0 keer heel tevreden als antwoordoptie gekozen en vrijwel alleen maar

ontevreden of neutraal als antwoordoptie gekozen, zie Tabel 4.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

1. Leeftijd .089 .010 .144 .117 .159* .036 .203**

2. Mate van volwassenheid -.059 -.075 .075 -.104 .094 -.032

3. Zelfvertrouwen .234** .361** .185* .190* .291** 4. Seks .331** .254** .430** .604** 5. Vriendschap .161* .248** .390** 6. Tijdverdrijf/vermaak .111 .288** 7. Romantische relatie .512** 8. Daten/afspreken

(17)

17 Tabel 4. Frequenties van Tindertevredenheid

Frequentie (N(%)) Heel erg tevreden 0 (0%)

Tevreden 6 (4%)

Neutraal 72 (44%)

Ontevreden 68 (42%)

Heel erg ontevreden 16 (10%)

Verder is nog gekeken in hoeverre het doel van de deelnemers in hun romantische leven op dit moment overeen kwam met de doelen voor het Tindergebruik. Uit de correlatiematrix werd gevonden dat het willen van Seks in het romantische leven positief correleerden met het hebben van

Seks als doel bij Tindergebruik, r = .324, p < .001. Ook het willen van een vaste relatie in hun

romantische relatie bleek positief te correleren met het willen van een Romantische relatie via Tinder,

(18)

18 Discussie

Zoals verwacht, bleek dat Seks in hogere mate een doel was voor Tindergebruik bij mannen dan bij vrouwen (i.e. Hypothese 1). Deze bevinding representeerde een groot effect. Dit is in overeenstemming met de theorieën benoemd in de introductie; de drang dat voor succesvolle voortplanting mannen het aantal sekspartners moeten zien te maximaliseren, waar vrouwen juist selectief zijn, en het hebben van verschillende seksuele scripts. Bij alle andere onderzochte doelen werden geen significante verschillen gevonden. De verwachting dat vrouwen in grotere mate romantische relaties als doel nastreefden werd verworpen (i.e. Hypothese 2). De bevinding dat mannen en vrouwen ook in andere doelen een vergelijkbare score laten zien onderstreept dat de verschillen tussen mannen en vrouwen verkleint zijn. Dit kan mogelijk verklaard worden door de verhoogde feminisme en emancipatie van vrouwen die in de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden. Verschillen tussen mannen en vrouwen lijken kleiner te zijn geworden.

De resultaten voor het verschil tussen ‘jonge’ en ‘oude’ quarterlifers waren inconsistent. Het hebben van een hogere leeftijd was gecorreleerd met een hogere score op het doel Seks. De bevinding verwerpt Hypothesen 3 en 4. Echter, een hogere mate van gevoel volwassenheid was wel significant gecorreleerd aan het doel Romantische relaties. Het resultaat dat objectieve leeftijd de hypothesen niet bevestigden heeft mogelijk te maken met de dichtheid van de steekproef rond 22 jaar, waardoor het scheidingspunt op de mediaan laag lag. Normaal zou men verwachten dat het scheidingspunt tussen jong en oud rond de 25 jaar zou liggen. Dat was met deze steekproef niet mogelijk, aangezien er te veel jonge mensen waren en er anders geen gelijke groepen zouden ontstaan. Dit punt wordt nog nader toegelicht bij de limitaties van dit onderzoek.

De doelen van Tinder correleerden significant met de uitkomsten van Tinder. Dat Tinder zijn doel zou faciliteren, lijkt niet te worden bevestigd door de scores over gebruikerstevredenheid. Het overgrote deel van de deelnemers gaven aan niet tevreden te zijn of een neutrale mening te hebben over Tinder. Helaas is geen informatie beschikbaar over waarom deelnemers niet tevreden waren, en kan er geen verklaring worden gegeven voor deze bevinding. Onafhankelijk van geslacht en leeftijd,

(19)

19 bleek dat vermaak/tijdverdrijf als zowel doel als uitkomst het hoogste werd gescoord het Tindergebruik. Dit confirmeert het beeld dat in de media wordt geschetst.

