• No results found

Varieer in melkbeurten per koe: capiciteit melkrobot maximaal door sturen op melkinterval

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Varieer in melkbeurten per koe: capiciteit melkrobot maximaal door sturen op melkinterval"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

12

april 2 2006 april 2 2006

13

B

elangrijke doelstellingen bij automatisch melken

zijn het realiseren van een hoge melkproductie per automatisch melksysteem (AMS) en het realiseren van de gewenste melkfrequentie. Melken met korte in-tervallen is aantrekkelijk voor een maximale produc-tie per koe, maar kan nadelig zijn voor de uiergezond-heid en kost robotcapaciteit. Met name bij vrij koever-keer, dat uit het oogpunt van dierwelzijn de voorkeur heeft boven gedwongen koeverkeer, zijn ongewenst korte intervallen aan de orde.

In de praktijk blijken koeien zich met heel wisselende intervallen voor een melking te melden. ASG zocht op het hightechbedrijf naar het optimale melkinterval per koe om robotcapaciteit maximaal te benutten.

Invloed interval op capaciteit

In het algemeen geldt dat de melkgift van een koe per melking stijgt als het interval tussen twee melkingen toeneemt. Deze stijging neemt echter geleidelijk af. Bij zeer lange intervallen kan de productie zelfs dalen. Voor een maximale productie per koe is het daarom

houder afwegen tegen de extra benodigde capaciteit. Voor koeien met een lange melkduur, maar met wei-nig melk kost vaker melken veel robottijd. Minder vaak melken is dan aantrekkelijk omdat dit capaciteit uitspaart om andere koeien te melken. Het is de kunst om de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk over de veestapel te verdelen.

Verschil in ‘intervalgevoeligheid’

Uit de gegevens van het hightechbedrijf blijkt dat de invloed van het melkinterval op de melkproductie niet voor iedere koe gelijk is, zelfs niet voor dieren met een vergelijkbaar lactatiestadium en productieniveau. Anders gezegd: de ene koe is gevoeliger voor het melk-interval dan de andere. De oorzaak van deze variatie is niet bekend. Naast verschillen in ‘intervalgevoelig-heid’ bestaan er tussen koeien aanzienlijke verschillen

Varieer in melk beurten per koe

Capaciteit melkrobot maxim aal door sturen op melkinterval

Wanneer is het aantrekkelijk om een koe die zich bij de

melkrobot meldt te melken? Dit aspect van automatisch

melken is op het hightechbedrijf van ASG onderzocht.

Koei-en reagerKoei-en verschillKoei-end op eKoei-en wisselKoei-end melkinterval.

aantrekkelijk een hoge melkfrequentie te realiseren met relatief lage melkgift per melking. Maar omdat de robot bij iedere melking tijd nodig heeft voor onder meer koeherkenning, speenreiniging en aansluiten van de tepelbekers, gaat een korter interval (hogere melkfrequentie) gepaard met een grotere belasting van de capaciteit.

Verkorting van het gemiddelde melkinterval van twaalf naar elf uur betekent ongeveer één uur extra belasting van de robot. Bij verder verkorten van het melkinterval wordt de hiervoor benodigde robotcapa-citeit steeds groter. De totale melkproductie neemt echter minder sterk toe, waardoor deze extra melk-duur steeds minder melk oplevert. Figuur 1 geeft dit weer voor het hightechbedrijf, dat momenteel zeven-tig koeien melkt.

De extra productie door vaker melken moet een

vee-in melkduur per melkvee-ing. Dit komt zowel door een verschil in aan- en aflooptijd (van 1 tot 4 minuten) als door verschillen in melksnelheid (van 1,7 tot 10 kg melk per minuut).

Het is aantrekkelijk om ‘melkintervalgevoelige’ koeien vaker te melken dan ‘melkintervalongevoelige’ koeien. Tabel 1 en figuur 2 geven vier voorbeelddieren waar-voor de gewenste melkfrequentie op het hightechbe-drijf is berekend. Het intervaleffect is een afgeleid ge-tal van de verschillen in melkduur en intervalgevoelig-heid. Door dit effect blijkt dat, ondanks een vergelijk-bare productie, koe 2252 minder productieverlies heeft bij een langer interval dan koe 2304. Daarom is het gewenst om koe 2304 vaker te melken dan koe 2252. Een soortgelijke situatie geldt voor koe 3533 en 3627. Ook is het gewenst om koe 3627 vaker te melken dan koe 3533. Om de beschikbare robotcapaciteit zo

Edwin Bleumer Geert André Wijbrand Ouweltjes melkinterval (uren) 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

totale melkduur (uren)

totale melkproductie (kg per dag)

totale melkduur (uren per dag)

totale melkproductie (kg per dag) 15 17 19 21 23 25 27 29 31 2000 2050 2100 2150 2200 2250 2300 2350

Figuur 1 – Relatie tussen melkinterval en totale melkduur en melkproductie per dag op het hightechbedrijf

(2)

14

april 2 2006

veehouders de capaciteit van de melkrobot maximaal benutten en blijft productieverlies per koe beperkt. Door bij de berekening van de gewenste melkfrequen-ties rekening te houden met de intervalgevoeligheid is door een betere benutting van de capaciteit de totale productie van het koppel in theorie hoger dan bij drie-maal daags melken (tabel 2). De totale melkduur neemt dan iets toe. Door eveneens rekening te houden met de verschillen in melkduur is de totale melkduur te beperken bij behoud van de extra productie. Deze besparing op melkduur geeft bijvoorbeeld ruim-te om extra dieren ruim-te melken. Vooral bij een hoge be-zettingsgraad van de robot is het daarom zinvol om ook rekening te houden met de invloed van interval op melkduur (zie ook figuur 1).

