• No results found

Aan de bron van het wiskundig leren denken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Aan de bron van het wiskundig leren denken"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

61 61

61 61

Nellie Verhoef Column: Wiskundigen in den vreemde NAW 5/11 nr. 1 maart 2010

61

Nellie Verhoef

University of Warwick, Institute of Education Westwood Campus, Canley

Coventry, CV4 7AL United Kingdom

N.C.Verhoef@warwick.ac.uk

Column

Wiskundigen in den vreemde

Aan de bron van het

wiskundig leren denken

Nellie Verhoef is vakdidacticus wiskunde aan de Universiteit van Twente. Zij heeft educatief verlof en vult dat in door vier maanden te verblijven op de Universiteit van Warwick om daar samen te werken met David Tall, deskundige op het terrein van het wiskundig leren denken.

Wat zag ik er tegenop om alleen naar Engeland te gaan— vliegen, met de metro diep onder het drukke Londen door, de trein naar Coventry, dan nog een taxi en waar kom je uitein-delijk terecht? Wat viel het mee! Engelsen zijn aardig en vooral beleefd, ze helpen je overal mee, zelfs met het kopen van een kaartje uit de automaat. Op de campus, waar ik een prachtig appartement heb, valt de bewaking op. Overal staan mannen met gele lichtgevende jacks, alleen maar te kijken. In eerste in-stantie geeft dat een veilig gevoel. In tweede inin-stantie vraag ik me af waarom ze er staan. Zou dat nodig zijn hier? Dubbeldeks-bussen rijden af en aan. Bij het instappen doe je (liefst gepast) geld in een blikje en trekt een kaartje alsof je bij de bakker in de rij staat, best wel primitief. Wat betreft de treintarieven heb ik me ook verbaasd: een enkele reis is anderhalf keer duurder dan een retour. Waarschijnlijk wordt ervan uitgegaan dat, als je vertrekt, je op dezelfde manier terugkomt.

Ik ben in Warwick met het doel een artikel te schrijven — met een voldoende impactfactor, een maat die het gemiddel-de aantal citaties weergeeft in artikelen die gepubliceerd zijn in sociaal-wetenschappelijke tijdschriften — over de professione-le ontwikkeling van wiskundedocenten. Mijn onderzoeksvraag is als volgt. Wat is wiskundig-didactische kennis (mathematical

knowledge for teaching) en hoe kun je deze kennis verwerven?

Ik deel mijn werkkamer op de universiteit met Whi-Lie die volstrekt andere gewoontes heeft. De eerste dag dat ik ’s mor-gens vroeg de kamer instap, deins ik terug vanwege de geur: Whi-Lie is op een kookplaatje eten aan het opwarmen, de ra-men zijn dicht. Ze lacht vriendelijk en stelt zich voor: Whi-Lie, maar haar Engelse naam is Sarah.

Het Warwickse onderwijsinstituut is in de didactiekwereld van grote betekenis. Hier heeft Richard Skemp in 1971 het be-kende Penguinboekje The Psychology of Learning Mathematics geschreven. Ik kreeg het ooit nog van mijn vader. In het modern-ogende instituut vinden internationale studenten en bezoekers probleemloos hun weg. De lerarenopleiding leeft (zoals alle lerarenopleidingen) van subsidies, maar weet op een slimme manier alles te combineren. Colleges zijn modulair van opzet en worden gegeven door gepromoveerde docenten. De studen-ten zijn behalve reguliere masterstudenstuden-ten ook docenstuden-ten die een certificaat willen halen via contractonderwijs. Veel ener-gie wordt gestoken in werving van nieuwe studenten, vooral internationale studenten leveren geld op. Individuele leertra-jecten worden digitaal bijgehouden, geëvalueerd en na een plenaire bespreking met betrokkenen bijgesteld. Vanwege de brede combinaties zijn relatief veel mensen bij een leertraject betrokken. In één bijeenkomst trof ik diverse ICT-deskundigen, e-learning deskundigen, mediadeskundigen, pedagogen, vak-didactici wiskunde, tutoren, een dramadeskundige, een logo-pedist, een docent wetenschappelijk schrijven, een docent En-gels, een bibliothecaris en een mastervoorlichter aan.

