• No results found

Frictie en synergie op de klei : aggregatie tussen grassroots bewegingen en (inter)nationale organisaties

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Frictie en synergie op de klei : aggregatie tussen grassroots bewegingen en (inter)nationale organisaties"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Frictie en Synergie op de Klei:

Aggregatie tussen Grassroots Bewegingen en (inter)Nationale

Organisaties

Thomas Goldschmidt 10672834

Bachelor Sociale Geografie & Planologie Scriptieproject

Begeleider: dr. Ir. Yves van Leynseele 14 Januari 2019

(2)

1

Inhoudsopgave

1. Inleiding ... 3

2. Theoretisch Kader ... 5

2.1 Gemeenschap van een Beweging ... 5

2.2 Verschillende MB’s en hun structuren ... 5

2.2.1 Grassroots... 5

2.2.2 Nieuwe en horizontale maatschappelijke bewegingen ... 6

2.2.3 Beweging van bewegingen... 6

2.3 Aantrekken en afstoten ... 6 2.4 Frictie ... 8 3. Methodologie ... 10 3.1 Epistemologische Overwegingen ... 10 3.2 Onderzoeksvragen ... 11 3.3 Onderzoekseenheden en Respondenten ... 11 3.4 Data Analyse ... 12 3.5.1 Semigestructureerde Interviews ... 12 4. Achtergrond ... 13

4.1 De gaswinning en aardbevingen in Groningen ... 13

4.2 De Groninger Bodem Beweging ... 14

4.2.1 Van Adviesorgaan tot Protestgroep ... 15

4.2.2 Evolutie van een Beweging ... 15

4.3 Milieudefensie ... 16

4.3.1 De strijd tegen gas ... 17

4.3.2 Betrokkenheid bij het Gronings Protest ... 17

4.4 Code Rood ... 18

4.5 Actoren en hun Positionering ... 19

5. Interactie en Spillovers ... 22

5.1 Samenwerking ... 22

5.1.1 De Grote Broer ... 22

5.1.2 De Spillover: Code Rood ... 24

(3)

2

6. Conclusie ... 27 Literatuur ... 29

(4)

3

1. Inleiding

Op 16 augustus 2012 trilt de grond in het Groningse Huizinge sterker dan hij ooit heeft gedaan (Groninger Bodem Beweging g.d. a). Behalve de bodem wordt met deze beving ook het activistenlandschap van Noordoost-Groningen ontwricht. In de periode na de aardbeving wordt duidelijk dat er op de korte termijn geen oplossing voor de gemaakte schade komt en dat het gevoel van onveiligheid alleen maar versterkt wordt door pessimistische

toekomstmodellen (Onder Groningen g.d.). De Groninger Bodem Beweging (GBB), opgericht in 2009, ziet in een paar maanden tijd haar ledenaantal verdubbelen en wordt een steeds belangrijkere schakel in het gaswinningsconflict en een belangrijke gesprekspartner voor beleidsmakers (Groninger Bodem Beweging g.d. a; NRC 2018).

Op 28 augustus 2018 trekt een grote groep jonge activisten over het Groningse landschap in de buurt van Leermens richting Farmsum (NRC 2018; dvhn 2018). De actie van Code Rood is met haar ‘burgerlijke ongehoorzaamheidsstrategieën’ radicaler dan wat zich tot nu toe in de provincie heeft afgespeeld. Het initiatief komt echter niet van lokale Groningse groepen die actie voeren tegen aardbevingsschade, maar van een internationaal netwerk van

klimaatactivisten.

Het is een fenomeen dat we in de toekomst steeds vaker zullen zien: lokale disrupties van de openbare ruimte, gemeenschappelijke voorzieningen of persoonlijke bezittingen die hun weerslag hebben op overkoepelende, klimaatgerelateerde, problematiek. In Noordoost-Groningen wordt dit zichtbaar in de vorm van de gevolgen van de gaswinning. De

gedupeerden van de aardbevingen organiseren zich in lokale maatschappelijke bewegingen (MB’s), maar er bestaat ook inmenging van breder georiënteerde organisaties. Waar de

grassroots bewegingen lokale initiatieven zijn die zich inzetten om de aardbevingen tegen te

gaan en zich richten op schadevrijstellingen, strijden veel van de (inter)nationale organisaties voor een fossiele brandstof-vrije samenleving (Groninger Bodem Beweging g.d. b;

Milieudefensie g.d. a; Code Rood g.d. a). Dit is een verschil in belangen met mogelijke gevolgen voor de verstandhoudingen onderling (Jeong 2008).

In deze scriptie zal worden geanalyseerd hoe de lokale grassroots organisaties de inmenging van (inter)nationale organisaties en bewegingen in het Groningse gaswinningsconflict beleven. Er zal een antwoord gezocht worden op de onderzoeksvraag: Hoe vindt aggregatie

(5)

4

(inter)nationale milieuorganisaties? De grassroots organisaties worden voor een groot deel

vertegenwoordigd door de GBB, vanwege haar centrale rol als organisator en verbinder tussen andere lokale initiatieven. De (inter)nationale milieuorganisaties die in deze scriptie worden onderzocht bestaan uit twee actoren: Milieudefensie en Code Rood. Deze

organisaties verschillen in structuur en tactiek en zijn daarom zeer geschikt voor deze studie. Milieudefensie is een gevestigde NGO die zich naast mainstream acties focust op rechtszaken en onderwijs (Milieudefensie g.d. b), terwijl Code Rood voor radicalere tactieken zoals ontregelingen door bezettingen kiest (Code Rood g.d.b).

Het academisch debat rondom MB’s richt zich al jaren op het aangaan van samenwerkingen tussen verschillende organisaties (Meyer & Whittier 1994; Santos 2005; Strang & Soule 1998). Concepten als ‘aggregatie’ en ‘spillover’ worden gebruikt om samenwerking tussen verschillende organisaties te verklaren en te analyseren. Onderlinge verschillen en obstakels tot samenwerking worden binnen deze discussie echter lang niet altijd meegenomen. Toch is het belangrijk om inzichten te verwerven die informatie geven over de voorwaarden om wel of niet samen te werken en over de manier waarop met frictie wordt omgegaan.

Hieronder zullen de verschillende gebruikte concepten en de academische discussie

uiteengezet worden. Vervolgens zal de gevolgde methodologie beschreven worden alvorens de verzamelde data zal worden besproken. Hierbij zal er aandacht worden geschonken aan de historische achtergrond van de verschillende actoren en de verschillende vormen van

aggregatie die zijn waargenomen tussen de actoren. Vervolgens zullen de mogelijke

verklaringen voor deze vormen van aggregatie aan bod komen. Aan het eind van de scriptie worden de belangrijkste bevindingen besproken en zullen de aanbevelingen voor verder onderzoek uiteen worden gezet.

(6)

5

2. Theoretisch Kader

MB’s zijn door de jaren heen veelvuldig onderzocht. Met name de motivatie van individuen om aansluiting te vinden bij MB’s is op brede schaal geanalyseerd (McCarthy & Zald 1977; Kriesi 1992; Jenkins 1983; Chenoweth et al 2011; Chong 2014). In dit hoofdstuk wordt de academische discussie besproken, met betrekking tot de interactie tussen verschillende MB’s en NGO’s en de manier waarop aggregatie tot stand komt.

2.1 Gemeenschap van een Beweging

Wanneer in deze scriptie over MB’s wordt gesproken ligt hier een constructivistische interpretatie van dit begrip aan ten grondslag. Maatschappelijke bewegingen zijn immers geen statisch, uniform geheel, maar eerder een georganiseerde verzameling van individuen die een bepaalde identiteit of politieke overtuiging delen en zich voor een gemeenschappelijk doel inzetten (Della Porta 2005: 337; Staggenborg 1998: 181). In dezelfde geest pleit Glaser (2004) voor het gebruik van de term ‘social movement communities’, of maatschappelijke beweging gemeenschappen (MBG’s), bij het bestuderen van MB’s. MB’s worden dus niet als collectieven of netwerken bestudeerd, maar als gemeenschappen die dynamisch en complex zijn. Dit is van belang omdat deze definitie ruimte geeft voor overlap tussen verschillende bewegingen en organisaties. Bovendien is een duidelijke scheiding tussen leden en niet-leden niet altijd goed waarneembaar (Staggenberg 1998: 181).

2.2 Verschillende MB’s en hun structuren

In deze scriptie komen verschillende organisaties aan bod die behalve op tactisch vlak ook van elkaar verschillen op het gebied van hiërarchie, beslissingsprocessen en externe

samenwerking. Hieronder worden de definities van de verschillende vormen van organisatie geïntroduceerd.