De grootte van de veestapel speelt ook een rol bij de bepaling van de gewenste melkfrequentie. Op het hightechbedrijf is de robotcapaciteit beperkt tot onge-veer 20 uur, bij de huidige 70 koeien is daarmee de maximaal te realiseren melkfrequentie ongeveer drie-maal daags. Bij minder dan 70 koeien is een hogere melkfrequentie en dagproductie per koe mogelijk, maar zal in totaal minder melk worden gemolken. Een toename van het aantal te melken koeien leidt daaren-tegen tot een lagere melkfrequentie.

Wanneer koeien ophalen?

Wekelijks evalueert het hightechbedrijf de instellin-gen per koe op basis van haar voortschrijdende (productie)gegevens en past de melkfrequentie zono-dig aan. Nu is het doorrekenen van de gegevens en aan-passen van instellingen nog handwerk. Op termijn is dit verder te automatiseren en te verfijnen tot een sys- teem waarbij de robot melkfrequentie volledig regu-leert. Toepassing op praktijkschaal is afhankelijk van de belangstelling die robotleveranciers tonen, maar daar heeft ASG nog geen concrete stappen toe gezet. De berekende optimale intervallen (melkfrequenties) zijn tevens te gebruiken om de lijst met op te halen koeien samen te stellen. In plaats van vaste grenzen wordt dan de mate waarin het huidige melkinterval afwijkt van het berekende optimale interval als crite-rium gehanteerd. De eerste ervaringen geven aan dat gebruik van deze rekenmethode het juist instellen van software vergemakkelijkt en de benutting van de ro-botcapaciteit kan verbeteren. Daarbij is een ongestoord koeverkeer een voorwaarde, want alleen dan zijn de gewenste melkintervallen zonder veel ophalen van koeien te realiseren.

Ir. W. Ouweltjes, onderzoeker diermanagement, ASG Ing. G. André, biometricus, ASG

Ing. E. Bleumer, gegevens- en applicatiebeheerder, ASG

bepaling melkinterval per koe

gemiddelde frequentie totale melkgift (kg) totale melkduur (uren) 3 x daags 3,0 2125 19,1 rekening houden met intervalgevoeligheid 2,9 2149 19,5 rekening houden met intervalgevoeligheid en melkduur 2,9 2141 18,8

Tabel 1 – Gewenste melkfrequentie voor vier voorbeelddieren op het hightechbedrijf dier melkgift (kg/dag) dagen in lactatie aan- en aflooptijd (min. per melking)

melksnelheid (kg/min)

interval-effect

gewenste melk-frequentie per dag

3533 18,5 299 2.18 3,70 4.25 1,9 3627 20,0 235 2.38 2,78 13.91 3,2 2252 37,7 127 2.34 2,50 8.06 2,4 2304 40,0 97 2.56 4,76 33.28 5,0

Tabel 2 – Theoretische vergelijking van systemen met gewenst melkinterval (65 koeien)

melkinterval (uren)

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

melkproductie per dag (kg

)

koe 3533 koe 3627 koe 2252 koe 2304

10 20 30 40 50

Figuur 2 – Relatie melkinterval en dagproductie (bron: ASG)

goed mogelijk over de veestapel te verdelen ontwik-kelde ASG een rekenmethode. De methode schat de te verwachten dagproductie en melkduur bij diverse melkintervallen. Deze inschatting is gebaseerd op re-cent gerealiseerde melkproducties van elke koe. Verse dieren worden tot dertig dagen vrijwel ongelimiteerd gemolken. Daarna berekent de methode per koe de ge-wenste melkfrequentie naar aanleiding van gereali-seerde dagproducties, melkduur, intervalgevoeligheid en beschikbare capaciteit. Bij deze frequenties wordt per koppel zo veel mogelijk melk gemolken bij een ge-geven robotcapaciteit.

Capaciteit maximaal benutten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De huidige TSE-portfolio sluit volgens het onderzoek over het algemeen goed aan bij de competitieve voordelen van Nederland. Toch zijn er ook duidelijke verschillen tussen TKI’s

Lignin content in root cell walls and root phenol content (mg Tannic Acid Equivalents (g fresh root weight) −1 ) of Radopholus similis-infected and non-infected plants of resistant

Analyses of the annual nett groundwater contributions determined using the three models (Table 6.3) showed a negative nett groundwater contribution was only modelled in three of

genheid te stellen de werking van de techrr^che uitrusting in korte tijd te doorziênV wordt in deze nota een beschrijving gegeven van de thans bestaande outillage- Hiermee worden

En daarom willen wij nogmaals her- halen: Laat men toch meer naar concentratie bij het houtaanbod streven; laat men meer om voorlichting over de houtmarkt vra-

De studenten hebben ook nog gekeken naar een aantal initiatieven dat zich specifiek richt op de regionale markt, zoals de Biologische Producentenvereniging Achterhoek (BPA,

Het maakt op deze bedrijven dan niet uit of het eigen vermogen eerst aan de voorraden, de veestapel, de werktuigen, de pachters investeringen en de gebouwen wordt toegewezen en

4.1.1 The model shows that an overall 1-in-200 year life catastrophe mortality shock for the South African general population is 2.59 additional deaths per thousand people..