• No results found

Orgaancultuur tomaat : invloed tros-bloem

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Orgaancultuur tomaat : invloed tros-bloem"

Copied!
74
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ùç Bibliotheek Proefstation Naaldwijk A 1 R

Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk

BIBLIOTHEEK

PnOEFSTATlO; ' voor de GROENTEN- en FRUITTEELT onder ÛLAS te NAALDW/JK

ORGAANCULTUUR TOMAAT INVLOED TROS - BLOEM PROJECT C-5

JAAR : 1972

door :

(2)

j/j / 'Lso • b 'b

A \,w

1

<H

1

v.'7 :J|

"IX

v

2^ PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, NAALDWIJK

ORGAANCULTUUR TOMAAT INVLOED TROS-BLOEM PROJECT C 5. JAAR : 1972 door : W. van Ravestijn NAALDWIJK, FEBRUARI 1974 No.646/74 ^"7 3

(3)

-2-INLEIDING

In deze proef is met behulp van orgaancultures nagegaan of er ver­ schillen in vitaliteit bestaan tussen :

a. Bloemen van opeenvolgende trossen en

b. Tussen de bloemen in de tros.

Tevens werden bij de bloemen van tros 6 nagegaan of de vitaliteit van deze bloemen beïnvloed kon worden door de plant al dan niet

met vruchten te belasten. Hiertoe werden bij tros 6 zowel bloemen van planten gebruikt, die nooit vruchten hadden gedragen (door deze voor de in vitro culturen te gebruiken) en van platen waarvan de bloe­ men aan de plant bléven en tot vruchten konden uitgroeien aan de plant. Deze laatste werden tevens als controle gebruikt voor de ontwikkeling van de vruchten aan de plant.

Hierdoor is tot de volgende proefopzet gekomen.

PROEFOPZET

Vergeleken werden :

1. Alle bloemen van tros 1 tot en met 6 van tien gemerkte

planten. Bloemen in vitro zetten bij het begin van de bloei. 2. Alleen de bloemen van tros 6 (verder steeds tros 6 A ge­

noemd) in vitro planten, waardoor de trossen 1 tot en met 5 zich normaal konden ontwikkelen en vrucht dragen.

De bloemen, die in vitro werden uitgeplant, werden eerst gedurende 10 minuten ontsmet met 10% chloor-bleekloog van een 15%-ige

handelsoplossing met 1% Teepol. Na de ontsmetting werden de

bloemen 3 x in steriel demi-water uitgespoeld, met steriel filter­ papier gedroogd, het bloemsteeltje boven de abcissie-laag afgesneden en op de bodem geplant. Na het planten werden de cultures met een wattenprop en parafilm afgesloten.

(4)

-3-

-i-De gebruikte bodem was volgens Linsmaier en Skoog (zie bijlage 1). De bloemen werden in pyrex-buizen van circa 16 x 2 cm geplaatst met circa 20 à 25 ml medium per buis.

In verband met de grote hoeveelheden bodem, die voor deze proef nodig was, werd van stock-oplossingen uitgegaan.

De cultures werden in de orchideeën thermostaat geplaatst. Per dag ontvingen zij 12 uur licht van T.L.-buizen. De gemiddelde temperatuurgegevens zijn in bijlage 2 verkort opgenomen.

RESULTATEN

Omdat tot op heden veel proeven mislukten door verontreiniging, werd vóór deze proef startte, een oriënterend ontsmettingsproefje ingezet met bloemen, die op dezelfde wijze waren opgekweekt

als de bloemen voor de proef. De bloemen voor dit oriënterend proefje waren afkomstig van iets eerder gezaaide planten, om de resultaten van de ontsmetting te weten, voordat de bloemen van d e e i g e n l i j k e p r o e f b l o e i d e n . O n t s m e t w e r d m e t 1 - 2 - 4 - 6 - 8 en 10% chloorbleekloog (van een 15%-ige handelsoplossing, die als

100%-ig werd beschouwd) Teepol gedurende 10 minuten. Bij geen van de ontsmettingen traden verontreinigingen op (uitgezonderd 4%, waarvan 1 exemplantaat verontreinigde).

Gezien de goede ontsmetting met de lage concentraties werden de eerste uitplantingen (van 5 mei t/m 9 mei) met 2% chloorbleekloog ontsmet, omdat hierbij de bloemen volkomen gaaf bleven.

Vanaf 10 mei werd echter tot 10% chloorbleekloog overgegaan in verband met de toen reeds geconstateerde sterke mate van ver­ ontreinigingen in de kweken.

(5)

-4-Bi.3gad.rsde foto laat een. veelvoorkomende vor;s van veaontreinlgirn sxen. iïet betreft hier een Schierel (Peneei. iliars} verontreinicd.nc?f

die uit de kroozrreeldraden lijkt te groeien.

Hoewel door dere sterkere onteaelting vooral de kroonb ia deren beschadigd konden raden.» roest hiertoe vei worden overgegaan os de niet wee.r geheel door verort,reinigingen te laten raislusken.

VEROWTKïïIKIGÏdGEP (Bijlagen 3 en 4}

Over de gehele oroet berekend, verontreinigde db;9l van alle exniaie taten, ' Berekend over troe i tot en oec tros & — songer tiros 6 A — was ait 39sy%.

In deze nroef traten meer schitsrd.™vieroatreieicjXngan ce dan i:-a eter

re-verontreinigingen (respecta evelijk ISd'k en /1,1't:, In 9rdd.sk 3a is duidelijke te sten* dat. dit percentage vorontts.inïgsngen 3.1] de hogere trossen sterk afnacr De ooraa.ak is niet derena,. eaar mogelijk valt dit: toen wel enigsainc te verkiaren, t'nersïjos speelt de aanvankeli jk g&breikse lage ch Looabieekioog~-concontrata e een roe (

terwijl anderzijde wellicht- de grotere afetend tussen oloeffi en grond een rol kan heohen gespeeld.(opspattende grcnddaeltjes bij water-neven)- Toch ear men bij voorgaande proeven veelal prist oil bloemen van hooe::e trossen oeer vorent:::e:dk gingen ontreden daa nip de lager gelagen trossen.

(6)

-5-De verontreinigingen werden gemiddeld 10 dagen na het uitplanten vastgesteld (wekelijkse controles), met uitersten tussen 3 en

68 dagen (bijlage 4). De schimmelverontreinigingen werden gemiddeld eerder geconstateerd dan de bacterie-verontreinigingen (res­

pectievelijk na gemiddeld 8 en 13 dagen).

De vr°ei3ste schimmel en bacterie-groei zag men 3 dagen na het

planten, de laatste verontreinigingen werden na 46 en 68 dagen na het planten vastgesteld voor respectievelijk schimmel- en

bacterie-groei. Een enkele keer leek de verontreiniging uit callus-weefsel te ontstaan. Aangezien dit moeilijk te verklaren valt en slechts uitzonderingen betrof, is hieraan geen speciale aan­ dacht aan geschonken.

CALLUSVORMING (bijlage 5 + 6 + 6a , 6b, 6c en 6d)

Bij vrijwel alle explantaten trad callusvorming op. Callus ontstond aan de kelkslippen en/of aan het snijvlak van het

bloemsteeltje. Callus aan de kelkslippen leek van geen belang op de uitgroei van de vruchtbeginsels te zijn. Callus aan het

snijvlak kon positief worden beoordeeld, omdat wortel­

vorming in deze proef vrijwel uitsluitend na callus geïnduceerd werd. Een of ander vorm van callus werd over de gehele proef berekend bij 98% van de explantaten waargenomen; 7% van de explantaten vormden callus aan de kelkslippen en 95% van de explantaten aan het snijvlak.

De bloemen van tros 1 vormden de minste calli (72%) aan het snij­ vlak, tros 2 en 3 de meeste (respectievelijk 98 en 100%), waarna het calluspercentage bg de overige trossen iets af leek te nemen (96, 95 en 92% voor respectievelijk tros 4, 5 en 6).

De bloemen van tros 6A vormden iets meer callus dan de bloemen van tros 6 (tros 6A = 95%). Gezien de geringe verschillen kan men stellen dat in feite alleen bij tros 1 minder snijvlakken met callus werd gevonden dan bij de hogere trossen.

De invloed van de bloem leek minder groot dan de invloed van de tros op de callusvorming. Gemiddeld vormden bloem 1 en 2 minder callus (respectievelijk gemiddeld 93 en 94%) dan de overige

(7)

-6-bloemen (tussen gemiddeld 97 en 100%). Dit betreft de beide

plaatsen van callusvorming. Callus aan het bloemsteeltje/snijvlak werd bij de bloemen gemiddeld tussen 90 en 100% gevonden.

Callus aan de kelk varieerde voor bloem 1 en 2 tussen gemiddeld 64 en 61%, voor bloemen nr. 3 t/m 6 tussen gemiddeld 69 en 74% en voor bloemen nr. 7, 8 en 9 respectievelijk 86, 73 en 50%. Bij de beoordeling van deze gegevens moet men wel rekening houden met het feit, dat het "hogere" bloemnummer niet voor alle trossen werd gehaald en deze cijfers dus uit een betrekkelijk klein aantal waarnemingen werd verkregen (zie bijlage 6 a en 6 b).

Het moment, waarop callus gevormd werd lag voor de gehele proef voor beide callus-herkomsten tussen 3 en 80 dagen, met een ge­ middelde van 17 dagen na het planten in vitro.

Aan de stengel/snijvlak trad het callus eerder op (tussen 3 en 49 dagen, gemiddeld na 14 dagen) dan aan de kelk (tussen 3 en 80 dagen, gemiddeld na 20 dagen).