De hypothesen werden gebaseerd op basis van traditionele modellen; zoals de socio-biologische benadering en ouderlijke-investeringstheorie (Oliver & Hyde, 1993; Erikson, 1968, aangehaald in Horst, 1995; Simon & Gagnon, 1969). De wereld en de samenleving maken continue veranderingen door, en op dit moment is dat vooral de digitalisering van de samenleving. De manier van daten is veranderd, en daarmee toegankelijker en makkelijker geworden. Deze modellen kunnen de uitkomsten wellicht niet passend verklaren. Naast de voor de hand liggende digitalisering van de samenleving zijn er nog een aantal andere factoren waardoor de modellen minder zouden passen. De scheidslijn tussen mannen en vrouwen lijkt steeds vager te worden door bijvoorbeeld de anticonceptiepil en de groter wordende acceptatie van de vrouwelijke seksualiteit en mannelijke gevoeligheid. Verder lijkt er een verschuiving plaats te vinden in wanneer men volwassen zou moeten worden, mensen trouwen later en denken later pas aan kinderen (Montgomery, 2005). Hoewel deze verandering gradueel is en evolutionaire aanpassing tijd kost, is het wellicht wenselijk om in de toekomst de modellen te moderniseren.

De gevonden resultaten waren niet allemaal zoals verwacht. Wellicht heeft dit te maken met de hook up cultuur onder jongvolwassenen die steeds meer opgang doet. Uit onderzoek naar hooking

up tussen studenten bleek dat gemiddeld 80% van de ondervraagde studenten deden aan hooking up

(Lambert et al., 2003; Bradshaw et al., 2010). De vraag is of jongvolwassenen wel bezig zijn met het vinden van een waardevolle lange-termijn relatie of dat mensen meer op zoek zijn naar een partner voor hooking up. Tinder zou daarmee een geschikte App zijn voor hooking up en vermaak, door de toegankelijkheid en anonimiteit. Zo wordt ook het beeld van Tinder in de media geschetst. Wat naar voren komt op basis van deze media, is dat de App vooral gebruikt wordt voor betekenisloze seks en het zo veel mogelijk scoren van dates (zie bijvoorbeeld: Spitsnieuws, 2014; NOS, 2014; NRC Handelsblad, 2014). Hoewel dit geen wetenschappelijke evidentie is over hoe Tinder gebruikt wordt, vormen deze populaire media wel de kijk van mensen op Tinder. Wellicht zorgt dit voor een stigmatisering, dat Tinder vooral geschikt is voor een kans op hooking up met een leeftijdsgenoot, gekozen op basis van oppervlakkige kenmerken (Rosemond, 2014). Hieruit zou men op kunnen

(20)

20 maken dat Tinder de hook up cultuur onder jongvolwassenen onderstreept. Ook zou men, aan de hand van dit stigma, zich opgelaten voelen om toe te geven dat men Tinder voor serieuze doeleinden gebruikt. Mensen kunnen zich schuilen achter het imago dat Tinder vooral geschikt zou zijn voor

hooking up, maar zijn ondertussen bezig met hun behoefte van het vinden van een waardevolle

romantische relatie.

Een aantal limitaties van het onderzoek dienen te worden benoemd. De eerste mogelijke limitatie van dit onderzoek het gebruik van een zelf-gerapporteerde vragenlijst. Het gebruik van een vragenlijst heeft voordelen, zoals de laagdrempeligheid en tijd- en kosteneffectiviteit. Dit is terug te zien in de grote steekproef die we in korte tijd hebben geïncludeerd. Echter, het gebruik van vragenlijsten heeft ook nadelen. Deelnemers kunnen makkelijker oneerlijk zijn over hun antwoorden, en dat geldt vooral bij deze aard van vragen. Het blijkt dat jongvolwassenen minder waarschijnlijk eerlijk antwoorden op vragen van sensitieve aard zoals seksueel gedrag (Willoughby & Carroll, 2009). Dat maakt het soms lastig om de resultaten te kunnen interpreteren en generaliseren.

Een andere limitatie van het onderzoek was dat de data uit deze vragenlijst enkel kon worden geanalyseerd door middel van t-testen en correlaties per doel/ uitkomst van Tinder. Met dit onderzoek kon de relatie tussen de verschillen en doelen onderling niet worden onderzocht, en daardoor kunnen er geen uitspraken worden gedaan over welk doel het meest belangrijke doel is, en of hier bijvoorbeeld verschillen tussen mannen en vrouwen in bestaan. Dit geldt ook voor de uitkomsten van Tinder die we hebben onderzocht. Voor vervolgonderzoek wordt daarom aanbevolen om deze vragen om te scoren naar ordinaal niveau. Men kan bijvoorbeeld de zes variabelen in een top zes plaatsen. Hiermee zal de relatie tussen de variabelen bekend worden en daarmee zullen de resultaten makkelijker interpreteerbaar zijn.

