Richtlijnen voor anti-infectieuze behandeling in ziekenhuizen BVIKM 2017
LEVERABCES:
NOSOCOMIALE INFECTIE
• Klinische aspecten en commentaren
o Meestal ontstaan pyogene leverabcessen in aansluiting op een peritonitis die het gevolg is van het lekken van darminhoud in de peritoneale ruimte. Bij 50% van de patiënten kan een gastro-intestinale infectiehaard of een onderliggende pathologie van de galwegen worden gedetecteerd.
o Leverabcessen kunnen ook het gevolg zijn van arteriële hematogene spreiding van pathogenen in de context van een systemische infectie.
o Verstopte galwegprothese (te behandelen als opstijgende cholangitis): ontstoppen of vervangen absoluut noodzakelijk.
o Percutane of chirurgische drainage noodzakelijk, zeker in het geval van grotere abcessen of slechte respons op de anti-infectieuze behandeling.
• Betrokken pathogenen o Enterobacteriaceae.
o Streptokokken.
o Anaëroben.
o Staphylococcus aureus (belangrijkste pathogeen bij kinderen).
o Pseudomonas aeruginosa.
o Candida spp.
o Enterokokken.
o Coagulase-negatieve stafylokokken.
• Empirische anti-infectieuze behandeling o Regimes.
Eerste keuze: piperacilline-tazobactam. Alternatief: meropenem.
o Standaard posologieën.
Meropenem: 1 tot 2 g iv q8h.
Piperacilline-tazobactam: (4 g piperacilline + 500 mg tazobactam) iv q6h.
o Totale duur van de geschikte (empirische + gedocumenteerde) anti-infectieuze behandeling: minstens 21 dagen [tot 28 tot 42 dagen (hangt af van de klinische evolutie)].