In de tekening is steunpunt B een rolpunt, dat wil zeggen dat Rbverticaal = 0 kN
In steunpunt A werkt een verticale en een horizontale reactiekracht.
Reactiekrachten berekenen: ∑ van de momenten t.o.v. A = 0 → 10 kN * 4 m – Rbh * 3 m = 0
→ Rbh = 131/3 kN
∑ van de verticale krachten = 0 → Raverticaal =10 kN ↑
∑ van de horizontale krachten = 0 Rahorizontaal = 131/3 kN
Knooppunt 3
10 kN stang 2
stang 3
De hoek tussen stang 3 en stang 2 is 36,87 graden. oftewel de tan(hoek) = 3/
4 → stang 3 = 10 / 3/4 → stang 3 = 131/3 kN. Is een duwstang
Stang 2 = 10 / sin(36,87) → 162/ 3 kN.
Dus stang 2 = 162/
3 kN. Is een trekstang.
Stang 1 = 10 kN en is een duwstang.