Een derde limitatie van dit onderzoek is de steekproef. Door middel van SNS zijn de deelnemers geworven. Er is sprake van een hoge response rate, wat onderstreept dat SNS inderdaad heel populair is onder quarterlifers. Ook kan men stellen dat werven via SNS een goede manier is om quarterlifers te bereiken. Door de hoge response rate is er ook veel heterogeniteit in opleidingsniveaus en seksualiteit. Een groot nadeel is dat door middel van deze werving men vrijwel alleen in contact komt met leeftijdsgenoten. Hierdoor is de steekproef niet geheel representatief voor de gehele

(21)

21 quarterlife, er is een hele hoge response rate tussen de 18 en 22, en een lagere response rate tussen de 22 en 30. Hierdoor is het lastig om betrouwbare en generaliseerbare uitspraken te doen bij het stuk over jonge en oude quarterlifers. Hier kan in vervolgonderzoek op gelet worden. Een ander voorstel voor vervolgonderzoek zou een longitudinaal onderzoek zijn die de ontwikkeling van de doelstellingen van quarterlifers in kaart brengt. Dan kan men ook duidelijk zien of er inderdaad een omslagpunt is en op welke leeftijd deze over het algemeen is.

Ondanks deze kanttekeningen geeft dit onderzoek een goed beeld van het gebruik van Tinder. Het huidige onderzoek laat zien dat bij het gebruik van Tinder de verschillen tussen sekse en leeftijd klein zijn. Voorlopig kan de conclusie zijn dat Tinder vooral gebruikt wordt voor tijdverdrijf, men neemt Tinder niet al te serieus en ziet het vooral als een leuke manier om de tijd mee door te komen.

(22)

22 Referenties

Arnett, J. J. (2000). Emerging adulthood: A theory of development from the late teens through the twenties.American Psychologist,55, 469.

Banker, J., Kaestle, C., & Allen, K. (2010). Dating is hard work: A narrative approach to understanding sexual and romantic relationships in young adulthood. Contemporary Family

Theory, 32, 173–191

Bartoli, A. M., & Clark, M. D. (2006). The dating game: Similarities and differences in dating scripts among college students. Sexuality and Culture, 10, 54-80.

Bradshaw, C., Kahn, A. S. & Savilly, B. K. (2010). To hook up or date: Which gender benefits? Sex

Roles, 62, 661-669.

Buhrmester, D., Prager, K. (1995) Patterns of functions of self-disclosure during childhood and adolescence. In: Rotenberg KJ, editor. Disclosure processes in children and adolescents.

Cambridge University Press; New York. 10–56.

Burdett, A., Ellison, C., Hill, T., & Glenn, N. (2009). ‘‘Hooking up’’ at college: Does religion make a difference? Journal for the Scientific Study of Religion, 48, 535–551.

Connolly, J., & McIsaac, C. (2011). Romantic relationships in adolescence. Social development:

Relationships in infancy, childhood, and adolescence, 180-203.

De Boo, G. M. & Spiering, M. (2009). Pre-adolescent gender differences in associations between temperament, coping, and mood. Clinical Psychology and Psychotherapy, 17, 313-320. Fox, J., & Warber, K. M. (2013). Romantic relationship development in the age of Facebook: An

exploratory study of emerging adults' perceptions, motives, and behaviors. Cyberpsychology,

Behavior, and Social Networking, 16, 3-7.

Hall, J. A. (2014). First comes social networking, then comes marriage? Characteristics of americans married 2005-2012 who met through social networking sites. Cyberpsychology, Behavior,

and Social Networking, 17, 322-326.

Horst, E. A. (1995). Reexamining gender issues in erikson’s stages of identity and intimacy. Journal

(23)

23 Lambert, T. A., Kahn, A. S., & Apple, K. J. (2003). Pluralistic ignorance and hooking up. Journal of

Sex Research, 40, 129–133.

Lerner, R.M. & Castellino, D.R. (2002). Contemporary developmental theory and adolescence: developmental systems and applied developmental science. Journal of Adolescent Health, 31, 122-135.

Meier, A., Hull, K., & Ortyl, T. (2009). Young adult relationship values at the intersection of gender and sexuality. Journal of Marriage and Family, 71, 510–525.

Montgomery, M. J. (2005). Psychosocial intimacy and identity: From early adolescence to emerging adulthood. Journal Of Adolescent Research, 20, 346-374

Oliver, M. B., & Hyde, J. S. (1993). Gender differences in sexuality: a meta-analysis. Psychological

bulletin, 114, 29.