In bijlage 6 c is de invloed van de tros op de callusvorming in beeld gebracht, in bijlage 6 d de invloed van de bloem.

Hieruit blijkt, dat een tros, die snel callusvorming aan hét snijvlak geeft niet snel callus aan de kelk hoeft te vormen. Tussen beide vormen schijnt geen verband te bestaan, noch recht noch omgekeerd evenredig.

Bij de bloemen lijkt dit wel enigszins het geval te zijn (snélle callusgroei of late callusgroei bij beide herkomsten). Voor beide callusherkomsten tezamen bleken tros 5, 6 en 6A het snelst

callus te vormen (gemiddeld na 15, 14,5 en 12 dagen, gevólgd door tros 1 (gemiddeld na 17,5 dagen). Later met callusgroei waren tros 2, 3 en 4 met respectievelijk gemiddeld na 21,5 ; 20,5 en 22 dagen callusvorming.

/

Bij de ^bloemen kan men in feite alleen de eerste 8 bloemen beoor­ delen, omdat de waarnemingen van bloem 9 en 10 te gering waren om enigszins betrouwbaar te zijn.

Van bloem 1 t/m 8 bleek bloem 4 het snelst callus te vormen

(gemiddeld na 15 dagen). Bij bloem 5, 6, 1 en 7 nam het aantal dagen van planten tot callusvorming geleidelijk aan toe (respectievelijk

(8)

-7-gemiddeld 16, llht llh en 18 dagen). Bij bloem 2 en 8 werd het

callus het laatst gevormd (respectievelijk gemiddeld na 20 ai i22Jj dagen ) .

WORTELVORMING (Bijlage 7 + 7 a)

Over de gehele proef genomen trad bij 28% van de explantaten wortelvorming op. Dit vond gemiddeld 31 dagen na het uitplanten plaats met uitersten tussen 10 104 dagen.

Het percentage wortelvorming nam toe bij de hoger gelegen trossen. Bij de bloemen van tros 1 trad slechts 3% wortelvorming op, bij tros 2 t/m 6 was dit respectievelijk 8, 10, 15, 40 en 45%.

Het waren dus vooral de twee hoogste trossen die veel wortel­ vorming te zien gaven.

Bij de bloemen van tros 6A lag het'percentage wortelvorming iets lager (34%) dan bij tros 6 en 5.

Bij de bloemvolgorde werd een minder geleidelijk verloop gevonden. B e t r e k k e l i j k w e i n i g w o r t e l v o r m i n g t r a d o p b i j b l o e m 1 , 2 , 6

en 7 (tussen 13 en 19%). Een tussenpositie leken bloem 3 en 5 in te nemen met respectievelijk 34 en 31% wortelvorming. Het hoogste percentage wortelvorming gaf bloem 4 (38%).

Met opzet zijn hierbij bloem 8 en 9 niet genoemd. Deze bloemen waren vooral afkomstig van trossen met een hoog percentage wor­ telvorming. Bovendien betrof het hierbij naar verhouding maar enkele explantaten. Hierdoor zijn de uitkomsten van deze twee bloemen, moeilijk met de rest te vergelijken.

Het aantal dagen tussen uitplanten en wortelvorming was als volgt. Hoewel kleine afwijkingen voorkomen, kan men stellen dat een laag percentage wortelvorming samenging met een late aanleg en een hoog percentage wortelvorming met een vroege en snelle aanleg (zie bijlage 7 a).

(9)

-8-ZETTING (bijlage 3 + 8 + 8a t/m 8c)

De bloemen, die niet verontreinigden, konden al dan niet gaan uitgroeien. Ket percentage bloemen met vruchtgroei ten opzichte van het totaal resterende aantal bloemen (dus niet veront­ reinigd) werd zettings-percentage genoemd.

Van de in vitro culturen was de zetting over de gehele proef berekend ruim 9 3%, voor alleen tros 1 t/m 5 : 95,6%.

in

De zetting vivo was zeer slecht sn bedroeg voor tros 1 t/m 5 slechts 34,4% (dus ongeveer */3 v^n de in vitro gevonden zetting

( z i e b i j l a g e 3 + 8 ) .

De gemiddelde zetting van de in vitro culturen lag per tros tussen 87 en 99%. Tros 1 t/m 4 gaven gemiddeld de beste zetting (respectieve­ lijk 97 - 98 - 99 en 97%). De hogere trossen gaven een duidelijk mindere zetting (92 en 87% voor respectievelijk tros 5 en 6). De zetting in vivo leek niet parallel te lopen met de zetting in vitro. Waarschijnlijk waren hierbij de uitwendige omstandig­ heden van grotere invloed dan de mogelijke verschillen van bloemkwaliteit, zodat tegengestelde uitkomsten mogelijk waren (bijlage 8a). De zetting gemiddeld per bloem berekend lag tussen 88 en 100% bij de in vitro-culturen. De zetting van bloem 3 en 4 leek steeds het beste te zijn (100%). Ook de gemiddelde zetting van bloem 8 was 100%, maar dit cijfer is uit betrekkelijk weinig waar­ nemingen tot stand gekomen, zodat de betrouwbaarheid aanvecht­ baar is.

De zetting tfan alle eerste bloemen van de trossen bedroeg gemiddeld 93%, voor de tweede bloemen 96%. De verder van de hoofdstengel gelegen bloemen (bloem 5 t/m 9) gaven fluctuerende zettingspercentages te zien (tussen 88 en 96%, als ; bloem 8 buiten beschouwing wordt ge­

laten) . Hoewel de zettingsgegevens in vivo niet volledig paral­ lel lopen met de zettingsgegevens in vitro ten aanzien van de bloemvolgorde, komen deze cijfers globaal bekeken wel enigszins met elkaar overeen. De beste zetting in vivo gaf gemiddeld bloem 3 met een zeer gering verschil, gevolgd door bloem 2 en 4. Bloem 1 en 5 zetten ongeveer gelijk en de hoger gelegen bloemen(5 en hoger) gaven een minder goede zetting te zien, waarbij bloem 6, 7 en 8

(10)

-9-ongeveer alle even slecht waren (respectievelijk 25, 29 en 25%) en bloem 9 het minst zette , 17% (zie bijlage 8b).

Dat de "tros"verschillen er in vitro wél en in vivo niet uitkwamen, kan mogelijk worden verklaard door het feit, dat de bloemen van een bepaalde tros op ongeveer dezelfde tijd bloeiden en dus onder ongeveer dezelfde uitwendige omstandigheden groeiden. Bekijkt

men echter de uitkomsten van de diverse bloemen gemiddeld, dan zal globaar genomen, de bloei over de gehele groei-periode hebben plaats gevonden, zodat .hierdoor in feite een gemiddelde van alle groei-omstandigheden wordt verkregen, waardoor de invloed van

de diverse bloemen wordt genivelleerd. Ten aanzien van de zetting kan men dus stellen, dat tros 2 en 3 de beste zetting gaven met een

gering verschil ten aanzien van tros 1 en 4. De hoogste trossen (5+6) leken een minder goede zetting te geven.

Bekijkt men de gemiddelde zetting per bloem, dan ziet men, dat de potentie van de bloemen om tot een vruchtje uit te groeien bij bloem 1 en 2 geleidelijk toenam en bij bloem 3+4 optimaal leek. Hierna kreeg men.circa 3 bloemen met een ongeveer gelijke zetting

(bloem 5,6+7) als van bloem 1 en 2. De laatste bloemen van de tros leken het minst uit te groeien.

Omdat hier steeds gemiddelden genoemd zijn, mag men niet uit het oog verliezen, dat niet steeds aan alle trossen eenzelfde aantal vloemen werd gevormd? In grafiek 8c is het gemiddeld aantal bloemen per tros weergegeven. Het aantal bloemen per plant was voor de beide groepen van planten vrijwel gelijk (71 en 69), maar de verdeling van de bloemen over de trossen verschilde sterk.

OPBRENGST,

De opbrengst in vitro zal eerst worden beschreven. Gezien het grote verschil tussen het aantal niet verontreinigde bloemen van de diverse trossen, zal het aantal gevormde vruchten niet als maatstaf voor de opbrengst dienen, maar zullen uitsluitend de "vroegheid" en "opbrengst" worden vergeleken. De vroegheid is bepaald, door het aantal dagen, dat verliep tussen uitplanten en oogst, te berekenen. De opbrengst wordt aan de hand van de

(11)

-10-vruchtdoorsnede bepaald. Bij de in vitro-culturen werden geen gewichts-beplaingen verricht. Mogelijk zal dit in een komende proef wel

worden gedaan.

VROEGHEID IN VITRO (Bijlagen 9, 9a en 9b)

Gemiddeld hadden de bloemen in vitro 53 dagen nodig om tot een rijp vruchtje uit te groeien. De snelste groei-rijping nam 38 dagen in beslag, de langzaamste groetrijping 124 dagen. De ge­ middelde verschillen per tros berekend waren niet.zo groot. De

bloemen van tros 1 deden er het langst over om tot een rijp vruchtje uit te groeien (62 dagen) gevold door tros 2 (gemiddeld 58 dagen). De bloemen van tros 3, 4 en 5 hadden hier respectievelijk 54, 53 en 53 dagen voor nodig en bloemen van tros 6 en 6A : 51 dagen.

