Keuzedeel mbo
Chinese taal en cultuur voor
beginners
Code
Ontwikkeld door: onderwijs en bedrijfsleven
Penvoerder: Sectorkamer voedsel, groen en gastvrijheid
1. Algemene informatie
D1: Chinese taal en cultuur voor beginners Studielast 240 Beroepsvereisten Nee Certificaten Nee
Ontwikkeld voor kwalificatie(s)
Zie bijlage op www.s-bb.nl/kwalificatiedossiers Toelichting
Het keuzedeel bereidt de beginnend beroepsbeoefenaar voor op deelname aan het TOCFL (Test of Chinese as a Foreign language) examen. Dit examen maakt geen onderdeel uit van het keuzedeel.
Relevantie van het keuzedeel
Na het doorlopen van dit keuzedeel kan de beginnend beroepsbeoefenaar zich staande houden in het Chinees in (eenvoudige) standaardsituaties. Dit keuzedeel is relevant voor studenten die in hun werk of stage met Chinese taal en/of cultuur te maken hebben. Het keuzedeel bereidt studenten ook voor op HBO opleidingen met een internationaal karakter. Het keuzedeel is met name relevant voor studenten die geen of nauwelijks voorkennis van de Chinese taal hebben.
Beschrijving van het keuzedeel
De student werkt met het keuzedeel Chinees voor beginners toe naar de TOCFL (Test of Chinese as a Foreign language) Novice Band. Na het volgen van dit keuzedeel zal de student zich staande kunnen houden in eenvoudige standaardsituaties. Ook heeft de student kennisgemaakt met de belangrijkste aspecten en omgangsvormen uit de Chinese cultuur.
Branchevereisten Nee
Aard van keuzedeel Generiek
2. Uitwerking
D1-K1: Past de Chinese taal toe in (eenvoudige) standaardsituaties Complexiteit
Het gaat binnen dit keuzedeel om basale beheersing van het Chinees om zich staande te kunnen houden in eenvoudige standaardsituaties voor niet-moedertaalsprekers die geen of nauwelijks voorkennis hebben van het Chinees. De student kan eenvoudige standaardzinnen en vertrouwde woorden begrijpen die zichzelf, zijn familie en directe concrete omgeving betreffen, er langzaam en duidelijk gesproken wordt en hij eventueel geholpen wordt door zijn gesprekspartner. Wanneer hij moet spreken gebruikt hij eenvoudige uitdrukkingen en zinnen om vertrouwde en concrete onderwerpen te verwoorden. Met voldoende voorbereiding lukt het hem ook om met standaardzinnen en vertrouwde woorden vragen te stellen en te beantwoorden wanneer het gaat om persoonlijke gegevens, zeer vertrouwde onderwerpen of wanneer er aan een directe behoefte voldaan wordt. Hij kan eenvoudige en vertrouwde woorden en standaard zinnetjes herkennen in eenvoudige beschrijvingen gerelateerd aan vertrouwde en alledaagse onderwerpen. Hij heeft kennis van de belangrijkste aspecten binnen de Chinese cultuur zoals ‘gezicht’ en
‘kinderlijke gehoorzaamheid’ en kan de hiërarchische systemen en het idee van wederkerigheid toepassen in spraak en gedrag. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
De student is verantwoordelijk voor de verwerking van de aangeboden kennis en de uitvoering van studieopdrachten, al dan niet in samenwerking met medestudenten en onder regie van een docent.
Vakkennis en vaardigheden De beginnend beroepsbeoefenaar:
§ heeft kennis van de fonetiek, klanken en ritmes van de Chinese taal
§ heeft kennis van het begrip ‘gezicht’ en de gerelateerde gedragingen binnen de Chinese cultuur
§ heeft kennis van het concept van ‘kinderlijke gehoorzaamheid’ en daaraan gerelateerd gedrag binnen de Chinese cultuur
§ kan bij het spreken de juiste woordvolgorde toepassen
§ kan het Chinese hiërarchische systeem begrijpen en toepassen in spraak en gedrag § kan het idee van wederkerigheid begrijpen en toepassen in spraak en gedrag
§ kan instructies over vertrouwde onderwerpen ( bijvoorbeeld over zichzelf en anderen of het dagelijks leven) begrijpen die zorgvuldig en langzaam aan hem gericht zijn
§ kan bekende namen, woorden en simpele standaardzinnetjes herkennen in eenvoudige mededelingen in de meest voorkomende alledaagse situaties.
§ kan zich een idee vormen van de inhoud van eenvoudige informatieve materialen en korte eenvoudige beschrijvingen, vooral als er visuele ondersteuning bij is.
§ kan zichzelf, wat hij doet en waar hij woont beschrijven
§ kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om de eigen woonomgeving en de mensen in de naaste omgeving te beschrijven
§ kan zich voorstellen en kan groeten en afscheid nemen
§ kan eenvoudige uitdrukkingen en vertrouwde woorden gebruiken om eenvoudige vragen te stellen en beantwoorden over zichzelf en andere mensen
§ kan eenvoudige uitdrukkingen en vertrouwde woorden gebruiken om eenvoudige vragen te stellen en beantwoorden op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen
§ kan eenvoudige uitdrukkingen en vertrouwde zinnen gebruiken om uitspraken te doen op het gebied van directe behoeften of over zeer vertrouwde onderwerpen en op dergelijke uitspraken reageren
§ kan ongeveer 150 traditionele Chinese karakters herkennen
§ kan ongeveer 150 traditionele Chinese karakters schrijven zonder gebruik van voorbeelden § kan pinyin lezen
§ kan het transcriptieproces pinyin toepassen