Paul, E. L., McManus, B., & Hayes, K. A. (2000). “Hookups”: Characteristics and correlates of college students’ spontaneous and anonymous sexual experiences. Journal of Sex Research,

37, 76–88.

Rosemond, W. (2014, oktober 12). Interpreting tinderactions: A study on how and why people use tinder. Opgehaald van: http:// http://www.slideshare.net/WilliamRosemond/tinderactions-full-draft-43569092

Sakaluk, J. K. & Milhausen, R. R. (2011). Factors influencing university students’ explicit and implicit sexual double standard. Journal of Sex Research, 49, 464-476.

Simon, W., & Gagnon, J. (1969). Psychosexual development. Society, 6, 9-17.

Smith, A., & Duggan, M. (2013). Online dating & relationships. Washington, DC: Pew Internet & American Life Project.

Sprecher, S., & Hendrick, S. S. (2004). Self-disclosure in intimate relationships: Associations with individual and relationship characteristics over time. Journal of Social and Clinical

Psychology, 23, 857–877.

Sprecher, S. (2009). Relationship initiation and formation on the internet. Marriage & Family Review, 45, 761-782.

(24)

24 Tuval-Mashiach, R. & Shulman, S. (2006). Resolution of disagreements between romantic partners among adolescents, and young adults: Qualitative analysis of interaction discourses. Journal

of Research on Adolescence, 16, 561-588.

Valkenburg, P. M., & Peter, J. (2011). Online communication among adolescents: An integrated model of its attraction, opportunities, and risks. Journal of Adolescent Health, 48, 121-127. Van De Wiele, C., & Tong, S. T. (2014, September). Breaking boundaries: the uses & gratifications

of grindr. Proceedings of the 2014 ACM International Joint Conference on Pervasive and

Ubiquitous Computing, 619-630.

Vanwesenbeeck, I. (2009). Doing gender in sex and sex research. Archives of Sexual Behavior, 38, 883–898.

Wiederman, M. W. (2005). The gendered nature of sexual scripts. Family Journal: Counseling and

Therapy for Couples and Families, 13, 496–502.

Willoughby, B. J. & Carroll, J. S. (2009). Sexual experience and couple formation attitudes among emerging adults. Journal of adult development,17, 1-11.

(25)

25 Bijlage 1

Tinder & Quarterlife vragenlijst

Ik heb wel eens Tinder gebruikt? a. Ja b. Nee Ik gebruik Tinder a. dagelijks b. wekelijks c. maandelijks

d. minder dan maandelijks Ik ben … jaar oud

Op een schaal van 1 tot 7 voel ik me

Adolescent Volwassen Ik ben een a. man b. vrouw c. tansgender Ik val vooral op a. mannen b. vrouwen c. beiden Ik ben a. single b. in een relatie c. anders Ik volg of volgde a. MBO b. HBO c. WO

Op dit moment zou ik op romantisch/seksueel gebied graag willen (meerdere antwoorden mogelijk)

a. vriendschappelijke relatie b. vaste relatie

c. seks d. overig nl:

(26)

26 Geef met een kruis op de lijn aan hoezeer je het eens bent met de volgende stellingen

Op Tinder wil ik het liefst bereiken … Zelfvertrouwen

Helemaal niet Helemaal wel

Sex

Helemaal niet Helemaal wel

Vriendschap

Helemaal niet Helemaal wel

Vermaak/tijdsverdrijf

Helemaal niet Helemaal wel

Romantische relatie

Helemaal niet Helemaal wel

Daten/afspreken

Helemaal niet Helemaal wel

Op Tinder verwacht ik te bereiken … Zelfvertrouwen

Helemaal niet Helemaal wel

Sex

Helemaal niet Helemaal wel

Vriendschap

(27)

27 Vermaak/tijdsverdrijf

Helemaal niet Helemaal wel

Romantische relatie

Helemaal niet Helemaal wel

Daten/afspreken

Helemaal niet Helemaal wel

Op Tinder heb ik bereikt … Zelfvertrouwen

Helemaal niet Helemaal wel

Sex

Helemaal niet Helemaal wel

Vriendschap

Helemaal niet Helemaal wel

Vermaak/tijdsverdrijf

Helemaal niet Helemaal wel

Romantische relatie

Helemaal niet Helemaal wel

Daten/afspreken

Helemaal niet Helemaal wel

(28)

28 In hoeverre ben je tevreden met je Tindergebruik?

a. Heel erg tevreden b. Tevreden

c. Neutraal d. Ontevreden

e. Heel erg ontevreden

Wil je nog iets kwijt over je ervaringen met tinder? Of heb je andere opmerkingen over deze vragenlijst. Vul het hier in:

(29)

29 Bijlage 2

Informatiebrochure

Beste deelnemer,

Voordat het onderzoek van start gaat is het noodzakelijk dat je de volgende informatie nauwkeurig doorleest, zodat je op de hoogte bent van de procedure van dit onderzoek.