2.2.1 Grassroots

Voor de term grassroots wordt de definitie zoals geconstrueerd door Adler (2012: 237) aangehouden: “grassroots verenigingen zijn lokaal gevestigde, autonome, door vrijwilligers

(7)

6

bestuurd, formele nonprofit groepen die zich als groep vrijwillig onbaatzuchtig manifesteren. […] Grassroots organisaties zijn vaak kleiner, informeler, en hebben minder middelen dan oudere NGO’s.” Deze definitie benadrukt het lokale aspect van de grassroots organisatie, een element dat in de casus van noordoost-Groningen een belangrijke rol speelt.

2.2.2 Nieuwe en horizontale maatschappelijke bewegingen

Fahmi (2009:89-91) beschrijft ‘nieuwe maatschappelijke bewegingen’ als: “bewegingen zonder centrum, die moeilijk te controleren zijn en vaak non-hiërarchisch en

gedecentraliseerd zijn.” Een vorm van een nieuwe maatschappelijke beweging is de

horizontale, of ‘leaderless’, beweging. Een dergelijke beweging wordt vaak bestuurd op basis van consensus onder haar leden en kent geen formele hiërarchische structuur (Sutherland 2013). In veel gevallen betekent het ontbreken van een formele machtsstructuur echter niet dat er geen leiderschap aanwezig is (ibid). Hoewel leiderschapsrollen veel gerouleerd worden blijkt er in de praktijk vaak sprake te zijn van machtsposities in horizontale bewegingen.

2.2.3 Beweging van bewegingen

Een belangrijke focus binnen deze studie is de manier waarop coalities tussen bewegingen worden gecreëerd en versterkt. Binnen de discussie omtrent MB’s zijn verschillende termen voor deze ontwikkelingen geopperd, zoals ‘movements of movements’; een beweging van bewegingen. Adler (2012: 288) beschrijft een beweging van bewegingen als een

overkoepelende beweging die belangrijk is voor connecties tussen bewegingen en die organisaties en netwerken onderling beheerd. Een dergelijke beweging houd zich bezig met coalities bouwen en richt zich op het creëren en versterken van banden tussen en via

bewegingen (idem).

De verschillende soorten bewegingen die zijn geïntroduceerd spelen ieder een rol in de casus van noordoost-Groningen. Binnen de uitgevoerde analyse is de structuur van de verschillende bewegingen binnen de positionering van de organisaties meegenomen.

2.3 Aantrekken en afstoten

Overlap tussen MB’s kan leiden tot een zogenaamde spillover. Meyer & Whittier (1994) hebben dit begrip geïntroduceerd om de interactie tussen de mensen- en

vrouwenrechtenbeweging in kaart te brengen. Binnen de spillover-theorie ligt het

(8)

7

bewegingen en de waarneming van elkaar hoofdzakelijk als iets gezien waarbij synergie ontstaat of ontwikkeld wordt (ibid). Er wordt gesteld dat groepen elkaar met name opzoeken wanneer ze onder druk gezet worden en er veel reden is om actie te ondernemen (ibid; Staggenberg 1998: 182). In een dergelijke context zoeken verschillende groepen, individuen en organisaties elkaar op en ondersteunen ze elkaar, met als gevolg dat een politiek-culturele gemeenschap ontstaat met een gezamenlijk doel (McAdam 1995 in: Staggenberg 1998: 182-3).

Een groot deel van de data die rond dit onderwerp verzameld zijn richten zich op de positieve kanten van interactie en waarneming (Jenkins 1983), maar het is ook belangrijk om te zien hoe interactie en waarnemingen negatief uit kunnen pakken. Hadden (2014) ziet in haar case study ook negatieve vormen van spillover, in de vorm van wantrouwen tussen organisaties met een soortgelijk doel. Ze neemt waar dat tussen groepen met soortgelijke doelen niet enkel constructieve interactie plaatsvindt, maar dat ook negatieve interactie vaak voorkomt (idem: 21). Hoewel de verschillende groepen uit haar onderzoek, de betrokken groepen rondom de klimaattop in Kopenhagen, een gemeenschappelijk doel hebben, confronteren ze elkaar met onderliggende verschillen in plaats van te zoeken naar een gezamenlijke tactiek (idem). Diffusion is een andere manier om naar interactie en beïnvloeding tussen groepen te kijken (Strang & Soule 1998). Hierbij gaat het niet zozeer om wat er uit die interactie en

beïnvloeding voortkomt, maar vooral over de manieren waarop de verspreiding hiervan plaatsvindt. Die verspreiding kan verschillende vormen aannemen; bijvoorbeeld strategieën, gedrag, ideologieën, technologieën of structuur (idem: 267). Binnen de discussie van

maatschappelijke bewegingen en activisten is diffusion een belangrijke term om de verspreiding van protest-tactieken en symbolen te verklaren (idem: 268). Naast media-verslaggeving is de overlap tussen verschillende MB’s en NGO’s een belangrijke oorzaak van diffusion (idem: 272).

Diffusion kan leiden tot een aggregatie van verschillende bewegingen en organisaties.

Collectieven kunnen elkaar vinden en samen optrekken zolang er gemeenschappelijke doelen zijn, zoals Santos (2005) onderzocht in de context van het World Social Forum (WSF). Santos (idem: 16-7) erkent echter dat verschillen tussen de bij elkaar komende partijen een obstakel kunnen zijn: “Distinctions and seperations between actors within the WSF leads to the dark side of diversity and multiplicity, and leads to an agenda in which joint action is limited”. Santos’ (ibid) raadt aan om een proces van ‘translation’ tussen de verschillende

(9)

8

organisaties tot stand te brengen waarbij verschillen tussen groepen en organisaties erkent worden en gemeenschappelijkheden benadrukt.

2.4 Frictie

Er zijn verschillende voorbeelden van situaties waarbij frictie ontstaat tussen groepen met een overeenkomstig doel (Hadden 2014). Het is echter vooral belangrijk om verklaringen te vinden voor het ontstaan van dergelijke fricties en spanningen. Wapner (2002) stelt vanuit zijn literatuurstudie dat deze verklaringen ten dele te verkrijgen zijn door het bestuderen van de voorbeeldfunctie die NGO’s innemen ten opzichte van hun achterban. De NGO zou continu moeten vechten voor haar bestaansrecht en daarmee de confrontatie met gelijksoortige organisaties en overheden opzoeken om zichzelf als leidend te profileren (idem: 201-2). Dit is een riskante onderneming omdat er continu een balans gezocht moet worden tussen samenwerking en concurrentie, waarbij een deel van de achterban soms uit het oog wordt verloren (ibid; Edelman 2009). Er zijn voorbeelden van casussen waarbij breder georiënteerde NGO’s claimen voor lokale groepen te spreken zonder dat er daadwerkelijke afstemming over representatie bestaat (Edelman 2009: 260; Borras et al 2008: 179-182). Dergelijke praktijken kunnen de verhoudingen onderling beschadigen en wantrouwen veroorzaken. Bij inmenging van een NGO in een lokale casus moet er rekening gehouden worden met de lokale groepen en hun verhoudingen onderling, wanneer samenwerking gewenst is.

Jeong (2008) stelt dat er binnen conflicten altijd doelen en belangen zijn. Doelen zijn: “wenselijke toekomstige voorwaarden die de verschillende actoren motiveren om met elkaar te strijden” (idem: 24), en achterliggende belangen worden gedefinieerd als: “[…] de

politieke, economische, beroepsmatige en sociale aspiraties van individuen en groepen” (idem: 26). Hierbij zijn belangen dus de achterliggende motivaties en de doelen een manier om de achterliggende motivaties te bereiken. Doelen zijn over het algemeen veranderlijk, terwijl belangen dat niet zijn. Verschillen in strategieën en tactieken kunnen leiden tot frictie (idem: 30-33). Hoewel deze scriptie eventuele frictie tussen verschillende actoren niet volgens een model zoals dat van Jeong zal analyseren, kan het in overweging nemen van inzichten uit verschillende hoeken van de academische discussie wel voor verdieping zorgen bij het interpreteren van de data.

(10)

9

De fenomenen spillovers, diffusion en aggregatie zijn weliswaar besproken in de literatuur rondom MB’s, maar onvoldoende in relatie met de structuur van MB’s. Bovendien benoemt de literatuur wel frictie tussen MB’s met gelijke doelen (Hadden 2014), maar wordt er verder niet naar eventuele verschillen in achterliggende belangen gekeken. De bevindingen van Edelman (2009) met betrekking tot de tactieken die NGO’s gebruiken om zich te mengen in een bestaand conflict zijn interessant voor de analyse van deze casus.

Figuur 2.1: Conceptueel Model

AGGREGATIE MB’S BELANGEN DIFFUSION DOELEN SPILLOVER TACTIEK STRUCTUUR MB

(11)

10

3. Methodologie

Voor deze scriptie zijn er interviews afgenomen met zeven sleutelfiguren binnen de casus. De respondenten bestaan uit: een bestuurslid van de GBB, een oprichter van de GBB, activisten van Code Rood, een organizer voor Milieudefensie, lokale activisten, gedupeerden van de aardbevingen en een onderzoeksjournalist met veel kennis over de casus. Hieronder zullen alle overwegingen en methoden uiteen gezet worden.

