Spectrofotometrie: zelftest RvI 7-2-2007 1
Een oplossing van 345 mg mangaan(II)sulfaat in 500 mL wordt gebruikt als standaard bij een bepaling. Men pipetteert 10 mL in een maatkolf van 250 mL en voegt reagens toe. Vervolgens meet men de extinctie bij 550 nm. Maak een pipetteerschema volgens de
aangeleerde methode.
a Bereken de concentratie zout in mg/L in beide maatkolven. b Bereken het mangaangehalte in mangaan(II)sulfaat.
c Bereken de concentratie mangaan in de laatste maatkolf. d De laatste maatkolf wordt gemeten en er blijkt E=0,201
Bereken K (l=1 cm)
Men weegt 12,34 gram mangaanmonster af, vieze drab uit de Dode Zee. Men brengt dit over in een maatkolf van 250 mL en vult aan.
Hieruit wordt 10 mL in een maatkolf van 100 mL gepipetteerd, reagens toegevoegd en aangevuld. Na meting bij 550 nm blijkt E= 0,101
e Teken een pipetteerschema f Bereken f
g Bereken met K de concentratie Mn in de meetoplossing.
h Gebruik f om te berekenen welke concentratie in de monsteroplossing zit. i Hoeveel mg Mn zit er in de monster maatkolf.
j Bereken massa% mangaan in de Dode Zee drab.
2
Een oplossing van 145 mg magnesiumsulfaat in 1000 mL wordt gebruikt als standaard bij een bepaling. Men pipetteert 10 mL in een maatkolf van 50 mL en voegt reagens toe.
Vervolgens meet men de extinctie bij 450 nm. Maak een pipetteerschema.
a Bereken de concentratie zout in mg/L in beide maatkolven. b Bereken het Mg gehalte in magnesiumsulfaat.
c Bereken de concentratie Mg in de laatste maatkolf. d De laatste maatkolf wordt gemeten en er blijkt E=0,501
Bereken K (l = 1 cm)
Men weegt 2,314 gram Mg staalmonster af en brengt dit over in een maatkolf van 25 mL en vult aan. Hieruit wordt 10 mL in een maatkolf van 50 mL gepipetteerd,
reagens toegevoegd en aangevuld. Na meting bij 450 nm blijkt E= 0,101 e Teken een pipetteerschema
f Bereken f
g Bereken met K de concentratie Mg in de meetoplossing.
h Gebruik f om te berekenen welke concentratie in de monsteroplossing zit. i Hoeveel mg Mg zit er in de monster maatkolf.