Pagina 1 van 4 MINISTERIE VAN ONDERWIJS
WETENSCHAP EN CULTUUR
UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015
VAK : SOCIOLOGIE
DATUM : DONDERDAG 25 JUNI 2015
TIJD : 07.45 - 09.45 Aantal opgaven : 9 Aantal pagina’s : 4
Controleer zorgvuldig of alle pagina’s in goede volgorde zijn.
Neem in geval van een afwijking onmiddellijk contact op met een surveillant.
Jongeren getraind om kennis over te brengen
DWT 24/11/2014PARAMARIBO– De Twintigjarige Ngaida van Cooten uit Marowijne merkt op dat
leeftijdgenoten in haar omgeving nog weinig weten over seksueel overdraagbare
aandoeningen. "Als ze weten dat iemand besmet is met het Hiv-virus, houden ze de persoon op afstand, maar dat is verkeerd. Ze zijn ook normale mensen zoals wij." Dat deze groep niet gestigmatiseerd mag worden, zal de peer educator haar leeftijdgenoten daarom maar al te 5
graag bijbrengen. Veel thema’s besproken
Van Cooten maakt deel uit van een groep jongeren uit Saramacca, Marowijne en
Brokopondo, die door de stichting Double Positive zijn getraind als peer educators. Er is gekozen voor deze gebieden, omdat die het meest behoefte blijken te hebben aan
10
voorlichting. Naast seksualiteit en drugsgebruik kwamen ook HIV/Aids, communicatie, een gezonde leefstijl en alle vormen van geweld aan de orde. Uit elk district zijn tien jongeren uitgekozen na een voorselectie. "Ze vormen een soort werkarm van de stichting", zegt voorzitter Ethel Pengel van Double Positive. Het is de bedoeling dat de groep de kennis en informatie overdraagt aan haar leeftijdgenoten.
15
Double Positive houdt zich bezig met voorlichting over seksueel overdraagbare aandoeningen en counseling van personen die besmet zijn met hiv/aids. De eerste peer educators-trainingen zijn begin dit jaar gegeven. Gisteren was er in Ons Huis een vervolg over seksualiteit en geweld. Ook zijn thema’s als zelfmoord, overgewicht en genderongelijkheid behandeld.
Pagina 2 van 4 Pengel vindt het belangrijk dat de jonge generatie continu wordt voorgelicht over deze
20
onderwerpen. “ Die constante scholing moet ervoor zorgen dat ze bewust worden gemaakt over deze zaken.”
De training wordt betaald door de CVC/COIN, een Caribische organisatie die groepen die zich bezighouden met maatschappelijke onderwerpen financieel bijstaat.
25
Rapportageplicht
De jongeren worden ook voorzien van voorlichtingsmateriaal. Om een bepaalde periode moet er gerapporteerd worden naar de stichting hoeveel personen er zijn voorgelicht of hoeveel condooms er zijn verdeeld. "Als ze dat niet doen, kunnen wij ook niet rapporteren aan de CVC/COIN om zodoende weer kans te maken op een project", benadrukt Pengel de noodzaak 30
hiervan.
A Gedeelte
Vragen bij de tekst Socialisatie
1a(4) Welke vorm van socialisatie komt het best tot uiting in de tekst? Motiveer je antwoord.
b.(3) Noem de drie (3) belangrijkste rollen van de significante anderen, zoals de theorie van Berger en Berger dat aangeeft.
c.(4) Bespreek aan de hand van twee (2) argumenten als de jongeren die zijn getraind tot peer educators, gerekend kunnen worden tot de significante anderen zoals bij de vorige vraag aangegeven.
Jongeren
2(4) Jongeren zijn getraind tot peer educators. Welk kenmerk van de jongerentijd kan door deze educators het best gebruikt worden om hun werk te doen? Leg uit waarom.
Onderwijs
3a.(3) Zie regel 16-22: “Double Positive………deze zaken” . Welk doel van onderwijs komt het best tot uiting in dit tekstgedeelte? Motiveer je keus.
b.(5) Jongeren zijn getraind tot peer educators. Welke functie van onderwijs (volgens Merton) komt het best tot uiting in de tekst? Verklaar je keus.
Pagina 3 van 4 Ngo’s en de vier ontwikkelingsgebieden
4a.(4) Noem twee (2) ngo’s die zich bezighouden met het terugdringen van Hiv-aids gevallen in Suriname.
b.(4) Zie regel 12-13: “ uit elk district …… voorselectie.’ Welke taak van de interne structuren op nationaal niveau komt hier het best tot uiting? Leg uit waarom je dat zegt.
B gedeelte
Nationalisme en migratie
5. Suriname wil naar de Wereld Kampioenschappen van 2018 in Rusland. Daarom moet het binnenkort voor voetballers van Surinaamse afkomst met de Nederlandse
nationaliteit mogelijk zijn om via een dubbele nationaliteit voor het nationale elftal van Suriname uit te komen.
a.(4) Is er in het bovenstaande sprake van loyaliteit aan de natie-staat? Motiveer je antwoord.
b.(4) Tot welke vorm van migratie zou het verkrijgen van deze dubbele nationaliteit kunnen leiden? Motiveer je antwoord.
c.(6) Sommige Surinaamse jongeren kiezen voor een voetbalcarrière in Nederland. Noem en bespreek twee (2) pushfactoren voor de trek van deze voetballers naar Nederland. d.(4) Van welke vorm van migratie is er bij deze groep Surinaamse jongeren sprake?
Motiveer je antwoord.
Democratische stabiliteit
6. Rabuschka en Shepsle beschrijven verschillende getalsverhoudingen tussen politieke partijen in de plurale samenleving.
a.(4) Welke verhouding is het beste van toepassing op de verkiezingen van 25 mei 2015 jongstleden? Motiveer je antwoord.
b.(4) Zorgen samenwerkende etnische partijen voor een stabiele democratie volgens Rabushka en Shepsle? Verklaar je antwoord.
Pagina 4 van 4 Globalisering
7. Globalisering is de groeiende integratie van economieën en maatschappijen uit de hele wereld vooral door handel, financiele stromen en de overdracht van cultuur en technologie.
a.(6) Geef aan de hand van twee (2) duidelijk uitgewerkte voorbeelden aan wat wordt bedoeld met bovenstaande stelling.
b.(4) Welke positieve gevolgen heeft globalisering voor Suriname op cultureel gebied? Bespreek twee (2) gevolgen.
c.(4) Globalisering werkt belemmerend op de jongerencultuur. Ben je het eens met deze stelling? Motiveer je antwoord.
Decentralisatie
8 “Het decentralisatieprogramma (DLGP) heeft nut bewezen”. Het programma loopt formeel af op 20 december 2014. (DWT. 3 okt 2014)
a.(4) Bespreek het belang van bevolkingsparticipatie binnen het decentralisatie gebeuren middels twee (2) argumenten.
b.(3) Noem drie (3) bereikte resultaten (bevoegdheden) van het decentralisatieprogramma voor de districten.
Cultuur
9. “ Moderne dingen hebben oude vervangen bij de viering van nationale feestdagen”. a.(4) Geef een duidelijk uitgewerkt voorbeeld uit de Surinaamse situatie, waaruit dit blijkt. b.(4) Is er in bovenstaande stelling sprake van cultuurverrijking? Motiveer aan de hand van
twee (2) argumenten.
c.(4) Enculturatie of Acculturatie.
Welke van de twee (2) begrippen is het beste van toepassing op bovenstaande stelling? Verklaar waarom.
Succes