3.1 Epistemologische Overwegingen

Deze scriptie gebruikt verschillende methoden om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag. Hierbij ligt de nadruk op thematisch, kwalitatief onderzoek waarbij het afnemen van kwalitatieve interviews centraal staat. Door ongestructureerde en

semigestructureerde interviews af te nemen staat de onderzoeker open voor nieuwe inzichten van de respondenten en kan er een daadwerkelijk exploratieve onderzoekopzet gevolgd worden.

De verschillende methode van dataverzameling zijn ongestructureerde interviews, semi-gestructureerde interviews en documentverzameling. Hierbij wordt door de onderzoeker een sociaal constructivistische positie ingenomen waarbij de waarde van de data niet bestaat uit feitelijkheden, maar uit de perceptie van participanten, de verwoording door de respondenten en auteurs, en geïnterpreteerd wordt door de onderzoeker (Bryman 2012: 582-3; Hunter 2010: 1). Door dit onderzoeksontwerp is het van belang dat de onderzoeksvraag exploratief en open gesteld wordt en er ruimte is voor invulling door de respondenten en niet enkel door vooraf besproken thema’s toe te passen (Rasch & Köhne 2016: 108).

De interviews zullen thematisch geanalyseerd worden. Dit houdt in dat de data doormiddel van codering wordt gecategoriseerd (Bryman 2012: 578-9; Shukla et al 2014), om de posities van de verschillende actoren binnen het gaswinningsconflict te bepalen en te beschrijven. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar hoe de verschillende betrokken organisaties zich gepositioneerd hebben binnen het gaswinningsconflict, de communicatie tussen bewegingen verloopt en er om wordt gegaan met verschillen in structuur en belangen.

(12)

11

3.2 Onderzoeksvragen

De hoofdvraag zoals geformuleerd in de inleiding luidt:

Hoe vindt aggregatie plaats tussen lokale grassroots organisaties, actief in het Groninger gaswinningsconflict, en (inter)nationale milieuorganisaties?

Deze vraag zal beantwoord worden aan de hand van de volgende deelvragen: - Hoe hebben de Groninger Bodem Beweging, Milieudefensie en Code Rood

zich gepositioneerd binnen het gaswinningsconflict in Groningen?

- Wat zijn de belangen, doelen en tactieken van de Groninger Bodem Beweging,

Milieudefensie en Code Rood?

- Hoe vindt interactie tussen de betrokken bewegingen en organisaties plaats?

De eerste deelvraag richt zich op de historische achtergrond van de verschillende actoren en de wijze waarop ze zich binnen het activistisch landschap gepositioneerd hebben. De

verschillende organisaties zijn bestudeerd vanaf het moment dat de organisaties actief zijn in Groningen tot september 2018, na het protest van Code Rood. Hierin is ook de historische achtergrond per organisatie toegelicht en de structuur geanalyseerd.

Aanvullend gaat de tweede vraag in op de verschillende tactieken, belangen en doelen van de organisaties. Er bestaat een vermoeden dat deze elementen van invloed zijn op de aggregatie tussen de verschillende actoren. Hierbij is gebruik gemaakt van diepte-interviews met individuen die nauw betrokken zijn geweest bij de beleidsbepaling van de verschillende actoren. Tevens zijn de officiële kanalen bestudeerd.

Aangezien aggregatie voor een belangrijk deel bestaat uit contact en de totstandkoming hiervan is de interactie tussen de betrokken organisaties en bewegingen in de derde deelvraag onderzocht. Interessant zijn echter juist ook de momenten waarop contact schaars is of geheel ontbreekt. Verder zijn de manieren van interactie en de natuur ervan, is er sprake van

synergie of frictie, relevant. Doormiddel van semi-gestructureerde interviews met sleutelpersonen binnen verschillende MB’s en organisaties zijn deze data verzameld.

3.3 Onderzoekseenheden en Respondenten

De onderzoekseenheden in deze scriptie zijn de grassroots MB’s die actief zijn in het Groninger gaswinningsconflict. Omdat er in Groningen de afgelopen jaren een groot aantal

(13)

12

kleinere initiatieven zijn opgestaan zullen niet alle verschillende bewegingen benoemd en geanalyseerd worden. De GBB wordt gezien als de centrale beweging die de meeste leden heeft en in veel gevallen bij andere initiatieven betrokken is. Deze MB zal daarom specifiek uitgelicht en expliciet geanalyseerd worden. De specifieke rol van de GBB wordt in het volgende hoofdstuk toegelicht.

Er is op verschillende manieren contact gelegd met respondenten. Er zijn zeven interviews afgenomen waaronder een bestuurslid, een organizer en actieve leden. Hierbij kwam het maar zelden voor dat een respondent een enkele rol vervulde, de meeste waren op meerdere

gebieden actief en bij verschillende initiatieven betrokken. De respondenten zijn benaderd vanwege hun specifieke kennis en betrokkenheid bij de casus waarna er doormiddel van ‘snowballing’ nieuwe respondenten gevonden zijn.

3.4 Data Analyse

3.5.1 Semigestructureerde Interviews

De data bestaan voor een groot gedeelte uit transcripten van diepte-interviews. Om deze transcripten te kunnen analyseren zijn de data geïnterpreteerd en gecodeerd. Door de reeds verwerkte data te analyseren, zijn nieuwe inzichten opgedaan die weer zijn meegenomen voor het verzamelen van verdere data, wat dit tot een iteratief proces maakt (Yin 2014: 149).

(14)

13

4. Achtergrond

In dit hoofdstuk zal de achtergrond van de belangrijkste betrokken organisaties uiteen gezet worden en de totstandkoming van de casus belicht worden. De betrokken organisaties die geanalyseerd worden zijn: de GBB, Code Rood en Milieudefensie. De motivatie om juist deze organisaties uit te lichten komt voort uit hun betrokkenheid bij de casus, maar ook de verschillen tussen de structuur, achterliggende belangen en tactieken spelen mee. Hieronder zal de geschiedenis van de casus worden beschreven.

4.1 De gaswinning en aardbevingen in Groningen

In de jaren zestig wordt in Nederland flink gewerkt aan het realiseren van een geheel nieuwe infrastructuur die de Nederlandse huishoudens van de kolen af moet helpen en onafhankelijk van de problematiek rondom aardolie moet maken. Er is gebleken dat een gigantisch gasveld onder de provincie Groningen ligt en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), een coöperatie tussen de Koninklijke Shell en Exxon Mobil, is verantwoordelijk voor de winning (Historiek g.d.; Stiller 2018).

In 1986 is het voor het eerst raak; op tweede kerstdag worden bewoners van de Drenthse hoofdstad Assen gewekt door trillende muren. Een beving van 3,0 op de schaal van Richter wordt door de geoloog en Assenaar Meent van der Sluis al snel gelinkt aan de gaswinning (Stiller 2018: 169; Kelderman 2016). Van der Sluis wist een casus voor te leggen waarin hij het kleineveldenbeleid van de overheid linkte aan bodemdaling en verhoogde risico’s op aardbevingen (Stiller 2018: 169-170). Echter, zowel de NAM als de overheid zien niets in een onafhankelijk onderzoek naar een mogelijke relatie tussen de gaswinning en de

aardbevingen, ook niet wanneer krap een jaar later een nieuwe beving gevoeld wordt, slechts een paar kilometer bij Assen vandaan (ibid). De NAM laat in een reactie weten dat de

conclusies van van der Sluis de ‘flauwekul’ van een ‘aardrijkskundeleraartje’ zijn (ibid). In 1993 wordt voor het eerst erkend door het ministerie van economische zaken en de NAM dat er een relatie bestaat tussen de in aantal toenemende bevingen en de gaswinning, maar er wordt aan toegevoegd dat er geen risico op zware bevingen is en er hooguit lichte schade zal ontstaan (idem: 173-4; RTV Noord g.d.). Maar de bevingen nemen toe en worden zwaarder (KNMI g.d.).

(15)

14

Tot de zomer van 2012 blijft het behoorlijk stil rondom de aardbevingen. Er is dan wel erkend dat de aardbevingen veroorzaakt worden door de gaswinning, maar meer ook niet. Hoewel veel Groningers betrokken zijn bij schade-afhandelingen die maar moeilijk willen vlotten bestaat er, op enkele kleine initiatieven na, geen grootschalig protest tegen de gaswinning (Stiller 2018; Gronings Perspectief 2018). Dat verandert nadat de bodem in en rondom Huizinge trilt; 3,6 op de schaal van Richter, de zwaarste aardbeving tot op heden gemeten door toedoen van de gaswinning (ibid).