Tevens is de vroegheid per tros niet over alle in de tros gevormde bleomen berekend, maar alleen van bloem 1 t/m 6 omdat alle trossen minstens 6 bloemen vormden. Hierdoor verschuiven de verschillen wel iets, maar globaal kan men stellen :

— Hoe hoger de tros, des te sneller de rijping , maar tros

3, 4 en 5 ripen onderling even snel. De invloed van de bloemvolgorde in de tros was minder dan die van de trossen zelf. Globaal groeiden en rijpten bloem 1 t/m 8 alle even snel (gemiddeld 54 en 53 dagen) en leek bloem 9 iets sneller te rijpen (na 51 dagen). Maar aangezien het ook hier weer (bloem 9) betrekkelijk weinig waarnemingen

betrof, mag hier'aan nauwelijks enige aandacht worden geschonken.

VRUCHTDOORSNEDE IN VITRO ( Bijlagen 9, 9a en 9b).

Over de gehele proef berekend werden de in vitro gevormde vruchtjes 12,0 mm in doorsnede. Het kleinste vruchtje was 6,2 mm en het

grootste vruchtje 19,8 mm. De grootste vruchten werden aan tros 3 en 4 gevormd (gemiddeld 12,4 en 12,3 mm in 0) met een zeer gering verschil gevolgd door tros 2 en 6A (gemiddeld respectie­ velijk 12,1 en 12,2 mm). Hierna volgde tros 5 en 6 (gemiddeld 11,8 en 11,9 mm respectievelijk). De kleinste vruchtjes gaf

(12)

-11-tros 1 (gemiddeld 11,5 mm).

Bekijkt men de bloemvolgorde in de tros, dan blijken bloem 3 en 4 de grootste vruchtjes te geven (gemiddeld 12,7 mm), gevolgd door bloem 2 (12,3 mm) en bloem 5 (12,0 mm). Bloem 1 gaf ongeveer even grote vruchtjes als bloem 5, namelijk gemiddeld 11,9 mm in doorsnede. De hoger gelegen bloemen werden alle minder groot (bloem 6+7 gemid­ deld 11,5 mm; bloem 8 gemiddeld 11,3 mm en bloem 9 gemiddelde 10,5 mm).

VROEGHEID IN VIVO (Bijlage 10)

Deze gegevens zijn ongeveer op dezelfde wijze verkregen als de gegevens in vitro. De uitplantdatum van de overeenkomstige in vitro uitgeplante bloemen zijn als bloeidata voor de in vitro gegroeide vruchten gehouden. Het aantal dagen tussen "bloei" en oogst bedroeg voor alle in vivo gegroeide vruchten 57 dagen (uitersten kunnen hier beter buiten beschouwing worden gelaten, ömdat van de gemiddelde bloeidata werd uitgegaan).

Vroeg rijp waren de bloemen van tros 2 en 3 (gemiddeld na 54 dagen). De overige trossen gaven gemiddelden van 60 (tros 1 en 4) en 59 dagen (tros 5) te zien. De gemiddelde oogstdag vanaf de bloei lag voor de bloemen in de trossen verder uiteen.

Gemiddeld

TABEL 1. Aantal dagen tussen bloei - oogst in vivo. *^Cj3Ïoem Tros\^ 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Gemiddeld 1 52 59 52 59 59 61 71 60 2 63 63 53 54 47 48 60 70 54 3 42 45 52 78 51 55 58 60 57 54 4 61 56 52 62 58 71 73 65 60 5 63 52 54 51 66 63 70 55 77 76 59 Gemiddeld 1 1 00 1 " -4 54 52 59 55 60 65 63 70 - 76 57

Snel rijp waren de vruchten uit bloem 3, 2 en 5 (respectievelijk 52, 54 en 55 dagen). Iets later waren de vruchten van bloem 1, 4 en 6 rijp (respectievelijk 58, 59 en 60 dagen). De hoogste bloemnummers

rijpten het langzaamst. ,

(13)

-12-DE VRUCHTGROOTTE IN VIVO (bijlage 10)

Zoals reeds gesteld, was de groei in vivo slecht ( zie ook zetting).

Dit kwam ook in de vruchtgrootte tot uiting.

TABEL 2. Gemiddelde vruchtdoorsnede van de vruchten gegroeid in vivo.

Bloem 1 2 ' J 31 4 5 6 7 8 9 10 11 gem. Tros 1 33,1 39,8 47,2 37,9 39,5 33,0 29,1 31,1 Tros 2 34,5 35,9 41,8 39,8 44,4 44,4 33,3 35,9 40,2 Tros 3 43,8 43,3 46,8 36,(7 37,6 39,4 41,2 37,7 38,8 40,7 Tros 4 39,6 39,3 42,3 38,3 43,9 34,4 37,0 37,1 39,4 Tros 5 38,2 43,1 42,2 30,7 26,9 19,5 21,5 33,1 14,5 8,8 34,9 Gemiddeld 38,4 40,5 42,6 37,7 40,8 36,7 34,3 36,8 22,6 8,8 38,8

Gemiddeld werden de vruchten 38.8 mm groot. Tros 2 en 3 leverden de grootste vruchten (resp. 40.2 en 40.7 mm), gevolgd door tros 4 (39.4 mm) en tros 1 (37.7 mm). De vrucht van tros 5 bleven 't kleinst (34.9 mm).

De gemiddelde vruchtgrootte per "bloem" berekend, dus over tros 1 t/m 5 gemiddeld, fluctueerde nogal wat.

Gemiddeld waren de 3e vruchtjes in een tros 't grootst, gevolgd door vruchtje 5 en 2 (resp. 42.6 - 40.8 en 40.5 mm). Vrucht 1 en 4 waren iets groter^38.4 en 37.7 mm) dan vruchtje 7 en 8 (resp. 36.7 en 36.8 mm). De overige vruchtjes bleven kleiner.

Het vruchtgewicht vertoont, zoals te verwachten viel, een verband met de vruchtgrootte, zodat hiervoor ongeveer hetzelfde geldt als voor de vruchtdoorsnede.

VERBAND TUSSEN IN VITRO EN IN VIVO GEVONDEN 00GSTGEGEVENS

Om dit in beeld te brengen, zijn van de gemiddelde waarden grafieken gemaakt (bijlage 11a t/m 11d ). Om het vergelijken te vereenvoudigen zijn de vroegheid en de gem., vruchtdoorsneden alle in procenten t.o.v. of de 1e tros of de 1e bloem omgerekend (bijlage 12a t/m 12d).

(14)

-13-d e in vitro en in vivo gevonden waarden hierbij dicht bij elkaar lagen,

Voorde gemiddelde vruchtdoorsnede maakt dit wel veel uit, omdat

hierbij de in vivo gevonden waarden + 3 à 4 maal hoger lagen dan de in vitro verkregen waarden.

DE VROEGHEID (grafiek 11a en 12a)

Bij de vroegheid bleek nauwelijks enig verband te bestaan tussen de in vitro en in vivo gegroeide trossen. In vitro verloopt de groei-rijping bij de hoger gelegen trossen sneller dan bij tros 1.

Vooral de bloemen van tros 2 en 3 rijpten naar verhouding snel. Het verschil in vroegheid tussen tros 4 en 5 t.o.v. tros 3 is

zeer gering. Tros 6 en 6a geven een nog iets grotere vroegheid te zien. In vivo ziet men eveneens de bloemen/vruchten van tros 2 duidelijk

sneller rijpen dan van tros 1. Tros 3 geeft een zelfde vroegheid als tros 1, waarna de groeirijping vertraagd lijkt te worden bij tros 4 en in enigszins mindere mate ook bij tros 5.

Een verband in vroegheid is dus bij de in vivo en in vitro gevonden waarden nauwelijks vast te stellen.

De vroegheid per bloem (dus over alle trossen bepaald) varieerde in vitro nauwelijks (zie bijlage 11b + 12b).

Alleen bloem 9 (weinig waarnemingen) scheen iets sneller een vruchtje te geven.

Bij de in vivo gegroeide vruchten kan men globaal stellen, dat de vroegheid toenam van bloem 1 naar bloem 2 en 3. Daarna fluctueerden de uitkomsten, maar de gehele lijn van uitkomsten doet vermoeden, dat de vroegheid minder werd, naarmate de bloem verder van de hoofdstengel was verwijderd.

Bi i de vruchtdoorsnede (bijlage 11c + 12c) leek wel enig verband te bestaan tussen de invloed van de trossen in vitro en in vivo gegroeid. Wel waren de in vivo gevonden resultaten geprononceerder, mogelijk omdat in vitro door de gelijke omstandigheden de verschillen gedeeltelijk genivelleerd werden. Ook bij de bloemvolgorde (bijlage 11d en I2d) leek enig verband tussen de in vitro en in vivo gegroeide vruchten te bestaan. Wel fluctueerden ook hierbij de in vivo

verkregen uitkomsten sterker dan de in vitro verkregen resultaten (zie boven, nivellering door gelijke temp., licht, voeding, l.v.h.

(15)

-14-SAMENVATTING EN CONCLUSIE

In deze proef werd getracht na te gaan of de bloemen verschillen in potentie vertonen t.a.v. het uitgroeien tot vruchten en zo ja, of er een verband is tussen de diverse bloemen in de tros en tussen de diverse trossen.

Wortelvorming trad aan de bloemsteeltjes van de onderste trossen weinig op. Het percentage wortelvorming nam geleidelijk aan toe tot tros 4 van 3 tot 15$. Tros 5 en 6 vormden bij resp. 40 en 45$ van de explantaten wortels (tros 6A 38$).

De invloed van de bloemvolgorde in de tros kwam t.a.v. de

wortel-vorming minder duidelijk tot uiting. Hierbij bleek een piek te bestaan bij bloem 4 en 9, maar de onderste trossen (dus met weinig wortel-aanleg) vormden meestal minder dan 9 bloemen, zodat dit laatste niet betrouwbaar lijkt. Weinig wortelvorming zag men bij bloem 1 en 2 en

bij bloem 7(6+7+ 8). Globaal genomen ging een laag percentage

wortelvorming samen met een lange periode tot zichtbare wortelvorming. De "zetting" in vitro was goed (gem. 93$) in vivo slecht (gem. 34$). De zetting van tros 1 t/m 4 verschilden onderling weinig en was iets beter dan van tros 5 en 6.