Doel van het onderzoek

Moderne communicatietechnologie is niet meer weg te denken uit de samenleving. Dit wordt ook gebruikt voor verkenning van seksueel en romantisch gedrag. Tinder is hier een voorbeeld van. Tinder is een dating App waarmee op basis van een foto, leeftijd en een korte omschrijving een match gevonden kan worden. Hoewel naar vele dating Applicaties of websites onderzoek is gedaan, is Tinder nog niet wetenschappelijk onderzocht. Het doel van dit project is het onderzoeken van de samenhang tussen de doelen waarmee Tinder wordt gebruikt en de uitkomst bij verschillende groepen quarterlifers (jongvolwassenen tussen 18 en 30 jaar oud).

Gang van zaken tijdens het onderzoek

Dit project betreft een vragenlijstonderzoek. Het bestaat uit 14 vragen die slaan op jou als persoon en uw tindergebruik. Er wordt ook gebruik gemaakt van een aantal schaalvragen, hierbij is het de bedoeling dat je een kruisje zet op de schaal in hoeverre je denkt dat dit van toepassing is op je. Al met al zal dit onderzoek maximaal 15 minuten duren.

Vertrouwelijkheid van gegevens

Alle onderzoeksgegevens worden volstrekt vertrouwelijk en anoniem verwerkt, en zullen ook op deze manier bekend worden gemaakt aan derden. De onderzoeksgegevens worden niet ter beschikking gesteld aan derden als je hier niet uw toestemming voor gegeven hebt, en worden uitsluitend in gecodeerde vorm gepresenteerd. Vrijwilligheid Het staken van jouw deelname aan het onderzoek, op elk moment, zal op geen enkele wijze consequenties met zich meebrengen.

(30)

30 Verzekering

Omdat dit onderzoek geen risico's voor uw gezondheid of veiligheid met zich meebrengt, gelden de voorwaarden van de reguliere aansprakelijkheidsverzekering van Universiteit van Amsterdam. Nadere inlichtingen Mocht u vragen hebben over dit onderzoek, of wil je meer informatie over dit onderzoek, kun je terecht bij de verantwoordelijke onderzoeker: Tim Boll, te bereiken via timboll@hotmail.com. Voor eventuele klachten over dit onderzoek kun je terecht bij een lid van de Commissie Ethiek: dhr. A. van Emmerik, tel: 020-5256810, email: a.a.p.vanemmerik@uva.nl.

Toestemmingsverklaring

Door het invullen van deze vragenlijst verklaar ik dat ik op een voor mij duidelijke wijze te zijn ingelicht over de aard en het doel van het onderzoek. Ik weet dat de gegevens en de resultaten van het onderzoek geheel anoniem en vertrouwelijk aan derden bekend gemaakt zullen worden. Ik ben ervan op de hoogte dat ik voor vragen altijd terecht kan bij één van de onderzoekers.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het op deze manier meten van welzijn en mobiliteit dient ook te worden gedaan voor onderzoek naar verschillen tussen groepen, die in dit onderzoek niet

To achieve such improvement, the following topics can be focused on in the future: improving the adsorption amount of the working fluid on the adsorbent by further optimizing the

The high market pen- etration in Norway has been achieved through a broad pack- age of incentives, which include reductions in the cost differ- ences between conventional vehicles

In this chapter, I will go into the role of emotional awareness and emotion management of Dutch parliamentarians in debates on the topic of migration.. This chapter

ondersteunen bij het uitoefenen van zelfcontrole door anderen aan regels te herinneren. Dit blijkt duidelijk uit de volgende uitspraak van de leerkracht van school 1: “Een goed

'Mocht deze er onverhoopt wel komen, bijvoorbeeld met steun van de coalitiepartijen, dan kan zij volgens mij geen staatscommissie zijn, maar hoognit een regerings- of

(accepted) en de meta-analyse naar fear appeals van Ruiter, Kessels, Peters en Kok (2014), kan door de lineaire regressieanalyse in het huidige onderzoek (met

- Macht: Geen sprake van een machtspositie waarmee invloed kan worden uitgeoefend op de organisatie. - Relatie met ELANN: ELANN fungeert als aanspreekpunt, coördineert