De beving van Huizinge lijkt het startschot te zijn geweest voor hetprotest in de provincie. De NAM erkent dat de bevingen een gevolg zijn van de gaswinning, maar in veel gevallen niet dat de gerapporteerde schade een gevolg is van de bevingen. In 2017 worden er 150.000 mensen met schade geteld, waarvan 85.000 meervoudig (Gronings Perspectief g.d.), maar de verschillende zaken worden maar mondjesmaat afgehandeld. Het vertrouwen van Groningers in een goede afhandeling en stopzetting van de gaswinning daalt en de onrust groeit (ibid). De volgende paragrafen schetsen de rol van achtereenvolgens de GBB, Milieudefensie en Code Rood. Zij zijn ieder actief in het protest tegen de gaswinning in het Noorden van Nederland hoewel de organisaties onderling op verschillende fronten verschillen. De rol van de organisaties wordt bestudeerd aan de hand van een aantal thema’s: de historische route die naar inmenging in het gaswinningsconflict heeft geleid, de structuur, de tactieken, belangen en doelen. Deze data wordt verzameld in tabel 4.1.

4.2 De Groninger Bodem Beweging

Ik heb weleens gekscherend gezegd: de GBB, de Groninger Bodem Beweging, zou ook heel goed de Grote Bodem Beweging kunnen zijn. We zitten er wel een beetje zo in. Je ziet steeds meer groepen bij ons aankloppen met: kun je ons helpen? Dat doen we dan op onze manier, met enige afstand. Als je het over gaat nemen, daar wordt niemand gelukkig van, dat je dan mensen in hun kracht moet gaan zetten. – Derwin Schorren (persoonlijke communicatie, 10 december 2018), vice-voorzitter GBB.

De GBB is een grassroots beweging die is voortgekomen uit frustratie bij bewoners van het aardbevingsgebied over de gebrekkige schade-afhandeling bij aardbevingsschade. De beweging is echter getransformeerd naar een overkoepelende organisatie die ondersteuning biedt aan tal van grassroots initiatieven.

(16)

15

4.2.1 Van Adviesorgaan tot Protestgroep

De GBB komt voort uit een in 2006 opgerichtte klankbordgroep van bewoners die advies gaf over onafhankelijk onderzoek naar de gevolgen van de gaswinning (Groninger Bodem Beweging g.d. a). Mede-oprichtster Hilda Groeneveld (persoonlijke communicatie, 23 november 2018) vertelt hoe de groep voortkomt uit frustratie onder bewoners. Frustratie over het uitblijven van eenduidige verhalen over de ernst van de bevingen nu en in de toekomst. De groep die gevormd wordt in afgevaardigden uit verschillende dorpen uit de omgeving gaat om de tafel met onder andere het KNMI en de NAM. Echter, de roep vanuit de bewoners om meer onafhankelijk onderzoek naar de toenemende bevingen wordt niet gehonoreerd. Er is uiteindelijk een beving van 3,5 op de schaal van Richter voor nodig en de vorming van een nieuwe adviesgroep, de klankbordgroep nu zonder de NAM, om in 2007 een nieuw

onderzoek op te starten (Groninger Bodem Beweging g.d. a). Dit onderzoek komt echter maar mondjesmaat van de grond en de klankbordgroep mag enkel commentaar leveren, de schade-afhandeling verbetert niet en de klankbordgroep stopt haar werkzaamheden in 2009, de leden richten de GBB op (ibid).

Derwin Schorren (persoonlijke communicatie, 10 december 2012), vicevoorzitter van de GBB, voelt zich na de beving van Huizinge in 2012 verplicht om actief te worden binnen de beweging. Hij vertelt hoe het ledenaantal rond de beving in korte tijd van 100 naar enkele duizenden stijgt. Hoewel de beweging groeit wordt ze nog altijd door enkel vrijwilligers gerund en wordt het bestuur bewust klein gehouden. Dit is volgens Schorren een voordeel voor de beweging: “[…] we zijn op zich zeer wendbaar en we kunnen heel snel op ad hoc situaties reageren. We hoeven niet alles langs heel veel lijntjes, we hebben geen stafbureau waar we langs moeten. Als klein bestuur kunnen we direct reageren op de actuele situatie.” De beweging maakt een bewuste keuze om met haar relatief grote ledenaantal een centrale rol te vervullen zonder zelf een groot organisatorisch apparaat te worden. Schorren benadrukt niet alleen de wendbaarheid van de organisatie wanneer het gaat om vaart bij het nemen van beslissingen, maar ook bij het ondersteunen van lokale initiatieven. De GBB houdt zich bezig met het financieren en overbrengen van kennis van bewegingen en initiatieven die daar om vragen.

4.2.2 Evolutie van een Beweging

Bij de oprichting van de GBB wordt er in de statuten opgenomen dat de beweging zich inzet voor de belangen van Groningse gedupeerde woningbezitters (Derwin Schorren, persoonlijke

(17)

16

communicatie, 10 december 2012). Destijds lag de focus op het afhandelen van de schade-afhandelingen, maar dit is onderhand veranderd. Tegenwoordig vertegenwoordigd de GBB gedupeerde Groningers, woningbezitter of niet, en heeft de beweging als streven: het maximaliseren van de veiligheid en het financieel en emotioneel schadevrij stellen van bewoners (Groninger Bodem Beweging g.d. c). Bijkomstigheid is dan ook dat de GBB wil dat de gaswinning in het Groninger gasveld zo snel mogelijk stopt.

Er zijn reeds enkele methodes voorbij gekomen die de GBB hanteert om zich te profileren en haar belangen te behartigen: het in gesprek gaan met mede- en tegenstanders en het

financieren en ondersteunen van gelieerde initiatieven. Daarnaast is de beweging actief doormiddel van manifestaties, juridische maatregelen en brengt ze ook elk kwartaal een krantje uit, dat sinds 2016 van een oplage van 35.000 naar een oplage van 100.000 stuks in 2018 is gegroeid. Naar eigen zeggen wordt de krant gepubliceerd om Groningers te

informeren en bekend te maken met de verschillende procedures en regelingen (Groninger Bodem Beweging 2016). Vanaf 2014 worden er tevens fakkeltochten gehouden waarbij de opkomst elk jaar groeit, van 400 participanten in 2014 naar 10.000 in 2018 (Dagblad van het Noorden 2014; Dagblad van het Noorden 2018b). Hoewel de GBB niet de enige

initiatiefnemer van deze fakkeltochten is, vormt ze een belangrijke schakel in de organisatie en promotie van de tochten.

De GBB heeft sinds haar oprichting in 2009 een aanzienlijke groei doorgemaakt en is geëvolueerd van een beweging gericht op schade-afhandelingen tussen huizenbezitters en de NAM tot de centrale grassroots organisatie waar lokale initiatieven bij aankloppen. De focus van de beweging is verlegd naar veiligheid en het stopzetten van de gaswinning is

tegenwoordig de belangrijkste eis. De GBB probeert bovendien op zoveel mogelijk vlakken mee te doen in het conflict tussen bewoners en de NAM.

4.3 Milieudefensie

[…] Als je daar als grote club binnen komt denderen en je gaat dan heel hard op de trom roffelen en overal je logo op plakken dan heeft men, zeker in Groningen, ‘tja stelletje lui uit de Randstad, waar kom je je mee bemoeien’, dus het loont nogal de moeite om eerst […] te laten zien wat je waard bent en dat mensen op je kunnen bouwen. – Peter Kodde (persoonlijke

(18)

17

Milieudefensie is een NGO die zich al decennia inzet voor een milieuvriendelijker Nederland (Milieudefensie g.d. a). De organisatie kenmerkt zich door het organiseren van grote

demonstraties, ontregelingstactieken en gebruik van het justitiesysteem om milieuvervuiling tegen te gaan (ibid).

4.3.1 De strijdt tegen gas

Toen in 2009 de Nederlandse overheid vergunningen uitgaf om proefboringen naar

schaliegas te starten begon Milieudefensie met een anti-campagne (Millieudefensie g.d. b). In 2012 stelt de minister alle boringen tot minimaal 2020 uit en het lijkt er op dat er nooit

daadwerkelijk schaliegas uit de Nederlandse bodem gewonnen gaat worden (ibid). Hoewel het nog tot maart 2018 zal duren voordat alle boringen definitief van de baan zijn heeft Milieudefensie nu ruimte om een nieuwe campagne te starten. Eerder dat jaar heeft de beving van Huizinge behoorlijk wat losgemaakt en de tijd lijkt daar om als organisatie met veel kennis en ervaring omtrent gasgerelateerde problematiek, haar intreden te doen in het Groningse activistenlandschap.