De zetting van bloem 3 en 4 was 100$. Bloem 1 en 2 gevan een iets

lager zettingspercentage evenals de hoger gelegen bloemen (uitgezonderd bloem 8, maar hierbij was 't aantal waarnemingen niet groot).

Tussen de zetting in vivo en in vitro leek t.a.v. de trossen geen en t.a.v. de bloemen wel enigszins een verband te bestaan.

De opbrengst werd in vroegheid (aantal dagen van bloei tot oogst) en in vruchtdoorsnede vastgesteld. De vroegheid nam in vitro toe

van tros 1 tot tros 6 en 6A, hetgeen wil zeggen, dat het aantal dagen tussen bloei en oogst minder werd. Vooral van tros 1, 2 en 3 zag men de vroegheid toenemen, het verschil tussen tros 3, 4 en 5 was gering, om daarna duidelijk toe te nemen bij tros 6 en 6A.

In vivo werd een geheel ander beeld gevonden. "Vroeg" waren alleen tros 2 en 3, de overige trossen verschilden onderling niet veel t.a.v. de vroegheid. Dus hierbij geen verband tussen de in vivo en in vitro gevonden waarden.

Bij de bloemen in vitro waren nauwelijks verschillen in vroegheid aanwezig. Deze werden waarschijnlijk door de gelijke groei-omstandig-heden na 't isoleren genivelleerd. In vivo zag men wel verschillen. Van bloem 1 tot bloem 3 nam de vroegheid toe, waarna, kleine

(16)

•15-fluctuaties daargelaten, de vroegheid sterk afnam. In dit geval

dus totaal geen verband tussen de in vivo en in vitro gevonden waarden. Zeer kort samengevat kan men ruwweg stellen:

1). De beste bloemen zijn bloem 2, 3 en 4 2). De beste trossen zijn tros 2 en 3

3). Verband tussen de in vivo en in vitro gevonden waarden komt bij de bloemen wel en bij de trossen minder goed of niet tot uiting omdat bij de bloemen gemiddelden genomen worden, die verkregen zijn uit de gehele groeiperiode en bij de trossen van een deel van de groeiperiode

4). De concurrentie in de tros niet voldoende tot uiting kon komen omdat de meest vitale trossen meestal ook meer bloemen leveren.

De proefneemster,

(17)

I 1 6 -BIJLAGE 1

SAMENSTELLING VOEDINGSBODEM

NH N0_

4 3

KNO

3 Ca Cl2. 2 H20 MgSO . 7 H O Fe-EDTA (5 mg/ml Fe ) H3 B03 MnSO .. 4 H„0 4 2 ZnS04- 4 H20

KJ

Na2 Mo04- 2 H20 CoCl2. 2 H20 CuS04. 5 H20 Thiamine HCl (vitaraine B) Inositol Cascine-hydrolysaat Cytidine Guanosine L.asparagine L.glulamine

Adenine (adenine sulfaat) Tyrosine

Saccharose

Kinetine ( 6 furfuryl amino-purine) I.A.A. (- indolylazijnzuur) 1.650 mg/liter 1.900 mg/liter 440 mg/liter 370 mg/liter 170 mg/liter 1 ml/liter 6,2 mg/liter 22,3 mg/liter 8,6 mg/liter 0,83 mg/liter 0,25 mg/liter 0,025 mg/liter 0,025 mg/liter 0,4 mg/liter 100 1.500 200 200 mg/liter mg/liter mg/liter mg/liter 500 mg/liter 500 mg/liter 40 mg/liter 100 mg/liter 50 mg/liter 1 mg/liter 2 mg/liter

(18)

-17-BIJLAGE 2

TEMPERATUURGEGEVENS GEMIDDELD PER DECADE

Index_ Vloeistof

maximum minimum 9 uur

le decade mei 27,9 18,6 20,6 2e decade mei 24,4 17,8 18,5 3e decade mei 26,7 19,1 20,3 le decade juni 26,6 19,3 20,2 2e decade juni 28,9 20,1 20,9 3e decade juni 28,4 21,1 21,9 le decade juli 29,3 21,1 22,1 2e decade juli 30,4 22,6 23,8 3e decade juli 30,7 23,2 24,5 le decade augustus 29,9 21,6 23,2 2e decade augustus 29,0 21,3 22,2 3e decade augustus 30,1 22,0 23,1 le decade september 30,8 22,6 23,8 2e decade september 27,5 20,8 21,6

(19)

-18-BIJLAGE 3 (biz.1)

Verontreinigingen ; res.terende bloem;_ "zetting"

Schimmel Bacterie Schimmel + Bacterie Resterend

aantal/ 0 aantal/ 9- aantal/totaal bloem Vrucht % Q0ZÜ

totaal "6 totaal -u TROS 1 1 bloem 1 6/13 46,2 1/13 7,7 7/13 58,3 6 6 1 100 2 10/14 71,4 1/14 7,1 11/14 78,6 3 2 66,7 3 13/15 86,7 0/15 0,0 13/15 86,7 2 2 100 4 9/15 60,0 1/15 6,7 10/Ï5 66,7 5 5 100 5 3/14 21,4 2/14 14,3 5/14 35,7 9 9 100 6 8/12 66,7 0/12 0 0/12 66,7 4 4 100 7 6/ 6 • 10 0,0 0/è 0 6/6 .100 - - -8 0/ 1 .0 0/1 0 0/1 0 1 1 100 Totaal 55/90 êi,i 5/9 5,6 60/9 66', 7 30* 29 96,7 TROS 2 bloem 1 10/14 71,4 1/14 7,1 11/14 78,6 3 2 66,7 2 7/16 43,8 0/16 0 7/16 43,8 9 9 100 3 5/16 31,3 1/16 6,3 6/16 37,5 10 10 100 4 10/17 58,8 1/17 5,9 11/17 64,7 6 6 100 5 3/15 20,0 2/15 13,3 5/15 33,3 10 10 100 . 6 7/16 43,8 0/16 o' 7/16 43,8 9 9 100 7 1/4 25,0 0/4 0 1/4 25,0 3 3 ' 100 8 o/i 0 1/1 100 1/1 100 0 • 0 -Totaal 43/99 43,4 6/99 6,1 49/99 49,5 50 49 98,0 TROS 3 bloem 1 7/13 53,8 2/13 15,4 9/13 69,2 4 3 75,0 2 1/14 7,1 2/14 14,3 3/14 21,4 11 11 100 3 4/14 28,6 2/14 14,3 6/14 42,9 8 8 100 4 4/15 26,7 6/15 40,0 10/15 66,7 5 5 100 5 2/14 14,3 8/14 57,1 10/14 71,4 4 4 100 6 2/14 14,3 1/14 7,1 3/14 21,4 11 11 100 7 0/14 0,0 3/14 21,4 3/14 21,4 11 11 100 8 2/11 18,2 3/11 27,3 5/11 ' 45,5 6 6 100 9 0/4 0 1/4 25.0 1/4 25,0 3 3 100 Totaal 22/113 19,5 28/113 24,8 50/113 44,2 63 62 98,4 TROS 4 bloem 1 3/12 25,0 5/12 41,7 8/12 66,7 4 4 100 2 3/13 23,1 1/13 7,7 4/13 30,8 9 9 100 3 2/11 18,2 2/11 18,2 4/11 36,4 7 7 100 4 5/i4 35,7 2/14 14,3 7/14 50,0 7 7 100 -..5 3/14 21,4 3/14 21,4 6/14 42,9 8 7 87,5 6 3/12 25,0 0/12 0,0 3/12 25,0 9 9 100 7 2/12 16,7 1/12 8,3 3/12 25,0 9. 8 .88,9 8 2/12 16,7 3/12 - 25,0 . 5/12 41,7 7 7 100 9 0/5 0 2/5 40,0 2/5 40 3 3 100 10 0/3? 0 1/1 100 1/1 100 0 0 -11 0/1 0 0/1 ' 0. 0/1 0 1 1 100 Totaal 23/107 21,5 20/107 18,7 43/107 « 40,2 64 62 96,9

(20)

-19- BIJLAGE 3 (biz2 ) Verontreinigingen; resterende bloem; "zetting"

