• No results found

Geelziek verspreidt zich moeilijk van bijzondere bolgewassen naar hyacint

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geelziek verspreidt zich moeilijk van bijzondere bolgewassen naar hyacint"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

• BLOEMBOLLENVISIE • 25 maart 2010 25 maart 2010 • BLOEMBOLLENVISIE • • BLOEMBOLLENVISIE • 25 maart 2010 25 maart 2010 • BLOEMBOLLENVISIE • 22 • BLOEMBOLLENVISIE • 25 maart 2010 25 maart 2010 • BLOEMBOLLENVISIE • • BLOEMBOLLENVISIE • 25 maart 2010 25 maart 2010 • BLOEMBOLLENVISIE • 23

D

e afgelopen jaren zijn enkele partij-en Scilla mischtschpartij-enkoana, Chio-nodoxa en Hyacinthoides aangetrof-fen die besmet waren met de geelziekbacterie: Xanthomonas hyacinthii. Deze aantasting leidt tot minder groei en uitval Daarnaast roept dit de vraag op in hoeverre een besmette partij bij-zondere bolgewassen de oorzaak kan zijn voor geelziek in een naburige partij hyacinten.

Daar-om zijn partijen Scilla mischtschenkoana, Chi-onodoxa luciliae en Hyacinthoides hispanica ‘Excelsior’ kunstmatig besmet met geelziek en in een schaakbordpatroon geplant tussen hya-cint ‘Anna Marie’, een geelziekgevoelige cultivar. In mei is een natte jutezak enkele keren door de helft van een nat gewas gesleept om de ver-spreiding ook te bestuderen onder extreem ris-kante omstandigheden. Hyacinten met geel-zieksymptomen zijn wekelijks verwijderd om verspreiding vanuit aangetaste hyacint zoveel mogelijk te voorkomen. Het onderzoek is twee jaren uitgevoerd.

Geelziek naar hyacinten

Besmetting van de bollen door sorteren op een besmette sorteermachine leidde bij Scil-la en Chionodoxa tot duidelijke symptomen van geelziek in het blad. Bij Scilla waren dui-delijk donkergroene nattige spetters en banen te zien. Bij Chionodoxa bleef een gedeelte van de planten erg klein en kokerig met noodbloei, de zogenaamde zakkers. Bij Hyacinthoides zijn alleen bladsymptomen aangetroffen na extra besmetting door het gesleep met de natte jute-zak. Deze symptomen bestonden uit donker-groene spetters in het blad. Het waren hoofd-zakelijk de hyacinten die pal tegen de Scilla met de bladsymptomen aan stonden die ook geelziek werden. Rondom de Chionodoxa met symptomen werden nauwelijks of geen hyacin-ten besmet, ondanks dat ze soms naast elkaar stonden. De meeste hyacinten zijn verwijderd rondom de plaatsen waar de eerste besmette hyacinten zijn verwijderd. De overdracht van geelziek van hyacint naar hyacint verloopt blijkbaar veel gemakkelijker dan van bijzon-der bolgewas naar hyacint. Omdat de besmet-ting vanuit Scilla mischtschenkoana gemakke-lijker verliep dan vanuit de andere gewassen is het goed om rekening te houden met dit gewas als mogelijke besmettingsbron voor geelziek in hyacinten. Andersom is het voor telers van deze Scilla ook raadzaam om rekening te hou-den met hyacinten als besmettingsbron.

Spoelen

In het verleden is geconstateerd dat een met geelziek besmette partij bijzondere bolgewas-sen snel uitziekt. Dat wil zeggen dat de zie-ke bollen tijdens de bewaring al wegvallen en dus niet worden geplant, of ze komen in het voorjaar niet meer boven de grond. De afge-lopen jaren is door enkele telers van bijzonde-re bolgewassen aangegeven dat partijen met een aantasting besmet blijven en niet uitzie-ken. Eén van de aspecten dat in de loop van de jaren is veranderd op de bedrijven is het spoe-len van de bolspoe-len na de oogst. Daarom is onder-zocht in hoeverre spoelen de oorzaak kan zijn van besmetting, uitbreiding van besmetting of instandhouding van de besmetting met geel-ziek in een partij. Daarvoor zijn een partij Scilla mischtschenkoana en een partij Chionodoxa luciliae in 2006 wel of niet gespoeld in met geelziek besmet water. In 2007 en 2008 zijn de bollen na het rooien wel of niet gespoeld in schoon water (elke behandeling apart). Het bleek dat spoelen in besmet water bij zowel Scilla als Chionodoxa leidde tot 5-15% besmet-te bollen. Door de bollen jaarlijks besmet-te spoelen nam het percentage geelziek toe ten opzich-te van niet-spoelen. Het is niet gelukt om een besmette partij 100% gezond te maken door

gedurende twee jaren niet te spoelen. Spoe-len vormt een groot risico ten aanzien van het besmetten van partijen met geelziek en het in stand houden van geelziek in een partij. Ove-rigens was het percentage planten met geel-zieksymptomen op het veld altijd lager dan het percentage bollen met symptomen in septem-ber. Het lijkt er daardoor op dat het percentage geelziek in een partij groter is dan het percen-tage geelzieke planten dat in het voorjaar zicht-baar is.