4.3.2 Betrokkenheid bij het Gronings Protest

Milieudefensie is dan al lang geen onbekende meer voor de stad en provincie Groningen. De organisatie is al lange tijd actief middels groepen vrijwilligers en is bekend van protesten en ludieke acties (Louis Stiller, persoonlijke communicatie, 12 november; Peter Kodde,

persoonlijke communicatie, 26 november 2018). Wanneer Milieudefensie zich mengt binnen het gaswinningsconflict wordt er met Peter Kodde een organizer van buitenaf ingeschakeld die reeds actief is in de regio en een lange staat van dienst heeft wanneer het aankomt op klimaatactivisme en fossiele brandstoffen.

Milieudefensie is dan wel nauw betrokken bij het protest in Groningen, echt op de voorgrond treden doen ze niet. Er wordt vooral veel aandacht geschonken aan het ondersteunen van lokale initiatieven en het opzetten van protesten in Den Haag (Peter Kodde, persoonlijke communicatie, 26 november 2018; Marcel Drenth, persoonlijke communicatie, 24 november 2018; Derwin Schorren, persoonlijke communicatie, 10 december 2018). Zo regelt

Milieudefensie de opleggers om tractoren naar Den Haag te transporteren voor een groot protest op het Malieveld en is Milieudefensie samen met de GBB organisator fakkeltochten (Stiller 2018: 63; Milieudefensie 2015). Verder worden er trainingen aan lokale activisten gegeven waarbij kennis over de gaswinning, het opzetten van demonstraties en lobbyen gedeeld wordt (Peter Kodde, persoonlijke communicatie, 26 november 2018). Hiermee lijkt

(19)

18

Milieudefensie tot op zekere hoogte in te zetten op een ‘beweging van bewegingen’, dat de verschillende initiatieven elkaar ondersteunen en met elkaar samenwerken.

Milieudefensie trekt veel op met lokale bewegingen en initiatieven en probeert de

verschillende actoren zoveel mogelijk te verenigen (Peter Kodde, persoonlijke communicatie, 26 november 2018; Marcel Drenth, persoonlijke communicatie, 24 november 2018). Toch heeft Milieudefensie uiteindelijk een ander belang bij het protesteren van de gaswinning dan veel Groningse initiatieven. Hoewel de NGO schade aan gebouwen ten gevolge van de gaswinning als argument tegen de gaswinning gebruikt ligt de nadruk op het creëren van “een duurzaam en eerlijk Nederland” en een fossiele brandstofvrije samenleving (Milieudefensie g.d. c).

4.4 Code Rood

Ik kende mensen die daar ook bij betrokken waren, ook uit het dorp. Ook van die mensen die je altijd ziet opdraven […]dus een aantal van die mensen zie je steeds terug. Wat de

betrouwbaarheid van zo'n actie dan wel doet vergroten want die mensen kennen we, zo van: ‘oh daar heb je die weer’. Maar tegelijkertijd was het ook een soort van invasie van buitenaf met motieven die je niet meteen kon voelen en zien. zo van wat zit hier achter? Van sociale anarchisten, eventjes in Groningen en dan weer weg. – Louis Stiller (Persoonlijke communicatie, 12

november 2018) onderzoeksjournalist en gedupeerde bewoner over de bezetting van het tankenpark in Farmsum door Code Rood.

Code Rood is een jonge MB die actie voert tegen bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de winning, verscheping en verbranding van fossiele brandstoffen, alsmede overheden die dit faciliteren (Code Rood g.d. b). De MB is in 2017 opgericht en is een horizontale beweging zonder formele hiërarchische structuren (ibid). De beweging maakt beslissingen op basis van consensus onder aanwezige leden, waarbij besluiten altijd unaniem genomen worden (ibid; Marcel Drenth, persoonlijke communicatie, 24 november 2018). De structuur wijkt hiermee af van de eerste twee organisaties.

Code Rood was actief in Groningen tussen 24 en 31 augustus 2018, waarbij onder andere een gasopslag in Farmsum geblokkeerd werd en actietrainingen gefaciliteerd werden (ibid; DVHN 2018; de Volkskrant 2018). De beslissing om in het Groningse Farmsum te protesteren werd een half jaar eerder genomen bij een ledenbijeenkomst in Amersfoort (Marcel Drenth, persoonlijke communicatie, 24 november 2018; Peter Kodde, persoonlijke

(20)

19

communicatie, 26 november 2018). De zitblokkade bij het bedrijventerrein van de NAM is een illegale blokkade die als doel heeft aandacht te genereren en de werkzaamheden van de NAM te ontregelen (de Volkskrant 2018; Marcel Drenth, persoonlijke communicatie, 24 november 2018).

Wanneer de keuze op Farmsum is gevallen wordt er een datum voor de actie gekozen en kunnen de overige voorbereidingen getroffen worden. Dit gebeurd onder andere bij leden thuis in verschillende werkgroepen die op centrale bijeenkomsten zijn samengesteld (Marcel Drenth, persoonlijke communicatie, 24 november 2018). De datum wordt bekend gemaakt, steun wordt bij zowel burgers als andere protestgroepen gezocht, maar de actie en de beslissingen in aanloop ervan blijven de propriëteit van Code Rood.

Bij de wandeltocht van Leermens naar het Tankenpark in Farmsum, waar de zitactie

plaatsvind wordt bericht dat er ongeveer zevenhonderd mensen meelopen (Code Rood 2018). Bij de ingang van het tankenpark wordt een kamp opgezet dat twee dagen zal blijven staan. Er is veel media aandacht voor het evenement en het grootste gedeelte van de actie verloopt rustig. Toch wordt er door de politie ter plaatse enkele keren met wapenstokken uitgehaald naar activisten die te dicht bij een hek komen of zich in een richting willen verplaatsen waarvan agenten denken dat ze er niet mogen komen (Hofslot 2018).

De actie kan een succes worden genoemd in de zin dat het nationale aandacht heeft

gegenereerd voor de Groningse casus. Tegelijkertijd is er geen direct vervolgplan en zal het nog een half jaar duren voordat er binnen de beweging nagedacht wordt over een

vervolgactie.

4.5 Actoren en hun Positionering

Nu een overzicht van de betrokken actoren is aangedragen kan er een overzicht gepresenteerd worden van de verschillende actoren. In tabel 4.1 is te zien hoe de organisaties van elkaar verschillen of overeenkomen. Wat betreft de structuur is duidelijk dat Code Rood een heel andere vorm heeft dan de GBB en Milieudefensie. Dit is van invloed op het

beslissingsproces, maar, zoals in het volgende hoofdstuk naar voren zal komen ook op de tactieken en de relatie met het gaswinningsconflict. Wat betreft de tactieken die worden toegepast is de actie van Code Rood radicaler dan bij de andere twee en wordt er op één evenement per keer ingezet. In het geval van Milieudefensie wordt er veel voorzichtiger met

(21)

20

inmenging in een nieuwe, lokale casus omgesprongen en worden er in eerste instantie banden gelegd met de verschillende lokale initiatieven, hier wordt in het volgende hoofdstuk dieper op ingegaan. Met betrekking tot de doelen en achterliggende belangen komen Milieudefensie en Code Rood erg overeen. Dit heeft er alles mee te maken dat beide milieuorganisaties deel uitmaken van de internationale milieu- en klimaatbeweging. De GBB heeft een belangrijk gemeenschappelijk doel met de milieuorganisaties, namelijk het dichtdraaien van de gaskraan. Dit kan dan ook een belangrijk punt zijn waarop er samen opgetrokken kan worden, ondanks dat de achterliggende belangen anders zijn en de GBB niet in eerste instantie een milieubeweging is.

Nu er een beeld is gecreëerd van hoe de verschillende organisaties in elkaar steken en ze zich gepositioneerd hebben in het Groningse gaswinningsconflict, kan er gekeken worden naar de manieren waarop de actoren met elkaar omgaan en welke elementen hierbij van invloed zijn. Het volgende hoofdstuk zal daarom de relaties onderling nader bestuderen en de omgang in zowel de publieke ruimte als achter de schermen analyseren.

(22)

21

Structuur Tactieken Doelen Achterliggende

Belangen GBB Grassroots beweging, Aandrijver voor beweging van bewegingen voor Groningse grassroots bewegingen Manifestaties, Onderhandelingen, Ondersteunen initiatieven, Onderzoek Gaswinning stoppen, verbeterde schade-afhandeling Maximaliseren van de veiligheid en het financieel en emotioneel schadevrij stellen van bewoners Milieudefensie Gevestigde NGO die deel uitmaakt van internationaal netwerk, Aandrijver voor beweging van bewegingen doormiddel van organizer Ondersteunen lokale initiatieven, Manifestaties, Rechtszaken Gaswinning stoppen, meer draagvlak voor klimaatbeweging scheppen Een fossiele brandstofvrije samenleving, opwarming van de aarde beperken, bescherming van het milieu

Code Rood Horizontaal bestuurde MB, niet-hiërarchische organisatie met sterke internationale banden Manifestaties Gaswinning stoppen, meer draagvlak voor klimaatbeweging scheppen Een fossiele brandstofvrije samenleving, opwarming van de aarde beperken.