Schimmel Bacterie Schimmel + Bacterie Resterend

aantal/ O. aantal/ 9- aantal/totaal S- b loeir. Vrucht ù gezet

totaal 'ö totaal TROS 5 bloem 1 4/21 19,0 6/21 28,6 10/21 47,6 11 11 100 2 5/26 19,2 2/26 7,7 7/26 26,9 19 18 94,7 3 2/26 7,7 8/26 30,8 10/26 38,5 16 16 100 \ 4 3/25 12,0 2/25 8,0 5/25 20,0 20 20 100 5 2/23 8,7 3/2 3 13,0 5/23 21,7 18 16 88,8 6 5/17 29,4 1/17 5,9 6/17 35,3 11 9 81,8 7 3/12 25,0 0/12 0,0 3/12 25,0 9 7 77,8 8 1/12 50 0/2 0 1/2 50 1 1 100 9 0/2 0 0/2 0 0/2 0 2 I 50 10 0/1 0 0/1 0 0/1 ' 0 1 0 0 Totaal 25/155 16,1 22/155 14,2 47/155 i30,3 108 99 91,7 TROS 6 bloem 1 8/19 42,1 2/19 10,5 10/19 53,6 9 7 77,8 2 3/22 13,6 2/22 9,1 5/22 22,7 17 14 82,4 3 3/22 13,6 1/22 4,5 4/22 18,2 18 14 77,8 4 2/23 8,7 0/23 0 2/23 8,7 21 19 90,5 5 4/2 3 17,4 1/23 4,3 5/23 21,7 18 17 94,4 6 5/18 27,4 2/18 11,1 7/18 38,9 11 11 100 7 1/12 8,3 0/12 0 1/12 8,3 11 9 81,8 8 1/5 20 0/5 0 1/5 20 4 4 100 9 0/2 0 0/2 0 0/2 0 2 2 100 10 0/1 0 0/1 • 0 0/1 0 1 1 100 Totaal 27/147 18,4 8/147 5,4 35/147 23,8 112 98 87,5 TROS 6A bloem 1 2/19 10,5 2/19 10,5 4/19 21,1 15 14 93,3 2 5/30 16,7 3/30 10 8/30 26,7 22 20 90,9 3 5/30 16,7 1/30 3,3 6/30 20 24 24 100 4 9/26 34,6 0/26 0 9/26 34,6 17 13 76,5 5 2/24 8,3 0/24 0 2/24 8,3 20 20 100 6 0/6 0 0/6 0 0/6 0 6 5 83,3 7 1/6 16,7 0/6 0.' 1/6 16,7 5 5 100 Totaal 24/141 17,0 6/141 4,3 30/141 21,3 109 101 92,7 GEHELE P ROEF Tros 1 t/m 6A 219/852 25,7 95/852 11,2 314/852 36,9 539 500 93,1 1 t/m?6 195/711 27,4 89/71.1 12,5 284/711 39,9 427 399 93,4

(du 3 zonder 6A) 1 t/m 5

(21)

I

-20-BIJLAGE 3 biz. 3 Invloed bloem op de zetting

Bloem vrucht % . Bloem

zetting vrucht % zetting Tros 1 t/m 6 Tros 1 t/m 5 Bloem 1 .37 33 89,2 28 26 92,9 2 68 63 92,6 51 49 96,0 3 61 57 93,4 43 43 100 4 64 62 96,9 43 43 100 5 67 63 94 49 46 93,8 6 55 53 96,4 44 42 95,5 7 43 38 88,4 32 29 90,6 8 19 19 100 15 15 100 9 10 9 90 8 7 87,5 10 2 1 50 1 0 0 11 1 1 100 1 1 100 Totaal 427 399 93,4 315 301 95,6

(22)

-21-BIJLAGE 3 a

(23)

-22-BIJLAGE 4 biz. 1 I ß I a) i+J I V) I M 0) i-P i *

H

ID I I *— (1) u £3 |—1 W 1 Q) CD 1 S rH 2 1 a r0 H 1 *H ti U '•P -P H 1 u 0 2 ri L_J 1 w EH w

«

o K £ O O IOW "ï H 03 rt r-t CM CM o v f l i n M ^ r ^ ^ n o r - ~ v o u - > o e n v o r ^ •

H H H M CD VO- VO

H

n o o r- \\\ \ w \ oi^t^in^rr--nro r-o r-o vr-o <r-i *-H I I «H O O VO TH VO '-1 *-< I ' t I O O VO *-< o H «—1 I H I I *H ^ ^ H O ' H c g o o i n w w w w O O O V D C M O O C O rH H OJ ^ O O ^ i X l ^ ^ œ n

T-4 IH

«H CM

CN

or^vomc^o^vor* oo vo ro co CM N r*

CM

oo vo m co oo co in co co co oo in o co m (j\ I

\ N \ W

o c o r ^ r - v o o r ^ m

W \

VO \

r * v o v o r ^ ^ c v i r ^ c o c o ^ H co a) vo c i-i CM 3 4 5 6 7 0 N rH r—i a (Ö vo en 0) (0 N Q 0 •p •P

«

r-H 0 EH .Q H co vo PO co •H ro \ r~-en en

CM

CO

VO

ro en

CM

en vo œ en *—I CM \ LD O C0 < vo a N +J M ' c o v o e n v o o ^ v o o o *-i m «h «h ro .«3* ^fmLnin'vi,'^'vo*J' x'NVo>-iinin'aiu)(D •«—« o *—I VO *—1 LT) 00 rH H in ls•'^fOvû^CC0^^D^, o «"H (D n h n n «—4 ^

H

r- vo Lo vo I I vo r» I r~ vo in M" I I vo t I I r- vo in m I i vo vo I H Q rH rH CM O O VO S S N N N r - o v o m o o o v o " ^ w w t-i m «a1 œ vo en vo o i oo *—i ro *-( t—t ci «J1 in m m ^ i ^ co (n in h m m i en en o <ef •<-ir~ir)THnoo«-iO'iï' w w w \ o ^ f t ^ - H v o c o ^ o o w O oo

CM

«h rH n co r-l «H CO

CM. N *3" M

vo oo

CM

w i i O 0 0 P

H

rH rH Xt JQ (0 (Ö •p o H

(24)

-23- BIJLAGE 4 biz. 2

8

1 1 1 1 1 •H 1 X 1 <d 1 c S a> i-p Ë 1 tn 3 i Sh S 1 aj •H l4-> G l-H •H 1D S 1 Q) l-H TS 1 n «H 1 <u a) i-p TS ! ° •a i (Ö •r-j 1 CQ g 1 (U 1 + O 11—! ! a> ro CN LO CM ro CM in C N ^ U I C T i ^ ^ n r H O ^ H O O O o ^ f o ^ ^ H f o n L O H i n \i n n o c o H h ^ f o c n i n \ \ \ W \ \ \ N o^o^cO'-H^rroLO'-Hkû rH rH LO ro CM LO CN c1*) fsl H H IT) c o c o v o v O ^ r m v O ^ c n < J * ^3«0*-'*-,CNinco*-«o^Ln CM CM CO *—I rH H H H rH H C N r o ^ i n ^ i h C O ^ œ ^ M n œ r o m c o c o c o r O H ^ H H H H ^ VO LnLO-rH^rrocN^r-r^ro ^roo. *H H (NJ hooj^^coLn H rH CO rH C O ^ ^ V Û ^ r O C O L O C N ^ N N W œ o o H c o h o j H i o c M W W W CN LO CO *3* LO CO CN r» *-H o H H Vû œ io Mn h I ^ co œ co co ko ko *-« in •«-• co I r- r- co o i n o ^ m i n » ^ r - c o c o CM CM ^ r-4 <r> co <u öi 1 •rH 1 CO CO U a) tö 1 rH 1 CN CM CN KO CO r*l CO N rH CN m CM CN no o rH CO N N N N N N CN N N \ \ N N N \ N N +J (0 1 r- CT» rS ^î1 a> in Cï CO en m rH m CO en LO o CN CJ

-PI

CO t£> KO en CO O O m rH rd

O 1

rH rH ffl

ENI 1

Ii -•HI KO CO KO KO KO rH KO H CTi H in CD ro co XI CM rH W CN

T

H •H H H rH rH rH rH fö CM CN C Si 1 +1 El 01 p I

, M

1 a) •Hl El 1 -p ai •H •H 1 KO KO KO 1 o m r- rH CN CN

LO

CM l

D

SI 1 rH rH rH rH rH *01 •H 1

SI

C0 KO KO KO rH

R-

Oï in tH CO CM en in Q) 1 H rH H rH rH rH CD 1

I-L

1 1 e «H 1 1

R^

>H CN CN o CN O CM CN CO CO CM CO CO CM CM 1 § <Ü 1 N N N N N N N N N \ N N N N \ \ \ N •H fd 1 CO cr> CN CN O rH O O

R-*

in CM CM

M R-

CO cr» •C -Pi LO CN CM rH «H CN KO CN CN CO co rH CN I O 01 rH CO HI m CN C N C O ^ L O V Ü ^ C O C f t ^ C O ( N ^ ^ C N r > [ ^ | r-I rH rH CM KO *""• ^ i n i n L O i / i m m h ^ h c o H h c o ^ D h i O O h h H m in VÛ <*0 CO CO CO CO KO öï I II ^ in in in ko <t» I i co KO en r-o r* co ko o w LO r- LO co LO -h r- o o <o ^0 r- r- r*^ in i i i <y\ CM CM ^ H C D C N H H O O O C M NN m m c o m ^ a ï O o O o \ W \ W\ \ fi H m rn r- o CM H rt H Ol «-) CM «d<inr-r--mtnif>r~ o o r - o c > v o o o i o r - i c o Ln f i n C M r O N L O M ^ O CN W W W »-ir^<7iocM'-ir~r~o w \ \ m m *-i *-< •<-! o CM

CM O M IO I

S

-

co

OI

co S rH m rH in •H S <d 6 (Ö co <D (0 w a> (Ö W QJ (d O 0 •p o 0 •P O 0 -P H o

«

rH 0 tó rH 0 H £} EH EH X! EH EH xi EH

(25)