Verkorte heetStook

Voor het bestrijden van geelziek in hyacinten wordt een heetstookbehandeling uitgevoerd. Deze behandeling is: 4 weken 30°C + 2 weken 38°C + 3 dagen 44°C. De drie dagen bij 44°C zijn dodelijk voor de bacterie en de warmte vooraf is nodig om de hyacinten de behandeling bij 44°C te laten overleven. Eerder onderzoek naar de mogelijkheden voor een heetstookbehande-ling bij bijzondere bolgewassen liet zien dat ze de volledige heetstookbehandeling niet ver-Tekst: Paul van Leeuwen en John Trompert,

PPO Bloembollen te Lisse Foto’s: PPO

De geelziekbacterie blijft voor uitval zorgen in hyacinten, maar

ook in enkele bijzondere bolgewassen. Omdat de afgelopen

jaren vaker partijen bijzondere bolgewassen met een

besmet-ting zijn gevonden onderzocht PPO Bloembollen of hyacinten

gemakkelijk besmet kunnen worden vanuit bijzondere

bolge-wassen. Ook andere aspecten zoals het effect van spoelen op de

verspreiding van geelziek en het effect van een verkorte

heet-stookbehandeling op Hyacinthoides zijn onderzocht. Geelziek

gaat moeilijk van bijzondere bolgewassen naar hyacint en

ver-spreiding via spoelen gaat gemakkelijk. Een verkorte

heetstook-behandeling biedt voor Hyacinthoides mogelijk perspectief.

Geelziek verspreidt zich moeilijk van bijzondere bolgewas naar hyacint

onderzoek

dragen. Het verkorten van de heetstookbehan-deling tot 2 dagen bij 38°C + 3 dagen bij 44°C werd vaak beter verdragen. Vanuit de praktijk is aangegeven dat Hyacinthoides een heetstook-behandeling mogelijk zou kunnen overleven. Daarom is onderzocht of dit gewas een verkor-te heetstookbehandeling overleeft. Het mees-te onderzoek is uitgevoerd met Hyacinthoides hispanica ‘Excelsior’, maar een enkele behande-ling is ook uitgevoerd met ‘White City’ en roze. Het bleek dat ‘Excelsior’ de verkorte behan-deling van 2 dagen 38°C + 3 dagen 44°C goed verdroeg. De groei van ‘Excelsior’ was duide-lijk minder goed wanneer 7 dagen 38°C werd gegeven in plaats van 2 dagen en wanneer de heetstook in september werd uitgevoerd in plaats van in augustus. Hyacinthoides hispani-ca roze en ‘White City’ hadden meer last van deze heetstookbehandeling. Het lijkt er daar-door op dat niet alle cultivars Hyacinthoides deze heetstookbehandeling even goed verdra-gen. Een heetstookbehandeling met andere soorten Hyacinthoides zal in de praktijk eerst op beperkte schaal uitgeprobeerd moeten wor-den. Indien een partij Hyacinthoides is besmet met geelziek is het uitvoeren van een heet-stookbehandeling een reële optie. Vanwege de kans op schade is het niet raadzaam om deze heetstookbehandeling standaard uit te voeren.

Het onderzoek is gefinancierd door het Pro-ductschap Tuinbouw; Aanvullende informa-tie is via www.tuinbouw.nl te vinden onder PT nr.12503.

Bijzondere bolgewassen en hyacinten in schaakbordpatroon tegen elkaar aan geplant

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het betrekkelijk grote aantal open plaatsen in de onderzochte plots viel op (zie tabel 1 ). Plantplaatsen, bezet en onbezet, tijdens opname juni 1967 plot no. Tabel 2 geeft de

van tros 1 tot tros 6 en 6A, hetgeen wil zeggen, dat het aantal dagen tussen bloei en oogst minder werd. In vivo werd een geheel ander beeld gevonden. Dus hierbij geen verband

Er wasYvoldoende. knol= en.kraalmateriaai.voor de bepaling van het percentage droge stof naast die.van het gewicht in verse toestand. Eenvoudigheidshalve wordt hier aangenomen dat

Het totale gewicht van alle bloemstengels (zonder bloemen en knoppen) werd bepaald, hieruit werd het gemiddelde gewicht aan bloemstengels per plant

Besides the economic profitability analysis, Meiring (1989) also conducted a financial analysis of typical centre pivot irrigation systems for a given crop rotation system in

Noudat jy weet wat kreatiewe denke is, dat dit ontwikkel kan word en oor watter eienskappe die kreatiewe denker beskik, wil jy seker weet waarom dit nodig is om kreatief te dink.

This study was aimed at assessing the effects of pesticides singly, and in a mixture, on earthworms, using lifecycle parameters (growth and reproduction) and biomarkers (neutral