(23)

22

5. Interactie en Spillovers

Dat er interactie tussen de verschillende betrokken MB’s en NGO’s bestaat is in het vorige hoofdstuk benoemd. Er zal hier dieper worden ingegaan op de manieren waarop die interactie plaatsvind en welke gevolgen dit voor de onderlinge verstandhouding heeft. Er zal

achtereenvolgens bestudeerd worden hoe de verschillende MB’s en organisaties met elkaar en andere bewegingen binnen het gaswinningsconflict samenwerken en hoe de MB’s en organisaties met onderlinge verschillen omgaan.

5.1 Samenwerking

Voor Milieudefensie was de eerste stap bij inmenging in het gaswinningsconflict duidelijk: het versplinterde activistenlandschap bij elkaar brengen en de neuzen dezelfde kant op krijgen (Peter Kodde, persoonlijke communicatie, 26 november 2018). Die versplintering wordt vanuit verschillende kanten benadrukt wanneer er over de periode voor de beving van Huizinge gesproken wordt (ibid; Marcel Drenth, persoonlijke communicatie, 24 november 2018). Milieudefensie doet haar intrede dan ook voorzichtig en opereert vooral op de achtergrond (ibid). De boodschap vanuit de NGO was dan ook om de focus op de gezamenlijke vijand gericht te krijgen en niet langer op elkaar.

5.1.1 De Grote Broer

Milieudefensie lijkt het gaswinningsconflict binnen te zijn gestapt met een duidelijk doel om aggregatie tussen bewegingen te faciliteren en te promoten. Kodde (persoonlijke

communicatie, 26 november 2018) stelt dat het voor een organisatie als Milieudefensie makkelijker is om lokale partijen die niet met elkaar opschieten bij elkaar aan de tafel te krijgen dan voor een lokale organisatie. Hij stelt dat het voor een buitenstaander eenvoudiger is om de rol van conflictbemiddelaar op te pakken. Daarnaast worden er trainingen

aangeboden om bewegingen en individuen kennis over te dragen met betrekking tot organisatie en communicatie naar buiten toe (Peter Kodde, persoonlijke communicatie, 26 november 2018). Ook komt er met de inmenging van Milieudefensie een link tussen het ‘Groningse’ conflict en de landelijke politiek in Den Haag. Er worden manifestaties georganiseerd, maar ook wordt er kennis over lobbyen gedeeld.

(24)

23

De GBB heeft een soortgelijke rol op zich genomen. De beweging was eerst slechts gericht op schade-afhandelingen, maar heeft onderhand ook de rol van ‘grote broer’ op zich

genomen; er wordt op verzoek geassisteerd met communicatie, financiën en kennis over het voorbereiden van acties (Derwin Schorren, persoonlijke communicatie, 10 december 2018). Warffum Alert! is een initiatief dat om hulp bij het organiseren van een manifestatie heeft gevraagd. Warffum ligt in Noord-Groningen en aan de rand van het dorp ligt een klein gasveld. Erik de Graaf (persoonlijke communicatie, 30 november 2018) roept samen met enkele buurtgenoten in de lente van 2017 op tot een protestmars, onder de banner ‘Warffum Alert!’, tegen de geplande gaswinning. De Graaf verteld dat hulp in schakelen vanuit de GBB een logische stap was:

Ik ken Derwin van mijn geschiedenisstudie dus dat was wel makkelijk. Bovendien, hij woont hier in de buurt en hier in Warffum binnen ons clubje van de organisatie waren ook mensen die heel actief zijn in de

Bodembeweging; dus die contacten waren snel gelegd. Wij hebben toen ook geprobeerd om ook in persberichten en naar pers toe heel duidelijk, echt met feiten te komen […] en bij de GBB zitten wel wat mensen die ook precies weten waar ze iets kunnen zoeken als het al te vinden is. Dus dat was wel prettig.

Schorren benadrukt dat de GBB zelf niet actief initiatieven uitzoekt om te ondersteunen en altijd enige afstand behoudt. Het is echter bekend dat de beweging ondersteuning bied. Op die manier wordt er voorkomen dat de GBB een beslissende invloed krijgt en wordt de eigen identiteit van initiatieven behouden.

De lijntjes tussen Milieudefensie en de GBB zijn kort en er is veel overleg tussen beide partijen. Een duidelijk verschil tussen de actoren is hun bureaucratische omvang;

Milieudefensie wordt beschreven als “een diesel die er lang over doet om op gang te komen, maar als ze eenmaal in beweging komt ook veel afstand af kan leggen” en het relatief kleine bestuurlijke orgaan van de GBB is wendbaar en kan snelle beslissingen maken (Peter Kodde, persoonlijke communicatie, 26 november; Derwin Schorren, persoonlijke communicatie, 10 december). Er wordt dan ook samen opgetrokken met bijvoorbeeld het organiseren van de fakkeltochten. Vanuit Milieudefensie wordt waargenomen dat er meer eensgezindheid

(25)

24

lokale politiek zich tegenwoordig in de strijd tegen de NAM mengt. Wat dat betreft lijkt een deel van het werk dat eerst door Kodde werd opgepakt doorgeschoven te zijn naar de GBB.

5.1.2 De Spillover: Code Rood

Binnen de horizontale beweging blijkt het een stuk lastiger om de juiste respondenten te vinden. Er staat geen gestructureerde lijst met rolverdeling op de website, er is geen kantoor wat gebeld kan worden en de mailbox lijkt buiten de actieperiode niet beheerd te worden. Gelukkig zijn er spillovers.

Marcel Drenth (persoonlijke communicatie, 24 november 2018) is actief lid van de

‘Werkgroep Aardgascondensaat Farmsum’ en doet mee met tal van protestacties die met de gaswinning te maken hebben. Toen Drenth werd gevraagd om een voorstel te maken voor een Code Rood-actie in Groningen pakte hij dat op. De fakkeltochten en dergelijke acties waren naar zijn smaak ‘soft’ en hoe meer aandacht voor de problematiek in de provincie hoe beter. Naast Drenth was ook Kodde (persoonlijke communicatie, 26 november) nauw

betrokken bij de organisatie en coördinatie van Code Rood in Groningen. Volgens hem is het een goede aanvulling op het overige protest en zijn burgerlijke ongehoorzaamheidacties effectief wat betreft het genereren van aandacht. Daarnaast stelt Kodde ook dat voor organisaties zoals Milieudefensie en de GBB het ook goed is wanneer er radicalere

alternatieven zijn. Door de aanwezigheid van protest-tactieken die verder gaan dan wat er tot nog toe ondernomen is, worden andere methodes en organisaties als minder radicaal, of het ‘redelijke midden’ gezien.

5.2 Wanneer het Schuurt

Tot nu toe is er gekeken naar de samenwerking en positieve interactie tussen verschillende organisaties en MB’s, maar er zijn ook punten waarop de verschillende actoren niet

overeenkomen of het oneens zijn. In deze paragraaf zal er gekeken worden hoe de respectievelijke organisaties met verschillen in belangen, tactieken en structuur omgaan. Louis Stiller (2018: 178-9) schetst een belangrijk verschil tussen de belangen van de GBB en Milieudefensie. Hij beschrijft de spandoeken die langs de weg staan in de buurt van het dorp Muntendam; elk spandoek protesteert tegen de plannen om hier een windmolenpark aan te leggen (ibid). De plannen om grootschalige nieuwe windmolenparken aan te leggen in de Groningse provincie, schiet bij veel bewoners in het verkeerde keelgat (Louis Stiller,

(26)

25

persoonlijke communicatie, 13 november; Santen, van & Kooiman 2018). De overlast en horizonvervuiling zijn voor veel Groningers een bron van ergernis, zeker wanneer de besluiten voor de parken in Den Haag genomen worden (ibid).

De GBB is uiteindelijk een beweging die zich inzet voor de belangen van Groningers en zich in eerste instantie niet bezighoudt met CO2 uitstoot en de energietransitie, al wordt er zeker binnen de beweging over meegedacht (Louis Stiller, persoonlijke communicatie, 13

november 2018; Derwin Schorren, persoonlijke communicatie, 10 december). Voor Milieudefensie is dit echter deel van een belangrijk achterliggend belang en op dit punt trekken de organisaties dan ook niet samen op (Peter Kodde, persoonlijke communicatie, 26 november). Het ligt voor de hand dat een soortgelijke situatie zou bestaan bij de plannen om een stikstoffabriek aan te leggen in Zuidbroek (Radersma 2018). Deze stikstoffabriek kan geïmporteerd gas omzetten tot gas wat bruikbaar is voor Nederlandse huishoudens (ibid). Dit is een maatregel die de CO2 uitstoot alleen maar toe zal laten nemen, maar toch verzet Milieudefensie zich niet:

Qua klimaat is dat echt een drama: je gaat Russisch gas inbrengen en stikstof daar inmengen en dat levert je gewoon een heel veel grotere uitstoot op als Gronings gas. En ja, op dat moment is het voor ons de afweging, wat laat je zwaarder wegen: het Groningse belang of het klimaatbelang en kiezen wij er dus nu voor om ons niet te verzetten tegen die stikstoffabriek. Dan zeggen we dat ding moet er nu gewoon komen want de situatie in Groningen is gewoon heel erg accuut.