-23-BIJLAGE 4 biz. 3 S) •rH 1 00 O V£> LO CN VO r* r- 1 vo CN o XI rH CN CM rH in in rH rH c (CI 0) SI -P 1 m El u 31 0) SI I-P -HI •H Cl in vo IT) LO m 1 m in in ID •H 1 SI <U 1 M "Ol 1 M r-» 1 o) 0)1 !+• Tll 1 o •Ol (0 •HI 00 rH CM Ln O r*- rH 1 o vo ffl El H rH rH rH rH i 0)1 1 + Ol 1 IH 1 1 i r-U (01 o rH LD CM LO r- rH rH o m LO CO 1 *H it! t \ N \ \ \ \ \ \ \ N Ä -PI CM ro CO O CO rH r- r- o VO o CO 1 u Ol 00 in rt o m CM 1 w ÊHl 1 rH m EI •HI XI CO o CO 1 VO 1 1 1 VO vo r-(01 CM m LO vo c SI a) 1 l-p w 1 u El t <u •H 1 i-p Cl Ln CO 1 m 1 1 1 m VO LO 1 *H •HI rH VO D SI 1 1 *01 •H 1 El r- CO 1 o 1 '1 1 m VO vo 0)1 «H m rH Ul 0) 1 •H 1 rH 1 a) (0 1 CM CM rH O rH CN o O O CO CN CO •p (01 \ N \ N \ \ \ \ \ \ o -PI co CO O O o O O rH CM r-(0 Ol «-H co in CN rH rH M BI rH r li' •HI 00 KO ID CM r- 1 VO CN O XI *—1 CN rH rH CN rH rH (Öl CN c Si 0) -p E! m 31 M El (U •HI •p CI LT) V0 r*- m LO r- r~ r~ 1 in m in •H •HI D Si 1 1 •ai •d' El vo m m O CO r^- r- 1 a\ av vo

$!

rH rH 1—1 \J 1 1 a) 1 E •HI r-§ (01 CO co CO CN m rH rH O CN CM m •H (01 \ \ \ \ \ \ N \ \ N \ \ Xi •PI CTi <J\ O o rH CM r- r- O LO rH O 01 VO r-1 rH 00 rH CO w HI CN 8 w > V£> w 8 En «-icMmrrintût^oDo* S 0) O a ni (0 •p o

H

*< l£> w § tH VO Iß vo m "3" vo r~-•<a* 'jcoinaitNO'-in CN CM I r-I in W WW I O I w C M r O r t O O O O V Û n N fi <j m ko Is i~l B a) 03 0 43 rH 0 *Q t N i n i n m N O H N *h I

(26)

BIJLAGE 5 biz. 1

-24-CALLUSVORMING

Aantal Kelk Snijvlak + Totaal _ Per plantaat

-bloe- Aantal % steel Aantal % één

men Aantal _ % Aantal

TROS 1 bloem 1 6 1 17 4 67 5 83 4 67 2 3 0 0 1 33 1 33 1 33 3 2 1 50 2 100 3 150 2 100 4 5 2 40 2 40 4 80 3 60 5 9 5 56 9 100 14 156 9 100 6 5 2 40 5 100 7 140 5 100 7 0 8 1 1 100 1 100 2 •200 1 100 Totaal 31 12 39 24 77 36 116 25 81 TROS 2 bloem 1 2 1 50 2 100 3 150 2 100 2 10 3 30 9 90 12 120 9 90 3 10 2 20 10 100 12 120 10 100 4 8 3 38 :8 100 11 138 8 100 5 11 3 27 11 100 14 127 11 100 6 9 5 56 9 100 14 156 9 100 7 3 3 100 3 100 6 200 3 100 8 0 Totaal 53 20 38 52 98 72 136 52 98 TROS 3 bloem 1 6 2 . 33 6 100 8 133 6 1Ô0 2 13 6 46 13 100 19 146 13 100 3 11 8 73 11 100 19 173 11 100 4 8 5 63 8 100 13 163 8 100 5 7 3 43 7 100 10 143 7 100 6 11 7 64 11 100 18 164 11 100 7 12 9 75 12 100 21 175 12 100 8 6 5 83 6 100 11 183 6 100 9 3 1 33 3 100 4 133 3 100 Totaal 77 46 60 77 100 123. 160 77 100 TROS 4 bloem 1 5 3 60 4 80 7 140 4 80 2 9 2 22 9 100 11 122 9 100 3 8 3 38 8 100 11 138 8 • 100 4 7 5 71 7 100 12 171 7 100 5 8 6 75 8 100 14 175 8 100 6 9 3 33 9 100 12 133 9 100 7 9 8 89 8 89 16 178 9 100 8 10 5 50 10 100 15 150 10 100 9 3 0 0 3 100 3 100 3 100 10 0 11 1 0 0 0 0 Totaal 69 35 51 66 36 101 146 67 71

(27)

I

-25-BIJLAGE 5 biz. 2

CALLUSVORMING

Aantal Kelk Snijvlak + Totaal Per olantaa

bloemen Aantal % steel Aantal % één

Aantal % Aantal TROS 5 bloem 1 11 9 82 11 100 20 182 11 100 2 19 17 89 19 100 36 189 19 100 3 16 15 94 15 94 30 188 16 100 4 20 17 85 20 100 37 185 20 100 5 19 18 95 18 95 36 189 19 100 6 13 12 92 12 92 24 185 13 100 7 9 7 78 8 89 15 167 8 89 8 1 1 100 1 100 2 200 1 100 9 2 2 100 1 50 3 150 2 100 10 1 0 1 100 1 100 1 100 Totaal 111 98 88 106 95 204 184 110 99 TROS 6 bloem 1 10 9 90 9 90 18 180 10 100 2 17 15 88 15 88 30 176 16 94 3 19 18 95 16 84 34 179 19 100 4 21 19 90 20 105 39 205 21 100 5 18 18 aoo 17 94 35 194 18 100 6 12 12 100 12 100 24 200 12 100 7 11 11 100 10 91 22 200 11 100 8 4 4 100 4 100 8 200 4 100 9 2 2 100 2 100 2 100 2 100 Totaal 114 108 95 105 92 212 186 113 99 TROS 6A bloem 1 15 15 100 15 100 30 200 15 100 2 23 22 96 23 100 45 196 23 100 3 24 24 100 24 100 48 200 24 100 4 18 18 100 13 72 31 172 18 100 5 22 21 95 22 100 43 195 22 100 6 6 6 100 6 100 12 200 6 100 7 6 6 100 5 83 11 183 6 100 Totaal 114 112 ' 98 108 95 220 193 114 100 1 t/m 6 455 319 70 430 95 748 164 444 98 1 t/m 6A 569 431 76 538 95 968 170 558 98

BLOEM VAN TROS 1 T/M 6

1 40 25 63 36 90 61 153 37 93 2 71 43 61 66 93 109 154 67 94 3 66 47 71 62 94 109 165 66 100 4 69 51 74 65 94 116 168 67 97 5 72 53 74 70 97 123 170 72 100 6 59 41 69 58 98 99 168 59 100 7 44 38 86 41 93 80 182 43 98 8 22 16 73 22 100 38 173 22 100 9 10 5 50 9 90 12 120 10 100 10 1 0 0 1 100 1 100 1 100 1 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0

(28)

r~H ® \ 0 4» CO

+<

t—I , © w CM © cö -P ;S 03 <D I • -H> ':G •H VI ^Jil CM O ON <T\ it C\l r r T- CM C— C— IA IO, KN t— T-

ON O VO ON O CO

-3- VO ^ ^ IA (D KN

t~- KN in vo o O CO ITS tS

I—1

vo O

0

• • CM "<st* Ö 'd

T— T—

0) -H w> a cö eu X) t)0 KN

T" ON

O VO

T- 00

•«sj- ON KN

R—

KN • • • • • • • • • • • •

CO

T—

t—

T—

C\J c— vo

ON

-«vf O

T—

v~

T-

CVJ

T-

CNJ CVJ v

T

-

T—

CM

KN

CM I—I H cö cd -P cô Ö +> cö o < -p m KN vo •cf KN i— C— t— C—

ON **T IT\ O

•^t- -*t

CM

T-VO CVJ KN

KN

LTN VO K\ LT» VO t— CM

T~- ON

CO O

NA CVJ

vo O CO CD c— CM O ^t-KN •*=}" co NN vo C W • CM O ON ON KN CM KN KN KN CM t— co CD CD CÖ T—

T—

•<* CM

R-

r—

T—

T"

T— T—

CM CM KN KN -P 0 CQ Û) • -P G N"\ KN KN KN

T~

t— KN vo

T—

VO vo •H •H T—

1—

T— T—

r~

T— Y—

r-

T-

KN t=>

S

tf\ LT\ K*N vo O O O vo 00 KN KN T_ rH • • • « • • • • • • • • • • <X> -<•

"ÇT

CM VO C0 m K\ co CM

T—

KN O vo t— IPv ITN Ti

T

-

T

-

T— NR-

^T"

T"

T" T"* T~ T" T— T—

KN

T**

'Ö <D •H U> S cd O ©J ©1 -P CO rH rH ca CÖ 4» CÖ ß 4^> CÖ O -aï 4» VO ir\ CM W ON 1A IA ^ IT\ 00 00 KN VO t~-CM KN CM r- "3" CM CM O T— •*1" 00 o m

KN

oo ON NN

LT\ VO

00 IfN VO O KN t/N O O 00 I C—

ON KN

T- ON o vo ON O -3* VO 't 't KN (O

KN

I -«tf- t— KN KN

T— C— ON ITN

r (A CM CD O CO ITN A! rH ®. M Ö T) TJ <1) © *H sû e (Ö o »Ö ÖD O O 00 O « » « « "Çj- t- t— KN O ON • •

T-

LTN LfN 00

T- ON ON T- T- VO VO

KN KN KN KN KN CM

UN KN

»

S V i—! 1—t cö

+> cö ß +> cö O -al +> CM m M ON vo i- T- CO CM CM

TJ" ON

t— CM KN KN LTN KN

KN ON ITN KN

t—

ON ON

CM "•3" CD f-00 "«J-CM KN 00 îïO G VO rH (!) O rd *0 ß cd cd rH A

»

o m w CM KN IfN VO t— CO CVJ to ^ in Vû t— CD ai cö +> O EH H rH CÖ cd 43 O EH

(29)