(2)

62 62

62 62

62

NAW 5/11 nr. 1 maart 2010 Column: Wiskundigen in den vreemde Nellie Verhoef

In de eerste week woonde ik een tweedaagse Teacher

Ad-vanced Mathematics (TAM) course bij. Zo’n 30 leraren

wor-den ontvangen in een prachtig computerlokaal met een smart-board. De start van de cursus: sommen maken! Net als in Ne-derland vinden wiskundedocenten het heerlijk om in groep-jes samen sommen te maken. Over de volgorde van de opga-ven is goed nagedacht. Eerst moet de vijftigste term van de meetkundige rij (MR) gegeven door 3,3 × 2,3 × 22, . . . wor-den gevonwor-den. Dan wordt gevraagd de uitkomst van de som

3 + (3 × 2) + (3 × 22) + (3 × 23) +. . . + (3 × 240)uit te leggen zonder gebruik te maken van de formule. Vervolgens moet je laten zien hoe je aan de formulea + ar + ar2+. . . + arn−1= a(rn−1)

r −1 komt. Wat is de som van alle machten van 2 van 16 tot en met 8192? De serie opgaven eindigt met de vraag naar de uitkomst van de oneindige meetkundige reeksP∞

n=128r. Vanuit het didactische

perspectief start de serie met een vraag waar je altijd een ant-woord op kunt vinden, bijvoorbeeld door alles uit te schrijven. Bij de tweede vraag word je aangezet tot generaliseren, een eerste stap naar abstractie. De derde vraag is nog abstracter. De vierde vraag is een toepassing en de laatste vraag is een aanzet tot exploratie.

Leuk om het werken van zo’n groep docenten te zien en te vergelijken met een groep Nederlandse wiskundedocenten. Net als in Nederland pakt de één het deductief aan en schrijft alles precies op, terwijl de ander inductief georiënteerd is en met wat losse flodders tot een oplossing komt. In no-time zijn

de rollen in de groep verdeeld. Voor het eerst vraag ik me af waarom dit eigenlijk méétkundige rijen worden genoemd. Het antwoord komt na de pauze vanzelf als de zeef van Sierpi ´nski verschijnt, met de vraag welke rij hierbij (zie de figuur hieron-der) hoort. Tot mijn verbazing wordt er niet gezamenlijk gere-flecteerd op de opgaven, noch op het verschil in aanpak, noch op de herkenning in het eigen onderwijs.

In de pauze gaan de gesprekken, net als in Nederland, over de lage status van de docent. Ze moeten hard werken, en het aanzien daalt steeds verder. De onderlinge verschillen tussen scholen zijn groot, rijke scholen met in elk lokaal een smart-board tegenover arme scholen waarin 40 leerlingen in één lo-kaal zitten. De onderlinge contacten lijken bijna belangrijker te zijn dan de aangeboden leerinhoud. Maar ook de universiteit heeft haar belang. De werving vanuit de universiteit klinkt in mijn oren bijna opdringerig. Op de man af wordt gevraagd of docenten niet voelen voor een masterdiploma of, wat minder, een aantal cursussen waarbij weer certificaten gehaald kun-nen worden. Ik zie de docenten zuchtend rondkijken: nee, ze hebben het al zo verschrikkelijk druk en hun collega’s ook!

Kortom: ik vind in een ander land een instituut dat nauwe-lijks gericht is op specialisatie, en een TAM-cursus waarbij ik me afvraag wat er van mathemical knowledge for teaching te-recht komt. Toch een voorte-recht om zo even buiten de normale gang van alledag om, de tijd te krijgen om eens om je heen te

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met na me zal in de stu die ook kwan ti ta tief aan ge ge ven wor den wel ke zo nes in de deel bek kens van de toe voer- be ken het meest bij dra gen tot de sed iment- en

De daad- wer ke lij ke plaat sing wordt ge pland

Op het ni veau van het de par te ment LIN is er een Com mis sie Ver vol gings be leid (waar in de par ket- ten ver te gen woor digd zijn) waar de pro ble ma tiek van het

Daar door werd er dan de laat ste ja ren vol gens een na tuur vrien de lijk sche- ma ge maaid : naast de kruin ver har ding over één maai balk breed te en bij on ver

Ver der kan een be las ting plich ti ge een bez waar- s chrift in di e nen; in di en dit ge beurt te gen een aan- slag van vo rig jaar, dan wordt hem geen nieuw aan- slag bil jet

De ge vraag de ge ge vens slaan op tra jec ten die max imaal 1 jaar ge le den zijn op ges tart, zo dat in on der staan de ta bel slechts een be perkt aan tal van de tra jec ten

Het ge volg hier van is ech ter dat som mi ge in rich- ten de mach ten er nu mee drei gen geen te rug be- ta lin gen meer te doen aan de per so neels le den, en dit tot zo lang

Zoals hier bo ven aan ge ge ven, ligt de oor sprong van het pro bleem niet in de ver wer king van de ge ge vens maar is van bij aan vang van de maat- re gel, die een on ver wacht