Ondanks dat de achterliggende belangen van Milieudefensie recht tegenover deze maatregel staan wordt er dus toch voor gekozen om het besluit aan te vechten.

Rondom Code Rood bestaat met name voor aanvang van het protest discussie binnen media en inwoners over de origine en intenties van de organisatie (Volkskrant 2018; Dagblad van het Noorden 2018a). Louis Stiller (persoonlijke communicatie, 13 november) denkt dat er een angst heerste bij veel mensen dat “de ultra-linksen en de anarchisten het verzet zouden

kapen”. Volgens Peter Kodde (persoonlijke communicatie, 26 november) en Derwin Schorren (persoonlijke communicatie, 10 december) was een deel van de

media-verslaggeving verantwoordelijk voor het ontstane beeld, waarbij de intenties van Code Rood in twijfel werden getrokken.

(27)

26

Het is duidelijk dat er tussen Milieudefensie en de GBB een verstandhouding bestaat waarbij de organisaties elkaar tegemoet komen. De relatie tussen de GBB en Code Rood is van een andere natuur. Waar Milieudefensie zich langzaam op de achtergrond vertrouwd heeft gemaakt bij de verschillende lokale initiatieven lijkt er tussen Code Rood en lokale

bewegingen meer afstand te bestaan. De GBB gaf via sociale media en haar website aan de actie van Code Rood te steunen, maar liep zelf niet mee; in plaats daarvan werd er een eigen mars als steunbetuiging georganiseerd (Derwin Schorren, persoonlijke communicatie, 10 december 2018).

(28)

27

6. Conclusie

In deze scriptie zijn drie organisaties en de manier waarop ze met elkaar vermengen en omgaan onderzocht. De verschillende organisaties verschillen op het vlak van structuur, tactieken en belangen, maar hebben voor een groot gedeelte hetzelfde doel: een einde aan de gaswinning in Groningen. Er kan geconcludeerd worden dat in de context van deze specifieke casus aggregatie tussen lokale grassroots organisaties en (inter)nationale milieuorganisaties voorkomt doormiddel van het over een langere periode opbouwen van relaties achter de schermen.

Milieudefensie heeft zich over een lange periode bekend gemaakt met de verschillende betrokken partijen en daarbij vooral veel werk achter de schermen verricht. Door met een organizer te werken zijn er veel banden aangegaan en staat de NGO bekend om haar ondersteunende rol. De GBB is door de jaren heen gegroeid en heeft nu de rol van ‘grote broer’ voor andere Groningse initiatieven op zich genomen. Zowel Milieudefensie als de GBB zijn doormiddel van hun ondersteunende rollen aandrijvers van diffusie. De

veranderingen binnen de GBB en de manier waarop de beweging zich opstelt tegenover andere grassroots initiatieven zou er op kunnen duiden dat enige tactieken zijn voortgekomen uit de invloed van Milieudefensie, maar de data zijn ontoereikend om dit met zekerheid te stellen.

Code Rood op haar beurt heeft tot nog toe een eenmalige actie gevoerd in Groningen en het is nog niet duidelijk of er meer komen. De beweging heeft zich gemanifesteerd door met een internationale groep klimaatactivisten een radicaler protest op te zetten dan tot noch toe in Groningen van de grond gekomen was. Code Rood mag dan een beweging met een

internationaal karakter zijn, de organisatie van het protest in Farmsum had wel degelijk een sterke Groningse vertegenwoordiging. Er is een duidelijke vorm van spillover aanwezig vanuit Milieudefensie met de betrokkenheid van Peter Kodde.

Interactie tussen de verschillende actoren vind op verschillende manieren plaats. Er zijn vormen van diffusie, spillover en aggregatie waargenomen. Waar het activistenlandschap van een paar jaar terug wordt beschreven als ‘gefragmenteerd’ is er nu meer eenheid te vinden. Het is niet mogelijk om een enkele oorzaak aan te halen, maar de rol die zowel

Milieudefensie als de GBB hierin hebben gespeeld en de tactieken die ze hiervoor hebben gekozen lijken een positieve invloed te hebben gehad. Verder onderzoek zou zich kunnen

(29)

28

richten op het verbreden van de respondentenpoel en door de externe communicatie te analyseren.

(30)

29

Literatuur

Adler, M. A. (2012). The role of grass roots organizations in the promotion of sustainable indigenous communities in Mexico. International J ournal of Humanities and Social Science, 2(2), 235 -248.

Bennett, W. L. (200 2). Social Movements beyond B orders: Organization, Communication, and Political Capacity in T wo Eras of Transnational Activism . . research gate , 203-227.

Berg, van den J. (2018) wie zitten er achter code rood, de beweging die – ook in groningen –

strijdt tegen gaswinning. de Volkskrant (beschikbaar op: https:// www.volkskrant.nl/nieuws

-achtergrond/ wie -zitten-er -achter -code-rood -de-be weging-die-oo k-in-groningen -strijdt-br-tegen-gaswinning-~bc93243f/, geraadpleegd op 13 oktober 2018).

Borras Jr, S. M., Edelman, M., & Kay, C. (2008). Transnational agrarian movements: Origins and politics, campaigns and impact. Journal of Agrarian Change , 8(2‐3), 169-204.

Bryman, A. (2012). Social Research Methods . Oxford University Press.

Chong, D. (2014). Collective action and the civil rights movement. University of Chicago Press.

Chenoweth, E., Stephan, M. J., & Stephan, M. J. (2011). Why civil resistance works: The strategic logic of nonviole nt conflict. Columbia University Press.

Code Rood (2018) nood breekt wet. (beschikbaar op https://code rood.org/nl/2018/08/29/nood -breekt-wet/, geraadpleegd op 13 januari 2019).

Code rood (g.d. a). actie: massaal tegen gas. (beschikbaar op: https://code rood.org/nl/actie -massaal-tegen-gas/, geraadpleegd op 13 oktober 2018).

Code Rood (g.d. b). wat is code rood? (beschikbaar op: https://code -rood.org/nl/wat -code-rood/, geraadpleegd op 14 oktober 2018).

Code Rood (g.d. c) actieconsensus. (beschikbaar op https://code -rood.org/nl/actieconsensus/, geraadpleegd op 13 januari 2019).

Dagblad van het Noorden (2014) Video: fakkeloptocht vreedzaam verlopen. (beschikbaar op: https:// www.dvhn.nl/archief/Video -Fakkeloptocht -vreedzaam-verlopen-20848733.html, geraadpleegd op 12 januari 2019).

Dagblad van het Noorden (2018 a). Actiekamp va n code rood in leermens stroomt vol (update). (beschikbaar op: https://www.dvhn.nl/groningen/Actiekamp -van-Code-Rood-in-Leermens-stroomt-vol-update -23483471.html, geraadpleegd op 13 oktober 2018).

Dagblad van het Noorden (2018b) fakkeltocht: ‘ indrukwekkende ring van vuur en fakkels’. (beschikbaar op https:// www.dvhn.nl/groningen/Fakkeltocht %E2%80%98Indrukwekkende -ring-van-vuur -en-fakkels%E2%80%99 -22837396.html, geraadpleegd op 12 j anuari 2019). Dagblad van het Noorden (2018c) Actiegroep Code Rood zet kamp op bij NAM -locatie

Farmsum voor meerdaagse demonstratie; gemoedelijke vrolijke sfeer . (beschikbaar op

https://www.dvhn.nl/groningen/Actiegroep CodeRoodzetkamp op bijNAMlocatie -Farmsum-voor -meerdaagse-demonstratie -gemoedelijke -vrolij ke -sfeer -23489586.html, geraadpleegd op 12 januari 2019).

Della Porta, D. (2005). Deliberation in movement: Why and how to study deliberative democracy and social movements. Acta politica, 40(3), 336 -350.

(31)

30

Edelman, M. (2009). Synergies and tensions between rural social movements and professional researchers. The Journal of Peasant Studies , 36(1), 245-265.

Fahmi, W.S. (2009). “Bloggers’ street movement and the right to the city. (Re)claiming Cairo’s real and virtual s paces of freedom”, Environment and Urbanization, 21: 89 -107. Gläser, J. (2004). Social movements as communities. In Proceedings of the TASA 200 4 Conference, Revisioning Institutions: Change in the 21st Century.