-27-A

+>\ m h m rH <D M c a -p K fH a> -p •H CO 00 VO ^ *3- t-N"\ NA KN KN KN VO (Ol CO *3- t~— v- VO vo vo vo vo t— "=d" T- vo •ri t—I <D >ö a «d 0 'H M B cd a; "d (S a -p ® Ö îtD cd ctf •à} fd vo ^ KN OA r- CM v-00 CO C\J v- VO C\J OJ m vo CM CM O CM CO O cvj G\ PTN O CO CM CM C^- CM K"\ ON T- CM C O O J C O C M C T N C O O V D ^ LA Œ CO VO LT\ LT\ C\J T- LT\ CM m

C\J

ß <D -p w u Q)

-P

•H Ë> ^ O fOv T- vo m r- c-CM CM CM CM m ^ c\i v- vo vo vo vo vo t*— fr- ^ vo «H -p tn nd rH O CM Tl • • C T5 CM t— o; -H T— W & rö a> C

I

O m 00 • « t- O M" t • •

•>3- LT\

NN T-CM CM O r-• • KN VO cd cd

-P

cd

C -P.

cd O

-P

vo

KN

co CM CM VO t— ON ON C0 OJ K\ VO C— t— T- CM VO KN C— CO CM a\ v— NN VO Ö X • <D al -p e co U <3) • -P ö •H •H t=> s 00 00 4 't t~-NN KN KN KN KN KN VO CM W tO CM in M' r CM CM C0 NN m CM

VO

<1) M, t3 rH Q) Ti a <D •H Ti SD S cri Q) n3 so IPv KN GO CM O 0\ 00 CM 0D KN CM O KN KN KN ON CM ON CM CM O O t— 00 O • • • • « CO T- CT\ T— O CM 1— CM CM CM CM ' • N I—I fi VO a) w cd rH :p» m rH rH cd cd •P cd ß -P cd o

H "P

CkO c •H I—I <ü »d G cd a> m CM co in K\ IT\ CD VO VO •<s|- VD CM

1-T— ON LFN

VO ON r— oo o ON CM KN t— CM O ^f" ir\ ON K\ H M CM KN ^ in VO c— 00 CTN cd cd -P o &H CH <D O fH ft 0) I—I <D <D O

(30)

I V 1 2 3 4 5 6 7 8 9 T o t a a l B e h a n d e l i n g 1 0 0 / 4 2 3 9 / 8 1 9 5 / 7 1 5 5 / 6 1 1 6 / 6 1 5 0 / 6 1 3 2 / 8 2 8 8 / 9 1 3 7 5 / 5 4 t o t a a l

1 )

p- / p / hx 0 œ » Ih

r

ro VJ1 M ( J N U I V O U I - J V Ü U I • • • » « • • • « VJ1 O VJ1 O CDVDVOO g e m i d d e l d

1 )

p- / p / hx 0 œ » Ih

r

->• _ i _ i _ i _ i i v ) r o r o r o l>0 M M M A - ' - ' - ' U I m i n . U i t e r s t e n O N 0 N - i V J l | \ J V > I O 4 V M ! \ 3 O O V O O \ - ' ^ M M U 1 m a x . U i t e r s t e n 1 0 0 / 4 2 0 8 / 9 1 8 8 / 8 1 4 3 / 7 1 4 9 / 8 1 5 0 / 9 1 3 4 / 8 1 4 3 / 1 0 3 5 / 3 1 2 5 0 / 6 6 et* O c+ p p M A a n t a l d a g e n - A - a - i - A - A - k f o r o r o r o C D - * 4 ^ O N O N C D O ^ ^ U I \ D — J m 0 0 - J a \ - £ » . V J 1 0 0 g e m i d d e l d A a n t a l d a g e n — 1 — L — k — L — — L r \ j — 1 . r v > _1 fo -fs. M A ^ -1 Q) ui m i n . U i t e r s t e n l O a a a i o r o M I O M M vn -fi. v£> vo —* -1 ui ui ui ui m a x . U i t e r s t e n 2 0 0 / 8 4 4 7 / 1 7 3 8 3 / 1 5 2 9 8 / 1 3 2 6 5 / 1 4 3 0 0 / 1 5 2 6 6 / 1 6 4 3 1 / 1 9 3 5 / 3 2 6 2 5 / 1 2 0 t o t a a l A a n t a l d a g e n M - 1 M - 1 M M M M - » - » M O N O C O M U t l T i U I • • • • • • • • • • vo —3 —J CAOVOVOVJ1VX O g e m i d d e l d A a n t a l d a g e n m i n . R R ! U i t e r s t e n o\ -*• o\ J ui m w w ro 0 ovo cr\ ->• -p* ro rovji m a x . R R ! U i t e r s t e n

(31)

vo © t*D «ö rH Z? m

à

M ©/ ©\ •pi in =2.2^ c © -P CO © -P •H l=> fi © cd •ci cö -p C •<! C © -p CO fH © -P •H C Q) M ctf Ti CÖ -p C csj •< fi © •P CO fH © -P •H fi © IM cd >ö cd -p C «JÎ KD G © Ti G öJ rü © m lf\ VO r (D S (A IA IA CL CM tA NN CM t— OD m vo m O co •«tf-« T— CM 1- CO VO CO LA T— O CM • • • • • • • • • KN NN CM NN NN O VO IA IA O CM vo o c— vo ^ NN NN NN NN CM

IA

-r- CM NN O C\J CM ON r-LA f— ON T-cu c— to, m "> ; CM O IA CM NN [•— o CM CM O IA v-IA ON O NN ON IA Tj" T— NN T— CO CM CD *<3" t— CO M IA NN K\ IA in in H- to IA NN CM CT\ O C— CM O VO O O O NN 1— O ON (Tv ON C— CD LA i-ON M O CM CO CM VO •*}• IA LA CO IA CO VO T- VO O T— CM T— CM T-00 t— 00 vo O LA ON ON IA VO V- F- IA H- \|" CO IVO N N I A L A C M C M K N C M T - T - U N •^•t- t~ t- ON IA IA ^ ^ I IA VO vo NN IA cr\ c— CM 00 CM CM IA IA VO O O • • • 00 VO KN ON ON T— IA C— 00 CM KN T— ON 00 T— CM O 00 CM ON CO T-CM <3" T-CM T-CM T-CM T-CM t— O NN CM CM NN 00 ON CM ON 00 CM KN *3" IA VO T— CO ONO rH cd cö -p O EH

(32)

-30-H3

O c+ P> P

O VO 00

CD ro -1

-UI ON KJ

vo ro O U4 ro 4^

ON

ui 4*. VN ro

M W W W M

ro O —1 O 4=» ON O VM CA MD M O) 00 UI ro

CT\ ON

• •

o\ O ro

ON

O UJ ro O 03

VO

• •

—J Ui

ON ON

o\

ON

ro

UI (A ON VO UI ON —3 UI

M 4* ro

ON ON

4^ U4 ro ro 4^- v>i v>i ro ro vx -1 vo

M ON ON

ro VX -I

•FI. 4*. U4 ON \Û W

VO \D UI W ON

-»• ro 4*. —* r\j ro —X MD f\) —j

K

ro

CD

ro

—K

—A

O ro —J

ON UI

L —i. ro vo -J ui vo

ON ON ON M

ONOUL 03 ON VO ON ON VÛ UI CD

UI VO 4=» ON UI ON —•] UJ IV) OUI

4 v . 4 s - r o 4 ^ r o ! N 3 r o - * v x r o r o

UI VO -»• UI VO

-v

O

->•

M Œ

-1 U) ui ui 4^ ro

M UI

^ UI

UI

M UI

VO

4^ —3 vo O CD —J —J UI —J

ON

O ro ro 4^-

CD

ro ro vx v>i uj v>i 4*- ui vo 4^ o o ro ro ro 4i.-q_s._j. O 4=- 4^ ->• • • • • • • • • ON VI co ui vo vo ro ^

a

ON

ui • • • O VM O

VM ON ON ON UI ON

U) -»• OUI

4* 4^

VO VO

- » U I I N J J V O M r O f f l M ro 4*- ui 4^ ui ui ui ro v» bd (1) t3" p 3 Pi 01 M H" 3 CK3 t S-(D g F-Pi Pi a> (-• Pi Pi (?U93 W CD S

M

Ui c+ 0) M

/

P? td iS M po 0*j ©

ON

CT" M N •

VJ1

(33)

-31-c+ -31-c+ a s

CT» ON

P> bd M O

CD

0 r\j

V>J

vo ON 4=* 4^

ON

VJI

4=* ro ro

U

ro ro

G\

GO

• • • • VO —J --3 œ

ON O

ON ON

VO VO

—V a vo CD o\ VO VO o\ O -J

V>J

-£» • • ro

V>J

VJI ON

V>J VN

VJI VJI

IV> IV)

VO 4^

ro o œ -J

ON

ro -

ON —*•

—o vo • •

ON VO

VJI ON

ON ON

vo vo ch c+ a

B

~

ON ON

P —J VJI VJI CD CD ro VJI CD VM -p* ro ro --3 O —J

ON —A

4^ 4*.