Groninger bodem be weging (2016) januari 2016 (beschikbaar op https:// www.groning er-bodem-be weging.nl/downloads/gbb -kranten/177 -01 -gbb -krant-januari/file, geraadpleegd op 12 januari 2019).

Groninger bodem be weging ( a) (g.d.) geschiedenis van de groninger bodem beweging. (beschikbaar op: https://www.groninger -bodem-beweging.nl/gbb/geschiedenis, geraadpleegd op 13 oktober 2018 ).

Groninger bodem be weging ( b) (g.d.) wat doet de gbb? (beschikbaar op

https://www.groninger -bodem-be weging.nl/gbb/ wat -doet-d e-gbb, geraadpleegd op 13 oktober 2018).

Groninger Bod em Beweging ( c) (g.d.) wat doet de gbb? (beschikbaar op:

https://www.groninger -bodem-be weging.nl/gbb/ wat -doet-d e-gbb, geraadpleegd op 14 oktober 2018).

Gronings Perspectief (g.d.) Persbericht: Aardbevingsschade heeft enorme impact op

gezondheid en gevoel van veiligheid .(beschikbaar op:

https://www.groning sperspectief.nl/persbericht aardbevingsschade enorme impac top -gezondheid -en-gevoel-veiligheid/, geraadpleegd op 14 december 2018).

Gronings Perspectief (2018) Gevolgen van bodembeweging voor Groningers : Ervaren

veiligheid, gezondheid en toekomstperspect ief 2016-2017. Rijksuniversiteit Groningen.

Hadden, J. (20 14). Explaining variation in transnational climate change activism: the role of inter -movement spillover. Global Environmental Politics, 14(2), 7 -25.

Hanspeter, K., Koopmans, R., Duyvendak, J. W., & Giugni, M. G. (2015). New social movements in Western Eur ope: A comparative analysis. Routledge.

Historiek (g.d.). Gaswinning in Groningen :Geschiedenis, gevolgen e n toekomst. (beschikbaar op: https://historiek.net/gaswinning -in-groningen-geschiedenis -gevolgen/74692/, geraadpleegd op 14 december 2018).

Hofslot, van G. (2018) Demonstrante Code Rood gewond in Farmsum na ingrijpen politie

(update) (+video's). dagblad van het noorden (beschikbaar op

https://www.dvhn. nl/groningen/Grimmige -sfeer -bij-demonstratie -NAM-park-in-Farmsum-videos-23492228.html, geraadpleegd op 13 januari 2019).

Hunter, S. V. (2010). Analysing and representing narrative data: The long and winding road. Current Narratives, 1(2), 44-54.

Jenkins, J. C. (1983). Resource mobilization theory and the study of social movements. Annual review of sociology, 9(1), 527 -553.

Jeong, H. (2008) Understanding conflict and conflict analysis. London: Sage.

Kelderman, J. (2016). Aardbevingen door gas winning waren d ertig jaar geleden nog flauwekul.

RTV Drenthe (beschikbaar op https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/116789/Aardbevingen -door-gaswinning-waren-dertig-jaar-geleden-nog-flauwekul, geraadpleegd op 12 januari 201 9).

(32)

31

KNMI (g.d.). uitleg over aardbevingen door gaswinning. (beschikbaar op

https://www.knmi.n l/kennis -en-datacentrum/uitleg/aardbevingen -door-gaswinning, geraadpleegd op 12 december 2018).

Kriesi, H., Koopmans, R., Duyvendak, J. W., & Giug ni, M. G. (1992). New social movements and political opportunities in Western Europe. European journal of pol itical research , 22(2), 219-244.

Meyer, D. S., & Whittier, N. (1994). Social movement spillover. Social problems, 41(2), 277-298.

McCarthy, J. D., & Zald, M. N. (1977). Resource mobilization and social movements: A partial theory. American journal of socio logy, 82(6), 1212 -1241.

Milieudefensie (g.d.) ( a). onze geschiedenis. (beschikbaar op: https://milieudefensie.nl/over -ons/onze -geschiedenis, geraadpleegd op 14 oktober 2018).

Milieudefensie (g.d.) (b). Hoe schaliegas opkwam en ten onder ging. (beschikbaar op https://milieudefensie.nl/wonen -zonder -gas/hoe -schaliegas -opkwa m-en-ten-onder -ging, geraadpleegd op 12 januari 2019).

Milieudefensie (g.d.) ( c). Milieudefensie. (beschikbaar op: https://milieudefensie.nl/over -ons, geraadpleegd op 14 oktober 2018).

Milieudefensie (2015). wij gaan actiegroep en tegen gasboringen nog meer ondersteunen . (beschikbaar op: https://milieudefensie.nl/actueel/wij -gaan-actiegroepen -tegen-gasboringen-nog-meer -o ndersteunen, geraadpleegd op 14 oktober 2018).

NRC Handelsblad (2018). Nu ook jong, radicaal p rotest tegen gas. (beschikbaar op: https://www.nrc.nl/nieuws/ 2018/08/28/nu -ook-jong-radicaal -protest -tegen-gas-a1614409, geraadpleegd op 13 oktober 2018).

Onder groningen (g.d.) 3. evaluatie van de huizinge -beving op 16 augustus 2012. (beschikbaar op: http:// www.ondergroningen.nl/1 -evaluatie -van-de-huizinge -beving-op16 -augustus -2012/, geraadpleegd op 13 oktober 2018).

Radersma, S. (2018). Voorbereiding bouw grote stikstoffabriek is begonnen . RTV Noord (beschikbaar op https:// www.rtvnoord.nl/nieuws/201956/Voorbereiding bouwgrote -stikstoffabriek -is-begonnen, geraadpleegd op 13 januari 2019).

Rasch, E. D., & Köhne, M. (2016). Hydraulic fracturing, energy transition and political engage ment in the Netherlands: The energetics of citizenship. Energy Research & Social

Science, 13, 106 -115.

RTV Noord (g.d.) 30 jaar geleden: aardbevingen door gaswinning? Flauwekul! (beschikbaar op https:// www.rtvnoord.nl/nieuws/172017/30 jaargeledenaardbevingdoorgaswinning -Flauwekul, geraadpleegd op 12 januari 201 9).

Santen, van. Kooi man J. ( 2018). Begin in het noorden niet over windmolens. NRC Handelsblad (beschikbaar op https:// www.nrc.nl/nieuws/2018/07/27/begin inhetnoordennietover

-windmolens-a1611448, geraadpleegd op 13 januari 2019).

Santos, B. D. S. (2005). The future of the World Social Forum: The work of translation. Development, 48(2), 15-22.

Shukla, N., Wilson, E., & Boddy, J. (2014). Combining thematic and narrative analysis of qualitative interviews to understand children’s spatialities in Andhra Pradesh, India.

(33)

32

Staggenborg, S. (1998). Social move ment communi ties and cycles of protest: The emergence and maintenance of a local women's movement. Social Proble ms, 45(2), 180 -204.

Stiller, L. (2018). Gasland: Nederland wordt wakker geschud. De geus, Amsterda m. Strang, D., & Soule, S. A. (1998). Diffusion in organizations and social movements: From hybrid corn to poison pills. Annual review of sociology , 24(1), 265-290.

Sutherland, N., Land, C., & Böhm, S. (2014). Anti -leaders (hip) in Social Movement Organizations: The case of autonomous grassroots groups. Organization , 21 (6), 759-781. Wapner, P. (2002). Defending accountability in NGOs. Chi. J. Int'l L. , 3, 197.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de SUWI-keten wordt er meer richting klanttevredenheid (van werkgevers en werkzoekenden) gedacht. Wat verder opvalt, is dat in de strafrechtsketen bijna niet de flexibiliteit

Door in dit onderzoek gebruik te maken van een belichaming die nog niet eerder voor dit type onderzoek is gebruikt en toch tot vergelijkbare resultaten te komen,

A model of monthly serious casualties of motor vehicle occupants and motorcycle riders involved in accidents outside urban areas, was fitted to the same explanatory variables used

De vraag is nu of het niet mogelijk zou zijn om met kennis, bijvoorbeeld vanuit de zuilen valpreventie, decubitus en in- continentie, te voorkomen dat iemand van A naar C gaat..

17 stichting 14 taken bestuur 15 taken coördinator 30 open bijeenkomsten interactie 08 coördinator 16 pragmatisch management 12 secretariaat 20 thema onder de aandacht 10

Wat zijn de ervaringen van inwoners die gebruik hebben gemaakt van onafhankelijke cliëntondersteuning.. Wordt dit al

Dekker (2003) geeft aan dat bedrijven zich zorgen zouden kunnen maken over de uitwisseling van gevoelige informatie, over een eerlijke verdeling van kosten en opbrengsten en over

Heeft de analyse betrekking op economische gevolgen voor één partij of voor een keten van samenwerkende bedrijven.. Dient een TCO-berekening voor analyse, of wordt ze ook onderdeel