—J VJI

oo vx ro

ON

VJI VX

ro —3

VJI -£•

• •

O VJI v n VJI VH VN 4^ -F*

VJI ->•

ON IV)

-3 4^ vo -P* 4^

ON

VJI VJI

•fs. -P» h3 O c+-SS S> <3 M >• ON U1 ^ OJ M

M M W W

—J —-J CD 4^ VJI VO VO

4=» <33 4^ W UI V» -J

ON ON

ro rv> 4^ ro

IV) VJI

4^ ro vx v>i

• • » • • • • •

CD

4^

V>

j

iv> vx ovji a\ œ w j

ON O O N — J O N — J ON ON

4*. —J

ON

4^ 4^ —J —a 4*- vo

IV) IV) IV) -£»• IO ->•

O O O 00

VJI

O

VJI

ON ON

vo CD -»• iv)

IV)

ro

O VM IV)

4^-ro ^

ΠON

ON ro —1

IV) VN

4=-

IV)

V>4 VJI

IV) -»•

I

__±

_V

O o —J

CO

vo vo o\

• • • • • • • *

ro o

VJI CTN

ro vo vo

VJI O VJI VJI VJI ON VJI VX

4^ V* -»• 4^ O IV) VX VX -»• 4^- ru vo rv>

ON —>•

ro ro v>i 4^ ro -k 4=» vx vji vji 4=* 4^- VJI 4=> vo IV) 4^ -J M > M -1 Ul VJI -»• 4^ IV) VRT ro

ON

4^ 4=-

00 VJI

VM O —x CTN -<] ro -A ro o v_* ro —i. • • • • • • • • • • -J ro V>1 V>J VJI ro V>J ON œ VJI O UI UI U, ON VJI ON —J O

N

ro 4^ —J •—J —4 vo bd ® Ef 0) 3 P-CD M H-ö 0

>3

C+ O c+-p p M

CD

B H

CD

h-«

£

CO

ci-I

/

« M + Ui c+ CD CO M

/

bd ä: M P as (D

ON

a' I—1 N

ON

(34)

32-cl* B"

C+-S" CT\ ON P> te) M O

CD

a ON O CD U1

VJ1

o o O -ps». ru (V) —»• IV) • • —J M3 UI KJ1 CD CD O O CD -J ON VQ VJ1 CT\ ON VJ1 -£*• 03 • • vn —J KJ1 VJ1 4^ ro r\3 —3

VO CD

vn o

O V>L

O ro —A • • -»• -J VJl VJl CD as o o cf-a C+ a

ON ON

P> tri M O CD S un ro \o vji —J ON ro —j vji -{=»• VU

-J CD

• •

O VJ \_M V>l vo vo

->• VO

V/J ON

o ru vo ro ro VM • • V* —3 V» VM ro ro --3 —3 L\> —>• VM M3 CD VM O\' -F*-ON r\3 ON VM -P* VTl • • 4^ V_M V>L V>J V>| \D VO c+ ET" C+

ON

ON p ro CD V* o -P*

CTN VJL

vji ro vo --3 ro o U1 VJ1

V_M V_N

4^ 4^ o\ VO KO

VJ1 V>L

--3 0\ CO ui o o • • ro -a

V>L VM

ro ro co a> ro ->• O —-3 VM

CO 4*

4* VW 4^ 4^ • • VJL CD \>4 VM

VM VM

-P» ^ H" B ON p _w bd tri M CD

C+-

O ts* CD P3 a B 3 pj ON CD M H-13

05

4*. O ro O

N

4=» vo

VJ1

-v ro vo • • O o -O -G vn

VJI

ro ON o o ro VO 03 ON a^ ro CTN

ON

ON 0\ 4^ ON ON ro ro

ON

o vo vo O CD ON VW ON CO • • --3 ON ON ON VTI VJ1 ça Ü C+* P P. 05 CD 3 W4 p (JQ CD ON A* tSJ <3 F-C+ a) Ü W C+ ® 3 P A c+ PU 33 OS CD 3

V

/

en ch CD (D M c3 H* C+ CD 4 CO c+* CD > P Y H-P M Pi P CD Y W CD M W c+* O CD Cl H-C+ CD 4 w c+ CD

(35)

-33-/

CD CD -P CO I—I CD « era M r-1 (1) M 00 N (—i ,a vo ® cd iH :p? PQ • ß

«

t— f>- O T— ON CD CÖ vo vo vo ' CM -P S CQ u CD • -P a LfN LT\ vo vo LfN •H •H ï=> S *0 1—1 CD CV1 NN LfN o O • • • • • a •H co r— CM NN O CD B T- T~ CM T— CM <D CÖ tû ON o Jfr» V\ OJ «—1 rH T" KN CÖ c3 co "V, \ •p CÖ NN LfN VO CM O ß •p ir\ CO VO CÖ O T- T— ON T— -p a X • 00 CD m T— ON CD CÓ NN NN kj- CM -P s w M CU • -p a UN Ln vo vo IT\ •H •H P rH O n3 CO V- o T— O « • • • • ß •H vo vo vo t— CD G T— T— T— T" CM (D cd 'Ö T- vo CM rH 1— Kf ^ CM ON CM CÖ CÖ "x \ V, \ -P CÖ ON ON t— ß -p CO NN m CM m ce O vo t*- NN r— << -p ß M • t>- c— o CO vo CD CÖ vo vo vo T— -P S CQ CD • -P ß •H •H t=> S m ir\ ON VO vo rH CD nd vo vo vo o nd • • • • ß •H o\ 00 CTN T— vo CD S T— T— CM T— fcÛ CD cö Sû •ri •ri CO "3" O rH rH NN CM m T— CÖ <0 "V N. "x. -P CÖ LT\ CT\ CM UN vo ß -p T— CTN m ctf O t— CO m <*! -p CiO ß Ipj •n rH o CD r- vo vo CO VO ON vo 1— vo *0 ß B B B CD \ ^ B a CD 0 CD B B B CD ,ß O -P -P o -P O -p O -P <D rH rH rH rH pq PQ T- T~ & T~ pq P3

(36)
(37)
(38)

c+ li o ca fO O V>4 O 4^ O l\J V* vj1 CT\ CTN P M O P <4 M M M O p: ® ca <1 O <+ 4 n B O H> co 3 • <n > P 3 et-P M pu P 0<J ® 3 m CJ td 3 a> (1> ü: M g M < P M • » CKJ P < co ÎV p 3 CA O a> M + ca 3 <£: M P

(39)

O CD B to O VN O -fc. O rv> -v>i VJ1 -M O 3 P •"3 M M M O £ CD ca Pi < O CJ* 4 M S O H-CD 3 B cm • • >> JB 3 <+ p M P< P cm a> 3 • o\ —i 00 -vo Ui

«

O cf CD CD (D M B CD iT M • • < P 3 fc* CD M tu + M P 03 cm c+- CD CD (D ON M

(40)

-34-Bijlage 7 biz. 1

Wortelvorming (vrij wel uitsluitend uit callens van bloemsteel/snijvlak^/«.

Aantal irf Aantal* Gemiddeld Uitersten

totaal wortel wortel dagen min. max.

Tros 1. "bloem 1 6 0 0 2 3 0 0 3 2 1 50 48/1 48 48 48 4 5 0 0 5 9 "0 0 6 4 0 0 7 0 0 -8 1 0 0 Totaal 30 1 3 48/1 48 48 48 Tros 2. bloem 1 1 0 0 2 9 0 0 3 10 0 0 4

6

0 0 5 11 3 27 127/3 42 23 74 6 9 1 11 87/1 87 87 87 7 3 0 0 8 0 - -Totaal 49 4 8 214/4 54 23 87

(41)

-35-Bijlage 7 "biz. 2

Aantal c*

>

Aantal Gemiddeld Uitersten

totaal wortels wortel dagen mm. max.

Tros J. bloem 1 4 1 25 18/1 18 18 18 2 11 0 3 8 0 0 4 5 0 0 5 4 0 0 6 11 1 9 52/1 52 52 52 7 11 2 18 153/2 77 49 IO4 8 6 0 0 9 3 2 67 107/2 54 51 56 Totaal 63 6 10 330/6 55 18 IO4 Tros 4» bloem 1 4 0 0 2 9 1 11 21/1 21 21 21 3 7 2 29 130/2 65 63 67 4 7 1 14 51/1 51 51 51 5 8 1 13 42/1 42 42 42

6

9 0 0 7 9 0 0 8

9

3 33 161/3 54 46 61 9 3 1 33 35/1 35 35 35 10 0 - -11 1 1 100 12/1 12 12 12 Totaal 66 10 15 452/10 45 12 67

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In 1912 werd de Blue Cross Fund opgericht, als tegen- hanger van het Rode Kruis (voor de militairen) en het Groene Kruis (voor de burgers), die zich vanaf begin 1916 inzette voor

; Tijd in min.. Archief arbeidsgegevens in de tuinbouw Bijlage 10.-2 Groepï Groenteteelt i.d. Produkts Kool Deense witte Bewerkings oogst en transport Brons J.A. Ursem Methode»

Hoe verhouden de kosten die de gemeente moet maken voor het begeleiden en stimuleren van zelfbeheer zich ten opzichte van de kosten voor het beheer van een vergelijkbare

reported per respondent, without rounding, for the breast, cervical and colorectal cancer screening systems overall. On average, respondents from a national screening

De methodologie van de klinische paden wordt algemeen aanvaard als de in de zorg meest aangewezen methodologie voor procesmanagement, zowel binnen individuele zorginstellingen als

Als deze bierbostel afgezet zou kunnen worden in de directe omgeving leidt dit tot een betere kringloopsluiting voor Heineken1 én vermindering van transport en daarmee

Zelf» van de niilvarkaveling kan men neuwelijka «eggen» dat aij aio* voor da oorlof tot een eaaeahaagende groep van boeren rtehtte» al brengt da rail*» vwkavaling alt haar aard

o Percutane of chirurgische drainage noodzakelijk, zeker in het geval van grotere abcessen of slechte respons op de anti-infectieuze behandeling. o